NIEÜWSBLAD VOOR ZEELAND. 28 Mcuim. CHRISTELIJK- HISTORISCH 61 1895. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN flegmife Jfiftcpnij. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. GRAANRECHTEN? Hoe gegrond voor eenige dagen onze waarschuwing was, om bij de beoordeeling van het al of niet wenschelijke eener in voering van graanrechten, toch niet aan bloote cijfers te blijven hangen en daarop voort te redeneeren, zonder tevens op de daarop invloed hebbende omstandigheden en factoren te letten, bleek wel uit het feit, dat o. i. zelfs een man als inr. J. cTAulnis de Bourouill er het slachtoffer van werd. Dezer dagen toch gaf deze hoogleeraar in de Telegraaf eene becijfering ten beste over de gevolgen eener invoering van graanrech ten, door te wijzen op de meerdere uit gaven, die daarvan voor het huishoudelijk gebruik het gevolg zouden zijn, waarbij hij bloote cijfers ten grondslag nam, zon der daarbij voldoende te letten op de ver schillende omstandigheden, welke tot die cijfers aanleiding gaven. Het resultaat waartoe hij kwam zou be droevend zijn. De consumenten d. i. de broodgebruikers zouden veel meer betalen dan de schatkist aan invoerrechten zou ont vangen en bij die meerdere uitgaven zou den' de inwoners ook nog met minder voe ding mo&ten tevreden wezen. Kan het erger? Jammer echter voor dien schrijver dat zijne cijfers onjuist zijn. Dat dus zijne daar- uitgetrokken copclusies allen grond missen. De geachte schrijver zegttoen in de jaren 18671877 de prijs der tarwe ge middeld f 11 was, werd in Nederland ver bruikt 11.248,000 hectoliter graan 'sjaars of 2.2 hectoliter per persoon, terwijl toen in 1893 de tarweprijs f 5 was, werd ver bruikt 13.298,000 hectoliter of 2.6 heet. per persoon. Wanneer nu een invoerrecht van f 3 per heet. wordt geheven dan komt de prijs neer op f 8 en zou het verbruik weer terugkomen op 2.2 heet. per persoon, niet tegenstaande de millioenen die de verbrui kers daarvoor moeten betalen. Nu zal ieder toestemmen, dat, wanneer die cijfers niet juist kunnen zijn, daarmede ook de geheele redeneering vervalt. Welnu, zij kunnen niet juist zijn. Het iB wel onmogelijk dat er 2.6 heet. graan per hoofd, d. i. de zuigelingen er onder begrepen, aan brood verbruikt wordt. Dit blijkt, als men nog weet dat vanéén hectoliter tarwe ongeveer 100 kilogram brood wordt gebakken of 2 00 pondsbrooden. Dit zou dus bij een verbruik van 2.6 hectoli ter graan voor elk persoon, de zuigelingen er onder begrepen, 260 kilo graan of 5 kilo per week d. i. lVa pondsbrood per dag zijn; ook voor de zuigelingen Wanneer men nu daarbij nagaat dat bv. het rantsoen voor de oorlogsmatrozen 2, zegge twee kilo per week is, d. i. nog niet de helft\ dan zal men begrijpen dat de huisboekjes der nauwkeurige huismoe ders tot geheel andere practische resulta ten komen, dan deze theoretische cijfers. Maar, wij herhalen het, dan vervalt ook de geheele redeneering op die theoretische cij fers gegrond. De statistiek is eene heel nuttige weten schap mits men de omstandigheden nauw keurig kan nagaan die tot de cijferstatistiek leiden. Zonder dat, is zij zeer gevaarlijk, om op een dwaalspoor te brengen. Wanneer nu de geachte schrijver reke ning had gehouden met de millioenen hec toliters graan, die verbruikt zijn behalve voor koek, stijfsel, veevoeder vooral in 1893 enz.en voor jenever,dan zou hij tot geheel andere resultaten zijn gekomen. Geheel in strijd met diens beschouwing is dan ook het feit, dezer dagen nog mede gedeeld door den heer van den Bosch uit Wiesbaden dat het brood in Duitschland na de invoering der graanrechten niet duur der is geworden. Een feit, dat eok aan schrijver dezes reeds vroeger door Duitschers is medegedeeld, toen hij naaar de gevolgen der graanrechten te dien opzichte vroeg. En wanneer men dan vraagt hoe dit mo gelijk is dan moeten wij antwoorden dat men bier weer staat voor een dier raadse len van den handel, die ofschoon schijnbaar onoplosbaar, toch bestaan. Wij herinneren daartoe niet alleen aan het indertijd door den minister Mackay me degedeelde feit ook aan schrijver dezes meermalen verzekerd dat de prijs van het brood te Ylissingen, waar een groote gemeentelijke accijns daarop wordt geheven niet of althans niet noemenswaard hooger was, dan in omliggende gemeenten waar geen accijns werd geheven, maar ook op het niet te loochenen feit dat de winkel prijs van levensbehoeften niet in evenredig heid hooger of lager wordt met de geheven wordende accijnzen. Wie daaraan mocht twijfelen, vergelijke den prijs van het zput en de zeep voor en na de vermindering van den accijns. Voor het zout b.v. is de accijns met 6 ct. per kilo verminderd en is de win kelprijs slechts met 2 ct. per pond vermin derd. Om wellicht weer geleidelijk, met een Va centje te vermeerderen totdat de vorige prijs weer zal zijn bereikt. Een der factoren tot dit schijnbaar niet op te lossen raadsel is daargelaten dat dit verschijnsel een bewijs zou zijn voor het gevoelen, dat invoerrechten grooten- deels gedragen worden door hen die invoeren en niet door de verbruikers dan ook zeker: de winst die de bakkers maken op het door hen geleverd brood. Wien het, van hun standpunt, niet zoo euvel te duiden is, dat zij zooveel voordeel van hunne nijver heid maken als zij kunnen. Maar wanneer daardoor het brood onevenredig duur is in verhouding tot den graanprijs, dan mag men dit eventueel niet brengen op rekening van de graanrechten. Zoo is dit eveneens een onloochenbaar feit waarover de huismoeders maar al te zeer gejuicht hebben, dat terwijl de koop prijs van het vette vee veel verminderd was, de prijs bij slagers toch zeer lang dezelfde bleef. Doordat deze meerdere winst namen en denzelfden prijs bleven vragen als toen de veeprijzen veel hooger waren. Nu gaat het toch niet aan, dit feit te wijten aan den vleeschaccijns Daarom hoopt schrijver dezes dat ook bij de beoordeeling jvan het al of niet wenschelijke van graanrechten de theore tische wetenschap zich moge honden aan den regel, die hij wel eens geleverd heeft, ons bij "elke wetenschappelijke beoordeeling wordt gesteld: Qui bene distinguit, bene docet, hetgeen zooveel moet beteekenen als: om eene zaak juist te kunnen beoordeelen, moet men de feiten juist en duidelijk stellen. B. P. v. M. LOMBOK. Het leven te Ampenan. Van Ampenan schrijft men aan het Bat. Nbld. dd. 12 dezer In Ampenan is het nieuwe logies voer de troepen bezijden de verschillende faces geplaatst, zoodat bij onraad onmiddellijk de banketten bezet kunnen worden. Door het plaatsen van bastions, die de faces be strijken, is Ampenan een versterking ge worden, wat het vroeger nooit is geweest. Het logies voor de troepen is nu ruimer en ik ben er zeker van, dat dit den ge zondheidstoestand zeer ten goede komt. De voltooiing van de pier nadert met rassche schreden, zoadat binnen kort het laden en lossen buiten de branding om en zonder levensgevaar kan plaats hebben. Met de politieke onderhandelingen vor dert men langzaam, evenals met de inleve ring van wapens, preciosa en geld, afkom- stig/van den ex-radja. Het is vreemd, dat de bevolking, die vroeger in Tjakra en Mataram woonde, en die bedroeg eenige duizenden, zich niet vertoont, doch zich ophoopt in de noordelijke en oostelijke kampongs van Tjakra. Ik vermoed, dat de vrees voor de Compenie hun weerhoudt, zich in onze nabijheid te vertoonen. Het civiel bestuur houdt zich voortdurend bezig met het verhooren van personen en het treffen van regelingen omtrent grens- quaesties tusschen de kampongs onderling. Nu en dan worden geweerschoten gehoord van de Sassakkers, die er op uit zijn en kele struikroovers, meestal weggeloopen kettinggangers te doen sneuvelen, wat hun soms gelukt. Van de enorme schatten vindt men niets meer, hoewel de hoop niet wordt opgegeven, dat langzamerhand de plek zal aangewezen worden, waar de schatkamer verborgen is. Het is immers niet aan te nemen, dat het grootste gedeelte in den nacht na de inname van Tjakra wegge bracht is geworden, als het tenminste waar is, dat er 30 millioen aanwezig was. Den 9en dezer heeft het elfde bataljou, vergezeld van twee stukken bergartillerie en cavelerie, een tocht gemaakt naar de omliggende kampongs van Tjakra, waar alles even rustig was. Eerstdaags zal de resident naar Praja gaan om de grensregeling te bespreken. Het hoofd van Praja, een energiek man en fanatiek Mahomedaan, van ongeveer 50 jaar, heeft grooten invloed op zijn bevol king, daar hij bij de betrekking van radja, ook die van hoofd van den godsdienst waarneemt, een reden, om hem niet gering te schatten. Van Djilantiek hoort men niets, trou wens de slimme vogel beweert de meeste sympathie voor het gouvernement te ge voelen Overigens trekt hij zich van de gebeurtenissen op Lombok niets aan. 22 Febr. '95 De verzekering van den ouden dag van den werkman. De adresbeweging van de drie groote werkliedenverbonden het Algemeen Neder- landsch werkliedenverbond, het Nederlandsch Werklieden-erbond „Patrimonium" en den Nederlandsch Roomsch-katholieken Volks bond heeft toch goede gevolgen gehad. Zij heeft aanleiding gegeven tot eene bespreking in de Tweede Kamer der Staten Generaal gevolgd deor eene motie, die in de volgende maand zal behandeld worden. In verband nu hiermede hebben de ver- bondsbesturen een schrijven gericht aan de afdeeling dier Bonden waarin zij nadrukke lijk er op wijzen dat, nu de zaak waar het om gaat nog aan de orde is gebleven daar aan nog een flinke stoot gegeven moet worden. Het beste middel achten zij daartoe eene vergadering van vertegenwoordigers van Werkliedenverenigingen waartoe ook de leden van de Tweede Kamer worden uit- genoodigd in het gebouw De Vereeniging Willemstraat te 's Gravenhage. Zulk een bijeenkomst moet dan uitslui tend dienen om de goede zaak die het geldt te verdedigen en daarvoor te getuigen. Zij stellen daartoe voor uit elk der tot dit doel samenwerkende Verbonden twee spre kers te doen optreden om van hun stand punt, binnen een bepaald tijdsbestek [om streeks 15 minuten] de wenschelijkheid eener algemeene verzekering van het lot van den ouden werkmanuiteen te zetten in aansluiting aan de hier volgende motie, die daarna aan de orde wordt gesteld „De vergadering, uitgeschreven door het Algemeen Nederlandsch Werkliedenver bond, het Nederl. Werkl. verbond „Patri monium" en den Nederlandschen Roomsch Katholieken Volksbond op 5 Maart 1895, in het Gebouw der Vereeniging, Willem straat, te 's Gravenhage." „Overwegende. „dat de verzekering van het lot van den ouden en door ouderdom invalide gewor den werkman eene dringende behoefte is „dat het vooruitzicht, om, oud wordende, geheel afhankelijk te zijn en armlastig, reeds als de middelbare leeftijd aanbreekt een pijnlijk gevoel is voor den werkman, dat menigmaal zijn levenslust verslapt en derhalve zijn arbeidsvermogen doet ver minderen „dat de geldelijke last, die voor eene ver zekering gevorderd word, vjoor den werk man alléén te zwaar is en om verschillende redenen ook niet uitsluitend op hem mag drukken. „dat, blijkens de gedurende eenige jaren verkregen ervaringen, het getal onderne mers die uit eigen vrije beweging hunne werklieden verzekeren of hen in zulke verzekering te gemoet komen, uiterst ge ring blijft „dat echter van de zijde van onderne mers in verschillende bedrij ven meermalen stemmen zijn opgegaan tot verplichte ver zekering, omdat de voorwaarden alsdan voor allen gelijk zouden worden „dat in de kringen der werklieden reeds gedurende een aantal jaren op verplichte verzekering is aangedrongen „is van oordeel „dat de gelegenheid, welke de Regeering voor de arbeiders wil openen, om zich door het Rijk gewaarborgde lijfrente te verze keren, aan de gewenschte algemeene ver zekering van der werklieden ouden dag ni»t kan voldoen „dat de meeningen omtrent de meest ge wenschte regeling eener verplichte verze kering hier te lande in de nijverheids kringen lang niet gelijk luiden; „dringt er met de den haar passenden eerbied en bescheidenheid lo. bij de Tweede Kamer der Statun- Generaal op aan, dat zij hare stem geve aan de bij haar aanhangige motie betref fende het hier besproken onderwerp. 2o. bij de Regeering op aan, aan de even tueel aan te nemen motie eene zoodanige uitvoering te geven, dat in de gewenschte Staatscommissie zitting zullen erlangen pa troons of ondernemers, hoofden of bestuur ders der voornaamste patroons- en nijver- heidsvereenigingen, benevens werklieden, hoofden of leiders der voornaamste werk liedenverbonden. „De vergadering machtigt het Bureau van deze motie een afschrift te zenden aan Id. M. de Koningin-Weduwe Regentes en aan de beide Kamers der Staten-Generaal". Alleen vereenigingen welke met de strek king der motie instemmen, wor ien uitge- noodigd zich ter vergadering tc doen ver tegenwoordigen. Zij, die tegen eene persoon lijken vertegenwoordiger zijn hetzij uit fl- nanciëel oogpunt of om andere reden worden verzocht een telegram van instemming te zenden. Ongetwijfeld is de hier aangewezen weg een goede. De meeningen over een goede regeling dezer materie loopen zeer uiteen zoodat deze zoo belangrijke zaak van alle zijden, door mannen uit de prakt pk dient bekeken en zou eene staatscommissie, sa mengesteld als bovenbedoeld, tot meer practische resultaten komen. Dit neemt niet weg dat afgezien van het geen we schreven, nu van 3 zijden te gelijk om pensioneering van den arbeider gevraagd wordt ongetwijfeld eene bewe ging is, die ons wat te zeggen heeft. Wie te midden der arbeiders verkeert, in hunne kringen komt, bemerkt reeds da- delijk dat de arbeiders zich al meer en meer bewust worden van hun toestand. Dit geldt ook wat betreft het tegemoet gaan van den ouden dag. Ze gevoelen het opperbest dat het geen zin heeft om wan neer men „op", versleten is, zijn leven lang een eerlijk stuk brood verdiend heeft, hen aan de diakenen over te geven of daarnaar te verwijzen. Dit vooral is eene zaak die den arbeiders tegen de borst stuit. Er zijn patroons die de onbestaanbaar heid er van inzien en hunne werklieden pensioueeren. Anderen, het bovenstaande toegevende, kunnen het onmogelijk doen, daar de felle concurrentie het niet gedoogt en hun buur man het niet aandurft. Iir allen gevalle algemeen wordt t.ege- stemd dat de pensioneering van den werk man ingeval van invaliditeit, ouderdom enz., een billijke eisch is. Maar hoe zal nu aan dien eisch het best worden voldaan m. a. w. hoe moet die zaak geregeld Dit is zeker dat deze zoo ^wc elite zaak de tusschenkomst van den wetgever noodig zal hebben. Niet opdat de Overheid aan het pensioneeren moet gaan, dit is het werk grootendeels van de patroons maar als het hem vrijstaat mee te doen of niet dan komt er wellicht niets van terecht. Er zijn altijd arbeiders die hoe gaarne zij ook een onbe- zorgden ouden dag wenschen, de dwaae gedachte koesteren, als ik voor pensioen in aanmerking kom, ben ik reeds lang ter ziele en eet iiever de lieve centen op dan bij te dragen aan een pensioenkas. Een andere quaestie iswat te doen met de z. g. losse arbeiders Een vraag die bij de bespreking van deze zaak telkens wordt gedaan. En wat de bemoeiing der overheid aan gaat, deze is zeker noodig om te kunnen verkrijgen dat het meedoen^fean deze zaak voor iederen arbeider verplichtend wordt. Wij hopen binnenkort op deze belang rijke quaestie meer principieel terug te komen. Middelburg. Uit het ons op de ge" wone correcte wijze gezonden raadsversiaS nemen wij het belangrijkste over, en we1 het navolgende In de vergadering van 30 Januari 11. was door den heer Van Hoek, bij de behandeling van een adres van bewoners van het Hof plein betreffende den aanleg van een trottoir aldaar, enz., voorgesteld eene commissie van onderzoek, rapport en advies te benoemen. Daar in de genoemde vergadering de stem men staakten, stelt de voorzitter alsnu eene nieuwe stemming aan de orde. De heer van der Swalme, die in de vo rige vergadering afwezig was, wenscht echter voorat nog zijne stem te motiveeren, waartegen niemand üezwaar heeft. Hij zal voor het voorstel stemmen. Niet dat hij met het adres medegaat want een trottoir acht hij volstre.it niet floodig en toch is hij er van doordrongen dat de toestand zoo niet kan blijven. Om nu uit dat dilemma of liever gezegd draaikolk te geraken, moet de zaak goed van alle kanten bekeken worden en acht hij voorlichting eener commissie hoogst noodig. Bij de hierop gevolgde stemming wordt met 10 tegen 5 stemmen (die der heeren A. P. Snouck Hurgronje, den Bouwmees ter en de Stoppelaarj het voorstel van Hoek aangenomen en daarna overgegaan tot de samenstelling der in dat voorstel be doelde commissie. Bij achtereenvolgende stemmingen wer den de heeren van Hoek, v. d. Swalme en Koole in bedoelde commissie gekozen. Achtereenvolgens worden nu zonder discussie of hoofdelijke stemming aange nomen le een voorstel van B. en W. om de kosten van geneeskundige behandeling ad f 50.50 van twee werklieden, buiten hunne schuld verwond in dienst der gemeentegas fabriek, voor rekening der Gemeente te nemen 2e een voorstel van B. en W. tot goedkeu ring der rek. van de Kamer v. Kooph. en l'abr. over 1894, sluitende met een batig slot van f 11.42i/2; bij de behandeling van dit punt hadden de heeren F. G. Sprenger, de Stoppelaar, Tak en den Bouwmeester als leden der Kamer van koophandel en fabrieken de vergaderzaal tijdeljjk ver laten 3e een voorstel van B. en W. om het waaggebouw op de Balans tot huisvesting van militairen, van 1 Maart tot 1 Septem ber 1895 voor f70 onderhands aan de mi litaire autoriteit te verhuren 4e een voorstel van B. en W. om het raadsbesluit van 30 Januari, waarbij aan H. Ludikhuijzen eene strook grond van 46 M2 aan den Veerschen Singel voor f 46 in eigendom wordt afgestaan, in zoover te wijzigen dat, ter voldoening aan art. 230 der gemeentewet, daarin ook wordt opge nomen dat bedoelde strook aan den pu- blieken dienst wordt onttrokken. Zooals uit het verslag der laatste zitting blijkt, is van de timmerliedenvereeniging „Door vereeniging verbetering' een ver-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1