„DE ZEEUW"
BIJVOEGSEL
School nieuw s.
RECHTSZAKEN.
Gemengde Berichten.
Ingezonden Stukken.
Afloop verkoopingen, enz.
Tweede Kamer.
VAN
van Zaterdag 30 Maart.
Dat de jeneverflesch in de eantines een
hoofdrol speelt, had da Boodschapper be
weerd, op grond van de onthullingen van
sergeant Ore veling.
Nu, 't moet toegegeven, het is wat hy
perbolisch uitgedrukt. En de heer Holle-
brands, adjudant-onderofficier te Den Helder
mocht met recht daar tegen opkomen. Maai
de cijfers die hij bijbracht voor zijn be
weren, zijn toch nog in anderen zin wel
sprekend.
Er wordt, althans in de cantine te Den
Helder, braaf gedronken.
De inzender uit de Boodschapper deelt
namelijk het volgende mede:3
Gedurende het boekjaar 1894 werd in de
eantines der Veld- en Vesting Artillerie, al
hier in garnizoen, ingekocht en verbruikt
aan jenever van 46,1 a 46,2%
voor 13039,08 a f0,78 per L. 4370 L.
aan andere dranken voor i 424,95
a f 0,85 per L476
totaal 4946 L.
of 5000 X 20 100,000 borrels.
Deze hoeveelheid werd verbruikt door ge
middeld 500 onderofficieren en minderen der
veld-art- en 100 der vest.-art.
Gemiddeld zijn hiervan 580 man 330 dagen
en 20 man 150 dagen in de kazernes.
Men verkrijgt dus580 X 330 20 X 150
194,400.
100.000
ruim een halve borrel per dag
194,400 6
en per man, ten ruwste berekend in het
meerdere.
Dit is dan nog bij een troepenmacht, die
het zwaarst bezoldigd wordt en waarvan
zeker 75 pCt. der minderen ramplacanien
zijn en dus buiten hun soldij nog ander zak
geld genieten.
Bij de overige wapens is het drankverbruik
zeor zeker dus nog minder dan
gemiddeld een halve borrel per dag.
Een halve borrel per dag per man is
onzes inziens echter nog te veel. Vooral
wanneer het portie der afschaffers en ge
heelonthouders, der gestraften en zieken,
der smokkelaars en uitloopers onder de
overigen verdeeld wordt.
En „nog minder dan een halve borrel
per dag" is ook nog te veel.
Het ware te wenschen dat èn het leger
èn de maatschappij den sterken drank als
vergif wilden weren.
Coelman, die te Hilversum inbraak pleeg
de en een kind vermoordde, was een dronk
aard die met „nog minder dan een halve
borrel per dag" begonnen was.
De motie Heldt
De tweede kamer behandelde gisteren
de motie Heldt. In de motie werd afkeu-
ng uitgesproken over het plan der Re-
go ering om een lijfrentebank op te richten.
Tegen deze afkeuring hadden verschil
lende leden, schoon in beginsel voor de
motie, wel eenig bezwaar. De omvang
van de taak der pensioneering wettigde
deZe afkeuring niet.
Trouwens die omvang is ook door de
vorige Regeering begrepenwant van
haar is eigenlijk dat lijfrenteplan. Deze
Re geering werkt slechts af wat het
kabinet Tak in klad had gebracht.
De heer Heldt heeft nu het persoonlijke
deel uit zijne motie uitgelicht en daardoor
de motie meer aannemelijk gemaakt.
De heer Schaepman diende ook eene
motie in, van dezelfde strekking doch in
wat zoeter vorm. Een der beide moties
heeft derhalve kans om te worden aange
nomen. En de laatste het meest, dewijl de
motie Heldt eene eenzijdig samengestelde
co mmissie in 't leven zou roepen, bestaande
all een uit voorstanders van het plan Heldt,
terwijl de motie Schaepman vrijheid laat
aan de Regeering om ook voorstanders van
andere plannen te benoemen.
De minister van buitenlandsche zaken
waarschuwde tegen het opwekken van ver
wachtingen die men ten slotte toch niet
zal kunnen bevredigen. De motie Heldt
stelde van 't verlangde de uitvoerbaarheid
voorop zonderdat die uitvoerbaarheid vast-
staat.Overstaatsbijdrage,verzekeringsdwang
enz. zijn de gevoelens nog te zeer verdeeld.
In dienzelfden zip had zich ook de
heer Bouman, een liberale Takkiaau, reeds
uitgesproken. Deze spreker herinnerde aan
de looze toezeggingen van laatstgenoemden
bewindsman in de openingsrede van '91.
De minister scheen echter meer te voelen
voor de motie Schaepman. Deze luidt
aldus
„De Kamer, van oordeel dat de vraag
öf, en zoo ja op welke wijze en in welke
mate van Staatswege in het lot van be
daagde werklieden moet worden voorzien,
eene bevredigende oplossing wenscht, noo-
digt de Regeering uit te overwegen de
benoeming eener staatscommissie, die ten
taak zou hebben deze vraag te onderzoe
ken, van haar onderzoek verslag uit te
brengen en in verband met dat verslag
voorstellen te doen".
De heer Van Alphen heeft zich, mede
namens zijne politieke vrienden, verklaard
voor de minder fraaie, doch minder zwakke
motie Heldt.
Deze is nu van den navolgenden inhoud
„De Kamer, van oordeel dat eene alue-
Uieene voorziening van den ouden dag der
Werklieden noodzakelijk is, noodigt de re
geering uit eene Staatscommissie te benoe
men om te onderzoeken op welke grond
slagen en naar welke regelen eene alge-
meene voorziening behoort te worden in
gericht".
Inmiddels kwam de heer Lely tegen de
voorstelling van minister Roëli op, èn be
tuigde dat het ministerie Tak slechts een
begin had gemaakt met de vervulling der
in '91 gedane beloften èn dat verscheidene
onafgedane zaken door hetzelve nagelaten,
dit kunnen bewijzen.
Dit laat zich hooren. Maar ware mis
schien beter gezwegen geweest door een
man, wiens vrienden in en buiten het ka
binet wij noemen slechts de namen van
Tak, Smeenge en Goeman Borgesius
in '91 het ministerie Mackay bij de kiezers
hebben verdacht gemaakt als een nietsdoend
ministerie niettegenstaande zij wisten dat
er stapels werk met zeldzame werkzaam
heid bijeengebracht op de voortvarende in-
behandeling-neming door, de tweede kamer
stonden te wachten. Laatstgenoemde zelfs
had in eene meeting zonder gelegenheid
tot debat te Goes in '93 nog den moed
te spreken van de maagdelijke portefeuilles
van "het ministerie Mackay; terwijl zoo
pas een twintigtal wetsontwerpen van dat
„nietsdoend" ministerie door deszelfs op
volger waren ingetrokken
De twee rijken.
Zoo dikwijls men in mijn tegenwoordig
heid den schatrijken Rothschild, Van der
Bildt, Peabody of andere Croesussen prijst,
die van hun onmetelijke inkomsten aanzien
lijke sommen besteed hebben voor de op
voeding van kinderen, verpleging van zie
ken of tot stichting van asyls voor grijs
aards, stem ik gaarne met dien lof in.
Maar, terwijl ik zulks doe, kan ik niet
nalaten, aan een arme boerenfamilie te
denken, die een wees in hun ellendige
hut hadden opgenomen.
„Wanneer wij Kaatje opnemen," zeide
de boerin, „dan is onze laatste stuiver er
mede gemoeid en wij zullen niet meer zoo
veel hebben om zout te koopen voor onze
soep."
„Welnu, dan zullen wij onze soep zonder
zout eten," hernam haar man.
Hoe oneindig ver staat Rothschild ach
ter bij deze boeren
Geref. Volksblad.
Kerknieuws.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Stadskanaal ds. P. F. v.
d. Berg te Zierikzee, vroeger te Stads
kanaal te Dreischor dhr. E. J. W.
Posthumus Meijes cand. te Amsterdam.
Bedankt voor Stavenisse door Dr. C. J.
Montijn te Chaam.
Geslaagd op het examen voor surnume
rair bij de posterijen 0. a. de h.h. J.
Schreuders te Arnemuiden en M. de Ronde
te Sir Jansland.
Goes. Op het eindexamen der Burger
Avondschool alhier zijn alle aoht de can-
didaten geslaagd.
(Een leerling der inrichting was ver
hinderd, wijl hij aan zijn militieplicht moet
voldoen).
Geslaagd zijn W. F. J. van Riet, J. C.
van der Peijl, F. W. Schneider, B. Molen
A. den Boer, allen te Goes. C. J. van Blit-
terswijk te Wilhelminadorp (Sas), D. [Hage
te 's Heer Arendskerke en P. A. J. Moojen
te Kloetinge.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden, Vrijdag,zijn veroordeeld wegens
diefstal'. G. N. 43 j., werkman Goes,
tot 14 d. en A. de M. 12 j., zonder be
roep, Aardenburg, tot 7 d. gev. straf
huisvredebreuk en beleediging van een
ambtenaarJ. H. K., 25 j. onder wijzer,
Middelburg, tot f 20 b. s. 10 d. h.
huisvredebreub en uederspannigheidP.
V., 27 j., arbeider, Kloetinge, tot 14 d.
gev. strafen
mishandelingP. V. voornoemd en
B. V., 17 j., arbeider, Kloetinge de le tot
3 m. en de 2e tot 7 d., M. S., 20 j.,
schaapherder, Heinkenszand, tot 3 m., e n
H. H. 21 j., smidsknecht, Ovezande, tot
14 d. gev. straf, en P. R. 28 j., arbeider,
Goes, tot f 8 b. s. 8 d. h., en A. A. v.
d. K., 20 j., schipper, J. H. H. 24 j.,
reiziger en P. v. d. W.. 25 j., schippers
knecht, allen Goes, de le tot f 5 b. s. 5
d. h., en de 2e en 3e ieder tot f3 b. s.
3 d. h. Allen in de kosten.
VrijgesprokenH. T., kapitein op de
stoomboot „Oscar", zonder bekende woon-
of verblijfplaats hier te lande, beklaagd
van het verijdelen van handelingen door
een ambtenaar.
Op Vrijdag den 5 April 1895 zal voor
de Arrondissements-Rechtbank te Middel
burg behandeld worden de zaak tegen:
L. de F. Pz., oud 32 jaren, landbouwer,
geboren en wonende te Ter Neuzen, thans
uit anderen hoofde gedetineerd in dc straf
gevangenis te Goes, ter zake dat hij op 9
Januari 1895 in den namiddag zich heeft
vervoegd ten huize vmi Jacob Pot in de
Voorstad te Goes, aldaar in strijd met de
waarheid heeft opgegeven genaamd te zijn
Jan Dieleman, landbouwer in den Zeve-
naarpolder te Ter Neuzen, heeft voorge
geven te zijn gekomen om beesten
te koopen en hem heeft gevraagd
of hij ook namen van yerkoopers wist
op te geven, en nadat Pot hem
had te kennen gegeven dat er bij Pieter
Verburg eene koe en bij Snoek een paard
te koop was, zich in gezelschap van den
zoon van Pot heeft begeven naar Verburg
en aldaar eene koe heeft gekocht voor
f200; op 12 Januari eerstkomende te le
veren op de stoonfioot te Hocdekenskerke,
daarop in gezelschap van Pot zeiven en
diens zoon is gegaan naar Marinus Snoek
en aldaar heeft gekocht een paard voor f 305,
mede te leveren op 12 Jan.op de stoomboot te
Hoedekenskerke, terwijl hij zich verbond
beiden op 11 Januari te zullen betalen, door
welke handelingen, die moesten dienen om
vertrouwen in te boezemen, hij genoemden
Pot met het oogmerk om zich wederrech
telijk te bevoordeelen, heeft bewogen om
hem ter leen te geven f2, voorgevende
dat hij te weinig geld van huis had mede
genomen om zijn logies te kunnen betalen,
belovende het geld te zullen teruggeven
op 11 Januari, wanneer ook de gekochte
beesten zouden betaald worden, en dezen
den volgenden dag met hetzelfde oogmerk
weder heeft bewogen hem f 2 ter leen te
geven, door in strijd met de waarheid op
te geven, dat hij van plan was veranderd
en niet meer naar huis ging, maar aan
zijne vrouw had getelegrafeerd om hem het
geld te sturen.
In deze zaak zijn vanwege het openbaar
Ministerie 4 getuigen gedagvaard.
Hoedekenskerke. Door den storm
van Zondag is alhier gestrand het tjalk
schip „De vrouw Adriana", thuis behoo-
rende te Borsele, bevaren door schipper
Doorns, geladen met steen, bestemd voor
Zierikzee.
Het schip heeft een groot lek bekomen
zoodat hei door de opvarenden moest ver
laten worden, daar het bij hoogwater on
der loopt. Woensdag is men overgegaan
tot het uitlossen. Schip met inventaris was
verzekerd.
Men schrijft ons van het eiland Tolen
De verhooging en verzwaring van de
drie landdijken die den geinundeerden
polder van Strijen insluiten en waaron
der ook de beruchte Zuiddijk behoort is
thans voltooid. In verband daarmede heeft
het bestuur van het Waterschap Tholen den
dam weggenomen, welke op de plaats,
waar de straatweg van Tolen naar Poort
vliet den grensdijk snijdt, was opgeworpen.
Veiliger ware het geweest dezen dam
te behouden, tot de doorbraak gedicht
was, doch hij was voor 't verkeer zeer be
lemmerend.
Tengevolge van dit voltooide werk, zijn
verscheiden ploegen polderwerkers ontsla
gen; eerst als de dijkbreuk gedicht is, zal
er in den polder zelf, door het graven
van greppels en waterleidingen, het her
stellen van wegen en het afgraven van
zand van het bouw- en weiland, weder
veel te doen zijn.
Overgeplaatst bij het regiment grena
diers en jagers de eerste luitenant kwar
tiermeester C. Chivat van het korps tor-
pedisten.
Herbenoemd tot burgemeester van
Fhilippine de heer J. B. Dhoogevan St.
Jansteen dhr. C. Ysebaa. t; van Oostburg dhr.
I. van Houte van 's Heer Abtskerke dhr.
Z. D. v. d. Bilt la Motthe.
Benoemd tot amanuensis aan de R. H.
B. school te Middelburg dhr. J. M. Hooge-
steger, thans in gelijke betrekking te Goes.
Naar de Zoom meldt, zullen ook de.
zen zomer de bataljons van het 3e reg-
inf. uit Vlissingen en Middelburg, gedu
rende 14 dagen te Bergen op Zoom wor
den gekampeerd, teneinde gezamenlijk
met de aldaar in garnizoen liggende troe
pen, oefeningen op groote schaal te hou
den.
Middelburg. Den len April a. s. her
denkt W. Bakker den dag waarop hij voor
25 jaar, werd benoemd tot bode bij het
bestnur over de brand we er alhier. Genoemd
bestuur is voornemens dien dag niet onop
gemerkt te laten voorbijgaan.
De Rechtbank te 's Gravenhage
heeft tot 4 jaren gevangenisstraf veroor
deeld den gep. kapitein die ten nadeele
zijner bij hem inwonende schoonmoeder
effecten had ontvreemd.
De oud-Minister van Koloniën J. J.
Hasselman is op 75-jarigen leeftijd te Tiel
overleden.
Met behulp van enkele gegevens kan
men aldus het Nieuws een kleine
berekening maken ten opzichte van de dy-
namietramp van 19 Maart jl.
Nemen wij eens aan, dat het in de
lucht gevlogen schip een lading dynamiet
inhad van minstens 20,000 kilo netto, dan
zal, daar het soortelijk gewicht van dyna
miet 1.6 is,door de ontploffing een luchtledige
ruimte zijn ontstaan van (20.000 1.6)
X 16 M3 200.000 M3met zulke cijfers
onder de oogen behoeft 't dan niet meer
te verwonderen, dat de schok en de knal
door de ontploffing veroorzaakt, op zoo
verren afstand zijn gehoord.
Bij deze berekening is de expansie van
dynamiet op 16.000 gesteld, dit zal wel te
hoog zijn.
Bij den landbouwer M. te Zeven-
huizen is weder mond- en klauwzeer on
der het rundvee gsconstateerd.
Om het vuur in de kachel wat aan
te wakkeren wierp een vrouw te Numans-
dorp eenig bankpapier, ter waarde van f 85
in de vlammen. Het mensch lijdt aan ver
standsverbijstering.
Gisteren is gearresteerd en gevanke
lijk naar Haarlem overgebracht een 21
jarige vleeschhouwer uit Haarlemermeer.
De arrestatie moet in verband staan
met den geheimziunigen dood van zijn
broeder, die in het laatst der maand Janu
ari dood in een schuur werd gevonden.
-Een landbouwer te Thraenbeim heeft
een schat govonden, dagteekenende uit het
Merovingisclie en Carolingische tijdvak,
bestaande uit ongeveer 25000 zilverstukjes,
die nooit in omloop geweest schijnen te
zijn. De Merovingisclie koningen hadden
in dat gedeelte van den Elzas (te Mariën-
heim) een kasteel en [eene aanmuntplaats
van geld, zoodat deze ondekking niet van
belang ontbloot is.
Dronken ossen. Onlangs moesten te
München eenïge ossen, voor een wagen
gespannen, bier van een brouwerij naar
het station rijden. Een tijdlang ging dat
werkje langzaam maar zeker, doch op een
gegeven oogenblik rolden de dieren tegen
den grond en konden ,'niet jmeer opstaan.
Een veearts constateerde dronkenschap.
Het bleek, dat de ossen op het plein der
brouwerij naast een bak versch bier had
den gestaan en zich den inhoud wel hadden
doen smaken. Het spreekwoord, dat de
dieren in het drinken verstandiger zijn dan
de menschen, is lus hier niet bewaarheid.
De Duitsche Rijksdag koos met 181
van de 186 geldige stemmen en 105 Man
co's, tot president den heer v. Buol van
het Centrumtot len vice president Schmidt,
vrijzinnige volkspartij, en tot 2en vice
president Spatus, insgelijks van het Cen
trum. Het bureau van den Rijksdag is dus
nu geheel in handen der oppositie.
Buiten verantwoordelijkheid der redactie.
(Stakkeu worden in geen geval teruggezonden).
Waarde Heer Redacteur
Tot mijn verbazing want ik had er
in het geheel niet aan gedacht las ik
in uw voorlaatste nummer het bericht van
mijn aanstaande 25-jarige dienstvervulling
in de Ned. Herv. kerk hier te lande.
Hoewel zeer verplicht door uwe vrien
delijke belangstelling, wensch ik u toch
te verzoeken aan uwe lezers bekend te
willen maken, dat ik, ofschoon met groote
dankbaarheid, het voorrecht erkennende
dat God mij tot nu toe in zijn dienst heeft
willen sparen, evenwel nadrukkelijk uit
hoofde van gezondheid en andere voor de
hand liggende redenen, ook omdat ik reeds
in 1882 de 25-jarige gedachtenis van mijn
predikantsbediening heb mogen vieren, aan
allen en aan ieder dringend vraag hoege
naamd geen notitie van dien dag te willen
nemen, daar ik mij geheel aan alle open
bare gedachtenisviering daarvan zal ont
trekken.
Hoogachtend, Uw dw.
P. HUET.
Leestafel.
Het Leven der Bedouïnen, door G.
Nijland, zendeling te Ramalah, (Palestina).
Geheel ten voordeele der Palestina-Zending.
Doetinchem. W. H. Zurichprijs f 0.30.
Een goed geschreven boekje, in den toon
dien 't volk gaarne hoort. Levendig schetst
de heer Nijland, een ooggetuige, 'tgeheele
doen en laten van de kinderen der woestijn.
Achtereenvolgens krijgen hun Godsdienst,
gedrag en zeden, herdersleven, taal, afkomst,
geslacht, gezondheid, werkzaamheden, klee
derdracht, huiselijk verkeer, geboorte, hu
welijk en sterven een beurt. Meer dan
eens worden we in de beschrijvingen ge
troffen door de overeenkomst van 't Ooster-
sche leven in dezen tijd en dat in de
dagen der Patriarchendat tastbaar bewijs
van de waarheid der H.Schrift dat we niet
behoeven, maar dat ons toch aangenaam
verrast, zoo menigmaal wij 't opmerken.
Over den schrijver, zijn en anderer ar
beid in 't H.Land hopen we binnen kort
in de gelegenheid te zijn, eens iets nieuws
te kunnen mededeelen. Immers, is er één
land, dat ons aller aandacht trekt, dan is
't Palestina, 't land waar de Heiland door
trok, leed en verheerlijkt werd en is er
iets in dat land, dat ons in 't bijzonder bel
lang inboezemt, dan is 't de zending al
daar de arbeid, om 't land Israëls te
brengen onder Israëls Koning. f
Eerst in de jongste weken waren wij
in de gelegenheid kennis te maken met het
veelbesproken en geprezen boek van dr.
Ribbing: „Sexueele Hygiëne en eenige
harer ethische consequenties". Yan de
vertaling dezer „drie lezingen" zag bij den
uitgever A. H. Adriani [te Leiden reeds
een vijfde druk het licht. "VVel een be
wijs dat de Lundsche professor en de Leid-
sche uitgever in eene leemte hebben voor
zien. En waarlijk op het gebied der
Sexueele Gezondheidsleer en het Sexueele
leven was aan een dergelijk boek behoefte.
Wij hebben steeds tevergeefs gezocht naar
eene beschrijving, in kiesehheid en reinheid,
in waarheid en openhartigheid, in nuch
terheid en objectiviteit aan den heiligen
ernst van het onderwerp beantwoordende.
Tot wij dit boek gelezen en wij gevonden
hadden hetgeen wij zochten.
Wat toch is het geval in onzen tijd?
Men krijgt over de zoo hoogst teedere zaak
van het geslachtsleven tweeërlei te lezen.
Het zijn óf walgelijke producten uit de
realistische school, met de naakte voorstel
ling waarbij de zonde geïdealiseerd, als
regel wordt aanbevolenóf wel het zijn
overdrevou opsommingen, brcede uitme
tingen over een enkele zonde onzer jeug
digen, en schrikaanjaging teneinde ze tot
de kwakzalvers en „vrienden der jeugd" te
drijven die geen liooger belang kennen
dan om eigen zak te spekken.
Hier is er een die het heiligdom van het
huwelijk binnengetreden, met .den vinger
op den mond u vriendelijk binnen wenkt
en op Huisterenden toon maar duidelijk u
alles aanwijst en uitlegt, wat uwe zondige
nieuwsgierigheid reeds lang op verboden
wijze had trachten uit te vorschen.
Hier is een schrij ver die u overreedt dat
gebroken moet worden met het stelsel van
preutsche verzwijging of geheimzinnige ver
draaiing, dat de hedendaagsche opvoeding
kenmerkt, maar niet minder met de onedele,
onreine taktiek om in romans en feuilletons
het dierlijke in den mensch als het ideaal
van het eeuwig menschelijke aan te prijzen.
Ouders die huwbare, of op trouwen staande
kinderen hebt, weest niet bevreesd hun dit
boek in handen te geven. Het bevat een
schat van leering voor hen, leering die ze
immers, ook zonder dat, zouden opdoen
maar niet in den kieschen vorm als hier
geschiedt.
Allen jonggehuwden moest dit boek wor
den meegegeven op den huwelij ksweg. Waar
de kerkeraden hun een Bijbel meegeven,
den gids door het leven, die hen ook leert,
dat zij bij de heilige schuchterheid in 't
bespreken dier dingen toch ook aan de
waarheid niet mogen te kort doen,
daar konden onze Christelijke Jongelings-
of Jongedochtersvereenigingen er misschien
voor zorgen als aandenken hun medeleden
een Ribbing Sexueele Hygiène te vereeren.
En die nog niet gehuwd zijn, nog slechts
verkeer hebben, gelijk men dit noemt, zij
kunnen uit deze bladzijden leeren hoe raen
„verkeeren" moet. De noodzakelijke huwe
lijken, ook in gereformeerde kringen, nemen
op onrustbarende wijze toe en wij schamen
ons als wij bemerken hoe men daar deze
zonde al lichter opneemt.
Gods Woord leert ons de rechte betrek
kingen in het huwelijk, als type van de
innige verhouding tusschen Christus en Zijne
Gemeente. Gods Woord is ook het richt
snoer voor den wandel buiten het huwelijk.
En als wij, gelijk hier, een medicus, geheel
buiten dezen leiddraad om, dezen geest van
reinheid en kuischheid onze jeugd zien
aanprijzen, dan rijst voor ons de hooge waarde
der Schrift te meer, maar hebben wij tevens
goeden paoed dat ook in kringen waar geen
Schriftgezag heerscht, dank zij de geheel
analoge gevolgtrekkingen van den Lund-
schen professor, dat Schriftgezag voor wat
de zedelijkheid aangaat, weer in eere
zal komen.
WEMELDINGE. Donderdag werd door
not. Prins in de herberg van Korstanje al
hier publiek geveild het woonhuis van C.
Yeerhoek. Kooper ad. f 430 plus de onkosten
de heer Joh. Burggraaf alhier.
-. MIDDELBURG Donderdag werden in de
rWergenoeging door not. Verhulst publiek
gereild 6 huizen te weten lo. en 3o. Gra
venstraat 199 en 291, Kooper voor f1550 en
f1600 dhr. J. Hubregtse. 2o. Gravenstraat
285. Kooper voor 11411 dhr J. Everse. 4o.
Lange Lombartstraat 73. Hoogste bod f 2272,
opgehouden. 5o. Korte Singelstraat. Hoogste
bod f 1976. Niet gegund. 60. Lange Lom
bardstraat 69a. Hoogste bod f1176, onver
kocht geoleven. 7o en 80. Een koetshuis,
paardenstal, erf en bouwl. Kooper voor
13685 dhr. P. de Kam. 9o. een huis Visch-
markt H 162. Kooper voor f 1380,75 dhr. D-
Klemkerk. lOo. Een pakhuis met boven
woning en erf Korte Giststraat A no 173.
Kooper voor f1102 dhr. C. Geensen. Allen
alhier
VLISSINGEN. Woensdag werd door not.
Bosch publiek geveild een huis. erf, plaats
en bleekveld 115 cA. Hoogste inschrijver dhr
P. A. van Beers voor f 2000. en kooper dhr
J. C. Harting voor f 2221 beiden aihier.
LAATSTE BERICHTEN.
Goes. De 12 jarige Bosdijk, die voor
eenigen tijd een paard met een mes in
de bil stak, en een offerbus lichtte
in de R. C. Kerk alhier, en deswege tot
gevangenisstraf was veroordeeld, is thans
door de Haagsohe rechtbank vrijgesproken
doch zijn opzending naar een verbeter
gesticht is gelast.
De gewijzigde motie Heldt werd heden
verdedigd door de heeren Pijnappel, Schaep
man en A. Mackaydaar nog enkele leden
aanmerking hadden dat de motie niet ver
genoeg ging, wijl er nog andere werklieden
zijn dan de in de motie genoemde, wijzigde
de heer Heldt de motie. Zij luidt nu aldus
De Kamer, vaa oordeel dat Verzekering
van het lot van oude werklieden door een
pensioenstelsel wensclielijk is, verzoekt de
regeering te doen onderzoeken op welke
grondslagen en op welke wijze cue verze
kering zal behooren te worden geregeld.
De minister had tegen de motie in dien
vorm geen bezwaar, en de heer Schaepman
trok zijn motie in.
De motie Heldt werd aangenomen met
62 tegen 5 stemmen. (Rutgers, Hintzen,
Bahlmann, v. d. Berch van Heemstede en A.
van Dedem).