NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. lo. 120. 1895. Safecifag 13 Suft. Hegewfe Ittartjdug. CHRISTELIJK- HISTORISCH --3 AUGUSTUS- VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN GEMENGDE BERICHTEN. J. Adam. B. M. den Boer. J. Faberij de Jonge. M. H. Harinck. Iz. Wessel Sr. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Wat wij U vragen. 1) Wij zien Jezus met heerlyktieid en eere gekroond. Hebb. i9a In den strijd voor de School met den Bijbel moet het oog steeds naar boven ge slagen worden, waar Christus Jezus is met heerlijkheid en eere gekroond. Daarom broeders en zusters in den strijd, heffen wij onze harten naar boven. In Hem is de kracht om te lijden, te strijden De kracht om te zijn, die Hij wil, dat wij zijn. Zonder Hem kunnen wij niets doen en zijn wij onbekwaam tot eenig goed. Zonder Hem is ook onze arbeid, voor en in ie School met den Bijbel, met on vruchtbaarheid geslagen. Maar met en in en door Hem wordt de in zich zeiven machtelooze, sterk, bekwaam, getrouw en volhardend en zal ook de strijd voor het C .ristelyk Onderwijs tot eere Zijns Naams en tot een on vergankelij ken zegen voor onze kinderen en ons volk gedijen. Zoo spreekt het geloof, dat uit den Hei ligen Geest is. Het steunt op Zijn Woord en belofte. Hoe heerlijk, als het den moeden strijder gegeven worlt, in het geloof op te zien naar den Hemel, waar Christus Jezus is met heerlijkheid eu eere gekroond; als uit Zijne volheid stroomen van genade afdalen op Zijne dienaren, wien het om de eere Zijns Naams te doen is in de bange worsteling tot behoud en uitbreiding van de School met den Bijbel. Dan wijkt de moeheid en slapheid, waarover, helaas! ook de verstgevorderde Christen zich nog bij tijden schaman moet; dan vlamt de liefde weer op, hoog en helder; dan wordt de voet en de hand weder vaardig, het hart gewillig dan bij die heerlijke sprake des geloofs en den bezielenden gloed der liefde uit God, wordt de hope, die in den verheerlijkten Heiland wortelt, krachtig en is, ook met het oog op den strijd voor en den arbeid in de Scholen met den Bijbel, Nehemia's woord in het hart en op de lippen „God van den Hemel, Die zal het ons doen geluk ken, en wij, Zijne knechten, zullen ons op maken en bouwen." Jezus met eere en heerlijkheid gekroond Ziedaar eene waarheid, even verheven als bezielend en schoon. Wel mocht een thans ontslapen Christelijk dichter daar van met kinderlijken eenvoud zingen tegenover zooveel dat van de wereld is en waarin anderen bezieling zoeken of het als schoon verheerlijken: Maar eindeloos schooner en eeniglijk schoon Is Christus, de Heere, op Hemelschen troon, En wij aan Zyn voeten gebogen in 't stof, Van harte Hem brengend aanbidding en lof. Van uit die heerlijkheid en eer3 dringt ook op het terrein van de school met den Bijbel menige lichtstraal door, die tot blijd schap stemt te midden van zooveel dat bedroeft. Of hoe, was het niet Zijne hand, die ons in den strijd staande hield die het Christelijk Onderwijs in steeds wijder kring belangstelling verschafte die veler te genstand terugdrong of onschadelijk maakte, die het getal der scholen met den Bijbel 1) Volgens onze nu reeds jaren lange gewoonte, geven wfj ook nu aan het Unie- blaadje van de Unie „Een school met den B ij b o 1" in den vorm van hoofd, juikel een plaats. jaar aan jaar vermeelderde, zoodat het op heden het belangrijke cijfer van 574, bevolkt door 93000 leerlingen, berei ken mocht Was het niet Zijne hand, die zegen gaf i/i en door de Scholen met den Bijbel in Zijne genadige ondersteuning van de onderwijzers en onderwijzeressen, die in het geloof op Hem zien in de blijdschap die Hij hun bereidde, waar zij vrucht op hun arbeid mochten zien, zoowel in de gewenschte uitwerking van hun onderwijs op hart en leven van den leerling en zijne vordering in kennis, als in de waardee ring, die de School met den Bijbel niet alleen bij de ouders der schoolgaande kin deren en geestverwanten, maar zelfs hij hen, die een gansch ander beginsel zijn toegedaan, ondervinden mag Was het niet Zijne hand, die in 1878, toen de scherpe Resolutie van eene zijde, die het Christelijk Onderwijs vijandig is, werd opgemaakt, om de Christelijke scholen af te breken, een Volkspetitionnement te gen zulk boos bedoelen in het leven riep, van welk petitionuement de Unie-Collecte in de week van 3 Augustus nog steeds de dankbare herinnering is Was het niet Zijne hand die later van onze warmste schoolvrienden als Ministers deed optreden en door hen eene wijziging in de schoolwet bewerkte, waarin door het Rijk voor e:n goed deel gebroken is met de onrechtvaaidige miskenning en achter stelling van Scholen m9t den Bijbel Is het niet Zijne hand, dat het groote beginsel van rechtsgelijkheid der Bijzondere School met de Openbare School, dat in de Schoolwet van 1889 opgenomen werd, al meer op den voorgrond treedt, hetgeen duidelijk blijkt uit de belangstelling, waar mede het „Unie-Rapport voor schoolwetwij ziging'''' in vele kringen is ontvangen Is het niet Zijne hand, dat de leuze onzer voormannen „De School aan de Ouders „De Vrije school voor geheel de Natie!" al meer kans van verwezenlijking krijgt? Ja, dat alles en nog veel meer, waar voor te loven en te danken is, kwam uit Zijne hand als zoovele openbaringen van Zijne macht, genade en trouw, van Zijne majesteit en eere, wier heerlijkheid de harten Zijner discipelen en discipelinnen met blijdschap vervult. Daarop mogen wij elkander wijzen, vrien den en vriendinnen van de School met den Bijbeldaarmede mogen wij elkander vertroosten. De zaak van het Christelijk onderwijs is de zaak des Heeren. Laat ons, in wier hart Hij de vreeze voor Zij n heiligen Naam, de liefde tot Zijn gebod gelegd heeft, dan ook eendrachtig Hem daarin dienen met eenparigen schouder den last torsen, dien Hij ons te dragen, in broederlijke liefde den strijd strijden, dien Hij ons te strijden geeft. Eendrachtig en met een gewillig hart. Daarom eene dubbele vraag verzoek of bede zoo ge wilt. Vooreerst. Laat uw gebed, uw roepen, uw smeeken voor het Christelijk Ouderwijs opgaan tot den troon dergenade. Gedeukt n uwe gebeden hen, die onderwijs geven en die onderwijs ontvangen, de Besturen en voorts alles, wat met dat onderwijs in verband staat. Laat er geen stilzwijgen bij u gevonden worden, geen lauwheid, geen onverschillig heid, geen Kalns-gedachte „Ben ik mijn broeders hoeder?,' Beseft gy den nood der tijden, het gewicht van den strijd voor het Christelijk Onderwijs, uw en aller vrienden onvermogen om buiten den Heere Jezus ook maar iets te doen, dat tot we zenlijk heil van de kinderen onzes volks of tot verheerlijking van 's Heeren Naam strekken kan, dan gevoelt ge ook den drang tot gebed want de Heilige Geest, Die deze dingen op bet hart bindt, diijft ook uit tot ootmoedige smeeking om voorzie ning in al die behoeften. En waar en tot wien anders zullen wij heengaau, dan tot Hem, Die met heerlij lriieid en eere ge kroond is, Die van den Vader alle macht in Hemel en op aarde ontvangen heeft, en de Weg, de Waarheid en het Leven blijft. Ten andere. Waar we u verzoeken om den steun van uw gebed, vragen we ook bescheidenlijk uwe gave. Is er liefde voor het Christelijk Onderwijs in uw hart, dan wilt gij ook in bet belang van dat onderwijs van het uwe offeren. Dan wilt gij ook daarin den Heere dienen van de goederen, waarover Hij u tot rentmeester heeft aangesteld. Die den Heere vreest, weet, dat alles, wat hij bezi;, Zijn eigen dom is. Dat is het ware gezichtspunt en van daar uit is het geven gemakkelijk. Het geld is een schaduw," zegt de Schrift. Zoo is het. Eene schaduw dus niet iets wezenlijks; maar toch ook iets, dat zegenrijk werken kan. De reiziger in het Oosten, vermoeid en afgemat door de brandende zonnestralen, vindf in de scha duw gewenschte verkwikking. Welnu, de aibeidersin, de strijders voor het Christelijk Onderwijs gevoelen indien arbeid en strijd ook het vermoeiende en afmattende van de geldzorgen. Zoudt ge hun niet eenige schaduw willen en kun nen bezorgen door eene grootere of kleine re gift (naar dat de Heere u veel of wei nig tijdelijk goed toebedeelde) voor het Christelijk Onderwijs al te zonderen? Vergeten wij toch nooit, dat er duizen den, ja, tienduizenden kinderen op de Christelijke scholen gaan, wier ouders niet bij machte zijn, het schoolgeld te betalen, dat met de kosten, hoe matig ook bere kend, evenwicht maakt. Niet weinigen kunnen nagenoeg niets geven of zijn totaal onvermogend. Moet hier geen barmhartigheid geoefend worden Is ons gebed om uitbreiding van het Christelijk Onderwijs oprecht, dan mag het antwoord op de aanvrage om hulpe, voor die schare ven kinderen, die Christelijk Ouderwijs begeeren, maar te arm zijn om te betalen, niet afwijzend wezen. Waar liefde is, is ook de begeerte, de wil, ons hierin te voorzien. En waar die begeerte leeft, gaat de collectant voor de Unie: „Eene school met den Bijbel" niet ledig heen. De ware liefde zoekt biddend een weg om te helpen, en vindt dien ook. Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben den steiger te Borssele en de haven van Ellewoutsdijk aangewezen als plaatsen van invoer van rundvee, dat binnen de Pro vincie wordt vervoerd, op den voet als is voorgeschreven in de artt. 20 en 21 van het Reglement betreffende veeartsenijkun- digen dienst en politie in Zeeland. Coes. Men schrijft ons Rillend en bevend hebben vele antire volutionairen het hoofdartikel in de „Goe- sche Crt" gelezen over de aanstaande Ge meenteraadsverkiezing. Wij vreezen dat er nog meer komen zal want er staat een groote I. boven het stak. En waar zullen dan die arme antirevolutionairen moeten blijven met hunne vijf candidaten Nu zijn er al drie van afgemaakt, weggevaagd onder den banvloek der „Goesche Crt" en nu hedenavond misschien de twee ove rige nog eventjes, maar wat zachteren dan liggen wij met onze vijt candidaten. Waar moet dat naar toe, mijnheer de Redacteur! Hebt gij 't dan niet gelezen, dat de af tredende raadsleden zulke sukkelaars zijn? Dat Den Boer een kwajongen is, „die zijn neef niet stemden wou en er later spijt van had", en Adam een stommerik die eene foutieve becijfering over het Gast huis gaf; en Faberij de Jonge een luilak die zeggen dorst: als er niet te veel w-rk aan is. Zie, hoe durft gij aldus het oordeel van den eerlijken tegenstanderhoe durft gij nu nog met deze drie aankomen Een kwajongen, een stommerik en een luijak, wie stemt daar nog voor! Welk meetingman, welk societeitslid die 's Zon dagsavonds candidaten stelt, zal zelfs de namen van zulke mislukte gemeenteraads leden nog noemen willen Er uit met deze drie, zoo klinkt het. Wij hebben krachtiger figuren dan gij. Een Van der Leeuw, een Janssen, dat zijn nog eens mannen die weten het, zij zijn ge zellige praters en zullen niet vergeten op mijnheer Den Boer zijn neef te stemmen. Mijnheer de Redacteur, is het te ver wonderen dat velen onzer nu ietwat ver legen staan met hunne candidaten? Niet de twee nieuwe, die zullen er wel goed afkomen, want de Goesche Crt is leep; zij weet wel dat met na ne de heer Ha- rinck een bij haar lezers zeer bemind per soon is; zij zal dus van Harinck en Wes- sel zooveel kwaad niet zeggen Maar die Den Boer, die Adam, die Faberij de Jonge Mijnheer de Redacteur, wij zullen tegen dergelijke afmakerij maar niets inbrengen. De drie evengenoemde raidsleden zijn nu immers toch dood. De Goesche Crt. heelt hen doodgeslagen; wij hebben dus niets anders te doen dan hunne namen op het stembiljet te zetten en a. s. Dins dag getrouwelijk en eenpariglijk ons stem biljet met hunne namen en van de twee nieuwe candidaten er op, in de bus te bezorgenen zoo de kiezers te laten uit maken of na de breed uitgemeten aanklacht tegen de drie aftredende raadsleden, dezen een herkiezing waardig zijn. Waardig zijn, ook al zal niemand de uitdrukking van den heer Faberij de Jonge goedkeuren: als er niet te veel werk aan is. Doch waarbij wij immers niet mogen vergeten, mynheer de Redacteur, dat de heer Faberij de Jonge zijne taak heeft aanvaard, en door den Raad daarin werd gehand haafd bij zijne jongste aftredingterwijl tegen de wijze waarop hij zijne taak op vat, noch door den Raad, noch door de Gasfabriek eenige klachte is gerezenzoo dat wij niet op het zeggen maar op het doen van den Heer Faberij de Jonge de aandacht mogen vestigen. Of zou het hier moeten zijn: geef mij één regel schrift van den man en ik zal u bewijzen dat hij moet hangen? Aan dergelijke tactiek doen ernstige christenen niet mee, mijnheer de Redacteur, en daarom houden wy ons aan het lijstje der antirevolutionaire kiesvereeniging: Kruidingen. Op initiatief van de Kiesvereeniging te Hansweert werden Woensdag alle kiezers opgeroepen tot eene vergadering op de bovenzaal van het kof fiehuis van den heer Van der Linde, ter bespreking, en het stellen van candidaten voor de aanstaande verkiezing van leden van den raad. Aan de beurt van aftreding zijnde hee ren J. Wondergera, J. C. Bouwens en P. Kole Mz. Laatstgenoemde wenscht wegens zijn hoogeu leeftijd niet meer herkozen te worden. Na eenige bespreking van het nut en de billijkheid om een tweeden vertegen woordiger in den raad te hebben van Hansweert, werd overgegaan tot vrije stemming en werden met meerderheid van s emmen candiaaat gesteld de heeren J. Wondergem, C. Dek Az. en A. H.van der Ende te Hansweert. Krabbendijke. Het is hier al zeer kalm met het oog op de stemming voor Leden van den Gemeenteraad. Zelfs de A. R. Kiesvereeniging schijnt het niet noodig te achten de aftredenden, namelyk Jacs. Butijn, Antonie de Kok, beide land bouwers, en J. Sonke, Oesterman, aan te bevelen zeker in 't vertrouwen dat wel nie mand anderen dan die die sal kiesen, Wemeldinge. Door de Antirevslu- tionaire Kiesvereeniging alhier zijn tot candidaten voor den gemeenteraad gesteld de heeren Antfc. deBroekert, P. Dekker Jz. en D. Pieterse, welke deze candidatuur allen hebben aangenomen. Vlissingen. De reederij van de alhier met defecte machine binnengebrachte stoorn- vischsloep, Louise Marievan Ostende, heeft den eiscli der reederij van de Duitsche stoom viscli8loep Minne, van Geestemünde, ingewilligd. Dientengevolge verliet de Louise Marie Woensdagmiddag de haven om naar Ostende gesleept te worden, alwaar zij verder eene reparatie zal ondergaan. Men schrijft ons uit Friesland De eerste snede hooi was in deze pro- viucie buitengewoon goed. Allerwegen kwamen handen te kort. Alles wat maar ennigszins kon, hielp aan het hooien mee. Zelfs zag men hier en daar de groote vee boeren meedoen. De maaiers en hooi ers hebben een goeden cent verdiend. Zij konden tamelijk liooge eischen stellen, om dat er werkkrachten te kort waren en de boeren dus verlegen zaten. De hooioogst is begunstigd door prach tig weer. Een enkele regendag kwam er tusschen in, die echter de kwaliteit van het hooi niet zeer benadeelde. Er is eene andere oorzaak, die deze meer kwaad doet, dat is het te vroeg binnenhalen. Velen hebben het gemend, zonder dat het door- droog, of zooals men hier zegt, rijp was. Het kan dus niet uitblijven, dat het hooi in de schuren gaat broeien. Enkele boe renplaatsen, o. a. te Tzummarum en te Winaldum, zijn daardoor al in de asch gelegd. Zoo gaat het. Als het hooi tamelijk is, redeneert de boer al gauw Het moet maar naar binnen, morgen kan het rege nen. Maar zoodoende draagt het einde wel eens den last. Bij Kon. Besluit is bij het korps, gevormd uit de scherpschuttersvereeniging „Frederiksoord en omstreken" teFrederiks- oord, tot lste-luit. benoemd J. van der Have Een onderwijzer te Helder, die de vorige week Dinsdag uit den Haag naar zijn standplaats met den laatsten trein te rugkeerde, werd den volgenden ochtend in bewusteloozen toestand in het boscbje nabij het spoorwegstation te Helder ge vonden en is gisteren overleden. Ver moedelijk moet de dood aan misdaad wor den toegeschreven, aangezien een horloge met gouden ketting, alsmede een klein be drag aan geld, dat de overledene bij zich had, vermist wordt. Een landbouwer te Rottevalle, die tijdens het laden van een wagen hooi zijn paard aangespannen had lated staan, is van het voortrollende voertuig gevallen met het gevolg, dat hij weinige uren la ter is overleden. Als eene curiositeit wordt medege deeld, dat ter secretarie der gemeente Voorst bij aangifte van het overlijden van een zekere vrouw door de aangevers werd verklaard, dat de man niet wist hoe zijne vrouw geheeten had. Het meisje te Tilburg;, wier klee- ren, zooals wij meldden, door een onge lukkig toeval brand vatten, is na hevige pijnen bezweken. Zaterdagavond is Wieher Smit, aan boord van de Anna, gewezen kapt. Velvis te Nieuwe Pekela gearriveerd. Smit is van zijne wonden in ïooverre hersteld, dat hij met behulp van een stok kan loopen. Twee kogels heeft men niet kunnen ver wijderen. De een zit nog in het heen, de andere in den onderbuik. Smits prijst den moed van de Engelsche en Zweedsc ie equi page tijdens den overval der Mooren niet te zeeréén was zelfs in 't ruim tusschen de lading weggekropen. Van de te Gibraltar gevestigde Neder landers, die hem in 't hospitaal aldaar had den bezocht, had de gekwetste veel deel neming, steun en verkwikking genoten, (Uil)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1