NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
mmwmm.
leende laacgang.
CHRISTELIJK- sr
HISTORISCH
ALLE BETALINGEN
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De Middernachtzendiug.
lo. Bi. 1895.
Dinsdag 9 Uptif.
ELKfcN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02 5.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
voor de Zeeuw uit Walcheren, (uitgezonderd
Vlissingente doen bij den Uitgever F. P.
DHUIJ Middelburg.
yiflggg**» Van af 1 October '94
is in overleg met den heer
Klemkerk met de administratie van
«de Zeeuw» belast de heer C. ORAN
JE Lz-, Voorstad te Goes, die alle
gelden in ontvangst nemen en voor
de administratie teekenen zal.
HH. geabonneerden, die gewoonlijk
bij dhr. KJemkerk betaalden, gelieven
hierop te letten.
De heoren Lobman en Heemskerk heb
ben in de Kamerzitting van jl. Vrijdag
een debat gevoerd met de heeren Van
Houten en v. d. Kaay, ministers van
binnenlandsehe zaken en jnstitie, over de
zeer laakbare vrij ze waarop de gemeente
raad van Leeuwarden, gesteund door Fries-
lands Gedeputeerde Staten, tegen de Mid
dernachtzending aldaar zijn opgetreden.
De zaak komt in het kort hierop neer.
De houders van huizen van publieke
ontucht gemakshalve hoerenbazen ge
noemd hadden last en schade van den ar
beid der Middernachtzending. De leden
dier zending posteerden zich eenvoudig
stil veor of in de nabijheid van een publiek
huis en trachtten door gebaar of gesprek
een bezoek aan deze huizen te ontraden.
De hoerenbazen kwamen dan naar voren,
maakten schandaal, gingen dan weer naar
binnen en het gevolg was dat de poli
tie, niet den levenmaker maarden midder
nachtzendeling inrekende of verbaliseerde.
Om nu de hoerenbazen te beschermen
tegen de lastige bemoeiingen der midder
nachtzendelingen, maakte de gemeenteraad
van Leeuwarden eene nieuwe bepaling in
II.
FEUILLETON.
{Eene fabel).
{Slot).
De kraaien waren met de pestvogels
van het Doodeneiland in oorlog, en daar
door verslapte de politie. Van die gele
genheid maakten de rotten gebruik. Zij
hadden al heimelijk de geheele dierenwe
reld opgestookt en in onrust gebracht. Al
leen de statige ooievaar klepperde even
rustig voort in de hooge denneboomen, en
had het veel te druk met zijn lang ge
bed voor dat zijne kinderen raken mochten
aan den meegebrachten maaltijd. Maar
vooral had hij 't nu volpootig, omdat de
jongen deze week voor het eerst beproe
ven zouden, 't nest te verlaten, gesteund
door de breede vlerken van ooievaar en
ooiemoer; waartoe zij nu eiken dag, op
en boven het nest, vliegles kregen, theorie
en praktijk te gelijk.
De vergadering was verder zoo voltallig
mogelijk, en zelfs het lustige eekhoorntje,
dat° anders geen pleizierige herinnering
van zijn vroegere gasten had, slingerde
zich nieuwsgierig van tak tot tak.
De oudste rot opende de vergadering,
en Reineke Vos zou voor secretaris spelen.
De president hief plechtig zijn rechter
poot op, en riep: „Vrijheid, Gelijkheid en
broederschap. Leve de republiek I" En de
zwermen rijstvogels, die 't wel aardig von
den, om die nuffige zangvogeltjes eens te
overstemmen, tsjilpten zoo hard zij konden:
Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap. Leve
de republiek
„Ja, burgerbegon nu de achtbare
president, nadat hij drie maal de snorren
had opgestreken„Leve de republiek I
Maar niet de republiek, waarin enkelen
meester zijn en al de anderen slaven. Wie
zijn 't, die ons eiland regeeren, nadat de
arend verslagen is? Die trotsche kraaien
en raven, de grootste dieren van al de
de gemeenteverordening, welke aldus luidt:
„Hij die op de openbare straat zich op
houdt of gedraagt zoo, dat hij anderen
belemmert en lastig is en hierdoor de open
bare orde óf de nachtrust verstoort, wordt
gestraft met eene geldboete van f 10".
De heer Lohman vroeg omtrent deze
bepaling, de mogelijkheid harer uitvoering
en de houding der Regeering daartegen
nadere inlichtingen.
De heer Lohman noemde de bepaling on
rechtvaardig, onzinnig en onuitvoerbaar.
Onrechtvaardig wijl de bedoeling er van
is de middernachtzending tegen te werken.
Onzinnig wijl allerlei onbeduidende over
tredingen er mede mogelij k gemaakt worden.
De minister van binnenlandsehe zaken
de philosoof atheïst, gelijk de Standaard
hem terecht noemt bestreed de rede van
den heer Lohman op vinnige wijze.
Hij schold de beweringen van den Goe-
schen afgevaardigde voor onwaar. Een
uitdrukking die kort geleden bij de behan
deling van een ander onderwerp, ook door
den heer Gerritsen gebezigd was, en waarop
hij door den voorzitter was bestraft gewor
den en genoodzaakt ze in te trekken.
De minister van justitie, als altijd zwak
in zijne bestrijding en verdediging, beant
woordde den spreker tamelijk luchthartig
en oppervlakkig. De heer Lohman had uit
eene courant negen feiten genoemd van
beleediging der middernachtzendelingen door
politie en juistitie. De heer v. d. Kaay
vond, dat waren maar krantenberichten,
die lieten hem kouden dan art. 36 van
de Geloofsbelijdenis der Gereformeerden
was de grondslag van den Staat nietde
Overheid behoeft geen zedelijkheid te or-
donneeren. En bovendien uit de genoemde
feiten sprak nog niet de bedoeling om de
middernachtzendelingen te beleedigen.
Natuurlijk verwees de heer Lohman den
minister van justitie naar het Strafwetboek
dat indertijd door den Goeschen afgevaar
digde en den minister zeiven was voorbe
reid, en dat hij dus alleen daarom reeds,
grondig diende te kennen.
WB3WBH5BMB—B—WB
dieren, honderd tyrannen in plaats van
een Zij brengen alles in hunne nesten
de vruchten, die voor ons groeien, onze
vrouwen en onze kinderenen zij bepra
ten daar alles in de hoogte, zonder dat
die goede mosschen en nijvere muizen iets
te zeggen hebben. Maar 'tis alleen onze
lafheid, die ons zoo veel tyrannen op den
hals haalt. Bij ons is het getal en de
kracht Wij zijn de nijvere bewoners van
Iréné. Die zwartrokken ontstelen ons de
vruchten van onze vlijt; en die schijnhei
lige ooievaar, met zijn bonten mantel en
zijn ij del ge klep, hij ziet uit de hoogte op
ons neêr, als of hij een heilige wasen
intusschen rooft hij de weerlooze kikvor-
schen weg uit hunnen poel, en de brave
muizen uit hun hol. Dat moet anders wor
den, broeders zal er vrijheid en gelijkheid
zijn. Waartoe dienen die hooge boomen,
als om ons te bespieden en te verdrukken?
Alles moet effen en gelijk worden. Al de
bewoners hebben recht op al de vruchten
van het land. Dan kunnen die trotsche
raven voor ons magazijnen aanleggen en
wij allen zullen eten in overvloed. Weg
met die hooge nestenWeg met dien op-
gezamelden voorraad Alles voor allen en
door allen. Leve de Commune
En de rijstvogeltjes, al verstonden zij
het vreemde woord nog niet, vonden 't
toch zoo mooi, dat zij tsjilpten„Leve de
CommuneEn de rotten bliezen, en de
muizen piepten, en de kikvorschen kwaak-
ten«Leve de Communeen de vos
wreef in zijne voorpooten, en zeide bij
zich zeiven „Daar zal wat aan te ver
dienen zijn! Maar het stekelvarken rolde
zich in een, en bromde „Ze zullen mij
niet te na komen." En het eekhorentje
begreep niet, waarom het nog vrijer als
vrij moest worden, en had vooral in 't
vellen dier hooge boomen geen zin. Ook
de katuil zag er geen licht in maar hij
kon ook het licht niet best verdragen. De
bijen gonsden„Werken en sparenwer-
Hij wees er Zijn Excellentie op dat het
Strafwetboek wel degelijk strafbaar stelt
elk woord dat een beleediging bevat. Zoo
had onder anderen de vice-president van
het gerechtshof te Leeuwarden den midder
nachtzendelingen toegevoegdvroeger toen
jullie hier nog niet waren, had men hier
nooit opstootjes; jullie hebt voor diebor-
deelen niets te doen.
Toen nu de minister ook deze beschul
diging onjuist noemde, bood de heer Heems
kerk hem aan, getuigen te noemen, met
name een advocaat die er bij was geweest
en het hem had medegedeeld.
Het deed ons genoegen dat de heeren
Lohman en Heemskerk door bij dit debat de
aandaoht op deze belangrijke volks zaak te
vestigen, tevens de verklaring hebben weten
te ontlokken van totalen onwil en onmacht
dezer regeering, spijt de tegenwoordigheid
in dit kabinet van den edelen Roëll, om
iets te doen in het belang der christelijke
historische, zedelijke en godsdienstige ont
wikkeling dos volks.
Van een leerling uit de school van
Kappeyne, gelij k de heer v. d. Kaay, is
dit te begrijpen en ook van den heer Van
Houten, met zijn vast systeem, die niet
buiten zijn boekje gaat en in wiens boekje
de bescherming der Middernachtzending
niet voorkomt, is dit overigens wel te
verklaren. Het zou ons zelfs verwonderd
hebben als de interpellatie tegenover deze
minister ware geslaagd.
En het doet ons te meer genoegen dat,
waar dit zoo in het oog loopend weder
aan het licht trad, de heer Lohman aan
den oud-minister Tak de eere kon geven van
dergelijke stuitende verordeningen steeds
te hebben geschorst.
Wij hopen, zoodra wij het Bijblad heb
ben, op dit belangrijke debat terug te ko
men. Een debat dat ons doet zien, hoe wij
bij de verkiezing van leden voor den
gemeenteraad en voor de provinciale staten
en bij het bieden van politieken steun
aan candidaten uit andere partijen wel
degelijk hebben te rekenen met de beginse-
ken en sparenmaar niemand luisterde
naar haar gegons, of naar 't klaaglied van
den [nachtegaal. Want de koekoek, die
gaarne zijn ei legt in eens anders nest,
schreeuwde zoo hard hij kon„Leve de
Commune 1" En toen nu mosschen,
muizen en kikvorschen uit al hunne macht
mede scheeuwden, zoodat Reineke de secre
taris in zijn vuistje lachte, moest eindelijk
de „generaal burger president" met zijn
rottenpoot, bij wijze van hamer, op een
soort van trommel slaan, om stilte te krij
gen. En hij sloot de vergadering 'met de
woorden ,,'t Heelal is getuige van onzen
bond. Geslachten zullen dien verheerlijken.
De gouden eeuw van vrijheid, gelijkheid
en broederschap breekt aan voor onze
kinderen. En nu aan 't werk, broeders.
Gij, nijvere muizen 1 knaagt die hooge
boomen af, dat ze vallen, met kraai en
raaf en ooievaar. Lieve rijstvogeltjes
wroet den grond om, dat de verborgen
magazijnen aan 't licht komen. Edele vos!
verdeel onder ons den honig, dien de bijen
maar voor zich zeiven houden. Geen eigen
dom meer, geen privilegie, geen grootheid
en geen armoede Leve de Commune 1"
En de vergadering ging uiteen en dien
dag verbroederden zich al de dieren, op
de achterblij vers en malcontenten naen
men danste rondom ieder paaltje, en sprong
over elke greppel, hoe langs zoo harder
scheeuwende „Leve de Commune
En Iréné was Iréné niet meer. Geen
vrede maar strijd. Doch overvloed was
er, dat moet gezegd worden. Hoe meer
boomen er werden ondermijnd en afge
knaagd, te meer vruchten vielen op de
aarde. De verborgen schatkamers van mie
ren, mollen en muizen kwamen uit den
grond te voorschijn. Eu de slimme vos
had 't nog het bestewant hij at den
honig op, en liet anderen de was en
den angel der bijen; Maar de rotten
vooral aten zich half ziek aan de menigte
eieren, die met boom en nesten naar be
ien en met de uitvoering daarvan.
De gemeenteraden toch verzinnen wel
eens dwaasheden en de gedeputeerde staten
door de leden der provinciale staten
gekozen keuren ze wel eens goed.
Provinciale Staten.
Leerrijk is het verslag dat de Midd. Crt.
van 4 April gegeven heeft van de j.l.
Dinsdag gehouden vergadering der lib.
kiesvereen. „Eendrachtenz." te Middelburg.
Genoemd werden verschillende namen
van als liberaal bekend staande of voor
zoodanig aangeziene personendoch van
de verst vooruitstretenden werd niet ge
sproken.
Nu zullen wij de laatsten zijn om hierop
aanmerking te maken.
Ten slotte komt het bij ver- en minder
ver „vooruitstrevenden" slechts aan op de
vraag hoe zult gij stemmen voor de eerste
kamer en voor de gedeputeerde staten
Om deze vraag bewogen zich ook de
aanbevelingen van genoemde heeren.
Hoe toch redeneerde men
De heer v. d. Swalme voldoet aan den
eisch van het reglement dat de candidaat
moet zijn liberaal, zelfstandig, kundig, eer
lijk en geschikt. Bij een vorige verkiezing
heeft zijne verklaring volmaakt voldaan;
trouwens niemand die hem kent, twijfelt er
aan. De heer Sprenger is meester in de rech
ten, als griffier goed bekend op het platte
land, schoonzoon van dhr. Buteux en een
geschikte pennyboot om er de anderen door
te halen, gelijk Buteux de sleepboot was
voor Smit toen deze„Keuchenias enLohman"
sloegen bij eene verkiezing voorde tweede
kamer.
De heer Tntein Nolthenius is een Vlis-
singer, of hij met hart en ziel liberaal is,
kan onderzocht worden.
De heeren de Bruijn en van Dunné idem.
Zij zijn echter geen van allen mannen
„van het linksche sop", om met den heer
Bolle te spreken.
Ziedaar waar hunne aanbevelingen op
neden vielen.
Toen begonnen toch eenige kleine vogels
want de meeste kraaien en raven
waren weg gevlogen, te 'pruttelen te
gen de Commune, die hunne nesten stoorde.
Maar het „Comité voor algemeen welzijn,"
waar al de rotten zitting in hadden, om
de volksvergadering [werk te besparen,
veroordeelde ze ter dood, als de laatste
reactionairen, die den algemeenen vooruit
gang in den weg stonden. Eu de rotten
zelve belastten zich, tot algemeeu welzijn
natuurlijk, met de executie. Toen behoef
den zij niet meer te zeggen, dat zij roode
bessen gegeten hadden.
De lente en zomer kwamen terug, maar
treurig sprong het eekhorentje, van al
zijne jongen beroofd, over een paar omge
vallen boomen, en vond nauwelijks enkele
eikels, beuken- of hazelnoten meer, om
zijn' honger te stillsn: want er groeide
niet veel, eu de rotten, die toenamen met
den dag en onverzadiglijk waren, konden
nu overal bij. De katuil alleen muisde
nog, en t stekelvarken wroette in den
grond, maar de andere dieren kregen hoe
langs zoo minder. Op het laatst was er in
den zomer geen oogst meer, en in den win
ter geen voorraad en zelfs de lentezang
verstomde, nu geen lijster of nachtegaal
meer op het eiland rustig broeien kon.
„Dat ziet er toch wat al te gek uit
meesmuilde de vos Vrijheid om van hon
ger te sterven, gelijkheid in ellende, en
broederschap tusschen de rotten alleen. Als
ik eens overstak naar het Dooden-eiland,
en de uitgeweken kraaien en raven mijne
diensten aanbood Aan de rotten is toch
niets te verdienen. Eer zij elkander opeten,
doen zij het mij." En Reineke zette
zich op een' drij venden boomstam, en roeide
met de pooten, geholpen door den oosten
wind.
Het werd hoe langs zoo eenzamer op
het eiland: want de rotten namen steeds
toe, en zij vernielden alles, maar brachten
neerkomenen de heer Bolle „hoept dat
dit de laatste maal zal zijn dat men zich
te conciliant toont, want daarin kan men
te ver gaan". Deze spreker wenscht dat
dr. v. d. Swalme nog eens aan zijn politieke
pols gevoeld worde, want dr. v. d.
Swalme „putte", zooals hij in 1893 nog
aan de Kiesvereeniging schreef, „tot nu toe
de wijsheid niet uit het hoofdkwartier van
het liberale kamp". En dit gis notabene
nog al de richting van deze Kiesvereeniging.
De heer v. Dunné, zegt een ander, heeft
„verbazend conservatieve denkbeelden".
In dien toon spraken liberalen over hnnne,
zegge liberale candidaten
Men begrijpt echter dat èn de aanbeve
ling èn de bestrijding medewerken moeten
om de kansen bij deze verkiezing voorde ge
noemde candidaten te verhoogen.
Mannen van wie men niet weet of zij
liberaal zijn mannen die niet dwepen met
de „vooruitstrevende" richting der Liberale
Uniemannen naar wier gezondheid nog
dient gevraagd, kan men links en rechts
aanbevelen. Onder hun hoed vangt men
de rechts zoowel als de links uitwij kenden.
Als liberaal, als zeer liberaal, als niet te
liberaal, al naar het noodig is, kunnen zij
worden aanbevolen en de kleurlooze mid
denstof van alle party en schaart zich om
dezulken.
Wij zouden hierop niet de aandacht ge
vestigd hebben, indien niet juist van libe
rale zijde in de Hollandsche bladen, voor
wat de Middelburgsche staten-verkiezing be
treft yuaestie vooruitstrevend of conservatief
was opgeworpen. Er werd onder anderen in
betoogd„dat de; antirevolutionairen wel niet
zullen stemmen op de conservatieven Siegers
en v. Voorst Vader."
Een verdachtmaking, te grooter nu juist der
liberalen eigene candidaten nog zoo weinigals
politieke mannen bij hunne naaste vrienden
en voormannen bekend staan dat er nog
naar gevraagd moet worden, terwijl men ze
toch met deze onzekerheid alvast met nage
noeg algemeene stemmen op de voorloopige
candidatenlijst brengt
niets voort. De muizen piepten, en de
mosschen tsjilpten nog wel„Leve de Com
mune maar 't ging toch niet van harte
want ze deden het alleen uit viees, om
niet voor aristokraten en kraaienvrienden,
of zelfs voor arendsdienaars gehouden en
opgegeten te worden. En de katuil zat
wel veilig in de holte van de rots, maar
hij zuchtte„Wat zijn ze mager tegen
woordig, die muizen
De winter kwam, en de zomer keerde
maar Iréné was Iréné niet meer. }Het was
,,'t Rotten-eiland" geworden, waar geen zang
meer werd gehoord, geen nestje uitgebroeid,
geen honigraten of winterholen gevuld, en
waar geen noot of eikel meer rijpte. Ten
laatste de vos had 't wel voorzien
kregen de rotten twist onder elkander, en
verweten elkaar, dat ze de zaak niet goed
aangevat en elkander verraden en bestolen
hadden. En toen nu het leger der jonge
rotten dat der oude overwonnen had, dans
ten ze nog eens over hunne lijken, na zich
aan hun bloed te hebben verzadigd, en
zongen in koor, dat de oude rots er van
weergalmde „Leve de Commune Maar
de katuil zuchtte zoo bang en zoo klagend
in den nacht. En het" eekhorentje kroop met
zijne laatste kracht in het omgevallen
ooievaarsnest, en droomde zijn' laatsten
droom van hun eerbiedig geklepper en
hunne lieve moederzorg, en blies toen den
adem uit.
Doch het jonge rattengeslacht beraamde
reeds een aanval op het Dooden-eiland,
nu zoo doodsch niet meer als vroeger, en
door Iréné's vluchtelingen bevolkt[om
ook daar de zegeningen te brengen van
„Vrijheid, Jgelijkheid en broederschap 1"
En redenaars als de oude rotten waren
er onder hen wel niet, maar scherpe nagels
en tanden zoo veel te meer; en nog even
hard schreeuwden zij, zoodat men 't op een
paar andere eilanden hoorde, (en enkelen
onder het jonge volkje daar er van water
tandden „Leve de Commune