NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. t CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Ij Graanrechtengeen politiek, li. lo. 57. 1895. <Duisifag 12 Mcttari, flegerufe faacgang. blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. J f Van geachte zjde schrijft men one: Het is zeker prijselijk om bij gewich tige en ingrij pende onderwerpen, het voor en tegen te wikken en daarom niet onop gemerkt te laten, wat tegen eigen inzicht wordt aangevoerd. Daarom juichte ik het toe, dat voer eenige dagen in d« Zeeuw werd opgenomen wat door de maatschappij van landbouw tegen de graanrechten werd aangevoerd, evenale in da Nederlander werd gewezen op de groote hoeveelheid graan die in Nederland moer werd inge voerd, dan uitgevoerd. Maarmen zij voorzichtig om zich door oijfers niet te laten verblinden. Om alleen op de verschijnselen te turen, zon der de oorzaken na te gaan. En dan meene men niet dat, omdat er zooveel honderdduizenden hectoliters graan meer wordt ingevoerd dan uitgevoerd, hieruit blijkt dat Nederland dien meerderen invoer noodig heeft voor voedsel van de inwoners. Dat zij verre. Die groote in voer is hoofdzakelijk bestemd voor de jeneverstoker jen Gesteld dus, dat door de invoering van graanrechten, de in veer werkelijk ver minderde wat nog lang niet vaststaat dat daardoor zelfs de jéneverstokerjen wat minder van dat lichaam- en ziel verdervend vergif konden leveren, of er den prjs wat van moesten verhoogen, zou dat nu zulk een bezwaar zjn dat men daarom eene andere wenscheijke zaak zon moeten na laten In het door n overgenomen stuk van de maatschappj van landbonw wordt ver wezen naar Donsmarken, en getoond hoe men zich daar heeft weten staande te hou den, door de bakens te verzetten toen het getj verliep. Door toen de graanbouw geen voortdurende resultaten meer gaf zioh toe te leggen op zuivelbereiding, veeteelt, ooft- en groentenbonw. Maar men bedenke, dat wat voor Denemarken goede gevolgen had, daarom nog niet voor Zeeland b.v. wenscheljk is. Door het groote verschil van toestand en qualiteit van den bodem. Ieder die met de practjk hekend is, weet b.v. dat de verwisseling van bouwland in weiland in Zeeland gemakkeijker gezegd dan gedaan is. Daar gelaten toch de sooiale revolutie die dit zon teweeg brengen, doordat dan duizenden veliarbeidors werkloos zonden worden, is die verandering in de meeste gevallen ondoenlijk door de ziltigheid van onzen bodem, en daardoor onbruikbaar wa ter voor het vee en doordat de gronden der meeste hofsteden her en der verspreid liggente midden van andere gronden waarvan zj alleen door greppels gessheiden zjn. De ooftbouw heeft ook groote bezwaren niet alleen door de groote kesten verbon den aan het aanleggen va.» boomgaarden, kosten die juist bj den tegenwoordigen gedrnkten toestand te zwaarder vallen, maar ook omdat boomgaarden eerst na vele jaren gaan dragen en dit hulpmiddel dan eerst voor de kinderen van het tegenwoordig geslacht vruchten zon afwerpen. Toch is het ook u bekend, dat dit reeds geschiedt. Maar de verbouw van groenten dan? Ook voor dezen bestaat een groot bezwaar in de hoedanigheid van onze kleigronden, die eerst laat beginnen te „werken", zoodat de groenten daarop geteeld, eerst lever baar worden, wanneer de markt Jin Enge land reeds van uit andere streken ver knoeid is. Daarbj zjn de groenten op kleigrond geteeld niet zoo zoet en daardoor van min dere qualiteit dan van zandgronden. Te veel plaatsruimte zou ik van n moeten vragen om dit alles in het breede uiteen te zetten. Toch geloof ik dat het hoven- staande voldoende zal aantoonen, hoe voor zichtig men moet zjn, om zich niet door ejfers en uitkomsten elders, onder geheel andere omstandigheden, te laten verblinden. Alleen nog dit. Onder de bezwaren tegen de graanrechten bekleedt eene groote plaats het beweren, dat mogen zij al voordeelig zjn voor de graanboeren, ze nadeelig zjn voor de znivelboeren, die dan niet meer zoo goed koop krachtvoeder zonden kunnen koopen. Dit zou onbilljk zjn, roept men nit. Maar daargelaten, dat de znivelboeren dan minder coacnrrentie zouden hebben, en dus ook hunne producten duurder wor den, vraag ik omgekeerd: is het dan bil ly k alleen ter wille het voordeel der zuivelboeren, het nadeel, den onhondbaren toestand van de graanboeren maar te laten voortduren Met dankzegging voor de verleende plaats ruimte Uw bestendige lezer B. P. v. M. Wijzen wj hierbj ook op een request van den hoer Heemskerk, oud-landbouwer te Hazerswonde, waarin hj er op wijst dat door Graanrechten eene belangrj ke groep in de bevolking voor ondergang wordt behoed. „Immers door den nood gedrongen mee- ten thans duizende bij duizende Hectaren vruchtbaar bouwland in weiland veranderd worden. „Wat dit voor de nationale welvaart be- teekent „Niet slechts dat de bouwboer van be roep moet veranderen en van akkerman vee boer moet worden, maar dat duizende land lieden door den honger omdat door de verandering van bouw- in weiland werk en breed hnn werd ontnomen naar de groote steden werden gevoerd, waar zj van de eene ellende tot de andere voortgezweept, ten slotte met het Socialisme oproer gingen maken. „Werd voor dertig jaren geleden voor 2Va millioen gulden graan van het buiten land gekooht, thans is dit bjna tot een bedrag van 11 millioen gestegen. „Die elf millioen gulden wordt niet slechts betaald voor het graan, maar ook voor den arbeid, waardoor het bouwland elders productief werd gemaakt. „Terwijl hier onze werklieden verhonge ren, worde* door de theorieën der vr jhan- delaars de werklieden van over de gren zen van al het noodige voorzien. „Terwjl hier ons volksleven kwjnt en de welvaart merkbaar achteruitgaat, zoodat eerlang de soeiale kwestie ons boven het hoofd zal wassen is men ijverig bezig door een onbebreideld vrijhandelssyssteem de sociale kwestie tot oplossing te brengen in het buitenland". De heer Stigter heeft te ^Kapelle een voordracht gehouden over de graanrechten waarbj hj de volgende stellingen verde digde lo. Graanrechten zonden voor vele land bouwers tjdeljk eenige lotsverbetering die zoo dringend noodig is kunnen ver oorzaken. 2o. De handel, do middelen van vervoer, de veeteelt, het fabriekswezen en de zeer groote meerderheid dier bevolking zonden echter hierdoor, geheel onverdiend, bena deeld worden. 3o. Om die reden had de regeering het recht aan haar zjde, toen ze verklaarde, dat van haar geen voorstellen tot het heffen van graanrechten te wachten zjn. 4o. Yoor de onmisbare lotsverbetering van den landbouwenden stand in het algemeen waarbj de welvaart der provinciesteden zoo nauw betrokken is behoort het pacht- contraet nader hj de wet geregeld en de stand der boeren-eigenaren beschermd en uitgebreid .te worden. Nemen wj nog acte van hetgeen mr. Treub antwoordt op de voorwaarde gesteld door de Arnliemsche Courmt, dat namelijk, de heffing van graanrechten, ter voorkoming dat de voordeelen daarvan in de beurzen van de landverhurende grondeigenaars in plaats van in die der landbouwende pachters zouden terecht komen, zou moeten worden voorafgegaan doof of gepaard gaan met de instelling van officiëele paehtcom missiën, ter bepaling van den maximalen huurprjs, die van den pachter zon mogen worden gevorderd. Het argument van de Arnh. Crt. ,,Wg zien de rechtsgronden voor zoodiep ingrijpende inmenging van den staat in de particuliere aangelegenheden der ingeze tenen, dat zelfa de prjs, waarvoor do eigenaar zijn grond aan een ander in gebruik moet geven, door een administratief orgaan zou worden vastgesteld",—en de waarschuwing „zoo zet men den roet op den slechten weg, die tot alle concurrentie, alle inspanning, alle leven, kracht en menschwaardigheid vermoordende jsocialistische maatschappij voert; het vlak is hellend".... noemt de heer Treub „een vogelverschrikker eerste klasse". De vergelijkingen van het blad gaan, zegt de schr., alle mank. Staat het ieder niet |vrjj, wanneer zijn kleermaker of glazenmaker te duur is, naar een goedkooperen te gaan? En kan de boer even gemakkelijk wanneer zjn landheer te duur is, een goedkooperen in de plaats krijgen? Kan er werkelijk een algemeen belang mede zijn gemoeid als de dienstboden te hoogeloonen vorderen Niemand behoeft ze in dienst te nemen; wie ze te duur vindt doo het werk zelf. Dit geschiedt thans reeds door de meerder heid van de huismoeders; zou er eenig staatsbelang door in gevaar worden gebracht wanneer het cp nog uitgebreider schaal ge schiedde zooals bj v. in Amerika sn om andore redenen ook bj de veel eenvoudiger levende Zwitsers het geval is? Is het ernst, dit geljk te stellen met het gevaar dat de boeren door hunne landheeren „te zeer worden uitgezogen", wat geljk aan de irnhcmner wel niet onbekend zal zjn tot slechte behandeling en verarming van het land, d. w. z. tot achteruitgang van een der gewichtigste productiefactoren voert? Rechtsgrond tot ingrjpen in particuliere aangelegenheden is er, betoogt de heer T:, overal waar de onbeperkte individueele vr j- heid leidt tot toestanden, die uit een alge meen maatsehappeljk oogpunt bedenkelijk zjn. Dié rechtsgrond is het welke den staat er toe leidt eischen te stellen aan het bj- zonder onderwjs ongevaccineerde kinderen van de scholen te weren, het vervoer van landverhuizers aan zekere voorwaarden te binden, het oprichten van fabrieken niet onbeperkt toe te laten, regelen te stellen voor vrouwen- en kinderarbeid. Die rechtsgrond is het welke den staat er welhaast toe leiden zal maatregelen voor te schrjven tot beveiliging van werklieden tegen ongelukken in fabrieken en werk plaatsen, verplichte verzekering tegen de ge volgen van ongelukkon, invaliditeit en ou derdom in te voeren, regelen te stellen voor de volkshuisvesting, leerplicht in te stel len enz. Met den „boeman" der Arnh. Ct., dat men zoo den voet zet op het hellend vlak, dat voert tot de socialistische maatschappj zal m#n, zegt de schr., geen verstandig mensoh op de vlucht jagen. De vooruitgang der maatsshappj dwingt tot een voortdurend zoeken naar het juiste midden tusschen de individualistische en de communistische neigingen van de haar vor mende leden en groepen. Precies te bepalen is dat juiste midden niét en minder nog is het mogeijk dat de maatschappj er zich in regelrechte ljn precies op zou bijven voort bewegen. Het is een voortdurend slingeren om het onvatbare juste milieu, maar naarmate de maatschappj er verder van verwjderd raakt, naar die mate worden ook de bezwaren van hare afdwaling voelbaarder en wordt de drang naar koersverandering grooter. Zoo brengen door de spontaan ontsprin gende reactie de kwalen der maatschappj in zekeren zin haar eigen genezing met zich, omdat zj min of meer intuïtief de middelen tot beterschap doen gevoelen, tot dat met het verdwijnen van het gebrek ook het middel heeft uitgediend en opgeruimd moet worden. Het is onze plicht betoogt de schr. ten slotte onze maatschapp»! j ke orde ning in bescherming te nemen tegen het gevaar van aan louter individualisme te zullen bezwjken. En wanneer daartoe noo dig is, dat individueele rechten worden beperkt en aan banden gelegd, dan ligt in deze noodzakelijkheid de eenige maar af doende rechtsgrond voor die beperkingen. „Het welzjn der maatschappj is de hoog ste wet die wj erkennen. Alle individu eele rechten, die daaraan in den weg staan, hebben hun rechtsgrond verloren." Tot zoo ver de heer Treub. Men ziet het de gronden zjn wel wat radicaal; doch voor eene alleszins alzjdige beschouwing bestaat alleszins reden. Het geldt de welvaart van den landbouw en dies van gansch Nederland. Opium ap Lombok Maar dat zal de regeering toch niet doen Wat? Wel, toelaten dat op Lombok opium ge schoven wordt. Tot nog toe was het er verboden. De Radja een Heiden had er de doodstraf op gesteld. Zal een Christen nu dit goede werk ko men bederven Bederven door dit vergif op Lombok te doen invoeren? Te doen invoeren om een handjevol geld? Het zou de dood voor de Sassaks, een beleediging voor de nagedachtenis onzer krijgslieden zjn die om hen gelukkig te maken, hnn bloed, hun leven kwamen geven. Het zou een slagboom opwerpen' zijn aan den arbeid der Zending, een zaad van eeuwigdurend 'mistrouwen in den Christus en het Christendom. Wj ondersteunen het adres, door den Anti-Opinm-Bond aan den Gouverneur-Ge neraal van Nederl.-Indië gericht, en ver zoekende den mogeljken invoer van opium op Lombok te verbieden. Het luidt aldus Exellentie Nu de door ons Indisch leger zoo roem- r jke veldtocht op Lombok ia geëindigd en op dat eiland eene bestunrs-inrichting zal worden gevestigd, beantwoordende aan de eitchen van menschelijkheid en beschaving; waagt de Nederlandsohe „Anti-Opinm- Bond" het uwe bjzondere aandacht te ves tigen op de omstandigheid dat, naar lnip van de tot ons gekomen berichten, tot nog- toe het gebruik en de invoer van (opium behalve voor vreemdelingen op Lom bok ton strengste verboden was en dat de overtreding van dit verbod zelfs werd ge straft met den dood of met levenslange ver banning naar Karang-Asem op Bali. Hieruit zon bij ken dat de bevolking van Lombok de behoefte aan dit verderfeljk genotmiddel vooralsnog niet kent en dat het vorsten-bestnur, niettegenstaande zjne grove tekortkomingen op velerlei gebied, zjne onderdanen althans heeft willen vrj- waren voor de treurige gevolgen van dit lichaams- en zielverdervend heulsap. Waar nu het Nederlandgch-Indisch Gou vernement zich verplicht zag een einde te maken aan het op dit eiland heerschende wanbeheer, ten einde aldaar een bestuur te krjgen, waarbij, in stede van knevelarij en rechtsverkrachting, de zegeningen van rechtszekerheid en die eener beschaafde bestuurs-inriehting ten deel zullen vallen aan deze zoo hard beproefde bevolking, daar vertrouwt onze Vereeniging, dat in zake opium de Nederlandsch-Indische Re geering niet zal achterstaan bj het ver dreven Vorstenhuis, maar op Lombok den invoer en het gebruik van opium als ge- notmiddel aan een ieder zal verbieden, opdat het Nederlandsohe bestuur, zooveel mogeijk, in alle opzichten der bevolking tot zegen strekke. Tevens zoude onze Bond met de meeste bescheidenheid den wensch willen uiten dat, evenmin als de „opium-pacht", op Lombok mogen worden ingevoerd andere pachten, zooals de „pandhuis-pacht" of de „pacht op het slachten van runderen" enz., welke pachten toch in handen van vreemde Oosterlingen op Java veelal bevorderljk zjn aan het smokkelen en den verkoop van opium en ernstige moeiljkheden op leveren bj het handhaven der bepalingen omtrent het verbljf der lieden binnen de hun aangewezen wjken. Namens de „Anti-Opium-Bond", enz. Als de oud-minister Pierson bij volks stemming nog eens minister van financiën gemaakt moest worden, h j werd het nooit. Beluister slechts de klachten onzer werk lieden over zijn bedrjfsbelasting met den zoogenaamden geheimen doch in werkeljk- henl publieken aanslag; en zijn dubbelen druk bj de handhaving van het personeel! Vooral nn, bj den klimmenden nood der gemeente-linanciën waarin volgens liberalen als Pyttersen en Goeman Borge- sius bj handhaving van Piersons voorgan ger minister Godin de Beaufort, thans reeds zou zjn voorzien, mag wel de aan dacht gevestigd worden op den lof die thans door mannen en bladen van allerlei richting dezen oud-minister wordt toege zwaaid, waar men hem vroeger bestreed of nanweljks steunde. En hier tegenover op den spjt en de verontwaardiging waarmede men zich uit laat, over het broddelwerk van minister Pierson. Deze opmerking meenen wj te moeten doen voorafgaan aan wat wij hieronder over namen uit „Onze Tjd", een Friesch blad, hetwelk aldns schr jft We noemden hierboven minister Godin de Beaufort die in het ministerie Mackay de portefeuille van financiën in handen had, en bj aftreding plaats moest maken voor den heer Pierson. Deze laatste maakte naam als minister. Vermogensbelasting, bedrjfsbelasting en afschaffing van het patent, dat waren dingen die klonken als een klok dat was eerst een man De Beaufort was een voorzichtig man. Zjn ontwerp zon, naar luid der berichten aan de gemeenten Opsterland en Weststel lingwerf ieder 11 k 12000 gld. voordeel hebben gegeven en wat nu met die ge meenten gebeurde, zou dan niet noodig zjn geweest. Piersons bedrjfsbelasting met zjn vraagboekje is een hateljk ding. En de afschaffing van het patent geeft nn reeds aan hen die er van profiteeren aanleiding tot tal van klachten. De kleine winkeliers, die toch reed» e-n zwaren strjd hadden, ondervinden er al den last van dat iedereen nu koopman wordt concurrentie, die toch reeds zwaar was, dreigt nn nog erger te worden en 't niet handeldrijvende publiek ten platten lande wordt geplaagd door een al te over vloedig aanbod van allerlei noodige en onnoodige dingen. Pierson scheen zijn wetsontwerpen zoo maar voor de vuist voor te dragen, maar ook hier geldt wat Beets zegt Wat voor de vuist wordt toegediend, Komt warm op tafel, zei een vriend 't Komt warm op tafel, dat is waar Maar, His ook zelden gaar. Dr. Knypër klaagt in de Standaard int onder de christenen zelfs de liefde, die naar eenheid en samenwerking uitgaat, wordt gemist. Indien zegt hij allen saam, die onder wat naam ook, den Christus Gods beljden, op politiek gebied één ljn trokken, zoo onder wat Protestantsch, als onder wat Roomsch is, zon de nit deze eenheid geboren macht eenvoudig onweer staanbaar zjn, welk kiesstelsel men ook invoerde. Helaas, zoo is het echter niet. De Room- schen gaan hun eigen gang. Heel veel geloovige Protestanten zjn als de gernsten in Sion, die zich de zaak des vaderlands niet aantrekken. De fractie-Bronsveld voert guerilla op eigen hand. En zelfs onder wie dan nog overbljven, is men er thans meer op bedacht om elkander, dan den gemeen- schappelijken vjand afbreuk te doen. Dit verscüjnsel verklaart dr. Knyper daaruit', dat men tegen een onderzoek naar de

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1