NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Provinciale Staten, J.EOSU.Zoon, 3afmfitji 25 flet. flegeutfe laatgtng, J. Bos A.JZoon. Bo. 100. 1895. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN DE HERSTEMMING. Uit de Pers. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5, regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. Onze candidaat in het hoofdkies district Middelburg is de heer dien wij met aandrang bij de kiezers aanbevelen. De stemming heeft plaats a. s. Dinsdag 28 Mei, tusschen 9 en 5 uren. De kiezers te Middelburg zullen zich aanstaanden Dinsdag nogmaals een gang naar de stembus hebben te getroosten. Onze vrienden aldaar zijn echter, evenals 14 Mei jl., op hun post; het zou eene bolee- diging voor hen zijn, zoo wij hen tot nog meerderen ijver gingen aansporen. Van wie ook gelden mag dat haar naam traagheid is, zeker niet van de antirevo lutionaire kiesveree nigingen in Walcheren. Zij althans hebben zeer goed begrepen, waar het bij deze Statenverkiezing om gi»S- En hunne houding hij de jongste ver kiezing heeft ons voor goed genezen van de vrees dat daar althans ooit zou verge ten worden te waken voor de lens dat de Provinciale Staten alleen maar administra tieve lichamen zijn. Van dit slaapmiddel zijn de kiezers in Middelburg niet meer gediend. Van den zoeten waan dat de eerste ka mer zooveel kwaad niet deed, zijn zij genezen. Ja, eigenlijk zijn hun de oogenalopen- gegaan in het jaar 1882, toen in de eerste kamer door het liberale lid voor Zeeland mr. Pické, in het heetst van den school strijd de conservatieve strijdleus werd aan geheven, dat, wat ook de Tweede Kamer mocht hesluitenhet ellendige artikel 194 met zijn ellendige zinsnee wet van Meden en Perzen zou blijven in ons goede vrije Nederland. Deze uitdaging van het meest strakke conservatisme, dat zich schrap zette om wat het liberalisme, nog wel met behulp van de Walchersche boeren, gansch on rechtmatig in bezit genomen had, met hand en tand te verdedigen, hebben de Walchersche kiezers met een wel over dacht dat zullen wij eens zien beantwoord. En zoo zijn zij als goede antirevolutio nairen tot het stichten van christelijke scholen overgegaan. Gereformeerd en Chris telijk Nationaal, straks door Christelijk Volksonderwijs gevolgd, hebben er zich voorgespannen en de christelijke school, de school die de Pické's en hunne vrien den buiten de wet wilden honden werd de stormram tegen hun heilig huisje. Deze poeri bleek niet onneembaar. Te meer niet, nu een uit de liberale veste zelve, niemand minder dan de toen malige minister van hinnenlandsche zaken, mr. Pijnacker Hordijk tot ons overliep en het sein gaf tot den aanval. Naar mijne overtuigingzoo sprak deze dienaar der Kroon, „kan het openhaar onderwijs thans nog niet worden gemist. Maar ik herhaaldat wij als ideaal, het welk door iedereen voor de toekomst be hoort te worden nagejaagd, den toestand te beschouwen hebben, waarin de openbare scholen zullen hebben plaats gemaakt voor het bijzonder onderwijs." Thans is deze oud-bewindsman oud gouverneur-generaal lid der eerste kamer. En nu is het den Waleherschen boeren er om te doen nog meer dergelijke woord voerders naar de eerste kamer te krijgen. En nu hebben zij daar wel geen zeg genschap over. Maar de leden der provin ciale staten, die doen het voor hen. En nu zij op 28 Mei nog een lid van dat Kiescollegie moeten aanwijzen, is het hun vaste voornemen daartoe een geest verwant te kiezen die getoond heeft met diezelfde liefde voor het christelijk onder wijs bezield te zijn «i er wat voor over heeft. Want ook hierin zijn zij van hunne liberale medekiezers onderscheiden Het is hun niet om de volksmacht te doen. Zij wenschen geen omzetting van de eerste kamer, teneinde daardoor goedkoope chris telijke scholen te krijgen. Neen, zij helpen eerst als goede burgers van den Nederlandschen Staat, de lasten meedragen om het openhaar onderwijs voor een andermans kinderen zoo goed mogelij k te doen zijn. Daarna wegen zij hun geld uit om eene christelijke school voor hunne eigene kin deren te krijgen en in stand te houden. Zij toonen daarmede metterdaad dat zij leven uit een beginsel, en dat zij er wat voor overhebben. Doch na dit gedaan te hebben, geroepen als zij zijn door hunne wettige Overheid die zij liefst in alles de verschuldigde ge hoorzaamheid bewijzen, geroepen om hun stem uit te brengen, nemen zij hun stembiljet en schrijven er den naam van den candidaat op die met hen uit datzefde be ginsel is levende. Er is geen denken aan dat zij maar eene seconde twijfelen zouden. Hun beginsel is hun eene tweede natuur. Het zegt hun oogen- blikkelijk dat er geen keuze is. Yan Woelderen of Bos? vraagt gij. Wel mijn lieve vriend, zoo luidt hun antwoord, wat doet gij daar? Noemt gij nog namen? Die bestaan voor ons niet. Zij zijn ons even lief. Wij letten slechts op beginselen. En al voelen wij nog zoo veel of nog zoo weinig voor of tegen den persoon, hier zwijgt het gevoel, hier zwijgt ook de Rede. Hier laat slechts het beginsel zijn eisch gelden. En dat beginsel is thans voor ons, en moge daarvan aanstaanden Dinsdag de meerderheid getuigenis afleggen „Be schijnheilige redeneering"De Goe- sche Crt. heeft kennis genomen van ons verzoek om herziening van haar jongste uitspraak aan ons adres; zij toch schrijft: Naar aanleiding van wat wy in ons vorig nommer schreven over de beschuldiging, die zou voorkomen in het jongste verkie- zingsnommer van de Zeeuw voor Wal cheren, dat het liberaal bestuur „zoo duur is" en dat in verband daarmede erop ge wezen werd, dat in geene andere provincie de opcenten op de rijksbelastingen zoo hoog zfjn als in Zeeland zendt ons de redactie van de Zeeuw een exemplaar ,van be doeld verkiezingsnommer, met verzoek te willen aantoonen, waareenen ander ergens wordt beweerd. Wy kunnen die bewering er inderdaad niet in vinden, doch, zooals we schreven, we ontleenden het feit aan de M i d d. C t. Thans blijkt derhalve, dat de zinspeling op de duurte van het liberaal bestuur in verband met de hooge opcenten in onze provincie niet voorkomt in het verkiezings nommer van de Zeeuw voor Walcheren, maar in een circulaire, onderteekend: „De antirevolutionaire kiesver ee ni g i n g". Deze zyn dus voor de mys- lillcatie aansprakeiyk. Trouwens, dit zouden ze evenzeer zyn, wanneer het door ons gewraakte in het bedoelde i verkiezingsnommer had gestaan, want ook dit woidt, biykens mededeeling van de redactie van de Zeeuw, door die kiesvereenigingen geredigeerd. In werkeiykheid verandert de quaestieer dus niet door, want of de betichting nu staat in het eene of in het andere door de kiesvereeniging aan de kiezers gezonden geschrift, ae onwaarheid bfykt evenzeer ge schreven en verbreid. Zooak men ziet, en gelijk wij gedacht hebben, de Goesche Crt. heeft hare ver gissing erkend. Of zij hiermee nu ook hare conclusie omtrent onze „schijnheilige redeneeringen" intrekt, weten wij niet; doch wij zijn ook met het bovenstaande tevreden. Wij kwamen er alleen maar tegen op dat men de Zeeuw iets aanwrijft waaraan zij geen „schuld" heeft. Laat nu de verkiezingsperiode verder gekenmerkt worden door het tegendeel van die ver draagzaamheid welke De Genestet ons aldus heeft geteekend: Watmser verdraagzaamheidVoorwaar, iJè stryd wordt onbeliaagiyk. Ook wy zqn zeer verdraagzaam maar De rest is onverdraagiyk. Is over het algemeen het liberalisme of lieyer het liberaal regeersysteem niet duur? Wij hebben nu eens niet onze stedelijke of provinciale besturen op het oog, al zou 't ons niet moeilijk vallen bijv. uit de debatten in den Middelburgschen gemeente raad op de kostbaarheid van dit stedelijk regeersysteem de aandacht te vestigen. Doch, gelijk gezegd, wij hebben nu eens niet eene bepaalde gemeente of provincie op het oog. Wij spreken in 't algemeen. Wij vragen slechts. En dan moet het antwoord luiden: on getwijfeld. Hoeveel tonnen gouds is er al niet uit gegeven in het belang der groote handels steden, terwijl menige zooveel uitstekender haven van kleinere koopsteden zoo goed als ongebruikt bleef. Hoeveel schatten verslinden niet onze vier, zegge vier openbarescholen voorhooger •nderwijs, inzonderheid de drie rijks uni versiteiten. Hoe menig duur paleis, o neen gevange nisgebouw verrees in de laatste jaren en hoe menige „openbare" school werd in de eerste rage van Kappeyne's wet op te grooten voet ingericht. Is het ambtenaarspersoneel niet hier en daar wat ruim, en hebben niet sqpawijlen het groot aantal inspecteurs en staatscom- missiën de vraag gewekt of dit al nu noodig was. Wat was de eigenlijke oorzaak van het conflict tusschen de kliek in de West en den Gouverneur Lohman, en wordt er bijv. in betrekking tot onze Oost voldoende op de kleintjes gepast. Veel is te duur, zoo mag men klagen. Klagen zonder daarvoor de liberale regee- ringspersonen aansprakelijk te stellen; zonder zelfs de antiliberale regeeringsper- sonen die een blauwen maandag het bewind in handen hadden, er een verwijt van te maken dat zij daarin geen of te weinig verbetering brengen of gebracht hebben. Het is het stelsel dat niet deugt, te breed opgezet is, te zeer gericht is op een weelderige huishouding. Een stelsel van nagenoeg een halve eeuw. En nu gaat 't gemakkelijker zHlk een stelsel op te zetten, of er in te leven, of zells om er aanmerking op te maken, dan wel er een ander stelsel voor in de plaats te geven. Want dat zou eigenlijk moeten. Een ander stelsel van huishouding. En het is eene bepaalde waarheidhad de party van de „gematigden" type Mackay-Keuchenius, die volgens zeker liberaal dagblad nog zoo kwaad niet waren van 1848 af haar hnishondstelsel mogen invoeren, bijv. op onderwijsgebiedbijv. op handelsgebied, tien tegen een, of zij zouden het in staat, provincie en gemeente goedkooper doen. Maar om nu zoo dadelijk, als met een tooverslag dien nieuwen toestand in het leven te roepen, zoo zelfs dat men alvast zijn belastingbiljet er op gaat nazien, zelfs de onnoozelste onder ons beseft levendig, hoe hij het onmogelijke zou vorderen van de mannen die, in welk college ook, tot overneming van de teugels wierden geroepen. Intussehen, voer wat Zeeland betreft, blijft de pers tot nauwkeurig toezien op den arbeid der provinciale staten, meer dan ooit verplicht. Veel critiek hebben wij op dien arbeid nimmer geleverd, de gelegenheid daartoe kwam te zelden voor. Doch nu misschien straks enkele onzer vrienden in het dagelij ksch bestuur der provincie zullen geroepen worden, mogen wij in ons toezicht zeker niet verflauwen, rekening hondend overigens met het feit dat de verdienste komt met de jaren en dat voor nieuwelingen de verzachtende omstan digheid van het eerste optreden mag gepleit. Ouderlijke macht. De heer Pierson van Zetten wil, zoo .ls men weet, eenerzij ds consequente door voering of zooals hij het noemt uitzetting vau de ouderlijke macht, anderzijds ont zetting uit de ouderlijke macht. Het eerste ontwikkelde hij o. a. bij de behandeling van het Unie-rapport, het laatste in vele artikelen in de Heldring-Bode. De Vaderlander betichtte hem op dien grond van „inconsequentie" en „principiën reiterei" (welke begrippen trouwens hetzij terloops opgemerkt elkander uit sluiten 1). In een schrij ven aan dit blad antwoordt Ds. Pierson thans in dez e voege Juist omdat ik die uitzetting verlang begeer ik aan de andere zyde waarborgen tegen slechte ouders. De goeden te kort wieken, opdat de kwaden geen misbruik zouden maken van de vry'heid, is despotisme en komt ten slotte het meest ten nadoele van de welgezinden. Wat ik verlang, is wat wy in tal van andere gevallen doen- Wy handhaven het recht van ieder bur ger om zyn geld uit te geven naar believen, maar daarnaast hebben wy een wet op curatele. Wy handhaven de vry'heid van spreken, schryven, vergaderen, vereenigen maar daar naast hebben wy strafbepalingen tegen en een wet op do vejeenigingen. Terwyl dus nieiftand de vryheden des volks in het algemeen wil bulemmeren, erkennen wy, dat daarnevens goed gefor muleerde bepalingen die vry'heid voor som migen moeten beperken. Myn denkbeelden zyn dus in harmonie met wat wy telkens doen. Maar, zegt iemand, wilt gy dan van Staats wege geld geven aan slechte ouders, om slechte scholen op te richten Do kwestie is a dus niet zuiver gesteld. Ik verlang, dat de ouderiyke macht hoog gehouden wordtde Staat mag niet beoor- dtelen in welken geest de kindei en zullen worden opgevoedhy mag alleen waken tegén misbruiken. Daarom, als de Unieplannen doorgingen, mag de Staat aan zyn subsidie voorwaarden verbinden, evenals hy nu doet, en bepalen dat alle scholen, waar ieeringen verkondigd worden strijdig met de orde en de goede zeden geen ondersteuning zullen ontvangen hy zou er aan kunnen verbinden, dat alleen die schoolbesturen geld zullen ontvangen, wier statuten Koninklijk zyn goedgekeurd. Voorts make hy bepalingen aangaande be perking der ouderiyke macht, en wat daarin al dan niet zal worden opgenomen, moet nauwkeurig worden overlegd. Meënt iemand, dat b. v. zekere politieke of godsdienstige meeningen den Staat recht geven de ouder iyke macht aan te tasten, welnu hy tormu- leere dit, zoo kan men er over oordeelen. Maar in het wilde weg, ouders, die de voll» verantwoording kunnen en moeten dragen, te belemmeien, te i einde de kwaden te weren, is een zeer verkeerd systeem. Volledige, algeheele erkenning van het goddelijk recht der oudera op hun kinderen, en daarnaast scherp geformuleerde bepalin gen tegen het misbruik vau dat recht. Het eene onderstelt, ja eischt het andere. Eik ander stelsel is in myn oog willekeur en despotisme. De Vaderlander blijft het, blijkens een naschrift met haren inzender oneens. Zij wil de ouders vrij laten, hnnne kinderen naar hnnne eigene overtuiging op te voeden. Zij wil, dat ook de Staat dit doe. Maar dat Christenen van den S'aat zouden mogen eischen, ouders in de gelegenheid te stellen op algemeene kosten hunne kin deren leeringen te doen inprenten, die zij voor allerverderfelijkst moeten houden, kan hare toestemming niet verwerven. Zij zou den er hoogstens in kunnen berusten. Er naar ijveren, om zeiven begeerde vrijheid te verkrijgen, dit, zegt ze, in geen geval. 24 Mei 1895. De directie der stoomvaart-Maatschappij „Zeeland" Koninklijke Nederlandsche pW- vaart, zond ons een Engelschen een Duitseh exemplaar van haren Reisgids voor de'rl zomerdienst 1895. Gaarne willen wij door middel van ons blad op deze uitgave de aandaclu vestigen, ouder mededeeling dat exemplaren daarvan steeds bij aanvra ge gratis verkrijgbaar zijn. Ten einde haar naam, als de beste route te blijven handhaven, heeft genoem de Maatschappij thans voor haren dienst in aanbouw drie raderstooraschepen, wel ke in grootte, snelheid en comfort alle kanaalbooten zullen overtreffen. Melkleverantie op Zondag. Eenigen tijd geleden ontleenden wij aan De Heraut een. schrijven van den heer S. Sinneman te Garijp, waarin deze betoogde, dat de leverantie van melk aan de zuivel fabrieken op Zondag niet noodig was en dus deze rustdag geheiligd kon worden. De redactie van De Heraut teekende daarbij aan, dat zij dankbaar was, doch niet voldaan, omdat zij de practische be zwaren gaarne uit den weg had zien ge ruimd. Naar aanleiding daarvan schrijft thans de heer Sinneman aan het genoemd blad Natuurlijk hangt in deze alles af van het bestuur of de directie der coöperatie. Zij zoekt een directeur en stelt de voor waarden, waaraan hij, die melk aan de fa briek wenscht te leveren, moet voldoen. Heeft iemand bezwaar op Zondag te leveren, dan moet deze veelal nu zijn melk van dien dag honden, of hij mag in 't ge heel niet leveren, zoodat hij óf blijft zit ten met zijn melk van één dag, óf zijn bezwaar moet overwinnen, óf ook zelf moet blijven karnen. Daarom moet van meet af bepaald en vaststaan Zondags mag de leverantie aan de fabriek niet plaats hebben. Dat zulhB kan, daarvan is de inrichting alhier een sprekend bewijs. Zij werkt uitstekend en om het gezegdeja, die kleine fabriekjes rusten wel meer op Zondag en dit ban wel, maar de grootere moeten werken allen grond te doen missen, meldde ik, hoe groot het aantal liters per dag is, dat ge middeld hier verwerkt wordt. Maar, kan men vragen hoe maakt ge- het dan met de melk, die de boer des Zondags thuis houdt Hierop kan. ons antwoord kort zijn: De boer, die aan de fabriek levert, is of wordt verplicht de melk van Zondag te koelen. Het spreekt vanzelf, dat de vele beschikbare melk des Maandags veel drukte aan de fabriek geeft. Dan evenwel begint zij des morgens zeer in de vroegte en werkt dezen dag langer dan gewoonlijk, wat bij geen der werk lieden bezwaar oplevert, omdat hun de ruste op den dag des Heeren lief is en hun loon voor 6 dagen ook niet minder is dan dat van huns gelijken, die 7 dagen in andere fabrieken werken. De loonen wor den niet per uur berekend, maar bij de week, zoodas dit geene moeilijkheid geeft. De zesdaagsche arbeid brengt, wat den afzet betreft, geen storing teweeg. De boter werdt geregeld tweemaal per week naar het buitenland verscheept, waarop de Zondagsrust geen invloed heeft. Wat vo'orts het oprichten van fabrieken betreft en het kapitaal daarvoor veseischt, het gaat moeilijk hiervoor vaste regelen op te geven, daar met plaatselijke toestan den moet gerekend worden. Wie eene fabriek wil doen verrijzen, rekent met het beschikbare kapitaal, zoekt gegevens en informeert natuurlijk daar, waar hij inlichtingen bekomen kan, opdat met kans op slagen de fabriek kan onge richt worden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1