NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
3afer(ftt(j 9 ilaacf.
flegpiufe ftacgang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 68. 1895.
W I E
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelbarg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De Leeuwarder Histori#.
Uit de Pers.
Graanrechten.
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere ragel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
zich met 1 April, a. s. op ons blad
abonneert, ontvangt de nog in deze
maand verschijnende nommers gratis^
Al zijn de wapenen in de schede gestoken
tot de komst van het nieuwe kiesrechtont-
werp, de Kamerleden wenschen toch niet
lusteloos en rustig in te dommelen op hun
post.
Verschillende motiën strekken ten bewijze
dat men met dit kabinet „ad hoeook wel
andere zaken wil afdoen dan het kiesrecht-
ontwerp alleen.
Daar is de motie Gerritsen tot opneming
in bestekken voor rijks werken van bepa
lingen betreffende minimumloon enz.
Daar is de motie Smit tot bestendiging
van het kantongerecht te Ridderkerk.
Daar is de motie Dohbelman tot invoe
ring van; graanrechten.
Daar is de motie Heldt in 't belang van
arheiderspensioneering
Daar is de motie Tydeman om de tele
fooninrichting steatskind te maken.
Daar is de motie Sanders voor pensionee
ring in Indië.
Daar is de motie Beelaerts in zake eene
uniforme tijdregeling.
Ook de motie Vos de Wael, c. s. die
deze week aangenomen werd, bedoelende
den aanleg van spoorwegen in Drente en
Overijsel, ter voorkoming van ganseh on
voldoende tramwegen, mag hierbij genoemd
worden.
Voeg hier nu de twee interpellaties hij
welke zijn aangekondigd, en wij hebben
zeven bewijzen en meer dat de Kamer, ook
onder dit Kabinet, den schimpnaam„O,
traagheid, uw naam is tweede Kamer niet
verdient.
De twee interpellaties, wij behoeven het
niet te zeggen, zijn naar ons hart. Het zijn
de interpellatie van den heer Lohman in
zake deGemeenteverordening te Leeuwarden,
en de interpellatie Staelman naar aanleiding
van de straf van den korporaal te Naarden.
Twee interpellaties die getuigen van een
open oog en hart voor de belangen van
het volk en van de kinderen des volks.
Twee interpellaties in echt democratische
richting en daarom aanspraak makend op
de belangstellende aandacht van alle anti
revolutionairen.
Letten wij eerst op de interpellatie
Lohman.
Zij betreft eene zaak, die te Leeuwarden
is voorgevallen.
Daar zijn, gelijk in bijna alle fatsoen
lijke steden van ons land, beschaafde hee-
ren die, onder bescherming der overheid,
hunne lusten meenen te moeten bot
vieren, en daartoe hunne nachtelijke wan
delingen doen naar de van gemeenteraads-
wege gereglementeerde hoerenhuizen. Deze
onzedelijke uitspattingen worden door de
Leeuwarder Overheid bestempeld met den
lacht niet! met den onschuldigen
naam „pleehtigheden 'of feesten van parti
culieren."
Deze „nette" gewoonten worden, gelijk
bekend is, bestreden door de Middernacht
zending. De middernachtzendeling Stap en
anderen posteerden zich eiken avond voor
de „publieke" huizen om door bescheiden
vermaan de dienaren der zonde van hunne
voornemens te doen afzien.
Toen hun dit door de politie belet werd
trachtten zij dit te doen door zich eenvoudig
daar te posteeren als zwijgende getuigen.
Doch ook dit verdroot de bordeelhouders,
die deswege schandaal maakten en de zen
delingen molesteerden. Ten slotte kwam
de politie er aan te pasen koos voor de
heeren bordeelhouders en bordeelloopers
partyTerwijl zij zag dat Stap en zijne
vrienden mishandeld werden en het nacht
gerucht door dronken ea halfdronken nacht
brakers werd veroorzaakt, bracht zij Stap
naar het bureau, ter bescherming van de
huizen der ontucht en der schande.
En de burgemeester van Leeuwarden,
baron Yan Harinxma, deswege door de
burgerij geïnterpelleerd verklaarde dat er
niets krenkends geschied was en „dat in
Leeuwarden ieder middernachtzendeling van
de zijde der politie geheel dezelfde
bescherming geniet, welke ieder ingezetene
geniet; niet meer, niet minder dan ieder
ander."
Nu zullen zij die met de Middernacht
zending van nabij hekend zijn, wel bitter
weinig geloof hechten aan deze burge
meesterlij ke verklaringen, aan deze „offi-
ciëele waarheid." Ook een burgemeester
kan slecht worden ingelicht I Er is niet
de minste reden de geloofwaardigheid te
betwijfelen van den getuige Stap. De
feiten door dezen zeer duidelijk opgege
ven kunnen door getuigen geconstateerd,
en als die waar zijn stellen zij de bedrij
vers daarvan, waarvan sommigen, zijnde
politiebeambten,duidelijk genoeg aangewezen
zijn, bloot aan de verachting der ingezete
nen. Zijn ze echtrr niet waar, dan is de
verspreider van die valsehe berichten straf
baar wegens laster. Wordt hij deswege
niet vervolgd, dan geschiedt dit blijkbaar
omdat men de zaak niet wil onderzocht
hebben.
Intusschennu de burgemeester op die
wijze gewaarschuwd was, mocht men on
derstellen dat voortaan de politie haar plicht
zou doen, Het was den briefschrij vers niet
te doen om schandaal te maken, maar om
den toestand te verbeteren.
Doch wat geschiedt nu
De commissie voor het ontwerpen van
strafverordeningen, kennelijk om de Mid
dernachtzending onmogelijk temaken, weet
eene wijziging in de Gemeente-verordening
door te dry ven. Een bepaling te doen
aannemen dat straf gesteld wordt op
niets minder dan op lastige nieuwgierig-
heid.
Aan de toelichting op haar voorstel ont-
leenen wij onderstaande, waarvan een en
ander door ons is gecursiveerd om te doen
zien voor wat soort misdadigers men te
Leeuwarden de middernachtzendelingen aan
ziet. Trouwens het stukje spreekt voor
zichzelf.
„(Het is de commissie meermalen ge
bleken dat in de verordening dient opge
nomen eene) bepaling tot het voorkomen
van ongevraagde of ongepaste bemoeiing of
nieuwsgierigheid in die mate, dat ze zelve
of in hare gevolgen de openbare orde zou
kunnen benadeelen.
De belangstelling van sommigen bij plech
tigheden of feesten van particulieren is
vaak zoo groot, de nieuwsgierigheid van
velen soms zoo onbescheidendat ter hand
having van de openbare orde daarbij meer
steun noodig is dan bij wet of verorde
ning thans aan de politie wordt verleend.
Bovendien, de opgeroepen inmenging van
sommigen in de handelingen van anderen,
het wederrechtelijk naspeuren van hunne
gangenin één woord, de ongewettigde
belemmering van de vrijheid van doen en
laten heeft een en andermaal tot botsingen
aanleiding gegeven, die misschien hadden
kunnen worden voorkomen, indien de po
litie, door eene wettige bepaling gesteund,
hen had kunnen verwijderen, die door zon
der recht te treden in den weg van anderen,
gevaar voor verstoring van de openbare
orde te voorschijn riepen."
Nu, deze „wettelijke bepaling" is gevon
den. De Commissie en Burgemeester en
Wethouders en de Raad en Gedeputeerde
Staten hebben geen bezwaar gevonden die
te doen luiden
Met geldboete van ten hoogste tien gul
den wordt gestraft
lo. hij, die op of aan de openbare straat
zich ophoudt of gedraagt zoo, dat hij een
ander belemmert of lastig is en hieruit
verstoring van de openbare orde of van de
nachtrust der omwonenden zou kunnen
voortkomen
2o. hij, die in een geval als sub lo.
bedoeld, niet op de eerste vordering van
den commissaris of een beambte van politie
zich aanstonds verwijdert en van daar ver
wijderd houdt.
De ingezetenen van Leeuwarden, voor
zoover zij het met de Middernachtzending
eens zijn, hebben zich per adres tot H. M.
de Regentes gewend om vernietiging van deze
stuitende bepaling te vragen. Eene bepaling
die de vrijheid en veiligheid van eerzame
burgers op bedenkelijke wijze aanrandt.
Het adres gaat uit van de afdeeling
Leeuwarden van de Friesche Werklieden
vereniging, die van de Nederlandsche
Vereeniging tot afschaffing van sterken
drank, die van Patrimonium, en andere.
Over deze quaestie licht te verspreiden
en de aanranding der veiligheid te voor
komen, door vernietiging desnoods van de
bepaling, is het doel der interpellatie
Lohman. Eene onnoodige bescherming voor
het aristocratisch deel der burgerij, voor
zoover het in uitgietingen der ongerech
tigheid zijne kracht zoekt, in de toekomst
onmogelij k te maken, kan en zal naar wij
hopen, de vrucht er van zijn.
't Ware te wenschen dat de geheele
Tweed# Kamer den interpellant bijviel.
Of zouden er waarlijk nog in staat zijn
deze Leeuwarder historie goed te praten
Dan zeggen wij het De (Rotterdamsche)
Nederlander na
„Nog steeds zien wij in de invoering van
het algemeen stemrecht geen heilmaar
zulke misselijkheden zullen er toch, naar
wij hopen,onmogelijkdoor worden gemaakt."
Want nietallaen dat de politie den heeren
het uitoefenen van ontucht moet gemakke
lijk maken. Niet alleen dat zulk een ver
ordening het licht kan zien. Niet alleen
dat Gedeputeerde Staten haar kunnen goed
keuren dat zijn de misselijkheden die
De Nederlander bedoelt, maar ook dat
eenig Kamerlid of Minister deze dingen zou
durven verdedigen, zou eene missely kheid
zijn; en heil de natie zoo het algemeen
stemrecht althans dergelijke missely kheden
onmogelijk maakt.
Yan den heer J. A. v. Amerom, secretaris
der antirevolutionaire kiesvereeniging te
Soheveningen, ontvingen wij het volgende
schrijven met herinnering aan onderstaande
door genoemde kiesvereeniging in Juli van
het vorige jaar aangenomen motie
De antirevolutionaire kiesvereeniging „Bij
bel, Nederland en Oranje", te Scheveningen,
dankbaar erkennende, wat God, de Heere,
tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk in den
leider en de voorgangers van de antirevo
lutionaire partij aan het Nederlandsche volk
geschonken heeft,
spreekt haar diep leedwezen uit, dat het
verschil van inzicht, gerezen tusschen de
broeders Kuyper en De Savornin Lohman
omtrent de wetten van het aardsche konink
rijk, oorzaak van scheiding en scheuring
is geworden in de anti-revolutionaire partij,
die met hen, in gehoorzaamheid aan Jezus
Christus, vóór alle dingen het Koninkrijk
Gods zoekt.
Daarom voegt zij hieraan de bede toe dat
het Gode moge behagen deze mannen we
derom tot elkander te brengen, om hen,
geleid door den Heiligen Geest, wederzijds
te bewegen, tot vernieuwd onderzoek naar
de waarheid van elkanders overtuiging, op
dat hun verschil van inzicht niet langer eene
oorzaak blijve van twist en verwarring, maar
aldus geheiligd, eene bron moge worden
van vrede en orde, tot verheerlijking van
Gods Naam en tot zegen van het Vaderland.
Tevens druktde Kiesvereeniging den wensch
uit dat van uit alle Anti-Revolutionaire
Kiesvereenigingen van Nederland gelijke
drang tot hereeniging uitgeoefend worde op
de broeders Kuyper en de Savornin Lohman.
Aangezien bet Centraal Comité van anti
revolutionaire kiesvereenigingen niet heeft
voldaan aan een tot |dit Comité gericht
verzoek tot toezending van een lijst der
namen van de aangesloten Zustervereni
gingen in den lande, noodig om aan de
slot-alinea van de hierneven afgedrukte, in
de vergadering der kiesvereeniging „Bijbel,
Nederland en Oranje", te Scheveningen,
op 13 Juli jl. aangenomen motie gevolg
te geven, heeft deze vereeniging in hare
vergadering van 4 Maart jl., de volgende
motie aangenomen:
B®„De Antirevolutionaire Kiesvereeniging
„Bijbel, Nederland en Oranje" te Schevenin-
hen drukt haar leedwezen uit, ij
dat het Centraal Comité zich niet bevoegd
geoordeeld heeft haar de adressen van de
aangesloten a.-r. kiesvereenigingen op te
zenden, en
dat het haar dientengevolge onmogelijk
is geweest, deze Zusterverenigingen door
in kennisstelling met de motie op 13 Juli
a. s. met algemeene stemmen in hare ver
gadering aangenomen, uit te noodigen, een
gelijken drang tot hereeniging, als in die
motie bedoeld, uit te oefenen óp de broeders
Kuyper en de Savornin Lohman."
Wij mogen niet langer verzuimen nog
eens speciaal de aandacht te vragen voor
den gewichtigen, moeitevollen arbeid van
onzen broeder Yan der Steur onder de
militai. en en verlaten kindereu in onze Oost.
Eenige weken geleden namen wij een
schrijven van onzen broeder op, uit welk
schrijven bleek dat hij bij zyn zware en
zorgvolle werk te worstelen heeft met
geldelijke tekorten.
Willen wij hem zijne taak niet zuchtende
doen verrichten, dan trachte men hem te
steunen door geld of christelijke boek
werken te zenden aan het adres van den
heer G. Yelthuijsen, Rozengracht 36, Am
sterdam.
Wie zijne gaven liever aan ons wil ter
hand stellen, hij vindt daartoe gelegenheid
bij dhr. D'huij te Middelburg, of bij den
heer Klemkerk te Goes.
Gaarne zullen wij ons met de overmaking
belasten. Een en ander zal geregeld in
De Middernachtzendeling worden ver
antwoord.
Wie kan, die helpe.
Met genoegen vermelden wij alvast eene
gift groot f 10, van de Gereformeerde Zen-
dingsvereeniging te G#es, penningmeester
de heer M. Quakkelaar.
In drie artikelen heeft de Standaard
haar standpunt tegenover de Graanrechten-
quaestie uiteengezet.
Terugkomende op de vraag, of invoering
van een beschermend stelsel ten onzent op
dit oogenblik aanbeveling verdient, stelt de
Stand, op den voorgrond, dat zij in de in
standhouding van den boerenstand een
nationaal belang ziet. Daarom treedt de
vraag naar graanrechten voor haar niet
in het licht om het éene deel der bevol
king ten koste van het andere te bevoor-
deelen, maar om den ondergang van een
stand te verhoeden, welks inzinking gevaar
oplevert voor heel de natie en voor onze
nationale toekomst.
Blijft de buitenlandsche productie van
graan toenemen en worden de kosten van
vervoer nogmaals verlaagd, dan moet er een
oogenblik komen, dat in alle landen van
Europa met hooger levensstandaard en hooge
grondlasten, de bouw van het graan zelfs
in de gemiddeld goede jaren niet meer door
den verkoopsprijs wordt gedekt; wat
tengevolge moet hebben, dat de boeren in
alle streken, die hiervoor vatbaar zijn, het
bouwland in weiland omzetten en dat de
prijzen van vleesch door den aanvoer
hiervan uit Amerika en Australië -straks
ook van melk, boter en kaas, steeds meer
gaan dalen en ook de zuivelboer in zijn
welstand wordt bedreigd. Intensiever bouw
kan niet afdoende baten en ruil van teelt
voor zuivel neutraliseert, op groote schaal
toegepast, zichzelf. Uitbreiding toch van
het weiland doet den zuivelprijs dalen en
ten slotte staat de zuivelboer er evenzoo
voor als de teelboer thans.
Daling van de landwaarden en inkrim
ping van de publieke lasten kunnen naai
de meening van de Standaard slecht# tot
eene finale oplossing leiden. Yoegde men
daaraan toe eene regeling van het pacht-
eontract, die den boer tot geen hooger pacht
dan zeker percentage van werkelijk be
haalde winst verplichtte, alsmede een wij -
ziging van onze agrarische toestanden in
den zin van „Patrimonium" 's sociaal pro
gram, dan zou wellicht ook zonder pro
tectie misschien een gezonder toestand van
onzen landbouw geboren worden. Met
hen die in een beschermend graanrecht het
finale redmiddel voor de toekomst zien,
gaat de Stand, daarom niet mee. Als tjj-
delijken maatregel echter acht zij een matig
graanrecht schier onvermijdelijk,te meer
nu bijna geheel Europa dien weg heeft
ingeslagen. Daardoor zal eenige steun wor
den geboden, maar niet meer dan om het
hoofd boven water te houden en eenig#
krachtsinspanning mogelijk te maken.
De drie hoofdbezwaren, die tegen deze
soort van protectie bestaandat men de
werking der oeconomische wetten moet
vrij latendat de consument niet aan den
producent mag worden opgeofferden dat
de zuivelboer niet bij den teelboer mag
achterstaan, oefenen op den schrijver geen
overtuigende kracht. Behalve de oecono
mische, gelden ook hoogere nationale wet
ten, en het is plicht der overheid, deze
beide in harmonie te brengen.
Nog wijst de schr. er op, dat ook buiten
beschermend recht om, er toch gedurig
schommeling in den broodprijs was, en zelfs
in ons land verschilt de broodprijs in de
eene streek van dien in de andere. En
bovendien kout het bedrag, dat de produ
cent door de verhooging van den brood
prijs int, wel uit het volk maar keert ook
naar het volk terug, want de boer die
het immers niet als kapitaal kan beleggen
bij een zoo matige rente geeft het weer
uit in de marktsteden of aan arbeidsloon.
Wat den zuivelboer aangaat, hij geniet
op dit oogenblik een buitengewoon voor
deel, dat hij dankt aan de ellende van zijn
buurman den teelboer, totdat deze, het met
verlies telen moede, met hem op de zuivel-
markt gaat concurreeren.
De opbrengst van het beschermend recht
zou tot verlaging van den vleesch-accijns
kunnen in staat stellen, waardoor het
vleesch-gebruik ook onder de mindere klas
sen zou toenemen en de markt voor onze
zuivelboeren verbeteren.
Resumeerende komt de sehr. tot de con
clusie, dat in afwachting van de betere
pachtregeling en eene verlaging der publieke
lasten, waarin de boerenstand meebetaalt,
de heffing van een matig graanrecht aanbe
veling verdient, mits als tijdelijke maatregel
en met een sliding scaled. i. niet als een
vast recht maar zich regelende naar de
overige factorenen onder waarborg, dat
het voordeel er van niet aan de landeige
naren, maar onzen boerenstand ten goede
kome. Yerlaging van den accijns op vleesch
dient er mee gepaard te gaan.
De Maas en Merwebode bevat een le
zenswaardig artikel van dhr. Yermeulen
uit Katendrecht over dezelfde quaestie. Hij
rekent dat 90% dergenen die de graan
rechten zonden moeten betalen daartoe
niet of weinig in staat zyn, zoodat ellende,
vooral voor den werkman, slechts zou
vermeerderen.
Hij verdeelt ze in drieën. Het eerste
deel werkt hard of geeft geld toe of geeft alles
toe en is of wordt arm. Dat zijn de hoer,
de fabrikant, de schipper en de daglooner.
Ie. De boer. Er zyn boeren die jaar
lijks f 1000 en meer verspelen en liever
stil gaan leven, dan op hunne boerderij
den wissen ondergang tegemoet te gaan.
2e. De fabrikant.
Te Oldham in Engeland zijn 93 katoen
fabrikanten, die brengen een winst op van
E 73,496 tegen een verlies van E 89.336 dat
is een tekort van circa E 16,737 (Pond
Sterling is f12.gulden) of tekort
f 200.000 gulden.
En deze tekorten groeiden voortdurend
aan volgens onderstaand lijstje, in