SCHETSJES.
Ingezonden stukken
Nationale-Militie.
beginselen o.pziet, bij gemis aan kennis van
da beginselen ook de liefde voor de be
ginselen mist; en enkel uit vrees, dat die
beginselen, kwamen zo tot heerschappij,
de gevolgde gedragslijn veroordeelen zon
den, de eere der beginselen schuwt. En
waar het niet de beginselen zijn, die lei
ding geven, komen allerlei tegenstrijdige
belangen op sociaal en kerkelijk gebied
uit den hoek om lustig den baas te spe
len. Of ook, waar zelfs de belangen niet
tot eenheid konden leiden, komt persoon
lijke sympathie, antipathie, zorg voor eigen
of benijding van anderer positie, ook wel
uiteenloopend karakter an aanleg, roet iu
het eten werpen.
En, zegt dr. Kuyper, do gemeenschap
pelijke vijand van den Christennaam dit
heilloos spel aanziende, wrijft zich van
genot in de handen, en lacht om die domme
belijders van den Christus, die hem de
kans schooR la ten.
Het incident Lohmankleina^pers is be
ëindigd.
„De Standaard noemt deze verklaring
„verblijdend", de Zeeuw zegt er van dat
zij den schrijver eert; en wij zegt de
Boodschapper „wij zullen er ook maar
genoegen mede nemen Eu de Twee
Provinciën zegt„Wij heben dat terugnemen
verwacht. Mogen nu verder speldeprikken
als deze buiten onzen strijd blijven. In het
hart van ieder antirevolutionair leeft de
hoop, dat na de Kieswet onze gelederen
weer kunnen worden gesloten en we door
geen principieel geschilpunt gedeeld
zullen blijken.
Maar zal die schoone droom werkelijk
heid worden, dan is het dubbel noodig, dat
men zoo licht kwetsbare plekken met zorg
mijde."
Het is bekend, dat in de S.D. partij
vele debatingsclubs zich hebben gevormd
met het doel om jonge partijgenooten op
te voeden in het debat.
In de Christelijke jongelingsvereenigin-
gen heeft men soortgelijke welsprekend
heids-neigingen gevoeld, maar men toeft
daarover eerst het advies van den Heraut
ingewonnen.
üp de vraag nu, of het prijslijk, of het raad
zaam, of het goed is, dat dejongelingsvereeni-
gingen dialogen of samenspraken op voeren,
antwoordt dr. Kuyper het volgende
Ons antwoord luid beslist ontkennend,
bijaldien men onder dit opvoeren verstaat,
het houden van zulke samenspraken voor
een enger of breeder publiek.
D. w. z. als de leden van zulk een ver-
eeniging zeker stuk iustudeeren, en dan
allerlei publiek noodigen voor een uitvoering
waarbij zij eens toonen zullen wat ze
kunnen.
Onze afkeuring in dit geval rust op de
overweging, dat zulk publiek optreden met
den stillen aard van een jongelingsveree-
niging in strijd is.
En meer nog, omdat zulk een publieke
opvoering er vanzelf toe leidt, om eenigs-
zins amusante stukken te kiezen en van
lieverlee door arrangement van de plaats
waar men spreekt, en zoo door houding
als gewaad, den weg te betreden, op welks
einde de tooneelvoorstellingligt.
Dat een jong man een schoon stuk re
citeert, desnoods declameert, is zelfs aan
bevelenswaardig, en dat men in eigen hni-
selijken kring, bij een feestelijke gelegen
heid, iets opvoert, kan veel onnut gekout
afsnijden.
Daar is niets tegen.
En zoo ook, indien de leden van zulk
een vereeniging onder elkander twee of
drie leden in samenspraak laten declamee-
ren, om zich in helderen toon en in ge
makkelijke beweging te oefenen, dan kan
dit zelfs aanbevelenswaard zijn.
Maar ge bederft, ge denatureert, ge de
moraliseert uw Christelijke, uw Gerefor
meerde jongelingsvereenigingen, zoo ge ze
langzamerhand omzet in kamers van rhe-
torijk.
Laat, wie daar talent en neiging toe
heeft, in een rederijkerskamer gaan, maar
bederve men onze jongelingsvereenigingen
niet door ze ongemerkt in den wereldschen
toon over te leiden.
We zijn niets voor het stijve en o. i.
- is de witte das al het ongelukkigst em
bleem, dat men voor een vereeniging van
jongelieden uit die jaren kiezen kan.
Er ligt in dit devies van „vroom en vrij-'
zekere waarheid mits het vrije het vrome
niet in den ban sla.
Jongelingen zijn geen oude mannekens,
en een jongelingsvereeniging, waarin geen
frissche toon heerscht, de humor is uitge
bannen en benepenheid drukt, moest liever
in een oudemannenhuis samenkomen.
Maar met dat al zij en blij ve ze een
Christelijke jongelingsvereeniging, op on
derlinge veredeling, ook in geestelijken
zin gericht, en ontaarde nimmer in een
kweekplaats van wereldzin en ijdeltuiterij,
gericht op zelfbehagen en streeling van
het eigen ik.
LOMBOK.
Uit Soerabaja wordt geschreven aan De
Locomotief
Van de ofïicieron van Lombok herwaarts
geëvacueerd, bevinden zich nu nog maar
de luitenants Boerma en Hngenholtz in het
hospitaal Simp mg. De kapiteins v. Griet-
liuijsen en Tuinenburg en de luitenant Cam-
pioni werden sedert naar Malang geëvacu
eerd, waar zij het uitstekend maken de
gewonde luitenant ter zee Van Wessnm
js weder terug naar boord en doet reeds
dienst. De indertijd zoo zwaar gekwetste
luitenant kolonel der infanterie Van Bijle-
velt wacht op Pasoeroean in het gebergte
zijn algeheele genezing af; die hoofdofficier
blijft gelukkig voor het leger behouden.
Den Gen Januari hebben weder verschei
dene onderofficieren en minderen hersteld
het hospitaal verlaten en zijn naar hun res
pectievelijke garnizoenen gedirigeerd. De
luitenant Wittich, onlangs op Lombok ge
wond, vertrekt naar Europa, dosh er be
staat niet veel uitzicht dat deze flinke of
ficier in H. M. dienst zal kunnen blijven.
Het sterftecijfer in het hospitaal blijft be
trekkelijk nog altijd groot; geen dag, dat
er niet één, twee of meer soldaten grafwaarts
gedragen worden de lijders die op Lombok
buikziekte hebben opgedaan, zijn het die, de
een na den ander, sterven.
WINTER-
I
Als een niet volkomen gepolijst metaal
ligt de baan
gekerft en bekrast door het schaatsenstaal.
Hoog de maan.
En in zilveren schijnsel op en neer
de paren
of een enkele, wegdom'lend in meer
van klaren.
licht-luclit. Daarboven staan maan en sterre
in blauw zwart,
Licht zilver komt van verre, zeer verre
voor elk hart.
II
Een blank witte weg de boomen
stilstaand, zwart tegen licht-lucht
de takken gepluimd zucht
ten onder den last. Stroomen
Bezwaard met ijskorst droomen
van mei en lente. Gehucht
in verte steekt hoog in lucht
den toren. Dorpslui komen
den weg naar stad. Hier en daar
een rijder of ook een paar
snel schietend. En daar boven klaar
de lucht.
JAK VAN GOES.
11 Febr. '95.
Drank.
De heer Stoorvogel schrijft aan de
Haagsche CourantGij meent van 30-,
maar ik beweer dat 80 miljoen door ons
volk jaarlijks aan gedistilleerd wordt be
steed. Gij rekendet alleen met de pro
ductiekosten dieongeveey 'A van de belasting
bedragen. (En de belasting is 25 miljoen
Maar moeten de gebruikers ook niet het
leger van tappers, caféhouders, grossiers,
reizigers, enz. onderhouden Betalen de
gebruikers ook niet de weelderige inrichting
der lokalen? En komen de overdiende
kapitaaltjes ook niet ait de zakken der ge
bruikers
We verbruiken jaarlijks 400.000 IIL-'a
50 pCt. d. i. 500,000 IIL. a 40 pCt. of
60.000,000 flessclien. De helft wordt ge
dronken per glas, a 10 ct. gemiddeld 15
glazen per flesch maken 45 millioen gulden.
De andere helft wordt per flesch verkocht
f 1.20 gemiddeld, d. i. 36 millioen. Dit
geeft te zamen 81 millioen gulden.
Deze berekening, in 't ruwe gemaakt,
is niet te hoog, als we bedenken, dat de
drank gewoonlijk niet van 40 pCt. is. Eenige
overdrijving neme men er overigens gerust
af. Anderen komen langs anderen weg tot
dezelfde en zelfs nog hoogere uitkomst.
Ik zeg u dus van harte naZweert den
sterken drank af; houdt 80 miljoen's jaars
in uwe zakken, ongerekend nog de indirecte
voordeelen, aan onthouding verbonden.
Aangifte voor de kiezerslijsten.
De hoofden van gezinnen of alleenwo
nende personen, wier namen ten vorigen
jare, naar aanleiding van hnn aangifte, op
de kiezerslijsten geplaatst zijn wegens het
bewonen van gedeelten van perceelen, waar
voor niet zij, maar de hoofdbewoners in de
personeele belasting zijn aangeslagen, wor
den opmerkzaam gemaakt, dat, wanr.eer zij
ook dit jaar in hetzelfde geval verkeeren,
d. i. gedurende negen maanden, voorafgaande
aan den 15en Februari e. k., een perceels
gedeelte, vallende in de huurwaarde door
de wet bepaald, in hunne gemeente in huur
hebben gehad en bewoond, zij opnieuw,
en wel voor 15 Febrnari e. k., aangifte
zullen hebben te doen, en dat bij gebreke
daarvan, hun namen bij de aanstaande her
ziening der kiezerslijsten daarop zullen moe
ten worden doorgehaald.
De Staatscourant bevat de statuten der
stoomboot-maatschappij „de Westerschelde"
te Middelburg, bewilligd bij koninklijk be
sluit van 20 Dec. 1894, met een kapitaal,
groot f 32,000, verdeeld in 32 aandeelen,
elk groot f 1000, elk geplaatst-
Tot directeur is benoemd de heer C. van
der Bent.
Het doel der vennootschap is de uitvoering
van een stoomvaart- en omnibusdienst tot
geregeld vervoer van personen, goederen en
vee tusschen het spoorwegstation Vlake aan
het kanaal door Z.-Beveland, de aanleg
plaats aan het veer Walsoorden, gemeente
Hontenisse, tot het spoorwegstation te Hulst
en verder tot het sleepen van schepen en
het vervoeren van personen, goederen en
vee naar andere plaatsen langs de binnen
wateren, voor zooveel de bovengemelde
dienst daardoor niet wordt verhinderd.
--Bij Koninklijk besluit is benoemd t-et
notaris binnen het arrondissement Middel
burg, ter standplaats de gemeente IJzendijke
Pieter Zijlstra, eanlidaat-notaris te Axel.
k s k it i e ii w s.
Ned. llerv. Kerk.
Ds. van Ysendij k te Kapelle staat ook op het
zestal te Zwolle.
Beroepen te Kossum ds. P. Bokma te
Bruinisse.
De minister van oorlog heeft de korps
commandanten gemachtigd om aan de militie-
plichtigen die tot het Ned. Hervormd,
of wel tot een ander Protestantsch Genoot
schap bekooren en met de PaschenQ hunne
belijdenis wenschen af te leggen om tot lid
van dat Genootschap te worden aangeno
men op aanvrage een verlof te verlee-
nen gedurende een tijdvak van tien dagen
voor Paschen, tot den Dinsdag na dat. feest.
Gemengde IJeiichten.
Biezelinge. In December van het
vorige jaar werd in het kerkgebouw der
gereformeerde kerk alhier een kist open
gebroken en daaruit eenig geld ontvreemd.
Ofschoon hiervan eerst de vorige week aan
gifte werd gedaan, mocht het den veldwach
ter Raas alhier gelukken den dader op te
sporen en tot bekentenis te brengen.
De veerschipper van Veere op Kam
perland is bij een overtocht tusschen een
paar schollen ijs vastgeraakt. Na 5 angstige
uren tusschen het kruiende ijs doorgebracht
te hebben, werd/ de man door de Zierik-
seesche spoorboot uit zijn benarde positie
gered.
Ylissingen. Vrijdag had de vergadering
va» de afdecling „Patrimonium", alhier,
plaats. Aan het verslag ontleenen wij het
volgendeHet aantal leden der afdeeling
bedraagt 234. De ontvangsten der afdee
ling bedroegen f 423.10, de uitgaven
f429.005. Voor de kas „Hulp in Nood",
tot ondersteuning van hen, die tijdelijk
zonder werk zijn, werd ontvangen f97.28',
de uitg. beliepen f 88.56'. Het ondersteu
ningsfonds in geval van ziekte en verwon
ding heeft 142 leden, ontving gedurende
5 maanden f 313.31 en gaf uit f 92.50. De
vakafdeeling voor Metaalbewerkers telt op
het oogenblik 32 leden; een vakafdeeling
voor het bouwvak zal opgericht worden.
De afdeeling Zelf mag zich in steeds toe-
nemenden bloei verheugen en de sympathie
van velen wegdragen.
Op deze vergadering werden nog eenige
wijzigingen in ',t reglement gebracht en sprak
Ds. Talma nog een kort woord tot de afdee
ling waarin hij haar op de roeping wees, die
zij in den kring de^ werklieden had te ver
vullen.
De bestuursleden M. Vader Jr. en J. Pol
derman wqgdan Jierko^en en namen de her
benoeming aan.
Vlissfngen. Zaterdagmiddag reden twee
kinderen van V. N. en een van de B. alhier
met een ijsbak op de Hooikade, toen zj
het ongeluk hadden in de Pottenkade te
rijden. Onze stadgenoot Laport met nog
eenige anderen hadden het geluk deze kin
deren van een wissen dood te redden. Voor
het eene zoontje van v. N. moest genees
kundige hulp worden ingeroepen. Vrij
dag werd de sergeant B., terwijl hij van
het schaatsenrijden even stilstond, zoodanig
aangereden, dat hij viel en bewusteloos
werd opgenomen. Per brancard vervoerd
bleek de vrees voor hersenschudding ge
lukkig ongegrond te zijn. Nog werd de
vorige week mevrouw de B. eveneens be
wusteloos van het ijs weggedragen, tenge
volge -van een val.
Ylisslngen. De n'achtmailboot „Prins Hen
drik" die Vrijdagavond van hier vertrok
heeft, wegens een breuk aan de as, de reis
niet verder kunnen brengen dan tot de
Wielingen. De „Elisabeth" die Zaterdag
morgen hier aankwam, bracht het bericht
mede en stoomde terug om de „Hendrik"
te halen. Omstreeks 12 uur kwamen ge
noemde booten terug. Passagiers en post
van de „Hendrik" zijn hierop per dagboot
medegegaan. De „Marie" had ze onder weg
van de „Hendrik" willen overnemen, doch
werd hierin door het vele drijfijs verhinderd.
Zaterdagmiddag kwam nog een schip wegens
ijsgang hier binnen. Het was /Ie Italiaanache
bark. Het kanaal wordt open gehou
den door de sleepboot Thor VI.
YUssinge't. Volgens een gisteren alhier
ontvangen telegrafisch bsricht is de vaart
op de Schelde totaal gestremd, zoodat niets
op noch af kan.
Een verder bericht luidt:
Wegens bet ijs is de havendienst van
afheden gestaakt moe:en worden,hetgeen nog
nooit heeft plaats gehad. De reede is vol
drijfijs hetwelk een interessant schouwspel
oplevert. Loodsen worden aan de schepen
niet meer versterkt.
Er liggen nu 9 stoomschepen op de reede.
Het stoomschip „Belgenland" van de Red
Star Line wordt in de haven verwacht, als
mede een der groote Kingsley-booten die
ook in '91 hior gelegen hebben en een diep
gang hebben van 23 voet,
Vlissingeri. Gisteren is alhier binnen
gekomen van Rotterdam het ss. „Drenthe"
van de Rotterd. Ll'oyd, om aan „de Schelde"
eonige reparatie te ondergaan. Ook is de
„Prins Hendrik" geschut en gemeerd om
eveneens op de werf aldaar van een nieuwe
krukas te worden voorzien.
Een courant uitgegeven door den heer
Salomonson, en onbepaalde tijden verschij
nende is de „Mededeelingen voorden Ne-
derlandschen Landbouwer." Zij bedoelt
bevordering der kennis van kunstmeststoffen
enz.
No. 1 handelt over Stalmest en Kunst
mest. No. 2 over Superphosphaat, en be
vatten verschillende attesten van landbou
wers omtrent het gebruik van kunstmest
stoffen.
Heinkenszand. De felle vorst veroor
zaakt veel schade aan de varkenshouders. Bij
onderscheidene landbouwers, zijn de biggen,
zoodra zij geboren werden gestorven, wat
aan de strenge koude wordt toegeschreven.
Zoo bezweek ook Donderdag een vet var
ken terwijl het naar Vlissingen werd ver
voerd.
De onderwijzer Dijkstra van Me-
naldum.die een vorig jaar als luidruchtig
anarchist zooveel van zich deed hooren en
spreken, is van de dwaling zijns wegs be
keerd en weder als onderwijzer werkzaam.
Doodgevroren. In den nacht van Woens
dag op Donderdag is een in zeer behoef
tige omstandigheden verkeerende bejaarde
man te Schsveningen op een zolder onder
de dakpannen in een schamele legerstede,
bestaande uit wat stroo, doodgevonden. De
man had tot dekking een versleten jasje.
Te Nijmegen is een oud man, zonder
vast tehuis, op den zolder dood gevroren
gevonden. Den ongelukkige kon men bij
deze strenge koude nog dagelijks, met niet
veel meer gedekt dan de noodzakelijkste
kleedingstukken, door de straten zien wan
delen.
Twee personen uit Vaitherveen, die
naar de rechtbank te Assen waren geweest om
getuigenis af te leggen in eene strafzaak
zijn op hunne terugreis zoodanig door de
koude bevangen, dat ze onderweg bleven
liggen.
Men vond ze in beklagenswaardigen toe
stand hunne onderste ledematen waren
bevroren en men vreest dat hunne voeten
geamputeerd moeten worden.
Te Winterswijk is in verzekerde be
waring gesteld de jeugdige dienstbode van
een logementhouder. Volgens haar zeggen
heeft zij bij dezen uit een kast 800 mark
ontvreemd en in haren koffer verborgen;
vreezende echter dat de diefstal ontdekt
zou worder, werd het goudgeld door haar
op een tafel gelegd en het papierengeld,
ter waarde van 500 mark, in de kachel
verbrand. De nommers zijn niet bekend.
Onder de herhaalde aanvallen van
het water, verdwenen in den loop der tijden
reeds een paar der Wadden eilanden. Het
tot de provincie Groningen behoorende
eiland Rottum dreigt meer en meer dit
voorbeeld te zullen volgen, indien althans
geen krachtiger pogingen dan tot heden
aangewend worden, om het te behouden.
Wel zijn do duinen met helmgras beplant,
rzaar de vijand laat zich daardoor niet af
schrikken. Voortgezweept door stormen
uit het zuid-westen, staat het westerstrand
herhaaldelijk aan de woedendste aanvallsn
bloot. Het is dan ook bij ebbe niet breeder
dan omstreeks 60 meter. Gedurende den
vloed staat de zee zelfs tegen de duinen
en na eiken hevigen aanval blijkt weder,
dat deze niet, zonder „een veer" te laten
vallen, uit den strijd te voorschijn zijn ge
komen. Telkens worden dus groote brokken
afgeslagen.
De woning van den eenigen bewoner van
Rettum, den strandvoogd, werd daarom dan
ook van de gevaarlijke Westkust naar de
nu nog veilige Oostkust verplaatst. De
voormalige tuin verdween reeds bijna ge
heel, een paar vruchtboomen bleven nog
staan. Vele zeevogels komen op het eiland
hun eieren leggen. Het verzamelen daar
van, benevens veeteelt, verschaffen den
voogd een „daaglijksch tijdverdrijf" en
ruime inkomsten.
Van Deth in Amerika. In het Nieuws
blad van het Noorden publiceert dr. L. A.
Biihler een schrijven door hem van dr. C.
J. Calkoen uit Midland Park N. A. ont
vangen. Daarin komen o. a. deze zinsneden
voor
Ik denk dat Van Deth thans te New-York
is, doch hij heeft nogal veel moeten reizen
en trekken. Met de quaestie-Neerbosch heeft
hij een volledig fiasco gemaakt, zelfs men-
schen die hem genegen zyn, vinden zijn
optreden te bar en te ruw en deze manier
van doen sluit hem de deuren.
De heer' Van Deth ondervindt een hef-
tigen tegenstand der predikanten en der Ne
derlanders in Amerika en ik geloof zeker
dat als hy het geld had, hij de zaak-Neer
bosch zou vervolgen; maar de middelen ont
breken hem om zulks te doen. Sinds lang heb
ik niets meer van den heer Van Deth ver
nomen. Wat hij doet, weet ik volstrekt niet.
Van harte wenschte ik hem in eene betere
positie te zien; doch zijne ware positie schijnt
hij voor mij te verbergen.
Een oude man te Maarsseveen
werd verrast met een dagvaarding, om te
verschijnen voor de Arnhemsche rechtbank,
wegens het verkeer in „kennelijken staat"
op den openbaren weg te Arnhem. De ou
de man ging heen en betoogde dat hij vati
zijn leven nog niet in Arnhem geweest
was; welke verklaring geheel juist bevon
den werd. Men vergoedde hem de reiskos
ten, en liet hem weder naar zijn dorp te-
rugkeeren.
Op den Santa-Fé Spoorweg heeft weder
een brutale treinroof plaats gehad en nog
wel door slechts twee mannen. Zij deden
een trein stoppen en beroofden allereerst
den machinist en den stoker. Op de weigering
der beambten om de brandkast te openen
zagen zij er van at die open te breken,
doch dwongen de conducteurs aan alle rei
zigers gel 1 en waarden af te nemen en hun
te overhandigen. Men vraagt zich af hoe
het mogelijk is, dat een groot aantal per
sonen niet in staat zyn twee njannen te
overmeesteren.
Serum
Voor den Saint-Paul-prijs van 25.000
francs (bijna f12.500), uitgeloofd vooreen
middel, dat door de „Académie de Médeci-
ne" te Parijs als een vertrouwbaar 6n
zeker middel tegen diphtheritis wordt er
kend, meldden zich 33 deelnemers aan.
De prys werd niet verdeeld, doch de Aca
demie schonk aan dr. Bourges ter aanmoe
diging 1800 francs.
Zeker wel een bewijs, dat door een zoo
gezaghebbend lichaam als de „Académie de
Médecine" aan het diphtherie-seruin nog
geen algemeen vertrouwen wordt geschon
ken.
Van de Duitschers, die wegens de
anarchistische aanslagen te Luik terecht
stonden, weiden Muller en Westcamp tot
levenslangen dwangarbeid veroordeeld.
Broisch en Bach werden veroordeeld tot
10 jaren dwangarbeid, Vossen tot vier ja-
reu gevangenisstraf, Wilke en Schlebach
tot drie jaren gevangenisstraf en de vrouw
van Schlebach tot zes maanden gevange
nisstraf.
De overige beschuldigden werden vrij
gesproken.
Een treffende geschiedenis, dus schrijft
men uit Slees wij k-Holstein, heeft onlangs
aan de Noordzeekust plaats gehad, üp een
ijskouden, stormachtigen morgen, werden
de bewoners van het niet ver van het strand
gelegen visschersdorp, plotseling door een
kanonschot uit hun rust opgeschrikt. Op
een korten afstand van de kust zat een
schip op het rif, reddeloos verloren. De be
manning was in de masten geklauterd ên
had zich in het touwwerk vastgebonden, om
niet door de golven te worden weggeslagen.
De reddingsboot gereed 1" En de boot werd
uitgezet, maar haar moedige aanvoerder, Har-
ro heette hij, was er niet, hij had zich 's mor
gens vroeg naar het naburige dorp begeven.
Het was onmogelij k op he m te wachten, iedere
minuut, die verloren ging, kon het schip wrak
geslagen worden. Acht man staken in zee,
trotseerend den huilenden stormwind. Zij
bereikten het schip en brachten de arme
uitgeputte schipbreukelingen in de boot.
Maar één bleef er achter. Hoog in den
mast hing hij, verstijfd van de koude; en
zij waagden het niet hsm te reddenwant
de boot was overladen, de storm nam toe,
en aller redding stond op het spel. Toen
zij den wal bereikten, was Harro terug. Hij
vroeg of men ze allen had, en zoo hoorde
hij van den laatste, die in den mast was
achtergebleven „Ik zal hem halen 1" riep
hij „gaat ge mee Maar ze wilden niet,
ze meenden dat het onmogelijk was. Harro
sprong in de boot„Dan ga ik alleen."
üp dat oogenblik verschijnt zyn moeder
op het strand. Zij smeekt hem'„ga niet,
uw vader bleef daar ginds., .en Uwe."
Uwe was haar jongste zoon, van wien zij al
jaren niets had gehoord. „Ga niet 1 Ter wille
uwer oude moeder „En bij daar
ginds zijt gij er zeker van, dat ook
hij geen moeder heeft?" Toen zweeg
de oude, vier man sprongen mede in de
boot met Harro. Voorwaarts gaat het, de
branding tegemoet, maar het gaat lang
zaam. Het wrak stond reeds geheel onder
water, toen zij het bereikten, en het kostte
de grootste inspanning het schip te nade
ren. Eindelijk gelukte het. Harro klimt
zelf in 't want, om den bijna verstijfden
ongelukkige naar beneden te helpen. Nu
ligt hij in de boot en landwaarts gaat het
terug. En als men het strand zoover ge
naderd is, dat Harro's krachtige stem door
storm en branding heen, zich kan doen
verstaan, dan zwaait hij en roept„Zeg mijn
moeder dat het Uwe is 1"
Zachtjes nadert wêer de tijd dat de lo-
telingen kazernewaarts zullen trekken. In
verschillende chr. bladen leest men dan op
roepingen aan predikanten, kerkeraden, enz.
om toch te zorgen maar mijnheer de
redacteur ge weet het wel.
Al jaren heb ik die recepten om onze
jongens uit de goddelooze kazerne te hou
den, gelezen, maar er weinig hulp van
gewacht, en nog minder gezien. En nu de
reden hiervan.
Die is m. i. deze men kent noch de
kazerne, 'noch de militairen. Haast allen
hebben van het kazerneleven eene voor
stelling die in niets met de werkelijkheid
overeenkomt. En militairen, och lieve,
praat er niet van, maar 't zijn vul
maar in niet te mooi s. v. p.
En daar, onder die lui moet uw zoon,
een jaar, misschien 17 maanden doorbren
gen. Heel het huisgezin is er naar van
dat Jan in een zoo bij uitstek goddelooze
omgeving zal komen. Dit leeft niet alleen
in de verbeelding van zenuwachtige moe
ders, maar zelfs een der Hooggeleerden, uit
Kampen, was zoo onder den indruk dat een
militair niet veel zaaks is, dat hy schrij
ver dezes beleedigde, terwijl hij bedoelde
mij eeu kompliment te maken omdat ik iets
deed wat hij van een militair niet wachtte.
Ik was dus een soort chr. held. Mij zelf
houd ik voor een gewoon mensch, van
beroep soldaat van H. M. Wilhelmina en
het Koninkrijk der Nederlanden. Hier zit
hem juist de knoop als iedereen in een
militair een gewoon mensch kon zien, dan
werden wij gewoon behandeld en werden
er geen buitengewone maatregelen genomen
om ons te trekkenzou het niemand als eene
opoffering aangerekend worden (dus geen ver
dienste wezen) als hij of zij zich wat meer
met een soldaat bemoeide dan een ander.
Wy gevoelen maar al te dikwijls all we
v