NIEÜWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH flo. 188. 1895. Safettfag 24 Ëtipsfus. Ipgeinfa faatgang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN WERKLOOSHEID. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en vasi 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. IV. De toevoer van plattelandbewoners naar de steden moet zooveel mogelijk worden gestuit. De ellende van dezen toevloed is in de groote steden gezien. Daar werden inge zetenen broodeloos voor vreemdelingen of raakten de vreemdelingen al heel spoedig aan de armenkas. En ook in kleinere steden ondervindt men de gevolgen van deze landverhuizing dezen toevoer uit „het land". Verschillende armbesturen op de dorpen, die niet weten hoe al hunne patiënten te bedeelen, geven hun den raad om naar de stad te gaan, waar zij door het lezen van peulvruchten in hun onderhoud kunnen voorzien, of „den armen" het overige kan doen; terwijl de Christelijke Volksbond of het Comité voor Werkverschaffing wel bij springen zal, wanneer het erwten lezen gedaan is. Men begrijpt dat deze averechtsche maat regel der plattelands-armbesturen de kwaal slechts verplaatst, ja eigenlijk verergert. De plattelandsbewoners zijn immers voor het ffieerendeel aardwerkers, en wat zullen de steden, wat zal de Christelijke Volksbond met al deze menscheu beginnen, die geen ander vak verstaan dan hetgeen in de dorpen wordt beoefend Het ambacht en de industrie kunnen nu eenmeel slechts een beperkt aantal ar beiders voordeelig aanwenden. Evenwel dit geldt ook den landbouw. Blijven deze werkloozen in hunne eigene gemeenten hangen, dan zijn zij ook daar te veel. Immers ook de landbouw, gelijk ook de handel, kunnen niet al deze arbeiders voor deelig gebruiken. Dit hangt af van om standigheden. Nu zijn in de laatste jaren gr» ote schre den gedaan op den weg der productiever betering. Doch het evenwicht tusechen de vermeerderde bevolking en de vermeer derde productie isj er nog lang niet. De werkloosheid kan op gevoeliger wgze bestreden worden naarmate de landbouw ook op weinig loonende gronden verbeterd wordt. Het landgoed De Biezen van Bertels verdient aller aandacht. Bertels is bezig de uitvindingen der scheikunde den landbouw ten goede te doen komen. Hij kweekt door zijn ontginnings-arbeid een nieuwen stand van welgestelde arbei- ders-privaatbezittertjes, uit de plattelands proletariërs. Reeds in 1870 was door den oeconoom Georges Ville op de noodzakelijkheid van dezen maatregel gewezen. Toch raken ook deze maatregelen uit geput. De Veluwe kan ontgonnen worden de Zuiderzee gedicht, de woeste gronden kunnen in bouwgrond herschapen worden, waar dat zonder nutteloos kapitaalverlies kan geschieden. Doch ook hieraan komt een eind. De stoomwerktuigen, straks de werktuigen door de electriciteit in het leven geroepen, ma ken den arbeid van duizenden onnoodig, dewijl één machine het werk van twintig arbeiders doet. En het gaat niet aan den landbouwers en industrieëelen toe te roepen dat zij de stoomwerktuigen afschaffen, en den arbeid met de hand laten verrichten. Zoo allen dit deden, was de maatschappij gered. Doch zoo een weigert, dan dwingt de concurrentie de anderen eveneens te weigeren. Hiertegen staat men machteloosevenals tegen den achteruitgang van den landbouwer. Amerikaansche en Britsch Indische granen verdringen de onze, terwijl de graanprijzen zoo laag mogelijk zijn. Dat zijn de gevolgen van de stoomwerk tuigen, die met geringe kosten groote uit gestrektheden doen beploegen en bezaaien en afmaaien. Dat zijn de gevolgen van de grootere inhouden der transatlantische stoomschepen, en de uitbreiding van het spoorwegnet, waardoor de vrachten gering zijn en het koren direct naar de plaatsen kan worden ver voerd waarheen het vroeger per as gebracht werd. Het eenige wat geviaagd kan worden en in kleine plaatsen als bijvoorbeeld Goes op kleine schaal wordt toegepast is zoo veel mogelijk uit de hand laten verrich ten wat zonder schade op die wijze ge schieden kan of minstens even voordeelig is. Een vraag waarop althans bij het ver richten van spit werk door sommige land bouwers nog gelet wordt. Uit het bovenstaande, in verband met wat wij een vorige maal over de quaestie der Bondsfabrieken en de organisatie der arbeiders schreven, blijkt dat wij niet tegen vakbonden zijn. Integendeel, wij zien in een vakbond, die tegelijk als werkbureau,als arbeidsbeurs dienst kan doen, bepaald heil voor den werkloozen werkman. Wij beschouwen een dergelijken bond als een eisch des tijds. Maar dan moeten ir, dien bond fabrikan ten en werklieden, in 'talgemeen bazen en knechts zitting hebben. Het moet een alleszins vertrouwbaar bureau zijn, waar men zeker is bij aan vrage om werklieden, niet met krukken of brekebeenente worden opgescheept, maar van degelijke werklieden te worden voor zien. Kan men het indesteden zoo ver bren gen, dan zal ook dit eene tegemoetkoming aan de sociale quaesiie kunnen zijn. En als dan deze bond, dit werk bureau ol hoe men het noemen wil, tegelijk als emigrantenkantoor dienen wil, dan snijdt het mes van twee kanten. Een emigrantenkantoor. Een kantoor, waar aan werklieden die elders werk willen zoeken reisgeld en een paar weken gelde lijke steun verleend wordt; of aan die van elders willen komen om werk te zoe ken de raad om te komen of om weg te blijven wordt verschaft. Op die wijze kan zulk een bureau goede werkkrachten annexeercn en de ontvolking van 't platteland of de overbevolking in de eigene gemeente tegengaan. Hoofdvoorwaarde is echter dat zulk een bond het vertrouwen hebbe van knechts en bazen. Konden dergelijke vakbonden zich tege lijk een zedelijk overwicht over de ar beiderswereld verschaffen, het opvoedend element in hun werkplan opnemen, dan waren wij er nog beter aan toe. Konden zij één lijn spannen in het tegen gaan van de drinkgewoonten, beter ware te lezen de zuipgewoonten, indien het woord van zijn vulgairen bijklank ware ont daan voorts in de bevordering van de huiselijkheid, de inplanting van go de zeden, van gehoorzaamheid en vreeze Gods, van orde en tucht; en om de hoogere standen tot de lagere te brengen, ze in vertrouwelijk onderling verkeer hunne kracht en hunne eere te leeren zoeken. Doch wij gevoelen dat wij het onmo gelijke wenschen. Wij moeten rekenen niet met ideale, maar met zondige menschen; niet met den schijn maar met het wezen; niet met de prediking der naastenliefde, maar met de practgk van het grofste egoïsme onder ons dat zoo menige verbetering in den weg staat. Wie met iets anders rekent, die be reidt èn zichzelf en de maatschappij die hij helpen wilde, zeer groote teleurstelling. Napoleon I ondervond dit. Vernemende dat duizenden zijner onder danen broodeloos en werkeloos naren,schreef hij (24 Nov. 1807) aan zijn minister van binnenlandsche zaken, Cretet, dat hieraan een einde moest komen, en de ellende binnen een maand moest zijn uitgeroeid. De minister is hierop terstond gehoor zaam aan het werk getogen, zijne ambte naren, schrandere m-.nnen met jeugdige krachten hebben hem krachtig geholpen, depóts de mendicité (depóts van weldadig heid) werden opgericht. Doch de ellende stak den draak met het draconisch bevel van den machtigen Caesar. En toen Napoleon in 1812 een onder zoek instelde, vond hij, alleen te Parijs, meer dan twaalfduizend werkloozen. (Slot volyt.) Na een vijftal heete dagen en een zeer zwoelen nacht van Donderdag op heden ontlastte zich boven een groot deel der provincie heden morgen te 5 uur een hevig onweder, dat echter geen schade deed, doch veel verkoeling bracht. De landbouwer heeft alle reden van dankbaarheid. De oogst is grootendeels binnen. Die zich het minst gehaast hebben, zijn er het best aan toe. Zij kregen eene droge inzameling. Velen waren voorbarig genoeg geweest om hun hooi en graan vochtig te mennen, ten gevolge waarvan nu hier en daar het een of het ander naar buiten gebracht en gespreid moest worden om broeiing te voor komen. Mensch en vee gevoelt zich nu verkwikt; aardappelen kwamen tot volle rijpheid en beloven een groot beschotterwijl de ove rige veldgewassen in voldoende qualiteit en qnantiteit werden ingezameld. Ontvange de genade Gods den ootmoe- digen dank der natie voor deze ruime zegeningen. Het groene „Weekblad" critiseeit het besluit der regeering, om invoer van opium, mits tegen een hoog recht, toe te laten op Lombok. „De oude Radja, die dood is, verbood zijn onderdanen het gebruik van opium; alleen vreemdelingen mochten er zich zijnentwege mee vergiftigen. „Hoe wreed van dien Radja nietwaar; zoo onverschillig te zijn voor die vreem delingen. „Dan maakt de Nederlandsche Regeering heit beter. Zij denkt: gelijke monniken geijke kappen; vreemdeling en inboorling zijn voor haar één; ieder mag opium schuiven, als hij maar flink betaalt! „Als men nn weet, dat opiumgebruik voor den inlander is, niet slechts wat de jenever is voor den Europeaan, maar wat de jenever en allerlei nachtkrotten en slecht befaamde huizen te zamen aan hem bederven kunnen, dan kan men zich eenigs- zins voorstellen, welke zegeningen het Nederlandsch bestuur door dit besluit der Regeering zal uitstorten." De Rijksbedrage voor opleiding van kweekelingen. Men weet, hoe Minister van Houten de wetsbepaling interpreteert, dat een kwee- keling, voor wiens opleiding het school hoofd subsidie erlangen zal, gedurende ten minste twee jaren onafgebroken opgeleid moet zijn. Niemand is tot dusver nog den Minister bijgevallen in deze zonderlinge wetsuit- legging. Maar de Minister blijft ze hand- ha veu. Ook voor het toekennen der rijksbedrage wegens de opleiding aan gemeentelijkeen particuliere normaalscholen wordt, zoo ver zekert thans het „Volksblad" door het departement van binnenlandsche zaken aan genoemd art. 2, al 2, eveneens deze inter pretatie gegeven, dat de gemelde tweejarige opleiding onafgebroken moet hebben plaats gehad, gedurende de twee jaren, onmid dellijk voorafgaande aan het examen, ten gevolge waarvan de akte van bekwaam heid verkregen werd. Reeds herhaalde malen zijn daardoor aanvragen der rijksbijdrage aan gemeente lijke en particuliere normaalscholen ge weigerd, niettegenstaande gedurende veel langer dan twee jaren de opleiding aan die inrichtingen had plaats gehad. In een der bladen treffen wij de vol gende geschiedkundige herinnering aan om trent den onder ons bekenden theoloog Trommins. „Abraham Trommius werd den 23 Augustus 1633 te Groningen geboren. Hij was achtereenvolgens predikant te Ha ren en te Groningen, waar hy 29 Mei 1719 stierf. Hij schreef een verbeterde Psalmberijming onder den titel „Sagte verbetering der Psalmrijmen P. Dathenii", maar voornamelijk is hij bekend door zijn uitstekende, nu nog door vele theologen gebruikte concordantie des Bijbels. Toen hy na jaren er aan gewerkt te hebben met het handschrift bg zijn vrouw kwam kreeg deze ruzie met hem, ontnam hem zijn kostbaar werk en wierp het op het vuur. Gelaten ging Trommius weer aan bet werk en maakte het boek opnieuw hier door werkte hg aan zijn concordantie 28 jaren." Met geen ander doel dan de verheffing van ons volk nemen wij onderstaand» klachte op die wij voer eenige jaren vonden in een oud Dagblad. De schrgver zegt daar ware woorden. „Wat ik mis, het zijn de krachtige fi guren, de groote mannen, de starren van eerste grootte. Hoe zijn die starren, met name Leiden, niet de ééne na de andere uitgedoofd. Wie is Caprivi bij Von Bis marck vergeleken Als Gladstone sterft, wie zal na hem optreden Helaas, de dy namische verzwakking is niet langer te loochenen. Epigonen hebben de heroën vervangen. En aan de voeten dier epigo nen verdringt zich een levenszatte schare, bg wie de onbezieldheid ufc het doffe, natte oog spreekt. Zie maar hoe de ver veling u aangrgnst; hoe de zelfmoord lokt; hoe het getal der waanzinnigen zich steeds uitzet. En als ge u dan denkt, hoe die eeuw begonnen is met den mensch op een voetstuk, boog zooals nooit, te plaatsen en ze straks bij haar uitgang, den mensch zoo levensmoede achterlaat, treedt ze dan niet voor u, die eeuw, in het beeld van den knaap, die zijn blauwpurperen zeep bel, o, zoo glinsterend opblies, tot lig te sterk Jffies, en heel de prachtige zeepbel weer sirauikromp tot één onooglgl#en drop?" Enkele onzer bladen bevatten op den sterfdag van den dezer dagen overleden predikant ds. Ploos van Amstel onderstaand aangrijpend „laatste woord" door hem als met stervende hand neergeschreven. „Eet is mg eene behoefte, sinds jaren door mij gevoeld, om, zoo mogelijk, alieneenenkel woord toe te spreken en wel bg gelegenheid van mijn sterven. O, volk van Nederland, van God zoozeer beweldadigd boven zoovele natiën, vergeet toch niet dien I od, Die ons tot op heden bewaard en gezegend heeft. Vergeet niet dien Christus, Die de eenige Verlosser en Zaligmaker is van zondaren. Verwerpt toch niet de genademiddelen, die Christus ons verworven heeft. Velen klagen over achteruitgang opmaat- schappelijk gebied. Velen gevoelen zich diep ongelukkig in hun gemoed, gevoel eener geweldige malaise of levenswalging. En de reden daarvoor is, dat zij God verloren hebben, dien God, die de eenige Bron is van alle waarachtig leven en zaligheid. De mensch heeft in het Paradijs zijn God ver loren door de zonde en nu doet hij alle moeite om dat verloren Paradijs terug te vinden, maar altgd buiten den rechten weg. De eenige weg tot her vinding van dit Paradgs en den waren vrede en vreugde is Christus, Die ons van God gegeven is tot verlossing en zaligheid om ons tot God te brengen. Zullen wg gelukkig zijn, dan moeten wg met God verzoend wo: den, door onzen Heere Jezus Christus, Die de eenige «n zekere weg is tot verlossing en ware zaligheid. Voor iemand, die een gebroken arm of been heeft, helpt niet de verkwikkelijkste lafernis. Wat hij noodig heeft, is dat zijn arm of been gezeten weder geheeld worde. Al het andere kan hem niet helpen. En zoo ook kan voor den van God afgevallen mensch niets in waarheid helpen dan dat hij in Christus leere gelooven, met God verzoend en in Hem weder al Zijne levenskracht en ware verheuging vinde. Zoekt dan Gol in Christus en leeft. Onder zoekt weer dien ouden, maar nooit verouder den Bgbel. Waar die Bijbel weêr in eere komt, daar komt orde, welvaart, vrede en blijdschap. Die den Heere vindt, die vindt het leven, maar die H«m haten, hebben den dood lief. Het waarachtig leven worde n toege- wenscht van uw heilbiddendeu vriend J. J. A. PLOOS VAN AMSTEL. naui^MMMmMMmawmrmmmi 23 Aug. '95 Verplaatst de commiezen der pos terijen J. G. van Bruggen van Vlissingen (zeepostkantoor) naar Rotterdam er» C. Willink van Rotterdam naar Vlissingen (zeepostk). Tot burgemeester van Noordgouwe is benoemd R. Groene veld de Kater; tot burg. van lleinkenszand R. Vermande. lerseke. Maandagavond vergaderde de gemeenteraad. Tegenwoordig 6 leden, afwezig de heeren Sauer, Spruit en Klos. Voorzitter de burgemeester. De notulen der vorige vergadering worden ongewgzigd gearresteerd. Ingekomen zijn: le bericht van den heer J. de Schipper, dat hij zijne benoeming tot raadslid aan neemt. 2o. Een van Ged. Stajen tot overmaking der légesgelden voor de overdracht van het Rijk aan de gemeente van een gedeelte van het binnenbeloop van den zeedijk der Breede Watering bewesten lerseke, hetwelk noodig is voor de verbetering van een weg. De bijgevoegde voorwaarden van overdracht worden met algemeene stemmen aanvaard. De heer Sinke vraagt of er al een plan is voor de verbetering van bedoelden weg. De voorzitter antwoordt ontkennend; er zullen voorstellen daaromtrent bg den Raad inkomen waarop de heer Sinke als zijn gevoelen kenbaar maakt, dat blgkens wreeger opgedane jondervinding de voor handen zijnde oude keien niet als ver- hardingsmateriëel kunnen dienen, wijl zg niet tot mac-adam kunnen geklopt worden. De voorzitter zal daarmede rekening houden; hij had gemeend in dat kloppen een middel tot werkverschaffing te vinden. 3o. Een verzoek van mej. A. M. Contant, onderwijzeres aan school 1, om eervol ont slag tegen 1 Oct. Volgens de verordening zou dat ontslag pas 1 Nov. ingaan, doch blijkens bgge- voegde geneeskundige verklaring is spoedige verhuizing naar een droger luchtstreek voor adressante zeer wenschelgk. Het ontslag wordt evenwel overeen komstig het voorstel van B. en W. tegen 1 Nov. verleend. 4o. Een gelijk ■\erzoek van mej. F. M. C. vanSwieten, onderwijzeres aan school 2. Ook zg wenscht een vervroegd ontslag, omdat er aan de school waar zij benoemd is, sedert 1 Juli reeds een vacature bestaat. Het ontslag werd oveeeenkomstig de verordening tegen 1 Nov. verleend. Daarna worden de geloofsbrieven der tot raadsleden gekozen heeren M. van Harmeien, J. Sinke, A. M. Pollerman en J. de Sehipper onderzocht en in orde be vonden en tot hunne toelating besloten. Vervolgens wordt door de commissie belast met het nazien der gemeentereke ningen 1894 verslag uitgebracht. De commissie heeft geen aanmerkingen en de rekening wordt ongewijzigd voorloopig vastgesteld. Nu is aan de orde een verzoekschrift der heeren J. Bergman c.s., concessionarissen van den tram naar 't station Kruiningen, om subsidie voor hunne onderneming, wijl de tot stand koming van den tram voor een goed deel afhankelijk is van den steun

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1