1
1
i
Kerknieuws.
School nieuw s.
Gemengde Berichten.
OverJ
krijgsmacht zijn. Werd deze macht ver
nietigd, dan konden wij ook niets meer
doen
Ned. Herv. Kerk,
Beroepen te Ovezande en Driewegen ds.
L. Ingelse te Wilhelminadorp te Stave-
nisse dr. C. J. Montijn te Chaam.
Mejuffrouw S. A. Visser Pd. te Koude-
kerke is benoemd tot onderwijzeres aan
de bijzondere School te Heemstede en hoopt
1 Mei a. in functiete treden.
Na afgelegd examen zijn 6 van de
7 candidaten toegelaten tot de chr. normaal
lessen te Middelburg, directeur de heer
Breebaart. Het zijn de vroawelijke candi-
daat L. Baart, en de mannelijke A. de Kam,
W. de liegt en C. N. Nobels, allen uit
Vlissingen en 2 candidaten uit Middelburg.
Geslaagd te Breda voor de acte nuttige
handwerken de dames A. J. Eerdmans en
J. Muller te IersekeF. G. Geertsema
Beckeringh te Colijnsplaat, J. J. Pleune
te 'sHeer Arendskerke, D. J. Beenen te
Zijpe, J. de Groot en L. v. d. Weele te
Scherpenisse en T. van As. te Oud-vosmeer,
A. P. Loois en G. W. Bot te Vlissingen.
Goes. A.s. Zaterdag 16 Maart hoopt dhr
N. Hendrikse alhier zijn 25-jarige dienst
vervulling als besteller ten postkantore in
deze gemeente, te herdenken. Hij is in
een tijdperk van minstens zestig jaren de
eerste wien dit zeldzame voorrecht te
beurt valt. Reeds in October '68 deed
Hendrikse dienst als postbode op 's Graven
polder en Hoedekenskerke in aansluiting
op de Ter Neuzensche boot. Daarbij was
hem de besteldienst te Hoedekenskerke opge
dragen, welke dienst opgeheven werd door
de benoeming van een brievengaarder, dbn
heer Stoel, thans te Heinkenszand.
Als postbode was Hendrikse in functie
tot 1 Maart 1870, en 16 Maart 1870 ontving
hij zijne definitieve aanstelling als bestel
ler, onder directmir Meijlink. Toen ter
tijde waren er twee bestellers, thans zijn
er zes, en toch zijn de werkzaamheden
xoor elk meerder en zwaarder dan toen
Hendrikse zijn loopbaan bij de posterijen
begon. Het Goesohe publiek heeft te veel
plezier van de Goesche bestellers en in
zonderheid van dezen ijverigen, bescheiden
beambte, dan dat het van zijn aanstaande
jubilé niet met belangstelling zal willen
kennis nemen. En met dit doel hebben
wij 't dan ook in de krant gezet.
Goes. „De ontwikkeling der Chr.
Jongelingschap" was het onderwerp eener
toespraak met welke jl. vrijdagavond in het
kerkgebouw der gereformeerde gemeente, na
mens de Gereformeerde Jongelingsvereen.
Openb. 3:116, de heer ds. I. Contant van
Biezelinge voor een veertigtal toehoorders
optrad.
De geachte redenaar behandelde achter
eenvolgens den grond waarop, den maatstaf
waarnaar en het doel waartoe de Christeljj ke
Jongelingschap moet woaden ontwikkeld.
Hij gaf eerst eene definitie van „ontwikke
ling" en gebruikte daarbij het beeld van
den bloembol, waarin alle deelen der bloem
besloten liggen, totdat eindelijk de kelk te
voorschijn treedt en de overige deelen
waaruit de bloem bestaat zich ontwikkelen.
Ook de Chr. Jongelingschap is iets wat niet
wordt gezien en toch aan 't licht moet tre
den. In haar is aanwezig iets waarachtig
menschelijks, iets uit God, iets ongeziens
dat tot ontwikkeling moet geleid. De Chris
telijke Jongelingschap staat tot Christus niet
in betrekking als gedoopte heidenen. Spr.
werpt deze onbestaanbare benaming verre
van zich al is 't waar dat velen slechts
in de bevolkingsregisters als christenen be
kend staan, heidenen zijn zij niet.
Zij zijn met ons en onze vaderen uit
het heidendom uitgetrokken; en nu zijn
de kinderen der gemeente naar de Heilige
Schrift wedergeborenen. Wedergeborenen
niet uit water en geest, noch door Christus'
opsianding, noch door den doop, maar door
het woord der waarheid, gelijk de Schrift
zegt. Of zij nu wedergeboren zijn naar een
der andere opvattingen of naar de meening
der ouderen, niemand heeft het recht dit
te vragen, wel en alleen op welk stand
punt wij de Jongelingschap te plaatsen
hebben.
Die ontwikkeling geschiedt alleen naar
den maatstaf van Gods Woerd. Geen en
kele menschelijke methode deugt. Alleen
dn Goddelijke is echt en slaagt. Daarbij
moeten bij belsche personen als ideaal wor
den voorgesteld en dan die personen liefst
in hunne jeugd Jozef, Mozes, David, Jo
nathan, Daniël, Johannes de Dooper, Jo
hannes, Paulus, Timotheus, Apollos, en
uit onze eigen geschiedenis De Ruijter.
Het is onmogelijk copie te zijn van deze
heldendech wat in de grooten zit moet
ook ook in de kleintjes aanwezig zijn.
De Chr. Jongelingschap moet geplant
worden op het terrein der gemeente Gods,
en zich ontwikkelen overeenkomstig het in
haar aanwezige leven.
Zij zal niet ontwikkelen in den moe-
rassigen bodem buiten het terrein der ge
meente. Zij heeft daar slechts een schijn-
ontwikkeling, een vertoon van blad en
bloem, doch zonder vrucht en gedoemd tot
sterven. Dit schijnt kerkistisch, doch 't is
sprekers ervaring. Verder heeft zij noodig
goede lucht en goede spijze, de reine lucht
van Gods Woord en Geest en de zachte
spijze, naar den regel dat aan de moederborst
het wicht het best ontwikkelt. Voorts geen
behandeling uit de hoogte, doch ook geen
stellen op de hoogte. Spr. verfoeit het
exegetisme en isagogisine van chr. jonge
lingen die zich plaatsen boven in plaats
van onder Gods Woord.
In één woord de christelijke jongeling
schap moet worden opgevoed. Opgevoed
tot het groote doel: de eere Gods en het
behoud der gemeente. Onze Chr. jongeling
schap zijn onze toekomstige opzieners, gelijk
wij eens waren de hoop van het voorge
slacht. Maar ook de volmaking van Gods
Koninkrijk is het doel want er is ook eene
gemeente van Jezus Christus aan de overzijde
van het graf. Spreker wekte de gemeente
op tot veel gebed voor de Chr. Jongeling
schap. Na dankzegging en het zingen van
psalm 256 ging de gemeente wel voldaan
en gesticht huiswaarts. Doch wij kunnen
niet nalaten onzen spijt te kennen te geven,
dat zoo weinigen toonden belang te stellen
in dit woord van dezen zoo hoogst bekwamen
practischen spreker. Zonderen wij toch het
zevental leden der gereformeerde jongelings-
vereeniging, met hunne familiebetrekkingen
met die van den spreker en van den eere
voorzitter den koster, den organist en den
verslaggever uit, dan rest ongeveer een
zestiental groote en kleine belangstellenden,
voor welke de spreker zijn tijd en gaven
leenen kwam. Wij hebben het reeds meer
malen gezegd, ook toen „Ken den Heere"
nog zijne lezing- en preekavonden orga
niseerde, wij zien niet in dat zulks op den
weg der chr. jongelingschap ligt; maar als
zich een spreker van elders belangeloos
voor de zaak der Chr. Jongelingsvereeni-
gingen komt beschikbaar stellen, dan voegt
de gemeente een dankbaar gebruik' te maken
van de gelegenheid om iets goeds te hooren.
Goes. Heden werd in de strafzaak te
gen P. v. 't W. te Borssele, verdacht van
jacktovertreding, P. S., boerenarbeider
te Borssele, verdacht van meineed, in arrest
genomen en overgebracht naar Middelburg
en ter beschikking van den officier van
justitie aldaar gesteld.
Ierseke. Vrijdagavond deed de kolen-
bond „Voordeel" aan hare leden verslag
benevens rekening over het jaar 1891. In
dat jaar waren aangekocht 4 schepen kolen
te zamen 330 kar, de totale ontvangsten
waren f 3492,89, de uitgaven f 3443.89.
Het ledental bedraagt 170. Tot Vice-
Voorzitter werd gekozen dhr. Abr. de Jonge.
Het voorstel van den voorz. om het
salaris van den Secr.-Penningm. met f 25
te verhoogen werd met 20 tegen 19 stem
men verworpen.
Ierseke- Vrijdagnacht half een werden
de bewoners van de kom der gemeente
verschrikt door de brandsignalen. Een
oude zeer groote schuur, een gedenkstuk
van gevallen grootheid, die thans aan ver
schillende personen, in kleine gedeelten-
werd verhuurd, en waarin verschillende
goederen, waaronder levende have, o. a. 3
paarden van C. Verboom, 1 varken, 1 geit,
van arheiders, aanwezig waren, bleek in
brand te staan. De schuur brandde geheel
af en alle levende have kwam in de
vlammen om.
Spoedig vatte ook de aangrenzende schuur
van C. Klaasse vlam waarin ook verschil
lende koetsiersbenoodigheden, waaronder
3 flinke rijtuigen en een groote hoeveel
heid hooi enz., geborgen waren. Met groote
moeite bleef zijn logement gespaard. Veel
is verbrand en beschadigd. Oorzaak on
bekend.
Te Wemeldinge is dezer dagen
een 78 jarige weduwe van een trap ge
vallen en Zaterdag aan de gevolgen over
leden.
H. M. de Koningin-Regentes heeft
aan N. de Mul te Wemeldinge f20
gegeven als toelage voor het bouwen eener
woning.
Men schrijft ons van het eiland Tolen
Hoewel de werkzaamheden in den over
stroomden polder van Strijen in het begin
der vorige week hervat zijn, zoo heeft men
er toch geen groote vorderingen kunnen
maken, de werken tot verhooging en ver
zwaring van den Zuiddijk n. 1. heeft men
door de opnieuw ingevallen vorst Woens
dag weder moeten staken, daar de bij het
hervatten van het werk nog niet geheel
doordooide grond na twee dagen weer
ijzerhard was. Dc dichting van de dijk
breuk is onafgebroken voortgezet, doch niet
met de gewenschte kracht, daar vele mate
rialen, die uit Holland moeten komen,
tengevolge van de bevroren rivieren, van
daar nog niet vervoerd kunnen worden.
Ook is het gebieken dat de baggermachi
nes, die in de veenachtige gronden van
Holland zoo doelmatig zijn, in Zeeland
minder goede diensten kunnen bewijzen,
daar de diepe grondlagen evenals de hoo-
gere uit zeer vaste aardsoorten bestaan ten
gevolge waarvan de machine te Strijen
nauwelijks half zooveel grond per dag
verwerkt als in gewone omstandigheden.
Naar men verneemt bestaat dan ook het
plan, om zoodra de rivieren bevaarbaar zijn
uit Holland een tweede machine te laten
komen. De aardewerken tot verhooging
van den Oliphantsdijk konden Vrijdag
worden voltooid.
Schoondijke. Met ingang van 1
April a. s. is benoemd tot postbode voor
de gedeeltelijke bestelling te Schoondijke
A. Fortrie te Cadzand.
Middelburg. Naar wij vernemen
heeft de heer F. G. Sprenger, aan H. M.
de Koningin eervol ontslag aangevraagd
als Luitenant Kolonel Kommandant der
d. d. Schutterij alhier.
Kats. Bij de verkiezing voor een lid
van den gemeenteraad, vacature J. Kuiler,
werden Vrijdag uitgebracht 36 geldige
stemmen. Hiervan bekwamen de heeren
E. C. Priester 9, J. P. de Kam 8, A. van
Asperen Vervenne en Joh. Heiboer ieder
6, WR. v. d. Brink 2 stemmenen
M. Meulenberg Az., A. J. Louwers, P.
Taselaar Jz., H. Visser en J. de Fouw,
elk 1 stem; zoodat er herstemming moet
plaats hebben tusschen E. C. Priester en
J. P. de Kam.
's-Heer Arendskerke. De landbou
wer M. v. Damme onder deze gemeente kan
in 't vervolg goed in de biggen komen, daar
hij niet minder dan 8 draehtige zeugen
hoeft. Vele andere landbouwers hebben er
4 of 5. Het is dus ook geen wonder dat
zulke lage prijzen voor de varkens worden
besteed.
's Heer Abtskerke. Door den arts
dr. Bolle te Middelburg is het met behulp
van een magneet gelukt de naald uit de
keel van de vrouw van G. de V. te ver
wijderen, die echter dwars in de keel zat.
Bij beschikking van den minister van
waterstaat, handel en nij verheid is de heer
J. Zoeter benoemd tot buitengewoon op
zichter bij de werken van het kanaal van
Ter-Neuzen.
Het nieuwe stoomschip, dat voor de
maatschappij Nederland door de kon. maat
schappij De Schelde wordt gebouwd (type
Koningin Regenteszal, naar wij vernemen,
den naam voeren van Koningin Wilhelmina.
De commies der Se klasse bij de tele
grafie C. J. Waeijhart is van Breda naar
Vlissingen overgeplaatst.
Te Sommelsdijk is in den nacht
van Maandag op Dinsdag bij den heer Van
Bijlevelt, landbouwconsnlent, door het uit
snijden van eene ruit een ongewone toe
gang tot een der kamers geopend en f200
aan bankpapier ontvreemd.
Het ijsvermaak heeft voor een ar
beidersgezin te Exloërmond .thans nog
een treurigen nasleep gehad. De arbeider
Smalbil n.l. weken geleden, Jhet ongeluk
met een ander schaatsenrijder in botsing te
komen. Hij bezeerde zich daarbij ernstig
aan een der beenen, werd bedlegerig, leed
af en toe aan wondkoortsen en is thans,
na veel geleden te hebben, bezweken.
Te Elburg bestaat hetz.g. „Feyten-
hof", een rij ke stichting, waarvan het doel
ishuisvesting en levensonderhoud te ver-
leenen aan bejaarde lieden. Gelijk de
stichter bij uitersten wil bepaalde, werden
tot voor korten tijd daarin alle oude lieden
opgenomen, die Gereformeerd waren. Zoo
vond ook het bejaarde echtpaar J. W.
Docter en Neeltje Schuit dat dezer dagen
zijn gouden huwelijksfeest vierde in
die stichting een plaats, beiden waren
leden-der öer. Kerk-A. en 's Zondags gin
gen zij daar stoeds ter kerke.
Sedert Mei 1893 kwam volgens een
schrijven in de Roeper vooral door
toedoen van ds. G. Van Dorsen, Hervormd
predikant te Elburg, iaarin verandering.
Allen, die in het gesticht waren opge
nomen, moesten onvoorwaardelijk des Zon
dags naar de Herv. Kerk. Verboden werd,
bij de Gereformeerden ter kerke te gaan,
op verbeurte van alle eten en drinken.
Deze oude lieden, trouw aan hun be
ginsel, hebben jzich door die bedreiging
niet laten weerhouden, om op den Sabbat
samen te komen.
Van stonden aan is de straf ingetreden.
Van Mei 1893 tot op dezen dag worden
alle levensbehoeften hun onthouden, en
moeten de familieleden en vrienden hulp
bieden, opdat zij niet van honger sterven.
Dat gebeurt op last van een college van
provisoren, waarin mannen zitten als de
reeds genoemde ds. Yan Dorsen, Ds. Vonk
te Oldebroek en anderen.
Is zulk een behandeling niet door en
door hardvochtig, ja onrechtvaardig? vraagt
de Roeper.
Door eiken oogst verliest de grond
veel plantenvoedende stoffen, maar ook door
uitlooging van den groDd gaat veel ver
loren wat den planten had kunnen dienen.
Van de kali gaat op deze wijze niet veel
weg en van het phosphorzuur nog minder,
maar het verlies aan kalk is beduidend,
gelijk tal van proeven bewezen hebben.
Dat weggaan van de kalk naar den onder
grond is o. a. oorzaak van te kleine oogsten
en waarschijnlijk van „klavermoede",
„erwtenmoede" etc.
De vlinderbloemige gewassen houden van
kalk en waar ze die niet vinden laten ze
zich in hun groei onbetuigd en zullen de
aan hun wortels zoo zeer gewenschte knob
beltjes tot een bescheiden minimum beperkt
blijven.
Blijkens mededeeling van den Neder-
landschen gezant te Brussel, is thans de
invoer in België van schapen uit geheel
Nederland toegestaan, wanneer zij bestemd
zijn voor de slachthuizen van Brussel,
Cureghem, Anderlecht, Antwerpen, Gent,
Luik en Brugge.
De invoer zal uitsluitend per spoorweg
mogen geschieden langs de kantoren Esschen
(station), Visé (station), Hamont (station)
Selzate (station) en het hulpkantoor West-
capelle, zonder overlading tusschen het
kantoor van invoer en de stad van be
stemming.
Naar „De Telegraaf" meldt zal wel
dra een ontwerp (van wet tot instelling
van Kamers van Arbeid, het departement
van justitie verlaten. Men schijnt bij de
samenstelling van dit ontwerp de Belgische
wet tot voorbeeld te hebben gekozen. Het
ontwerp is verdeeld in zeven paragrafen,
die achtereenvolgens behandelen1. De
samenstelling en werkkring. 2. De ledeD.
3. De kiezers. 4. De afdeelingen. 5. Het
bestuur der Kamers. 6. Ds geschillen. 7.
De vergaderingen der Kamers en der af
deelingen terwijl algemeene bepalingen
het ontwerp, |dat uit ruim 40 artikelen
bestaat, besluiten.
Op het verzoek van den 2e luit.
J. J. Hocke, van het le reg. vest-art. te
Utrecht, om deel te nemen aan de expeditie
tegen Madagascar, is afwijzend beschikt,
daar de Fransche regeering geene vreemde
officieren daarbij toelaat.
-- De Ass. Ct. schrijft
Het blijkt nader, dat werkelijk iemand
gedurende een geruim tijdverloop vele
nachten in de door hem gemaakte slaap
plaats in het Stadsbosch heeft doorgebracht.
Deze persoon, die goed bekend staat, maar
te eergierig is om te bedelen, is eenigen
tijd aan den kazernebouw werkzaam ge-
weeet, maar was dezen winter zonder werk.
Hij was des daags meermalen aan te
treffen in de wachtkamer 3e klasse in het
station te Assen, waar hij een plaatsje in
nam bij de kachel.
Te Stevensweerd ligt een jon-
gedochter sinds zeg weken sprakeloos en
met gesloten oogen te bed. Zij gebruikt
niets dan een weinig water.
107 sollicitanten dingen naar de be
trekking van vader en moeder in het groot
Burgerweeshuis te 's Gravenhage, onder
welke onderwijzers met hoofdakte en 3 taai
akten en gepensioneerd Oost-Indische ambte
naren,
Iemand te Borger veranderde in
een postspaarbankboekje, dat hij te Gro
ningen genomen had, het bedrag van zijn
tegoed van f 1 in f 800 en trachtte toen
daarop levering te krijgen voor omstreeks
f 300 bij een winkelier te Assen. De post
ambtenaar, die door der. winkelier geraad
pleegd werd of het raadzaam was, het boekje
als onderpand te aanvaarden, kreeg arg
waan en informeerde telegrafisch te Gro
ningen. Het bedrog werd nu ontdekt en
de bedrieger naar de gevangenis te Assen
overgebracht.
Eerst nog eens gauw getrouwd
Onder de lotelingen uit Beilen, die
Woensdagmorgen op reis gingen, om aan
hun militieplichten te voldoen, was er
een, die nog denzelfden morgen om half-
zes in de'.i echt was vereenigd met het
meisje zijner keuze. Aan het gemeentehuis
nam hij afscheid van zijne echtgenoote,
om reeds per eersten trein zijne bestem
ming te volgen
Een zeldzaam kunstgenot. Lord Pen-
dington, die wegens zijne groote excen
triciteit bekend was, kwam eens bij een
der grootste snuifdoosfabrikanten te Nantes.
„Ik zou gaarne een snuifdoos willen
hebben," sprak hij, „waarop mijn kasteel
staat afgebeeld."
„Dat is gemakkelijk genoeg," gaf de
fabrikant ten antwoord, „uwe lordschap
behoeft mij slechts de teekening van uw
kasteel te geven".
„Ja, maar aan de slotpoort moet een
hondenhok met een hond staan".
„Dat zal ook niet lastig gaan".
„Ja, maar, zoodra men naar den hond
kijkt, moet hij in zijn hok kruipen en
daar pas weer uitkomen, als men hem niet
meer aanziet. Kunt u dat gedaan krijgen?"
De fabrikant wierp zijn bezoeker een
blik toe, alsof hij dacht, dat zijn door
luchtige klant hem voor den gek hield.
Maar toen hij zag, dat dit niet het geval
was, gaf hij haastig ten antwoord: „Dat
is heel moeilijk dan zal de doos nog
al duur komen".
„Dat kan mij niet schelen".
„Drieduizend francs".
„Goed, drieduizend francs".
„Over een maand zal ik de eer hebben
u de doos te brengen".
„Daar reken in stellig op".
Na verloop van een maand maakt de
fabrikant zijn opwachting bij lord Pen-
dington. „Mylord, hier is de doos".
De lord neemt het kleinood aan en be
ziet het nauwkeurig. „Juist," zegt hij,
„hier is mijn kasteel met de torens, hier
is het hondenhok, maar waar is de hond".
„Heeft uw lordschap niet bevolen, dat
de hond in zyn hok zal gaan, zoodra men
hem aankijkt?"
„Ja zeker!"
„En dat hij pas weer te voorschijn zal
komen, als men niet meer naar hem
kijkt".
„Ja zeker
„Welnu, u hebt naar den hond gekeken
en het dier is terstond in zijn hok ge
kropen. Als u de doos in uw zak steekt
komt de hond weer uit zyn hok".
De Lord denkt een oogenblik na en
zegt dan: „Juist, precies." Hij steekt de
doos in zijn zak, neemt uit zijn porte
feuille drie banknoten, elk van duizend
francs en overhandigde die met een woord
van dankbetuiging aan den handigen snuif
doosfabrikant.
De markies .Berardi, te Rome, die
als voorzitter van den provincialen raad
eiken dag het krangzinnigen-gesticht be
zoekt ten einde de verbouwing in oogen-
schouw te nemen, welke daar geschiedt,
werd Zaterdag in den tuin waar men aan
het werk was, aangevallen door een der
krankzinnigen, die met een hamer gewapend
was. De markies werd zoo ernstig aan het
hoofd gewond, dat hij reeds den volgenden
dag overleed.
Hoe men bij zijn tijd ten achter kan
zijn. Koning Humbert van Italië had, toen
hij onlangs op de ja^it was, een eigenaar
dige ontmoeting. Hoog boven het geberg
te, op een schier onbegaanbaar pad, trof hij
een ouden gebrekkigen man aan, die, leu
nende op zijn krukje, met moeite een
bundeltje rijs voortsleepte.
„Woont gij hierboven?" vroeg de ko
ning.
„Inde gindsche hut," was het antwoord.
„En kan ik een slokje melk bij u krij
gen
„Dat zou ik wel denken, mijnheer
In de hut gekomen wierp de man zyn
vrachtje neer en haalde aanstonds een
schaal met melk voor zijn gast.
„Dat smaakt u, zeide hij. Zyt gij mis
schien een van die heeren, die beneden
jagen
„Ja dat ben ik," zeide de koning,
„En wie zijt ge dan
„De koning", goede vriend.
Toen nam de oude hem de schaal uit
de hand. „Ga heen zeide hij, „het staat
u niet mooi, dat gij mij voor den gek
wilt houden. Mijn koning ken ik beter.
Ik heb zelf onder hem gevochten."
„En wie is uw koning dan vroeg
koning Humbert.
„Die daaren de oude haalde een me
daille met de beeltenis van Victor Ema
nuel te voorschijn.
„Maar weet ge dan niet, dat die allang,
heel lang dood is."
„Dood riep de oude en greep be
vend den koning bij de hand. „Werkelijk
dood, spelt ge mij niets op den mouw?"
"Kijk zelf," zeide de koning, en hij
haalde een vijf francstuk te voorschijn,
dat zijne beeltenis droeg.
De oude man ging in diepe verslagen
heid zitten en snikte. Hij is dus dood,
werkelijk dood, mijn lieve, goede koning.
"Nooit," zoo verhaalde koning Humbert
verder, „was ik meer getroffen dan door
de smart van dien man, voor wien de
gebeurtenissen der wereld spoorloos voor
bijgegaan waren en die nog leefde in een
lang vervlogen tijd."
Wegens diefstal werd dezer degen
te Hamburg de arbeider Carl Wendz ge
vangen genomen en naar de gevangenis ge
bracht. Daar trof hij een lotgenoot aan,
wien hij voorstelde, om wanneer zij voor
moesten komen van rol te verwisselen.
Deze persoon Halleman genaamd was
hiervoor wel te vinden en zij verkneukel
den zich bij voorbaat in de pret, die zij
van hun grap konden hebben. Toen Hal-
lemann nu voor den rechter moest komen,
trad Wendz voor en werd in de zaak van
zijn lotgenoot door den rechter op de be-
bekende wijze ondervraagd. Hij had zich
van de feiten vooraf goed op de hoogte
gesteld.
De rechter vond hem niet schuldig en
sprak hem vrij met last tot onmiddellijke
invrijheidstelling.
Natuurlijk was Wendz hierover in z'n
schik en ging naar huis. Toen de eigen
lijke Halleman nu voorden rechter kwam
en uit den loop der gesprekken merkte,
dat de rolverwisseling voor hem gevaarlijk
kon worden, vertelde hij wat er had plaats
gehad. Met deze verklaring echter kwam
hij niets verder, want de rechters begon
nen eenvoudig te lachen, en wisten dat de
gevaarlijke Wendz gaarne een verkeerden
naam opgaf. Toen de „onschuldige" Halle
man dit htorde, werd hij over den loop
der zaak woedend en hij werd razend, toen
men voortging aan zijn verklaringen geen
geloof te hechten.
Eindelijk helderde zich de kwestie op,
maar het was nu te laat om den waren
sehuldige te pakken. Halleman is nu nog
in de gevangenis, daar hij zich over de
rolverwisseling nog te verantwoorden heeft.
Een prettige ontdekking werd onlangs
te Belem in Mexico gemaakt. Het bleek,
dat de 3000 bewoners der staatstgevange-
nis een langen tunnel gemaakt hadden, die
onder alle afdeelingen der gevangenis door
liep, een gansche rij van meters dikke
fondamenten van zandsteen doorborende
en zoo naar de straat voerende. Sedert
tien jaar waren de gevangenen met hun
werk bezig, dat binnen enkele weken
klaar zou zijn geweest.
De champagnedocter. Een bijzonder
soort docter heeft zich te Metzeral in den
Elzas binnen korten tijd een grootenj naam
gemaakt. Eerst in Augustus van het vori
ge jaar berichtte hij het geëerde publiek
dat hij zich als geneesheer had gevestigd
en nam zijn intrek in het huis van zijn
voorganger. De advertentie was weliswaar
niet onderteekend, maar ook zonder dat
was de nieuwe dokter spoedig bekend. Hij
deed zich ras als een groot weldoener der
armen kennen, den onbemiddelden zieken
deed hij onbaatzuchtig vleesch en andere
versterkende middelen toekomen en zelfs
de kinderen vergat hij niet. Zijne welda
den overtreffen iedere beschrijving, zelfs
de kellners in zijn hotel tracteerde hij op
champagne. Natuurlijk deed hij zich zelf
ook te goed. Zijn lievelingsdrank was
champagne, hij reed in een prachtige equi
page, de koetsier prijkte in een prachtige
liverei en't schitterende paardentuig werd
bijna dagelijks door iets nieuws vervangen.
Hij werd spoedig een sieraad van het casino
der stad Munster, welks leden hij stormen
derhand voor zich innam. Eindelijk, om
niets aan het ideaal-mensch te doen ont
breken, was hij ook een beslist patriot,
want op 's keizers verjaardag nam hij
deel aan twee feestmaaltijden, een in
Metzeral en een te Munsterhij ver-
schqpn daarbij in uniform van assistent-arts
en liet
ter eer|
vereerd
uitneodl
den va
hem
denlij k|
baat oii
Zondagl
schiedel
seling i
was hij I
veer 80|
waaroncf
vleesch ,1
Het ontf
licht, d|
vierde
weest
Cloes
een lokl
ging Arf
wijzers
Bevelan
Bero
ds. Ferl
WOLF
notaris
baar va
van dhr.l
17 A. 20
goederen
WISSI
ioerendè
zijn o.
paarden I
tot fl2d
NIEUÏ
not. Mul
erfpacht!
alhier gj
voor ff
IMlddl
door den
Langevie
vergieteil
toestellen
tiocs,
not. Mull
Arnoldi
Hwaï
door not.|
wed. Boe
bouwl. ed
Slabbekoq
6670 eA.
kenskerkl
vitssir.
schap do
Prinsestrl
verkoopdii