NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. J.EOS A.J.ZoON, CHRISTELIJK- sr HISTORISCH Provinciale Staten, Ito. 99. 1895. Homfeafag 28 Mm. HegMuIe Snnnjang. J. Bos A.JZoon. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De verkiezing te Middelburg. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Onze candidaat in het hoofdldes- distriet Middelburg is de heer dien wij met aandrang bij de kiezers aanbevelen. De stemming heeft plaats a. s. Dinsdag 28 Mei, tusschen 9 en 5 uren. Zeer hopen wij dat onze kiezers, na de overwinning van 14 Mei, niet zullen ver slappen maar dat zij, doch liefst in nog grooter getale,ook ditmaal hunnestera zullen geven aan den eenig overgebleven candidaat die, zoo wij hoorden door een misverstand, eenige stemmen bij de overige candidaten achterbleef, en thans met het aftredend lid den heer Van Woelderen in herstem ming komt. Wij hebben reeds de meerderheid. Doch het mig ons niet onverschillig zijn, hoe groot deze meerderheid is. Gelukt het ons, ook dézen zetel te winnen, dan zal de verhouding in de Staten zijn 17 antirevol., 6 Roomschen, 1 „Conserva tief" en 17 liberalen; terwijl te Goes een vacature is. Aan het vaderland, aan de antirevolu tionaire partij, aan onzen candidaat zijn wij verplicht als éen man bij de herstem ming op te komen. Er zijn op 14 Mei nog ruim 900 kiezers thuis gebleven. Ga niemand der onzen ter stembus, zon der althans gepoogd te hebben, een van hen te winnen voor onzen candidaat Houthandelaar te Vlissingen). De heer Lohman doet bij de Middelburg- sche Crt. dienst als lokaas voor argelooze kiezers. Laatst werd Lohman gevleid om enkele Lohmannianen te winnen voor de liberale candidaten. Thans bij de herstem ming wordt hij gebruikt om de Roomsclie stemmen te winnen voor Van Woelderen. De Middelb. Crt. doet daartoe eene aan haling uit het Buitenlandsch Overzicht van De Nederlander, waarin Groen en da Costa werden besproken in verband met hun strijd tegen de antichristischemacht der Roomsche kerk. Dat dit Buitenl. Overzicht niet van de hand des heeren Lohman is, wordt er na tuurlijk als niets ter sake dienende niet bij gezegd. Hooren wij echter de Middelb. Crt. Uit dankbaarheid voor de trouwe hulp, die de katholieken steeds, ook in onze om geving den anti-revolutionairen verleenen, geeft thans de Nederlander het orgaan van jkr. mr. A. F.deSavornin Lohman —den raad ....zooveel mogelijk, de ka tholieke kerk te bestrijden. In zijn nommer van Zaterdag 18 Mei schrijft dat blad: „Groen van Prinsterer en Da Costa streden gedurig tegen Rome. En dat deden zij in een tijd, toen er li ng niet zoo'n groot gevaar van Roomsche zijde dreigde, als thans. „Da Costa schreef in deel II van zijne brie ven aan Groen, pag. 330 „De polemiek tegen de Roomsche kerk (die haar best doet om in het geheel geen "christelijke kerk meer te blijven) acht ik onmisbaar. Naarmate zij in leer en po litiek de laatste overblijfselen van het aloud christelijk element in haren boezem tracht uit te schudden of te smoren, naar mate zij onbeschaamder Evangelie en Her vorming met eenen slag zoekt te verplet teren, en ook ons land met, een net omspant waarin middellijk en onmiddellijk politieke en kerkelijke liberalisten haar ijverig ter zQde staan, - is het getuigenis van christelijk historische organen ook tegen deze anti christische macht onmibbtar." „Het is langer dan een kwarteeuw gele den sinds Da Costa dit schreef. De Room sche kerk is sedert dien tijd tot meerderen bloei gekomen, maar liet getuigenis van christelijke organen tegen deze anti-chris- tische macht is allengs slapper geworden in plaats van krachtiger. Ja, de meeste ohristelijke organen durven niet eens meer spreken van eene „antichristische macht." „Men acht dat (ten onrechtezeer onver draagzaam. „Maar welk eene wreede verdraagzaamheid is het dan toch, om zijne medemenschen in verderfelijke dwalingen te laten voortleven, zonder er tegen te kikken." Een aardig compliment van b e v r i e n- d e zijde Nu glijdt de Middelburg sche wijselijk over die „kerkelijke en politieke libera- lislen" heen en vergeet er bij te zeggen dat da Costa een en ander schreef na 1850 toen bijv. Rome en Tborbecke wij noemen slechts deze twee vertegenwoor digers van heide door de antirevolutionaire of Christelijk historische partij bestreden machten nog koek en ei waren. Doch die tijd, de tijd van samengaan van Rome met Thorbecke, heeft uit. Daar toe hebben Thorbecke, Kappeyne, in éen woord daartoe heeft het liberalisme te zeer ook Rome teleurgesteld. Doch wij willen de Middelburgsche Courant nog wel eens wat zeggen. Wij zijn immers Calvinisten? Welnu, dan zal men ons wel willen ten goede houden dat wij ons houden aan het woerd van Calvij n. Voor onze Roomsche lezers drukken wij het af uit zijn Instructio adversus fanati- cam et furiosam sectam Libertinorum c. IV. Ed. Amst. 1667. Tom. VIII p. 377. coll. 1gelij k dit èn door dr. Schaepman in Het Centrum èn door dr. Kuyper in de Standaard van 30 Maart 1889 was overgenomen en vertaald. „Praeclarum profecto esset, me Papam ei usque socios atque ministros pro viribus infamare (nee enim aliter ecclesiam aedifi- care possum quam bellum gerens cum iis qui earn diruere conantar) interim autem iis parcerem qui hostes Dei sunt longe perniciosores, veri tatemque eius magis evertunt. Nam Papa aliquam adhuc reli- gionis formam relinquit; spem vitae aeternae non tollit; docet timendum esse Deum; aliquod, statuit boni et mali discrimen Christum verum Deum atque homiii(*n agnoscit: aliquid autoritatis tribuit Verbo Dei. Istis autem hie finis propositus est, ut coelum terrae misceant; omnem reliigi- onem in nihilum redigantomnem ingenii kumani cognitionem deleantsopiant veluti lethargia concientias; nee ullum prorsus in ter homines et bestias discrimen relinquant." Wat zeggen wil „Het zou wat fraais zijn, dat ik den Paus en zijn genooten en dienaren naar vermogen aanviel (wat ik wel moet doen, omdat ik de kerk niet kan sterken, zonder het zwaard te kruise» met wie haar onder mijnen) en dat ik inmiddels hen door de vingers zag, die nog veel verderfelijker vijanden Gods zijn, en zijn Waarheid nog zoo veel krasser aanranden. Neen, dan laat de Paus ten minste nog eenige gestalte der religie staan hij vernietigt het geloof van een eeuwig leven niethij leert dat God te vreezen zij hij stelt op eenige wijze het onderscheid vast tusschen goed en kwaad; hij erkend Christus waarachtig God en mensch te zijn en eert ten deele de auto riteit van Gods Woord. Maar die anderen stellen zich aan als wilden ze den hemel naar de aarde neertrekken alle gedsvrucht vernietigen alle hoogere aandrift in den mensch uitblussclien en de consciëntie in slaap wiegen tot er ten leste geen ver schil hoegenaamd meer overbleef tusschen mensch en dier." Wat Calvijn daar over de liberalen, de „nog veel verderfelijker vijanden Gods en Zijner waarheid" zegt, is dunkt ons nog krasser dan de door de Middelburger ge wraakte aanhaling uit het buitenlandscli overzicht van De Nederlander. Trouwens de Roomsche leiders, ook die te Middelburg, weten heel goed, hoe de Calvinist, de Protestant, over de Raomsehe Kerk en hare macht denken en schrijven; en zij zijn ook nog wel in staat te be grijpen dat het, evenmin als i» 1891 mr. Levy om de eere der Haagsche Synode, nu de Midd. Crt. om de eere der Roomsche kerk maar alleen om den liberalen zetel in de Staten te doen was. 't Is wel geen bloemlezing, maar 't heeft toch wel zoo iets van een klaverblad wat de Goesche. Crt. ons heeft aangeboden in haar jongste no. Nu hebben wij het zoo graeieuselijk aangeboden geschenk dankbaar aanvaard. Doch hij nadere kennismaking de stekeltjes nu eens daar gelaten vonden wij op het geschenk nogal een en ander aan te merken. lo. Bijv. dat de heer Hu vers voor het zwakste district zitting neemt en voor het sterkere bedankt, is een daad die tot nog toe door alle liberalen van Thorbecke en Dullert tot Tak en Gleickman toe bij dubbele verkiezingen is voor gedaan en door alle doordenkende liberalen is goed gekeurd geworden. Dat hierop een nieuwe verkiezing noodig is die den gemeenten geld kost, is iets dat nu eenmaal niet anders kan. En was dit de eenige on«oo- dige of te wraken uitgave maar die de gemeenten zich soms veroorloven of moeten veroorloven Maar wat dan te zeggen als een liberaal lid gelijk bijv. in Sluis (1889) hoe wel hij maar eens gekozen is, opstaat om plaats te maken voor een anderen liberaal, als ware deze toen de eenige onmisbare En wat te zeggen bijv. van den heer Tak, die in 1875, toen hij door Jhr. de Jonge vervangen werd, voor den duur der zitting van Juli tot September cok nog eens afzonderlijk bedankte en het district Middelburg op kosten joeg voor «en zitting die hoogstens een paar dagen duren kon 2o. De gedeputeerde staten hebben de zeer groote macht hun verleend aan te wenden om den gemeentebesturen te leeren zuinig op de vrijheden en op de belas- tingpenningen der burgers te zij-n. Zoo hadden wij beweerd: Wij die steeds geklaagd hebben, hoe weinig feitelijk onze gemeenteraden, dank zij die groote macht der gedeputeerde col leges, te zeggen hebben. Wij zouden ons dus niet meer mogen beroepen op een college dat naar onze meening te veel macht bezit Zoo slim zijn de antirevolutionairen nog niet, dat zij nalaten zouden zich op een college te beroepen, ook al brengt de aard van dit college beperking van de macht der gemeenteraden mee. Wanneer hier in eenige gemeente eene ver ordening tegen de Middernachtzending als die te Leeuwarden werd in het leven ge roepen, zouden wij van het gedeputeerd college, waarin ook van de onzen zitting hebben, vernietiging van dergelijke de vrijheid aantastende verordening ver wachten. 3o. De Goesche Crt. neemt het ons kwalijk dat wij de herkiezing van mannen als v. d. Bildt en v. Teylingen hebben belet, ondanks hunne verdiensten. De Goesche Crt. verwijzende naar onze artikelen in ons blad van 19 Maart 1892 en van 30 April 1892, herinneren wij haar aan de geschiedenis harer eigen partij, die immers nooit meerderheid in de staten zou geworden zijn, zonder „verdien stelijke" conservatieve „mannen" uit te werpen. Een daad die overigens alleen gelaakt wordt door hen, wie het niet zoo zeer om de beginselen als wel om de personen te doen is. 4o. No.g schrijft de Goesche Crt. het volgende Nog eene schijnheilige redeneering In het extra-verkiezingsnommer van de Zeeuwdat aan de kiezers op Wal cheren is toegezonden, is volgens de Midd. Ct. weer drnk geredeneerd over het liberaal bestuur „dat zoo duur is", en in verband daarmede werd erop ge wezen, dat in geene andere provincie de opcenten op de rijksbelastingen zoo hoog zijn als in Zeeland. (Natuurlijk; omdat men nergens anders calamiteuse polders heeft). Zeer terecht zegt de Midd. Ctdat, nu de Staten „om" zijn, we eens zullen zien of de gulden eeuw zal aanbreken, „de beloften vervuld en de opcenten verlaagd zullen worden". En die opmerking noemt de Zeeuw nu reeds een uiting van ten overkropt gemoed. Maar heeft men, door in verband met het „dure liberale bestuur" te wijzen op de hooge opcenten, dan soms niet den kiezers willen wijs maken, dat als de liberalen maar eens in de minderheid waren die duurte een eind zou hebben? Of de liberalen waren duurder in hun beheer dan noodig was, en dan moeten de ant-liberalen het goedkooper doen, óf de liberalen waren niet te dnur in hun beheer, en dan was de opmerking in het extra-verkiezingsnummer mis plaatst en alleen eene poging tot mis leiding. Dat is niet eene uiting van een over- kropt gemoed, maar eene zeer nuchtere en logische opmerking, waarop de Zeeuw het antwoord aan de Midd. Ct. niet mag schuldig blij ven, terwijl al even min de gekozenen, die zich op zulke motieven hebben laten kiezen, in gebreke mogen blijven die motieven waar te maken. De kiezers zullen wèl doen een volgend jaar op hun aanslagbiljet te letten". Tot zoover de Goesche Crt. Wij hebben ons gehaast een verkiezings- nommer te bestellen en hebben dit aan den hoofdredacteur van dat blad gezonden met een bijgaand collegiaal schrijven, waarvan wij hieronder afdruk geven. Goes, 22 Mei 95. Amice Van der Mandere Onder beleefde toezending van het Ver- kiezingsno. van de Zeeuwdat aan de kiezers op Walcheren is gezonden, en, ge lijk gij weet, niet door mij maar door de kiesvereenigingen is geredigeerd, verzoek ik u in uw blad van morgen, desnoods met publiceering van mijn schrijven, uwen lezers even te willen aantoonen, waar ergens in dat. no. wordt beweerd dat „het liberaal bestuur zoo duur is" en „nergens de opcenten op de rijksbelastingen zoo hoog zijn als in Zeeland". Mag ik hierbij nog eene vriendschap pelijke mededeeling voor u insluiten Ik spreek nogal eens ontwikkelde geest verwanten van je en dezen zijn van mee ning dat de nederlagen der liberalen ook in uwe omgeving gevolg zijn, niet va 1 het schijnheilig geredeneer uwer tegenstanders, maar van de werkeloosheid en zorgeloos heid door IJ en Uwe medewerkers al sinds jaren aan den dag gelegd in het propagee- ren der liberale beginselen. Indien de Goesche Cou antdie door minstens drie wetenschappelijke mannen wordt geëxploiteerd, in plaats van tot zelfs de correctiefonten van een ander blad uit te meten, zich hierop eens ging toeleggen, en uwe partij werd dan bij de stembus geslagen, dan zou het naar deze uwe geestverwanten meenen eene voor u eervolle nederlaag zijn, geslagen als gij dan zoudt zijn door wat u noemt „schijn heilige redeneeringen van de Zeeuw". Dit is nu eens niet een „poging tot misleiding", Amice! maar een heusche vrien denraad, dien gij eens niet in den wind moet slaan. Geloof mij Uw Vriend DE REDACTEUR VAN DE ZEEUW. De Goesche Crt., eerlijk als altijd, zal ten gerieve harer lezers, hare vergissing in haar no. van heden wel herstellen. Natuurlijk zal zij antwoorden, dat zij meende in de Midd. Crt. zoo iets gelezen te hebben. Maar dan zal hare verdediging «iet sterk zijn. Wij meenen te weten dat de Midd. Crt. niet het verkiezingsno. van de Zeeuiv heeft bedoeld; en bovendien al had de Midd. Crt. onze Goesche collega verkeerd inge licht, hare gevolgtrekkingen over onze „schijnheilige redeneeringen" zijn voor hare eigen rekening en die zal zij in haar no. van heden wel intrekken. Wij willen een eerlijken strijd voeren. 22 Mei 1895. Benoemd tot klerk dpr posterijen en telegrafie 2e klasse te Amsterdam (telegraaf kantoor) J. M. v. Linschoten. Verplaatst met 1 Juni de commiezen 2e klasse der telegrafie H. F. C. Wildeman van Middel burg «aar Amsterdam en W. P. Zeilmaker van Leeuwarden naar Middelburg. Van de Amsterdamsche tentoonstelling. In de stede oud Hollandt zijn afgekondigd de volgende ordonnantie en memorie ORDONNANTIE. Regeerders der Stede van Oud-Hollandt doen ront allen lierbergieren, alsook hou ders van taveernen ende cabarretten, dat zij naer oude costume eene groene crans zullen hangen om haere uythanghteekenen, updat alle die vreemde en uythe.emse de- welcke onse goede Stede besoeeken daeraf kennisse bekoomen waar zij sich konnen di verteeren ende sich eenen goeden dronck verschaffen. Tot Oud-Hollandt op den 16e van Bloeimaa«d MDCCCXC V. Namens Regeerders A. N. J. FABIUS. A. MENSING, Secretaris. MEMORIE. De Regeeringke der Stede van Oud- Hollandt brenght mits desen ter kennisse van uytheemse luyden, dewelcke hegeeren in den Poorterschap deser Stede ontvan gen te worden dat zij sich als zoodanigh connen inschrijven in het Poorter-Boeck van Oud-Hollandt, hetwelck daartoe ge legd is ter Stadsdruckerye hij de kinderen van Isaak en Johannes Enschedé op de Prinsenstraet alhier, waer Laurens Koster uythanght. Zij bekoomen dan hunne cedulle en wer den hunne naemen vermeit in Oud-Hol- land's Nieustydinghe. De kosten sijn twee stuvers. De Regeeringhe voornoemt A. N. J. FABIUS. A. MENSING, Secretaris. Burgemeester en Raeden van Oud Hol- lant hebben in Oud Hollandfs Nieustij- dinghe nog de volgende memorie doen plaatsen „Burghemeester en Raeden der Stede van Oudt-Hollandt tot de ervariughe ge- comen synde, dat soo vele borgheren der Stede van Amstelredam alsooclr uytheem se luyden dagelijx onse goede Stadt be- soeken, gaerne het Poortgeldt in eens of souden willen betaelen, brenghen mits de zen ter kennisse dat een yeder yegkelije voortaan elcken ryse sal worden binnenglie- laten sonder betalinghe van Poortgeldt, mits betaelende een Poortergeldt van vier Ryksdaelders". De Radja van Lombok is ten gevolge eener hartverlamming overleden. De vorst van Gowa is overleden. Zooals men zich herinnert werd de jonge vorst van Gowa reeds voor eenigentijd ziek gemeld. Gowa is het bekende rijkje op Celehes, in de buurt vau Makasser het behoort tot de zooganaamde bondge nootschappelijke landen en heeft in den laatsten tijd herhaaldelijk reden tot onge- snstheid gegeven. Bij de troonswisseling^ toen de nu overleden vorst zijn vader op.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1