NIEUWSBLA VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH lo. 148. 1895. WIE VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Een brief van een Predikant. 3)oaifecifag 5 Sepfenifier. Hegcnife laacgang. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en va-n 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. zich met 1 October a. s. op ono blaadje DE ZEEUW abonneert, ontvangt de riommers in deze maand September GRATIS. EIGEN HULP i. In het blaadje Maatschappelijk Belang wordt de vereeniging Eigen Hulp'te Utrecht genoemd in verband met een gemeentever slag dat deze vereeniging rangschikt onder de inrichtingen tot wering an armoede. Het blaadje toont aan dat aan deze ver wachting van het gemeentebestuur „voor koming van armoede", door Eigen Hul], niet is beantwoord. Nog haalt het eenige woorden aanuit het verslag der Kamer van Koophandel in die zelfde gemeente. In dat verslag wordt de nadruk gelegd op het feit dat handel en nijverheid in de laatste jaren in een zeer gedrukte stem ming verkeeren dat slechts zeer enkele ondernemingen geldelijk voordeel opleve ren dat met name de kleinhandel gebukt gaat onder de steeds scherper wordende mededingingen dat onze kleine nering doenden niet dan met de grootste inspan ning een kommervol bestaan kunnen vinden. Maatschappelijk Belang merkt naar aan leiding van deze bekentenissen op dat nn al lang genoeg deze feiten zijn geconsta teerd, dat het nu de tijd is om eindelijk eens wat te doen tot opheffing van den kleinen winkelstand. Neen, zegt zij, niet de malaise en niet de concurrentie, maar „Eigen Hulp" is de oorzaak van den achteruitgang. In stede van 't groot kapitaal, den groothandel te bevoordeelen, moest op deze zijde van de sociale qnaestie eens de aandacht gevestigd worden. De kleinhandel moet uit het ge drang. Aan de welvaart van den winke lier hangt de welvaart der gansche bur gerij. Dit ongeveer is de inhoud van het arti kei, dat ons ter dezing was toegezonden Men verwacht nu ook van ons een oor deel over de quaestie van „Eigen Hulp" Laten wij trachten ons voorloopig oor deel over deze zaak te formuleeren. Beginnen wij met op te merken dat de coöperatie eene macht is die eigenaardig behoort bij de beweging der eeuwen FEUILLETON. De volgende brief werd geschreven naar aanleiding van een ontvangen beroep. Er blijkt o. a. voldoende uit, dat moeder Mi nerva niet aan al hare zonen de gave schenkt van „kort en krachtig" in woorden te zijn. P. Y. D. et F. De beroeping in de gemeente van Baarland heb ik ontvangen met een briev van den waardigen v.S.er bij. die ik niet lezen kan, en er dus niet wijs uit worden, gevolg daarna van een andere, die ik nog minder lezen en uitkomen kon. Ik had na gewoont een briev van qua consulent gewagt, en dit voortaan is mijn verzoek, want kan ik niet lezen, dan kan ik niet oordeelen, en de zaak is van belang; ik wenschte wel om al het geringe dat ik in de waereld hebbe dat die (nog eenige beroeping en dat voor een man van 57 jaren, die nooit nit Holland is geweest, die tegen geene verandering van lucht of water kan en het pompwater, vooral zoo als het hier is niet kan ontbeeren, die ijselijk tegen de Zeeuwsehe gronden, lucht en water opziet, ook tegen het ongezonde Zeeland, reeds van ouds zo bekend) op mij nimmer gevallen en niet in mijn huis ware gekomen; want mijn hart staat er dps verre niet toe, om die aantenemen, door alle zelfs rechtmatige klachten van den winkelstand niet is te keeren. Hoe krachtiger het verzet tegen de coö peratie, hoe krachtiger zich de beweging er voor haan breekt. Wie er zieh tegen verzetten, het blijkt in de grootste plaatsen van ons land, ge voelen al meer hunne onmacht en spreken luide hunne machteloosheid uit om dit kwaad te keeren. Een halve eeuw geleien was het voor den nijveren handwerksman betrekkelijk een goede tijd. De wever bijvoorbeeld zat thuis aan zijn getouw, zijn gezin hielp mee en zijn hand werk verschafte hem een goed stuk brood. Daar was welvaart in de gezinnen. Evenwel aan deze welvaart kwam een eind, toen de stoom zijn intrede deed in de nijverheidsdistricten. Een stoomwerktuig deed het werk voor veertig handen. De handwerksman mocht aanvankelijk klagen over den indringer en zich verzet ten tegen de inbreuk op zijne diere rech ten. De tijdgeest stoorde zich aan hen niet. Tot ten slotte de werkman zich door de fabriek annexeeren liet. De huisarbeid ging in de fabrieksnijverhei 1 op, de werk man deed afstand van zijn weefgetouw en werd fabrieksarbeider. Zoo brak hij de kracht van zijn tegen stander en maakte zich hem voor een deel ten bondgenoot. De vrede werd geteekend, evenwel niet dan na een harden ongelijken kamp, waar bij aan de zijde der werklieden vele slachtoffers gevallen waren en nog blijft voor zoo menigen tak van bedrijf de stoom de alvermogende, allen opslokkende vijand. Het bovenstaande geldt mede voor de Coöperatieve winkelvereeniging. Wat de huisnijverheid overkwam door de invoering der fabrieken, dat dreigt den winkelstand, den middenstand te overko men door de coöperatieve winkels van Eigen Hulp. De tusschenhand zal verdwijnen van het maatschappelijk tooneel, gelijk het spinne wiel ruimen moest voor de stoomweverij. Eu welk een leemte dit zijn zal in de samenleving behoeft niet gezegd. Verdwijnt de middenstand dan komen de arbeidersstand en de stand der aanzien lijken rechtstreeks aan elkander te gren zen. Dan heeft men slechts ontzaglijk rijken en zeer armen over. Het trait d'union tusschen die heiden is weg. Dit ts de grief tegen de coöperatie. en in dit saisoen te verhuizen, en dat zoo ver, ook is de reis over zulk een water te ver en te moeijelijk, ja te gevaarlijk vooral in dit saisoen (want hoe men reizen moet weet ik niet, het moet die akelige Zeeuwsehe stroomen over) om de plaats, huis en kerk eens te komen zien, dat anders wel nodig was en ik altijd deed, ik ben geen zeeman en scbrik daartegen, vooral tegen varen en water, ik ben dit niet gewoon, ook niet te reizen, ik ben in huis mÜn gemak gewoon en van een zwakke en aandoenlijk zenuw-gestel, althans dat tegen geen schokken, gevaren en aandoe ningen van scheiden kan, of ik heb de koorts, ook direct, zoodra ik van lucht en water verander Experientia hoe me docuit, dat is, de ondervinding heeft het mij geleerd, ook reis ik in dit seisoen niet zoo ver; ik vinde het ook singulier en onvoorzigtig (dit moet gedugt tegenvallen bij de uitkomst) een Predikant, die men niet kent, nooit gezien, nooit gehoord heeft, wiens leer men alleen bij rapport kent, en van zijn zedelijk gedrag of bekwaamheid niets weet (en weet men wel, dat ik, nog nietl anger dan Hemelvaartsdag 's morgens vroeg eene bloedbraking uit de maag heb gehad, zoo ook in mijn jeugd, maar ik wilde evenwel prediken, dat mijn lust is; ik predik hier voor de middag voor een volle kerk en namiddag te Saseenheim voor een zwakken broeder, wandelende heen en weder, want rijden kan men hier Al het andere wat men tegen haar zon kunnen aanvoeren, is of bijzaak, of over komelijk, of het wordt opgewogen door de voordeelen. Want de voordeelen mag men niet voor bijzien. Wat toch is het doel van de consump tieve coöperatie, van de coöperatieve win kelvereeniging Haar doel is om de consumenten, de verbruikers der winkelwaren, de huisvaders en moeders dus, te vereenigen, eu hur, de gelegenheid te geven, wat zij bij kleine hoeveelheden, bij A, B en C koopen, in het groot op te doen bij één winkelier en daardoor goedkooper in te koopen. Nu is de kleine winkelier, bij wien gij uwe waren haalt, de tusschenhand tusschen den grossier en u. Hij brengt de waren van den grossier in kleine hoeveelheden tot u. Hij bewaart ze voor uhij beeft zijne kosten voor huis- en winkel- en pakhuishuur, voor advertentiën, voor be dienden, voor vervoermiddelen, voor lichten vuur. Hij heeft zijn risico van indroging zijner waren, van niet-verkoop van slechte betaling; zijn overmaat en overwicht; kortom hij heeft op zyne waren, alvorens die uit de handen van den groothandelaar in die van de burgerij zijn overgegaan, zeer vele on kosten, waarnaar bij zijne verkoopsprijzen moet regelen. Dien bijslag, dat meerdere, hetwelk gij voor deze waren betaalt bij den winkelier, bespaart gij door het rechtstreeks mede te helpen opdoen van den groothandelaar. G-ij betaalt dus öf minderóf evenveel doch krijgt dan later in den vorm van winst of dividend zooveel terug als door u te veel betaald werd. Daar hebt gij, daar hebben alle consu menten dus voordeel bij. Maar op deze wijze wordt de kleinhan del onmogelijk gemaakt niet alleen, maar ook loopt de groothandel groot gevaar. Als een halve provincie of een groote stad als Amsterdam zich ten slotte ver- eenigde voor gezamenlijken inkoop, dan zou zij teu slotte ook de plantages kunnen aankoopen om de suiker, de koffie recht streeks door eigen teelt machtig te worden; en daardoor dus ook den groothandel te nekken. Dit gevaar is lang niet denkbeeldig. Er zijn reeds groote, zeer groote coöpe ratieve winkels van dien aard en met uitgebreide macht bekleed, en die enorme winsten maken. Winsten die anders, voor een deel al thans, in de zakken der winkeliers zouden niet) zo eenparig en zo sterk, als mij v. Sdie ik verzoek Jte groeten (wat is dog die man, heeft hij vrouw en binders, is hij gegoed, in wat kerkelijke functie is hij) schreev en hegeerde en dit aller wegen in den omtrek, zelvs te Goes, hoe wonderlijk klinkt dit, hoe onvoorzigtig is ditdit tekend dunkt mij mensohen, die ligt zyn te bewegen, maar ook even zo tegen iemand voorin te nemen. En als men mij eens had gehoord, zou men van mij walgen, ik ben een oud Predikant van reeds 57 jaar, in Maart 58, die het gedngt op de zenuwen heeft en zeer met slijm is bezet, en die, doordat hij altijd zijne verklaringen, althans dikwijls, ook voorafspraak en inleiding (want ik predik ouderwets Cocoejaans) leest en zijn bril opheeft, op geen donkere predikstoel kan preken,) is de predikstoel te Baarland licht of duister nog minder op een hooge, die meer dan 4, uiterlijk 5 trappen hoog is, eu die een smalle rand en vlakke Bijbel heeft, ik bemin een groote Bijbel en breede rand en iets op zijde voor boeken, die op de predikstoelen doorgaans liggen, boe is in dat opzigt ook de predik stoel te Baarland en staat hij aan een Pij laar. Is de kerk groot en ruim, hoe kleinder hoe beter, ook zijn de Zeeuwen zeer tegen lezen en tegen gezangen, daar ben ik in zeker opzigt voor, ik vind vele gezangen seboon en laat die veel zingen, als het pas geeft, andere ksur ik af, en die laat ik nooit zingen, ieder zijn meug, ik wil hierin zijn terecht gekomen. Wij zeggen voor een deel. Wij mogen niet onbillijk zyn. Immers de zuivere winst der coöperatieve vereeniging is niet de som der zuivere win sten die door de gezamenlijke winkeliers zouden gemaakt zijn. Wij wezen er zoo straks reeds op dat het meerdere door u bij den winkelier betaald, gevolg is van vele door hem ge maakte onkosten. Zijn huisheer, de gas fabriek, de krant, de assurantie, de slechte betalers, de knechts, die allen maken nood zakelijk dat gij dat meerdere betaalt, en hem is 't geen winst. Nu heeft de coöperatieve winkel ook zijne onkosten, doch in veel geringere mate. De winkel is eigendom,, het gaslicht komt goedkooper uit, dewijl het zoovele waren verlicht en nooit voor niemendal brandtde krant is onnoodig de betaling geschiedt contantde risico is veel minder wijl alle waren vlug opruimen en veel anderen arbeid nog, door verschillende winkeliers gevorderd, is daar overbodig. Vooral die contante betaling is een mach tige hefboom van den bloei der coöperatie. En zij is tegelijk hare verdienste in dub belen zin. Al onze winkeliers moesten haar invoe ren. Die het reeds deden, bevinden zich er goed bij. Door coöperatie zal hun dit gelukken. Hierover meer in een volgend nommer. Wordt vervolgd. Tijdens de Middelburgsche kermis gaven wij een kermisbed te lezen, dat door bijna alle chr. bladen met instemming overge nomen werd. Thans is ook de Goesche kermis afge- loopen. Maar wie nu Zaterdag- en Dinsdagnacht het heestachtig gebrul der mannen van „het onschuldig vermaak", met wie zelfs aristocraten onder de Goesehe liberalen zich bij de jongste gemeenteraadsverkiezing so lidair gesteld hadden, heeft aangehoord, zal zeker de juistheid van ons lied heb ben erkend. Wij brengen het hier nogmaals in her innering. Ook voor onze Zierikzeesche en Terneuzensohe lezers. „Breng een Turk hier onverwacht Midden in een kermisnacht; 'tls ontwijfelbaar gewis Dat het 's mans getuignis is vrij zyn, en dan of daarom minder volk in de kerk of minder emolumenten zijn, of te zien dat men niet zingt, ja zelve nier wil inzien, zou mij treffen, en dit kan ik niet zien, beter dan bier gebleven, ik hoor daar geducht veel van, een Laoraar moet dit gweten een gemeente heeft daar geen kennis van, en mag daar niet tegen aan- druizen, ook ben ik ja een oud streng or thodox gereformeerd Theologant, en walg van en bestrij op den leerstoel de lieden- daagsche Sijsthemata en ben sterk voor onze bijbelsche formulieren, de confessio bel- gica, de canones dordracenae, en de Catechesis nostra, die verdedig ik tot den bloede toe. Appelius leer briev aan N. N. over het Avondmaal en Zedig onderzoek is mijn vade mecum dat is een boek dat ik altijd bij mij draag, ook van den Honert, van Til, Buurt, van Emdre ik haat de hedendaagsche denk, leer en prediktrant, die is oud Re monstrants en niet (internos) gereformeerd, en zommige gezangen deugen ook niet, ik neem alle de gezangen niet voor mijn re kening, ik onderscheide, ik ben ook tegen de nieuwe invoeringen en veranderingen in het kerkelijke is de dood voor alles, ik catechiseer uit Hellebroek, ik ben ook een grooi vriend van het huis van Oranje van ouds reeds, maar vooral van het oude Oranje, ik bemin ook onderscheidene toe passingen, ook vooral uit den Text, op den man aan, zeer Praoticaal, die ik zelden „Allah neen aanbidt men niet, „Mahomed vereert men niet, „Jezus Christus kent men niet. ,,'tls hier heidenseh grondgebied „Waar men Satan hulde biedt." Tegenover den haat en de uitsluiting waarmede men in kleine plaatsen de anti revolutionaire woordvoerders bejegent, staan de onpartijdigheid en waardeering Mie zij in groote steden van ons land mogen ender vinden. Te 's Gravenhage werd een antirevolu tionair Gevaerts van Simonshaven en te Amsterdam mede een antirevolutio nair professor Fabius bij eerste stem ming tot ■wethouder gekozen. Wel een bewijs boe groot de invloed is der antirevolutionaire beginselen. Immers de Haagsche gemeenteraad telt niet meer dan vijf, de Amsterdamsche ge meenteraad niet meer dan vier antirevolu tionairen op de 39. !A De Amsterdamsche vroedschap heeft een college van wethouders gekozen dat, zoo het slaagt, het vraagstuk van den wolf, de geit en de kool overbodig maakt. Van de wethouders is een liberaal, een radicaal, een antirevolutionair en een „Katholiek". Over den Rus Malingan schrijft de Soer. Ct. We hebben dazen veel last veroorzaken- den Rus verlaten in vrees en heven gaan de aan boord van de Sindora, angstig voor de soldaten en voor de bevolking beiden, doch in goed gezelschap van drie rechter lijke ambtenaren, een opziener en een op passer van de politie. Toen de Sindoro te Boeleleng tegen den middag aankwam, gingen de rechtercommissaris, mr. Hirsch, en de substituut-officier van justitie, mr. Smeding terstond aan wal en hadden een onderhoud met den resident. Tegen den middag met den deurwaarder aan boord teruggekomen hielden zij zitting in het salon eerste klasse. Als getuigen werden gehoord de inmiddels aan boord ontboden personen, zijnde de bekende blinde Chi nees, zoon van den vroegeren majoor Chi nees te Boeleleng, eigenaar van verschei dene onder Engelsehe vlag varende stoom bootjes, die om hun afschuwelijke stoom- signalen zoo hekend zijn, verder de ha venmeester van Boeleleng en de agent der schrijv of lees. nooit althans mijne gebeden daar ik nooit op denk, ik ben Praoticale Coocejaan, maar in het 4e gebod streng verstaande, geheel moreel, en ijver zeer voor den dag van God, uit kragt, van dat gebod, ik kan in eene Gemeente geen Sab bath schenden dulden, door koopen, ver- koopen, kermishouden, reijzen of plaizier nemen, dit is een der ruinen van ons land maar ik houde veel van zware uitlegkun dige stoffen en Prophetien te prediken, mijne verklaringen zijn niet zeer eenvoudig ik predik ook wel eens plan of zedeleer, dog op een hervormde trant. D. mijn vriend (die ook mijn bevestiger, hoop ik, zou zijn als ik kwam) kent mij, daar hen ik het in alles mede eens, zoo moesten wij allen zijn, maar daar kan ik niet hij vergeleken worden, behaagd nu zulk eenen Leeraar te Baarland ik vrees dat mijne Catechismnspredikatiën, die ik zeer ouder- wetsch, zoo thetisoh als polemisch, daar te diep zullen zijn, ik lees ze tot de toepassing toe, niet verder, ik ben hier gewoon Zon dags avonds en ook op den eersten feestdag avond iets pretieus op het dien dag ver handelde voortestellen, winter, en zomer bijbeloefeningen te houden over een Cap. uit het N. T. dat ik nn van Matth. tot 1 Timotk. 2 gebracht hebbe, en dat zou ik ook te Baarland doen, en dan ga ik D. Y. na het oude, ik verlang na Joh. Open baring, daar hen ik en Brakel saam in eens 's morgens preek ik eene vrije Text, 's na-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1