i{i(ins/\ n i;v. U ROS. 108* ministerie gewijzigd, en zal hij nog eenmaal beproeven met het gewijzigd kabinet te regeeren. „In Hongarije heeft de premier Weckerle herhaaldelijk verzocht te mogen aftreden. Hij blijft alleen aan op verzoek van den koning. „In Oostenrijk verwacht men ieder oogen blik het ontslag van het ministerie-Von- Windischgratz. „In Italië heeft de heer Chrispi zonder voorafgaande kennisgeving de Kamer ver daagd en staat een ontbinding te wachten. „In ifrankrijk dreigt de minister van oorlog af te treden. „In Turkije verwacht men een nieuw ministerie, ten einde den toorn van Europa over de Armenische gruwelen te stillen. „In Duitschland heeft de rijkskanselier een nederlaag geleden in den Rijksslag. „Alleen in Engeland schijnende ministers vast op hunne zetels te zitten en dit is alleen omdathet parlement thans niet zetelt." Sprekende cijfers. Onder dit opschrift schrijft Patrimonium het volgende De bevolking op Java bedroeg op 31 Dec. 1892, natuurlijk bij benadering berekend, 22,754,000 zielen. Op Madura worden ge schat te wonen ruim 1 Va millioen zielen. In de buitenbezittingen dat wil zeggen de eilanden enz. buiten Java en Madura werd de bevolking, die geacht wordt aan het Ned. Indische Gouvernement onderwor pen te zijn, aldus geraamd Sumatra's Westkust 1,235,000 Benkoelen159,000 Lampongsche districten. 131,000 Palembang664,800 Oostkust van Sumatra 224,000 Atjeh en onderhoorigheden 524,000 Riouw75,000 Banka58,000 Billiton28,000 Borneo1,247,000 Celebes1,466,000 Minahassa ,r 301,500 Gorantalo Menado 2381600 Amboina252,000 Ternate 107,500 Timor onbekend Bali en Lombok 1,400,003 Totaal buiten Timor 8,461,400 Alzoo zal de bevolking in Ned.-Indië, die aan ons gezag heet onderworpen te zijn, wel bedragen 33 millioen, waarvan op Java alleen ruim 22 millioen. Onder die 33 millioen zielen, onderworpen aan het. Nederlandsch gezag, worden maar weinig; Europeanen en dus ook weinig Ne derlanders aangetroffen. Op Java en Madura bevinden zich slechts met uitzondering van het personeel van leger en vloot, 47,140 Europeanen, waarvan 37,000 in Indië en 8000 in het moederland, terwijl de overige 2,000 Europeanen grootendeels in Duitschland geboren zijn. Daarentegen wonen op Java en Madura ruim 346,000 Chineezen. In de hoofdstad Batavia met 144,864 zielen wonen slechts 8,613, Euro peanen en 27,279 Chineezen. In de Buitenbezittingen wonen 11,600 Europeanen, daarentegen 199,000 Chineezen. Op een bevolking van ruim 33 millioen zielen worden derhalve nog geen 59,000 Europeanen aangetroffen daarentegen bijna 145,000 Chineezen. Deze cijfers stemmen zeker tot ernstig na denken In onze eigen koloniën wonen wel vele vreemdelingen, vooral Chineezen, maar zeer weinig Nederlanders. Het is bekend, dat de Chineezen voor een groot deel leven van de zonden der inlanders opiumgebruik, dobbelen; maar toch rijst onwillekeurig de vraag of het Gouvernement geen maatregelen zou kunnen nemen om Ned.-Indië recht streeks meer voordeelig te maken voor de Nederlandsehe bevolking zelve. Daar zoovele vreemdelingen hun bestaan zoeken en vinden in onze Koloniën, zou het toch geheel na tuurlijk zijn, dat pogingen werden aange wend om den stroom landverhuizers uit ons land naar Amerika te verleggen naar Kolo niën, die onder het Nederlandsch bestuur staan. Men zegt dat het klimaat in Indië niet geschikt is voor Nederlanders. Dit kan wel zijn. Maar toch schijnt het wel, dat dit vraagstuk nog niet van alle kanten bezien is. Men vergete ook niet, dat in tijden van oorlog, van ontevredenheid, het Indisch Gouvernement staat tegenover een bevolking waarvan slechts enkelen Nederlanders zijn, K e r k n i e ii w s. Geref. Kerken. Beroepen te Sneek B, ds. J. D. v. d. Velden te Middelburg C. Chr. Ger. Kerk. Bedankt voor Rotterdam door ds. Ph. Wessels te Zierikzee. Heden Woensdag deed de Arrondisse- ments-Rechtbank te Middelburg uitspraak in de voor haar aanhangige procedure tusscben „La Société Anonijme l'union des Remorqueurs Beiges, gevestigd te Ant werpen, c. s., eischers, voor wie de heer Mr. K. W. Brevet, advocaat te Middelburg in rechten ageerde, tegen den Heer Com missaris der Koningin in de provincie Zeeland 99, c. s., gedaagden, voor wie de heer Mr. W. A. van Hoek, advocaat te Mid delburg, optrad. Bij voormeld vonnis werd de vordering der eischers ongegrond verklaard voor wat betreft het door hen gevorderde bedrag ad f 4500, verklaard dat de gedaagden met het betalen van het door hen aangeboden be drag ad f 1500 kunnen volstaan, tot betaling van welk bedrag aan de eischers zij, ge daagden, werden veroordeeld. De vordering sproot voort wegens door eischers sleepboot „John Buil" aan gedaag- den's stoomboot „Walcheren", die in den namiddag van 11 Februari 1894 op de Schelde te kampen had met vliegend storm weer, bewezen diensten. STATISTIEKE OPCAVE der BEVÖLKTNG OP 31 DECEMBER 1894 IN DE NAVOLGENDE GEMEENTEN: Gemeenten. G eboben. Overleden. M p =3 CD In de gem. gekomen. Uit de gem. vertrokken. TOTAAL. M. f V. O M. V. 1-3 O c+- t>r p M. V. O C-t- M. V. s3 o e-t- M. V. Tot. *->s» Certgene AVemeldinge Ovezande Driewegen Nisse. 25 17 42 7 7 14 13 35 28 63 43 30 73 543 545 40 37 77 9 10 19 26 21 27 48 31 46 77 994 1011 9 12 21 5 5 10 3 24 25 49 29 32 61 453 402 12 10 22 6 3 9 4 17 19 36 12 21 33 280 296 8 12 20 3 3 6 2 23 31 54 27 34 61 316 297 2005 915 576 613 13) FEUILLETON. Een verhaal "uit het Kroatische Bergland. Uit het DuitSch door J. M. d. J. Uros kocht een graf voor haar naast dat zijner geliefde moeder. Wederom verloor het woud zijne groene tinten. De weltiekeude alpenviooltjes die in den zomer de grazige hellingen versier den, hadden plaats gemaakt voor de bleeke herfstbloempj es. De Octoberstormen loei den over de dorre, rotsachtige velden, die reeds van hunne laatste vruchten beroofd waren. In de dorpen zong men afscheids liederen, want de mannen moesten den huiselijken haard weer verlaten om elders brood voor hunne huisgezinnen te verdie nen. In Goraci en omliggende plaatsen hoorde men deze liederen niet meer, want de dorpelingen die aan de grenzen woon den, waren reeds vertrokken. In het landstadje, waar Uros reeds vijf maanden lang trouw en ijverig zijn beroep als dokter uitoefende, had zich een gezel schap gevormd, dat het afscheid wilde vieren van een aantal mannen, die naar beneden Kroatië vertrekken zouden. De voormalige meester van onzen Uros was ook bij hen, en om zijnentwil had de jonge dokter ook een uurtje mede feest gevierd. Vroeg, zooals hij gewoon was, verliet hij de anderen, want zijn praktijk dwong hem hiertoe. Helder scheen de herfstmaan over de daken der stad. Met volle teugen ademde de jonge man de frissche, koele berglucht in, terwijl hij een van die zwaarmoedige volksmelodiëen floot en zich naar zijne woning spoedde. Plotseling werd hij tegengehouden door twee mannen, gehuld in wijde mantels, en hunnegrootehoedeiuliepinde oogen gedrukt. „Zijt gij de dokter vroeg de een. „Mijnheer Jercin verbeterde de andere. „Die ben ik. Waarmede kan ik u dienen „Daarboven," een der mannen wees met de hand naar de bergen, waarop het donker woud zich dreigend tegen den helderen hemel afteekende, „ligt een man, de klui zenaar." „Kolenbrander", vulde zijn metgezel aan. „Hij heeft zish gekwetst." „Een voet gebroken, of beide", voegde de andere er bij. „Wil de dokter naar den man komen kijken „Wij zullen u er dadelijk heenbrengen", verzekerde de duidelijkmaker. Een oogenblik overlegde de jonge man. De twee waren hem geheel onbekenden boven op den berg, dien zij aangewezen hadden, was het dichtste en onherbergzaam ste woud uit die streekhet was bijna middernacht. „Ik zal met u gaan", zeide Uros vast besloten, „maar eerst moet ik mijne gereed schappen nog gaan halen." „Wij zullen hier op mijnheer wachten," antwoordden de twee. Een oogenblik later kwam de jonge arts bij zijne begeleiders terug. Hij had zich Gode aanbevolen, en kon dus welgemoed de nachtelijke wandeling beginnen. Spoedig hadden de drie het stadje achter zich, de weg begon te stijgen en werd voortdurend moeilijker. In het begin spra ken de mannen geen woord, maar door de opgewekte vragen, die de dokter hun deed, werden zij spraakzamer en vertelden dat zij diep uit het gebergte gekomen waren, met het plan zich aan te sluiten bij de Kroatiërs uit het stadje, die morgen ver trekken zonden, maar onderweg hadden zij den kolenbrander Milos ontmoet, die overal in den omtrek bekend was. Daar zij ver- CifMiiengde Berichten. Het Rijkstelegraafkantoor te Goes ver zond gedurende de maand December 1894, 608 telegrammen, ontving 567, over genomen en verder geseind werden 330, totaal 1505 telegrammen. Ont- Ver- Kantoren rangen, zonden. Totaal. Baarland14 10 24 Borssele11 15 26 Driewegen 6 6 12 Ellewoutsdijk 12 30 42 's Gravenpolder. 26 26 52 's Heer Arendskerke 15 7 22 's' Heerenkoek 23 34 57 Heinkenszand 29 21 50 Hoedekenskerke 27 15 42 Kloetinge 19 17 36 Nieuwdorp 8 6 14 Üvezand18 11 29 Wolfertsdijk 16 17 33 Telephoon te Kamperland. Ont vangen 22, verzonden 16, samen 38. Coes- In 1894 spaarden de leerlingen van school B op de Vlasmarkt op formu lieren van 1 cent f265, op formulieren van 5 cent f 10, samen f275, tegen f200 in 1893. Veel kleintjes maken éen groote. Wemeldinge. Blijkens de statistiek van bevolking van deze gemeente zijn in het afgeloopen jaar alhier 26 huwelijken gesloten. Dit liooge cijfer is nog nimmer alhier bereikt. Ook kwamen slechts 16 sterfgevallen voor, welk laag cijfer nog nooit hier was voorgekomen. De gemeente telt 2005 zielen en vermeerderde derhalve sinds 1 Jan. '94 met 32. Schore. Maandagavond had de heer P. van Iwaarden het ongeluk doordat hij zijn wagen niet bijtijds kon draaien, dat de wagen, die met boomen geladen was, in het kanaal liep. Door spoedig toegeschoten hulp werd met behulp van een roeiboot alles spoedig op het droge gehaald. Per soonlijke ongelukken hadden niet plaats. Kloetinge. In den nacht van Maan dag op Dinsdag zijn bij verschillen le in gezetenen konijnen ontvreemd. De daders zijn tot nog toe onbekend. Kloetinge. De nieuwjaarscollecte heeft hier opgebracht f360, zijnde f25 minder dan verleden jaar. Hiervan zijn 106 huis gezinnen bedeeld. Heinkenszand. De Nieuwjaarscom missie heeft tot heden toe ingezameld en gedeeltelijk op Nieuwjaarsdag bedeeld f 214.30 terwijl nog enkele giften worden ingewacht. Borssele. In het jaar 1894 zijn op de weegbrug „Ieder 't Zijne", alhier, gewogen als volgt: 3,111,865 K.G. suikerbieten, 35693 K.G. gerst, 7347 K.G. haver, 31935 KG. stroo, 5438 K.G. vlasstroo, 93174 K.G. vlas, 96785 K. G, aardappels, 3732 K. G. ajuin, 143089 ~K. G. pulp, 20153 K. G. steenkool, 3756 K. G. ijzer en 24 stuks vee. Vlissingen. Met Nieuwjaarsmorgen had alhier in de Geref. Kerk. A een lieele opschudding plaats. Onder de prediking kreeg eene vrouw, die meermalen blijken gaf niet wel in het hoofd te zijn, weder een dergelijk toeval. Zij begon hardop in de kerk te zingen of wel te schreeuwen en hield niet op, hoewel dit verzocht werd. Niet dan met groote moeite gelukte het de niet spoedig te bedaren vrouw door een 4tal personen in de consistorie te brengen waarna men ze per rijtuig naar hare wo ning bij den heer A. moest vervoeren. De godsdienstoefening kon toen ongehinderd voortgezet worden. Zaterdagmiddag omstreeks 3 uur pas seerde het stoomschip „Stad Zierikzee" (kapt. J. Den Outer) varende van Rotter dam op Zierikzee v. v. in het Keeten, het aakschip „God met ons", schipper A. moeid en hongerig waren van de verre reis, hadden zij zich nedergezet om een klein ontbijt te nuttigen, en ondertusschen met den kluizenaar, die bezig was om krui den te verzamelen op de rotsen, een poosje te keuvelen. Plotseling moest bij een misstap gedaan hebben, want hij was van de rotsen naar beneden gestort. „Hij heeft zeker te veel gesproken en daarbij zijne gevaarlijke standplaats ver geten," zeide de dokter. „Milos spreekt niet veel," antwoordde een der mannen. „Maar des te meer kracht hebben zijne woorden," voegde de ander er bij. „Maar hoe komt het toch dat ge eerst tegen middernacht bij mij gekomen zijt? In ieder geval zoekt de oude zijne krui den toch bij dag," Vroeg Uros niet zonder een onbehagelijk gevoel tegenover zijne begeleiders. „De zon stond nog tamelijk hoog," was het antwoord. „Daarom zijn we eerst naar Potgora geloopen, want daar wisten we een dokter te wonen, wiens hulp wij zochten. Hij wilde echter den gevaarlijken tocht over de bergen niet meer ondernemen, omdat het reeds begon te schemeren maar hij zeide ons dat we naar dokter Jercin moesten gaan." „Een echte Kroaat," riep de andere. Hij kon zijn geestdrift voor den jongen dokter niet langer verbergen en bood hem zijne krachtige ruwe hand aan. Lachend sloeg Uros toe, en de drie lie pen verder, altijd bergopwaarts door het dichte donkere woud. Een der twee mannen, die voortdurend vooruit liep, bleef nu staan. „Hier was het," riep hij. „Hier is de steen, waarop we zaten, en daar op die plaats, die zoo helder door de maan be- De Meijer, met de noodvlag in top. Het schip was geladen met kolen, en lag wegens de hooge zeeën te vervullen. Met moeite zijn de drie opvarenden gered het schip is gezonken. Niets van geld of goed is gered. Gisteren (Dinsdagavond) omstreeks 10 uur geraakte een stapel Z iaJstroo in brand onder de gemeente Domburg staan de op een stuk weiland aan W. K. te Dom burg toebehoorende. Kwaadwilligheid schijnt hiervan oorzaak te zijn. De storm van Zondag heeft weder menigen braven zeeman zijn graf doen vinden in de golven. Eene treffende schip breuk was die van de bark Osseovan Londonderry, op den golfbreker van Holy head, ter zelfder plaatse waar acht dagen geleden de Kirkmichael verging. Het schip brak doormidden, de omvallende groote mast verpletterde een deel der bemanning, en de overigen moesten verdrinken, zóó dicht bij den wal, dat men hun geroep om hulp kon liooren, hoewel bijstand on mogelijk was. Er waren er vijf-en-twintig. Sneeuwstormen woedden niet alleen in in Schotland, maar zelfs tot in Yorkshire en South Durham. Treinen werden inge sneeuwd en landwegen versperd. In den storm J. Brands ging Zaterdag uit om een kijkje te nemen met zijn schip op de Gro ninger Wadden. Het schip stiet op een oud wrak en moest worden achtergelaten, terwijl hij met een ijzeren praam en ver gezeld van een 16-jarigen knaap opnieuw de golven trotseerde. De storm slingerde het vaartuig op de „Noordwestplaat," waar de opvarenden in den ijzeren kaap, (niet meer dan een hol, tamelijke hoog raster werk) een gevaarlijke, maar tocli een schuil plaats vonden. Daar vastgebonden, ver stoken van elke menschelijke hulp, bleven zij tot Zondag of Maandagavond, terwijl menige golf over hen moet zijn heengegaan. Toen bespeurde Brands in het verschiet den voogd van het eiland Rottum en na zijn jeugdigen, bijna geheel verkleumden met gezel, stevig te hebben vastgebonden, ging hij tot den hals door het water naar de Rottumerplaat, waar Van Dijk, de vóogd, hem toen eveneens bemerkte en opnam. Bij terugkomst bleek dat de knaap, die voor het laatst den tocht met den strandschipper medemaakte, was overleden. Te Maastricht is op last van den offleier van justitie gearresteerd en naar de gevangenis opgebracht de ontslagen stads- waagmeester d. c. Hij wordt beschuldigd van giften te hebben aangenomen, wetende, dat zij hem werden gebracht om in strijd met zijn plicht het gewicht van ter weging aangeboden goederen hooger op te geven dan werkelijk het geval was. Vlekken op zilveren lepeltjes, ont staan door het gebruik bij het eten van zachte eieren, verwijdert men door ze met roet af te wrijven, waarna men de lepeltjes nog wat oppoetst. Te Tienhoven is door iemand, die onbekend wenscht te blijven, f 2000 geschonken voor de Chr. school, als erken telijkheid, dat ds. P. M. Ochtman, voor het beroep naar Ouderkerk a/d Amstel heeft bedankt. Dr. Kuyper heeft familie en vrien den op oudejaarsavond willen verrassen. Gister-avond is hij in redelijken wel stand ait het buitenland te Amsterdam teruggekeerd. Koppermaandag. Enkele bladen, spre kende van den komenden Koppermaandag, zeggen dat deze altijd valt op den twee den Maandag in Januari. Om misverstand te voorkomen, deelen ii i T— schenen wordt, moet Milos liggen." Het heeft hem te lang geduurd, zeide de andere, „want nu is hij er niet meer." Zij waren ten einde raad. „Weet ge dan niet, waar de hut van denman is, die u zoo welbekend schijnt vroeg de dokter. „De hut! Het is een rotskloof, mynheer, waar de kolenbrander in woont. Het zal hier wel dicht bij zijn, maar we hebben het nog niet gezien." „Dan zullen we het zoeken," zeide Uros vastberaden. De twee haalden de schouders op en begonnen roepend en fluitend tusschen de rotsen te zoeken. Uros bleef alleen. De mannen verwijderden zich voortdurend verder, de maan had zich achter eene wolk verborgen en het geschreeuw van een uil klonk huiveringwekkend door het woud. Het was Uros te moede, alsof hij na lang zoeken en dwalen een doel naderbij geko men was, nog zonder te weten of het hem vervulling zijner wenschen brengen zou. Zijne geheele jeugd met bare verwachtin gen, verlangens en lijden ging snel aan zijnen geest voorbij. Hij zag zich in zyne gedachten weer voor de eerste maal naar Beneden-Kroatie vertrekken en gevoelde het bittere heimwee naar zijne moeder in het hart. Juist op dat oogenblik scheen de maan weer helder door de hooge denneboomen. Snel liep de jonge man nu verder naar boven. Was daar niet eene rots van eene zeer zonderlingen vorm Deels door hoog- opgaand struikgewas bedekt, scheen zij slechts half op de aarde te rusten. Hare geweldige kroon stak ver vooruit, alsof zij iedereen wilde verhinderen naderbij te komen. Uros stiet met zijn bergstok tegen het struikgewas en ontdekte eene opening in de rotsen, die voor het oog verborgen wij mede, dat dit niet geheel juist is. D it jaar (1895) valt het kopperfeest op den ln Maandag in Januari. Juister was het te zeggen, dat Koppermaandag is de eerste Maandag na Driekoningen. Nu komt dit zoo uit dat zes achtereenvolgende jaren die dag valt op den tweeden Maandag, maar. eens om de zeven jaar op den eer sten Maandag in Januari. Tot de laatste uitzonderingsjaren be hoort 1895, wanneer Koppermaandag wordt gehouden op 7 Januari. (Tel.) Bij een paar alleenwonende dames te Nijkerk is een brutale inbraak gepleegd. Van de ongeveer 45 ontvreemde gou den tientjes zijn er 37 teruggevonden in een akkerinaalsheg even buiten de ko.n der gemeente. Zij waren in den grond ver borgen, terwijl de plaats door eenige kleine merkteekenen aan het hout was kenbaar gemaakt. De daders van den diefstal, zijn een paar jongens van wie de een reeds eenigen tijd op den Kruisberg had door gebracht, Schoolartsen vóór drie eeuwen. Het denkbeeld om schoolartsen aan te stellen, is niet zoo nieuw, zooals blij kt in een mededeeling van Eigen Haard, ln elemen- tairen vorm bestond een keuring, van den gezondheidstoestand der schoolgaande kin deren en hun genezing, zooveel mogelijk, door daarvoor aangestelde vrouwen, reeds voor 1600 in ons land. Die vrouwen moes ten toezicht houden op de Leproosecheyt der kinderen. Die Leproosecheyt was niet te beschouwen als eigenlijke lepra, die, als ongeneeslijk, niet behandeld werd doch de term »mvatte alle mogelijke soor ten van huidziekten en hoofdzeer. Reeds in 1591 werd in de rekeningen van Mees- teresse Tanneke te Middelburg gewag ge maakt van de „scordieke" hoofden. In 1608 werd te Middelburg aan Dyngken Jansd toegestaan 18 pd. st- „om de kinders der scholen te strücken van hare schur- dicheyt ende cravaeyge, met ooc de bütte kinderen te gönesen van hare schnrfde hoofden." Noch is besprooken, dat Dyngken Jansd sal de kinderen die quade monden hebben ende cackhielen ook genesen met ooc et geworrumte der lusen te verdrijven." De som van 18 gulden 's jaars, aan Dyng ken voor hare goede zorgen betaald, zullen weinigen haar benijden. Te Amsterdam geschiedde het opzicht over de kranke jeugd op overeenkomstige wijze, de behan deling vond tot het begin dezer eeuw in het Leprozenhuis plaats. In dat gesticht zag men nog een schilder stuk van Bor, waarop een jongen den re genten van het huis verzocht hem te doen genezen van zijne „churfdicheyt." De jongen blootshoofds voor de regenten staande, ver toont een sprekend model eener favuskorst op zijn „zeer hoofd." Men meldt ons uit Leeuwarden: Nadat het nu geruimen tyd zonder aan slagen op den trein BuitenpostVeen wouden was gebleven, is gisteren namiddag omstreeks 4 unr weder een schot op den naar Leeu warden vertrokken trein gelost. Het projectiel ging door een comparti ment der tweede klasse, verbrijzelde aan de eene zijde een spiegelruit en ging aan de andere zijde door het geopende raampje, zonder dat een der passagiers werd getroffen. Ook nu weder is de dader onbekend. N. R. C. Op den 2en Kerstdag om 4 uur in den namiddag waren te Parijs eenige jongens aan het spelen op een brug. Toen de avond begon te vallen, wierpen twee kerels van verdacht uiterlijk zich eensklaps te midden van de knapen, die verschrikt de vlucht namen. Een 8-jarig entje werd door hen gegrepen en over de brugleuning gebleven was, want zij was geheel begroeid. De jonge man verwijderde de struiken, en met zijn stok tastend trad hij het hol binnen. Een dikke duisternis omgaf hem. Plot seling ontdekte hij een mat schijnsel, dat door een der rotsspleten drong. Hij volgde het schijnsel en kwam door eene nauwe opening in eene wijdere ruimte. In den uitersten hoek zag hij een mensch oprijzen van een leger, waar naast een fakkel van fijn boomhout brandde, die een onzeker licht verspreidde. Uros zag een bleek ge laat met sneeuwwit haar en een vollen baard. Het eenige, wat van leven en kleur getuigde in het spookachtige gelaat waren een paar groote zwarte oogen, die eigen aardig fonkelden. Snel liep de dokter naar den man toe, zijn hart klopte hoorbaar, en zyne hand die het gereedschap vasthield sidderde, hoewel hij zelf niet wist waarom maar de gestalte had zich reeds weder nederge- legd met het gelaat tegen de wand. Uros boog zich over den ouden man heen om hem aan te spreken. „Zijt gij verongelukt? Ik ben de dokter en ben gekomen om u te verbinden." Bij het hooren van deze woorden trok de grijsaard zich krampachtig te zamen, en in plaats van te antwoorden bedekte hij zijn gelaat met een ruwen mantel van geitenvellen, die tegelijk als kussen en deken dienst deed. De jonge man plaatste de fakkêl zoo, dat het volle schijnsel op den verongelukte viel, en begon toen het beschadigde lichaams deel te onderzoeken. Het was geen gemak kelijke taak en het duurde een langen tijd. II ordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 2