„DE ZEEUW" BIJVOEGSEL School nieuw s. RECHTSZAKEN. Gemengde Berichten. Ingezonden Stukken. Afloop verkoopingen, enz. Tweede Kamer. VAN van Zaterdag 30 Maart. Dat de jeneverflesch in de eantines een hoofdrol speelt, had da Boodschapper be weerd, op grond van de onthullingen van sergeant Ore veling. Nu, 't moet toegegeven, het is wat hy perbolisch uitgedrukt. En de heer Holle- brands, adjudant-onderofficier te Den Helder mocht met recht daar tegen opkomen. Maai de cijfers die hij bijbracht voor zijn be weren, zijn toch nog in anderen zin wel sprekend. Er wordt, althans in de cantine te Den Helder, braaf gedronken. De inzender uit de Boodschapper deelt namelijk het volgende mede:3 Gedurende het boekjaar 1894 werd in de eantines der Veld- en Vesting Artillerie, al hier in garnizoen, ingekocht en verbruikt aan jenever van 46,1 a 46,2% voor 13039,08 a f0,78 per L. 4370 L. aan andere dranken voor i 424,95 a f 0,85 per L476 totaal 4946 L. of 5000 X 20 100,000 borrels. Deze hoeveelheid werd verbruikt door ge middeld 500 onderofficieren en minderen der veld-art- en 100 der vest.-art. Gemiddeld zijn hiervan 580 man 330 dagen en 20 man 150 dagen in de kazernes. Men verkrijgt dus580 X 330 20 X 150 194,400. 100.000 ruim een halve borrel per dag 194,400 6 en per man, ten ruwste berekend in het meerdere. Dit is dan nog bij een troepenmacht, die het zwaarst bezoldigd wordt en waarvan zeker 75 pCt. der minderen ramplacanien zijn en dus buiten hun soldij nog ander zak geld genieten. Bij de overige wapens is het drankverbruik zeor zeker dus nog minder dan gemiddeld een halve borrel per dag. Een halve borrel per dag per man is onzes inziens echter nog te veel. Vooral wanneer het portie der afschaffers en ge heelonthouders, der gestraften en zieken, der smokkelaars en uitloopers onder de overigen verdeeld wordt. En „nog minder dan een halve borrel per dag" is ook nog te veel. Het ware te wenschen dat èn het leger èn de maatschappij den sterken drank als vergif wilden weren. Coelman, die te Hilversum inbraak pleeg de en een kind vermoordde, was een dronk aard die met „nog minder dan een halve borrel per dag" begonnen was. De motie Heldt De tweede kamer behandelde gisteren de motie Heldt. In de motie werd afkeu- ng uitgesproken over het plan der Re- go ering om een lijfrentebank op te richten. Tegen deze afkeuring hadden verschil lende leden, schoon in beginsel voor de motie, wel eenig bezwaar. De omvang van de taak der pensioneering wettigde deZe afkeuring niet. Trouwens die omvang is ook door de vorige Regeering begrepenwant van haar is eigenlijk dat lijfrenteplan. Deze Re geering werkt slechts af wat het kabinet Tak in klad had gebracht. De heer Heldt heeft nu het persoonlijke deel uit zijne motie uitgelicht en daardoor de motie meer aannemelijk gemaakt. De heer Schaepman diende ook eene motie in, van dezelfde strekking doch in wat zoeter vorm. Een der beide moties heeft derhalve kans om te worden aange nomen. En de laatste het meest, dewijl de motie Heldt eene eenzijdig samengestelde co mmissie in 't leven zou roepen, bestaande all een uit voorstanders van het plan Heldt, terwijl de motie Schaepman vrijheid laat aan de Regeering om ook voorstanders van andere plannen te benoemen. De minister van buitenlandsche zaken waarschuwde tegen het opwekken van ver wachtingen die men ten slotte toch niet zal kunnen bevredigen. De motie Heldt stelde van 't verlangde de uitvoerbaarheid voorop zonderdat die uitvoerbaarheid vast- staat.Overstaatsbijdrage,verzekeringsdwang enz. zijn de gevoelens nog te zeer verdeeld. In dienzelfden zip had zich ook de heer Bouman, een liberale Takkiaau, reeds uitgesproken. Deze spreker herinnerde aan de looze toezeggingen van laatstgenoemden bewindsman in de openingsrede van '91. De minister scheen echter meer te voelen voor de motie Schaepman. Deze luidt aldus „De Kamer, van oordeel dat de vraag öf, en zoo ja op welke wijze en in welke mate van Staatswege in het lot van be daagde werklieden moet worden voorzien, eene bevredigende oplossing wenscht, noo- digt de Regeering uit te overwegen de benoeming eener staatscommissie, die ten taak zou hebben deze vraag te onderzoe ken, van haar onderzoek verslag uit te brengen en in verband met dat verslag voorstellen te doen". De heer Van Alphen heeft zich, mede namens zijne politieke vrienden, verklaard voor de minder fraaie, doch minder zwakke motie Heldt. Deze is nu van den navolgenden inhoud „De Kamer, van oordeel dat eene alue- Uieene voorziening van den ouden dag der Werklieden noodzakelijk is, noodigt de re geering uit eene Staatscommissie te benoe men om te onderzoeken op welke grond slagen en naar welke regelen eene alge- meene voorziening behoort te worden in gericht". Inmiddels kwam de heer Lely tegen de voorstelling van minister Roëli op, èn be tuigde dat het ministerie Tak slechts een begin had gemaakt met de vervulling der in '91 gedane beloften èn dat verscheidene onafgedane zaken door hetzelve nagelaten, dit kunnen bewijzen. Dit laat zich hooren. Maar ware mis schien beter gezwegen geweest door een man, wiens vrienden in en buiten het ka binet wij noemen slechts de namen van Tak, Smeenge en Goeman Borgesius in '91 het ministerie Mackay bij de kiezers hebben verdacht gemaakt als een nietsdoend ministerie niettegenstaande zij wisten dat er stapels werk met zeldzame werkzaam heid bijeengebracht op de voortvarende in- behandeling-neming door, de tweede kamer stonden te wachten. Laatstgenoemde zelfs had in eene meeting zonder gelegenheid tot debat te Goes in '93 nog den moed te spreken van de maagdelijke portefeuilles van "het ministerie Mackay; terwijl zoo pas een twintigtal wetsontwerpen van dat „nietsdoend" ministerie door deszelfs op volger waren ingetrokken De twee rijken. Zoo dikwijls men in mijn tegenwoordig heid den schatrijken Rothschild, Van der Bildt, Peabody of andere Croesussen prijst, die van hun onmetelijke inkomsten aanzien lijke sommen besteed hebben voor de op voeding van kinderen, verpleging van zie ken of tot stichting van asyls voor grijs aards, stem ik gaarne met dien lof in. Maar, terwijl ik zulks doe, kan ik niet nalaten, aan een arme boerenfamilie te denken, die een wees in hun ellendige hut hadden opgenomen. „Wanneer wij Kaatje opnemen," zeide de boerin, „dan is onze laatste stuiver er mede gemoeid en wij zullen niet meer zoo veel hebben om zout te koopen voor onze soep." „Welnu, dan zullen wij onze soep zonder zout eten," hernam haar man. Hoe oneindig ver staat Rothschild ach ter bij deze boeren Geref. Volksblad. Kerknieuws. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Stadskanaal ds. P. F. v. d. Berg te Zierikzee, vroeger te Stads kanaal te Dreischor dhr. E. J. W. Posthumus Meijes cand. te Amsterdam. Bedankt voor Stavenisse door Dr. C. J. Montijn te Chaam. Geslaagd op het examen voor surnume rair bij de posterijen 0. a. de h.h. J. Schreuders te Arnemuiden en M. de Ronde te Sir Jansland. Goes. Op het eindexamen der Burger Avondschool alhier zijn alle aoht de can- didaten geslaagd. (Een leerling der inrichting was ver hinderd, wijl hij aan zijn militieplicht moet voldoen). Geslaagd zijn W. F. J. van Riet, J. C. van der Peijl, F. W. Schneider, B. Molen A. den Boer, allen te Goes. C. J. van Blit- terswijk te Wilhelminadorp (Sas), D. [Hage te 's Heer Arendskerke en P. A. J. Moojen te Kloetinge. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Heden, Vrijdag,zijn veroordeeld wegens diefstal'. G. N. 43 j., werkman Goes, tot 14 d. en A. de M. 12 j., zonder be roep, Aardenburg, tot 7 d. gev. straf huisvredebreuk en beleediging van een ambtenaarJ. H. K., 25 j. onder wijzer, Middelburg, tot f 20 b. s. 10 d. h. huisvredebreub en uederspannigheidP. V., 27 j., arbeider, Kloetinge, tot 14 d. gev. strafen mishandelingP. V. voornoemd en B. V., 17 j., arbeider, Kloetinge de le tot 3 m. en de 2e tot 7 d., M. S., 20 j., schaapherder, Heinkenszand, tot 3 m., e n H. H. 21 j., smidsknecht, Ovezande, tot 14 d. gev. straf, en P. R. 28 j., arbeider, Goes, tot f 8 b. s. 8 d. h., en A. A. v. d. K., 20 j., schipper, J. H. H. 24 j., reiziger en P. v. d. W.. 25 j., schippers knecht, allen Goes, de le tot f 5 b. s. 5 d. h., en de 2e en 3e ieder tot f3 b. s. 3 d. h. Allen in de kosten. VrijgesprokenH. T., kapitein op de stoomboot „Oscar", zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, beklaagd van het verijdelen van handelingen door een ambtenaar. Op Vrijdag den 5 April 1895 zal voor de Arrondissements-Rechtbank te Middel burg behandeld worden de zaak tegen: L. de F. Pz., oud 32 jaren, landbouwer, geboren en wonende te Ter Neuzen, thans uit anderen hoofde gedetineerd in dc straf gevangenis te Goes, ter zake dat hij op 9 Januari 1895 in den namiddag zich heeft vervoegd ten huize vmi Jacob Pot in de Voorstad te Goes, aldaar in strijd met de waarheid heeft opgegeven genaamd te zijn Jan Dieleman, landbouwer in den Zeve- naarpolder te Ter Neuzen, heeft voorge geven te zijn gekomen om beesten te koopen en hem heeft gevraagd of hij ook namen van yerkoopers wist op te geven, en nadat Pot hem had te kennen gegeven dat er bij Pieter Verburg eene koe en bij Snoek een paard te koop was, zich in gezelschap van den zoon van Pot heeft begeven naar Verburg en aldaar eene koe heeft gekocht voor f200; op 12 Januari eerstkomende te le veren op de stoonfioot te Hocdekenskerke, daarop in gezelschap van Pot zeiven en diens zoon is gegaan naar Marinus Snoek en aldaar heeft gekocht een paard voor f 305, mede te leveren op 12 Jan.op de stoomboot te Hoedekenskerke, terwijl hij zich verbond beiden op 11 Januari te zullen betalen, door welke handelingen, die moesten dienen om vertrouwen in te boezemen, hij genoemden Pot met het oogmerk om zich wederrech telijk te bevoordeelen, heeft bewogen om hem ter leen te geven f2, voorgevende dat hij te weinig geld van huis had mede genomen om zijn logies te kunnen betalen, belovende het geld te zullen teruggeven op 11 Januari, wanneer ook de gekochte beesten zouden betaald worden, en dezen den volgenden dag met hetzelfde oogmerk weder heeft bewogen hem f 2 ter leen te geven, door in strijd met de waarheid op te geven, dat hij van plan was veranderd en niet meer naar huis ging, maar aan zijne vrouw had getelegrafeerd om hem het geld te sturen. In deze zaak zijn vanwege het openbaar Ministerie 4 getuigen gedagvaard. Hoedekenskerke. Door den storm van Zondag is alhier gestrand het tjalk schip „De vrouw Adriana", thuis behoo- rende te Borsele, bevaren door schipper Doorns, geladen met steen, bestemd voor Zierikzee. Het schip heeft een groot lek bekomen zoodat hei door de opvarenden moest ver laten worden, daar het bij hoogwater on der loopt. Woensdag is men overgegaan tot het uitlossen. Schip met inventaris was verzekerd. Men schrijft ons van het eiland Tolen De verhooging en verzwaring van de drie landdijken die den geinundeerden polder van Strijen insluiten en waaron der ook de beruchte Zuiddijk behoort is thans voltooid. In verband daarmede heeft het bestuur van het Waterschap Tholen den dam weggenomen, welke op de plaats, waar de straatweg van Tolen naar Poort vliet den grensdijk snijdt, was opgeworpen. Veiliger ware het geweest dezen dam te behouden, tot de doorbraak gedicht was, doch hij was voor 't verkeer zeer be lemmerend. Tengevolge van dit voltooide werk, zijn verscheiden ploegen polderwerkers ontsla gen; eerst als de dijkbreuk gedicht is, zal er in den polder zelf, door het graven van greppels en waterleidingen, het her stellen van wegen en het afgraven van zand van het bouw- en weiland, weder veel te doen zijn. Overgeplaatst bij het regiment grena diers en jagers de eerste luitenant kwar tiermeester C. Chivat van het korps tor- pedisten. Herbenoemd tot burgemeester van Fhilippine de heer J. B. Dhoogevan St. Jansteen dhr. C. Ysebaa. t; van Oostburg dhr. I. van Houte van 's Heer Abtskerke dhr. Z. D. v. d. Bilt la Motthe. Benoemd tot amanuensis aan de R. H. B. school te Middelburg dhr. J. M. Hooge- steger, thans in gelijke betrekking te Goes. Naar de Zoom meldt, zullen ook de. zen zomer de bataljons van het 3e reg- inf. uit Vlissingen en Middelburg, gedu rende 14 dagen te Bergen op Zoom wor den gekampeerd, teneinde gezamenlijk met de aldaar in garnizoen liggende troe pen, oefeningen op groote schaal te hou den. Middelburg. Den len April a. s. her denkt W. Bakker den dag waarop hij voor 25 jaar, werd benoemd tot bode bij het bestnur over de brand we er alhier. Genoemd bestuur is voornemens dien dag niet onop gemerkt te laten voorbijgaan. De Rechtbank te 's Gravenhage heeft tot 4 jaren gevangenisstraf veroor deeld den gep. kapitein die ten nadeele zijner bij hem inwonende schoonmoeder effecten had ontvreemd. De oud-Minister van Koloniën J. J. Hasselman is op 75-jarigen leeftijd te Tiel overleden. Met behulp van enkele gegevens kan men aldus het Nieuws een kleine berekening maken ten opzichte van de dy- namietramp van 19 Maart jl. Nemen wij eens aan, dat het in de lucht gevlogen schip een lading dynamiet inhad van minstens 20,000 kilo netto, dan zal, daar het soortelijk gewicht van dyna miet 1.6 is,door de ontploffing een luchtledige ruimte zijn ontstaan van (20.000 1.6) X 16 M3 200.000 M3met zulke cijfers onder de oogen behoeft 't dan niet meer te verwonderen, dat de schok en de knal door de ontploffing veroorzaakt, op zoo verren afstand zijn gehoord. Bij deze berekening is de expansie van dynamiet op 16.000 gesteld, dit zal wel te hoog zijn. Bij den landbouwer M. te Zeven- huizen is weder mond- en klauwzeer on der het rundvee gsconstateerd. Om het vuur in de kachel wat aan te wakkeren wierp een vrouw te Numans- dorp eenig bankpapier, ter waarde van f 85 in de vlammen. Het mensch lijdt aan ver standsverbijstering. Gisteren is gearresteerd en gevanke lijk naar Haarlem overgebracht een 21 jarige vleeschhouwer uit Haarlemermeer. De arrestatie moet in verband staan met den geheimziunigen dood van zijn broeder, die in het laatst der maand Janu ari dood in een schuur werd gevonden. -Een landbouwer te Thraenbeim heeft een schat govonden, dagteekenende uit het Merovingisclie en Carolingische tijdvak, bestaande uit ongeveer 25000 zilverstukjes, die nooit in omloop geweest schijnen te zijn. De Merovingisclie koningen hadden in dat gedeelte van den Elzas (te Mariën- heim) een kasteel en [eene aanmuntplaats van geld, zoodat deze ondekking niet van belang ontbloot is. Dronken ossen. Onlangs moesten te München eenïge ossen, voor een wagen gespannen, bier van een brouwerij naar het station rijden. Een tijdlang ging dat werkje langzaam maar zeker, doch op een gegeven oogenblik rolden de dieren tegen den grond en konden ,'niet jmeer opstaan. Een veearts constateerde dronkenschap. Het bleek, dat de ossen op het plein der brouwerij naast een bak versch bier had den gestaan en zich den inhoud wel hadden doen smaken. Het spreekwoord, dat de dieren in het drinken verstandiger zijn dan de menschen, is lus hier niet bewaarheid. De Duitsche Rijksdag koos met 181 van de 186 geldige stemmen en 105 Man co's, tot president den heer v. Buol van het Centrumtot len vice president Schmidt, vrijzinnige volkspartij, en tot 2en vice president Spatus, insgelijks van het Cen trum. Het bureau van den Rijksdag is dus nu geheel in handen der oppositie. Buiten verantwoordelijkheid der redactie. (Stakkeu worden in geen geval teruggezonden). Waarde Heer Redacteur Tot mijn verbazing want ik had er in het geheel niet aan gedacht las ik in uw voorlaatste nummer het bericht van mijn aanstaande 25-jarige dienstvervulling in de Ned. Herv. kerk hier te lande. Hoewel zeer verplicht door uwe vrien delijke belangstelling, wensch ik u toch te verzoeken aan uwe lezers bekend te willen maken, dat ik, ofschoon met groote dankbaarheid, het voorrecht erkennende dat God mij tot nu toe in zijn dienst heeft willen sparen, evenwel nadrukkelijk uit hoofde van gezondheid en andere voor de hand liggende redenen, ook omdat ik reeds in 1882 de 25-jarige gedachtenis van mijn predikantsbediening heb mogen vieren, aan allen en aan ieder dringend vraag hoege naamd geen notitie van dien dag te willen nemen, daar ik mij geheel aan alle open bare gedachtenisviering daarvan zal ont trekken. Hoogachtend, Uw dw. P. HUET. Leestafel. Het Leven der Bedouïnen, door G. Nijland, zendeling te Ramalah, (Palestina). Geheel ten voordeele der Palestina-Zending. Doetinchem. W. H. Zurichprijs f 0.30. Een goed geschreven boekje, in den toon dien 't volk gaarne hoort. Levendig schetst de heer Nijland, een ooggetuige, 'tgeheele doen en laten van de kinderen der woestijn. Achtereenvolgens krijgen hun Godsdienst, gedrag en zeden, herdersleven, taal, afkomst, geslacht, gezondheid, werkzaamheden, klee derdracht, huiselijk verkeer, geboorte, hu welijk en sterven een beurt. Meer dan eens worden we in de beschrijvingen ge troffen door de overeenkomst van 't Ooster- sche leven in dezen tijd en dat in de dagen der Patriarchendat tastbaar bewijs van de waarheid der H.Schrift dat we niet behoeven, maar dat ons toch aangenaam verrast, zoo menigmaal wij 't opmerken. Over den schrijver, zijn en anderer ar beid in 't H.Land hopen we binnen kort in de gelegenheid te zijn, eens iets nieuws te kunnen mededeelen. Immers, is er één land, dat ons aller aandacht trekt, dan is 't Palestina, 't land waar de Heiland door trok, leed en verheerlijkt werd en is er iets in dat land, dat ons in 't bijzonder bel lang inboezemt, dan is 't de zending al daar de arbeid, om 't land Israëls te brengen onder Israëls Koning. f Eerst in de jongste weken waren wij in de gelegenheid kennis te maken met het veelbesproken en geprezen boek van dr. Ribbing: „Sexueele Hygiëne en eenige harer ethische consequenties". Yan de vertaling dezer „drie lezingen" zag bij den uitgever A. H. Adriani [te Leiden reeds een vijfde druk het licht. "VVel een be wijs dat de Lundsche professor en de Leid- sche uitgever in eene leemte hebben voor zien. En waarlijk op het gebied der Sexueele Gezondheidsleer en het Sexueele leven was aan een dergelijk boek behoefte. Wij hebben steeds tevergeefs gezocht naar eene beschrijving, in kiesehheid en reinheid, in waarheid en openhartigheid, in nuch terheid en objectiviteit aan den heiligen ernst van het onderwerp beantwoordende. Tot wij dit boek gelezen en wij gevonden hadden hetgeen wij zochten. Wat toch is het geval in onzen tijd? Men krijgt over de zoo hoogst teedere zaak van het geslachtsleven tweeërlei te lezen. Het zijn óf walgelijke producten uit de realistische school, met de naakte voorstel ling waarbij de zonde geïdealiseerd, als regel wordt aanbevolenóf wel het zijn overdrevou opsommingen, brcede uitme tingen over een enkele zonde onzer jeug digen, en schrikaanjaging teneinde ze tot de kwakzalvers en „vrienden der jeugd" te drijven die geen liooger belang kennen dan om eigen zak te spekken. Hier is er een die het heiligdom van het huwelijk binnengetreden, met .den vinger op den mond u vriendelijk binnen wenkt en op Huisterenden toon maar duidelijk u alles aanwijst en uitlegt, wat uwe zondige nieuwsgierigheid reeds lang op verboden wijze had trachten uit te vorschen. Hier is een schrij ver die u overreedt dat gebroken moet worden met het stelsel van preutsche verzwijging of geheimzinnige ver draaiing, dat de hedendaagsche opvoeding kenmerkt, maar niet minder met de onedele, onreine taktiek om in romans en feuilletons het dierlijke in den mensch als het ideaal van het eeuwig menschelijke aan te prijzen. Ouders die huwbare, of op trouwen staande kinderen hebt, weest niet bevreesd hun dit boek in handen te geven. Het bevat een schat van leering voor hen, leering die ze immers, ook zonder dat, zouden opdoen maar niet in den kieschen vorm als hier geschiedt. Allen jonggehuwden moest dit boek wor den meegegeven op den huwelij ksweg. Waar de kerkeraden hun een Bijbel meegeven, den gids door het leven, die hen ook leert, dat zij bij de heilige schuchterheid in 't bespreken dier dingen toch ook aan de waarheid niet mogen te kort doen, daar konden onze Christelijke Jongelings- of Jongedochtersvereenigingen er misschien voor zorgen als aandenken hun medeleden een Ribbing Sexueele Hygiène te vereeren. En die nog niet gehuwd zijn, nog slechts verkeer hebben, gelijk men dit noemt, zij kunnen uit deze bladzijden leeren hoe raen „verkeeren" moet. De noodzakelijke huwe lijken, ook in gereformeerde kringen, nemen op onrustbarende wijze toe en wij schamen ons als wij bemerken hoe men daar deze zonde al lichter opneemt. Gods Woord leert ons de rechte betrek kingen in het huwelijk, als type van de innige verhouding tusschen Christus en Zijne Gemeente. Gods Woord is ook het richt snoer voor den wandel buiten het huwelijk. En als wij, gelijk hier, een medicus, geheel buiten dezen leiddraad om, dezen geest van reinheid en kuischheid onze jeugd zien aanprijzen, dan rijst voor ons de hooge waarde der Schrift te meer, maar hebben wij tevens goeden paoed dat ook in kringen waar geen Schriftgezag heerscht, dank zij de geheel analoge gevolgtrekkingen van den Lund- schen professor, dat Schriftgezag voor wat de zedelijkheid aangaat, weer in eere zal komen. WEMELDINGE. Donderdag werd door not. Prins in de herberg van Korstanje al hier publiek geveild het woonhuis van C. Yeerhoek. Kooper ad. f 430 plus de onkosten de heer Joh. Burggraaf alhier. -. MIDDELBURG Donderdag werden in de rWergenoeging door not. Verhulst publiek gereild 6 huizen te weten lo. en 3o. Gra venstraat 199 en 291, Kooper voor f1550 en f1600 dhr. J. Hubregtse. 2o. Gravenstraat 285. Kooper voor 11411 dhr J. Everse. 4o. Lange Lombartstraat 73. Hoogste bod f 2272, opgehouden. 5o. Korte Singelstraat. Hoogste bod f 1976. Niet gegund. 60. Lange Lom bardstraat 69a. Hoogste bod f1176, onver kocht geoleven. 7o en 80. Een koetshuis, paardenstal, erf en bouwl. Kooper voor 13685 dhr. P. de Kam. 9o. een huis Visch- markt H 162. Kooper voor f 1380,75 dhr. D- Klemkerk. lOo. Een pakhuis met boven woning en erf Korte Giststraat A no 173. Kooper voor f1102 dhr. C. Geensen. Allen alhier VLISSINGEN. Woensdag werd door not. Bosch publiek geveild een huis. erf, plaats en bleekveld 115 cA. Hoogste inschrijver dhr P. A. van Beers voor f 2000. en kooper dhr J. C. Harting voor f 2221 beiden aihier. LAATSTE BERICHTEN. Goes. De 12 jarige Bosdijk, die voor eenigen tijd een paard met een mes in de bil stak, en een offerbus lichtte in de R. C. Kerk alhier, en deswege tot gevangenisstraf was veroordeeld, is thans door de Haagsohe rechtbank vrijgesproken doch zijn opzending naar een verbeter gesticht is gelast. De gewijzigde motie Heldt werd heden verdedigd door de heeren Pijnappel, Schaep man en A. Mackaydaar nog enkele leden aanmerking hadden dat de motie niet ver genoeg ging, wijl er nog andere werklieden zijn dan de in de motie genoemde, wijzigde de heer Heldt de motie. Zij luidt nu aldus De Kamer, vaa oordeel dat Verzekering van het lot van oude werklieden door een pensioenstelsel wensclielijk is, verzoekt de regeering te doen onderzoeken op welke grondslagen en op welke wijze cue verze kering zal behooren te worden geregeld. De minister had tegen de motie in dien vorm geen bezwaar, en de heer Schaepman trok zijn motie in. De motie Heldt werd aangenomen met 62 tegen 5 stemmen. (Rutgers, Hintzen, Bahlmann, v. d. Berch van Heemstede en A. van Dedem).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 5