i{i(ins/\ n i;v.
U ROS.
108*
ministerie gewijzigd, en zal hij nog eenmaal
beproeven met het gewijzigd kabinet te
regeeren.
„In Hongarije heeft de premier Weckerle
herhaaldelijk verzocht te mogen aftreden.
Hij blijft alleen aan op verzoek van den
koning.
„In Oostenrijk verwacht men ieder oogen
blik het ontslag van het ministerie-Von-
Windischgratz.
„In Italië heeft de heer Chrispi zonder
voorafgaande kennisgeving de Kamer ver
daagd en staat een ontbinding te wachten.
„In ifrankrijk dreigt de minister van
oorlog af te treden.
„In Turkije verwacht men een nieuw
ministerie, ten einde den toorn van Europa
over de Armenische gruwelen te stillen.
„In Duitschland heeft de rijkskanselier
een nederlaag geleden in den Rijksslag.
„Alleen in Engeland schijnende ministers
vast op hunne zetels te zitten en dit is
alleen omdathet parlement thans niet
zetelt."
Sprekende cijfers.
Onder dit opschrift schrijft Patrimonium
het volgende
De bevolking op Java bedroeg op 31 Dec.
1892, natuurlijk bij benadering berekend,
22,754,000 zielen. Op Madura worden ge
schat te wonen ruim 1 Va millioen zielen.
In de buitenbezittingen dat wil zeggen
de eilanden enz. buiten Java en Madura
werd de bevolking, die geacht wordt aan
het Ned. Indische Gouvernement onderwor
pen te zijn, aldus geraamd
Sumatra's Westkust 1,235,000
Benkoelen159,000
Lampongsche districten. 131,000
Palembang664,800
Oostkust van Sumatra 224,000
Atjeh en onderhoorigheden 524,000
Riouw75,000
Banka58,000
Billiton28,000
Borneo1,247,000
Celebes1,466,000
Minahassa ,r 301,500
Gorantalo Menado 2381600
Amboina252,000
Ternate 107,500
Timor onbekend
Bali en Lombok 1,400,003
Totaal buiten Timor 8,461,400
Alzoo zal de bevolking in Ned.-Indië, die
aan ons gezag heet onderworpen te zijn, wel
bedragen 33 millioen, waarvan op Java
alleen ruim 22 millioen.
Onder die 33 millioen zielen, onderworpen
aan het. Nederlandsch gezag, worden maar
weinig; Europeanen en dus ook weinig Ne
derlanders aangetroffen.
Op Java en Madura bevinden zich slechts
met uitzondering van het personeel van leger
en vloot, 47,140 Europeanen, waarvan 37,000
in Indië en 8000 in het moederland, terwijl
de overige 2,000 Europeanen grootendeels
in Duitschland geboren zijn. Daarentegen
wonen op Java en Madura ruim 346,000
Chineezen. In de hoofdstad Batavia met
144,864 zielen wonen slechts 8,613, Euro
peanen en 27,279 Chineezen.
In de Buitenbezittingen wonen 11,600
Europeanen, daarentegen 199,000 Chineezen.
Op een bevolking van ruim 33 millioen
zielen worden derhalve nog geen 59,000
Europeanen aangetroffen daarentegen bijna
145,000 Chineezen.
Deze cijfers stemmen zeker tot ernstig na
denken In onze eigen koloniën wonen wel
vele vreemdelingen, vooral Chineezen, maar
zeer weinig Nederlanders. Het is bekend,
dat de Chineezen voor een groot deel leven
van de zonden der inlanders opiumgebruik,
dobbelen; maar toch rijst onwillekeurig de
vraag of het Gouvernement geen maatregelen
zou kunnen nemen om Ned.-Indië recht
streeks meer voordeelig te maken voor de
Nederlandsehe bevolking zelve. Daar zoovele
vreemdelingen hun bestaan zoeken en vinden
in onze Koloniën, zou het toch geheel na
tuurlijk zijn, dat pogingen werden aange
wend om den stroom landverhuizers uit ons
land naar Amerika te verleggen naar Kolo
niën, die onder het Nederlandsch bestuur
staan.
Men zegt dat het klimaat in Indië niet
geschikt is voor Nederlanders. Dit kan wel
zijn. Maar toch schijnt het wel, dat dit
vraagstuk nog niet van alle kanten bezien is.
Men vergete ook niet, dat in tijden van
oorlog, van ontevredenheid, het Indisch
Gouvernement staat tegenover een bevolking
waarvan slechts enkelen Nederlanders zijn,
K e r k n i e ii w s.
Geref. Kerken.
Beroepen te Sneek B, ds. J. D. v. d.
Velden te Middelburg C.
Chr. Ger. Kerk.
Bedankt voor Rotterdam door ds. Ph.
Wessels te Zierikzee.
Heden Woensdag deed de Arrondisse-
ments-Rechtbank te Middelburg uitspraak
in de voor haar aanhangige procedure
tusscben „La Société Anonijme l'union des
Remorqueurs Beiges, gevestigd te Ant
werpen, c. s., eischers, voor wie de heer
Mr. K. W. Brevet, advocaat te Middelburg
in rechten ageerde, tegen den Heer Com
missaris der Koningin in de provincie
Zeeland 99, c. s., gedaagden, voor wie de
heer Mr. W. A. van Hoek, advocaat te Mid
delburg, optrad.
Bij voormeld vonnis werd de vordering
der eischers ongegrond verklaard voor wat
betreft het door hen gevorderde bedrag ad
f 4500, verklaard dat de gedaagden met het
betalen van het door hen aangeboden be
drag ad f 1500 kunnen volstaan, tot betaling
van welk bedrag aan de eischers zij, ge
daagden, werden veroordeeld.
De vordering sproot voort wegens door
eischers sleepboot „John Buil" aan gedaag-
den's stoomboot „Walcheren", die in den
namiddag van 11 Februari 1894 op de
Schelde te kampen had met vliegend storm
weer, bewezen diensten.
STATISTIEKE OPCAVE
der
BEVÖLKTNG OP 31 DECEMBER 1894 IN DE NAVOLGENDE GEMEENTEN:
Gemeenten.
G eboben.
Overleden.
M
p
=3
CD
In de gem.
gekomen.
Uit de gem.
vertrokken.
TOTAAL.
M. f V.
O
M.
V.
1-3
O
c+-
t>r
p
M.
V.
O
C-t-
M.
V.
s3
o
e-t-
M.
V.
Tot.
*->s»
Certgene
AVemeldinge
Ovezande
Driewegen
Nisse.
25
17
42
7
7
14
13
35
28
63
43
30
73
543
545
40
37
77
9
10
19
26
21
27
48
31
46
77
994
1011
9
12
21
5
5
10
3
24
25
49
29
32
61
453
402
12
10
22
6
3
9
4
17
19
36
12
21
33
280
296
8
12
20
3
3
6
2
23
31
54
27
34
61
316
297
2005
915
576
613
13) FEUILLETON.
Een verhaal "uit het Kroatische Bergland.
Uit het DuitSch door J. M. d. J.
Uros kocht een graf voor haar naast dat
zijner geliefde moeder.
Wederom verloor het woud zijne groene
tinten. De weltiekeude alpenviooltjes die
in den zomer de grazige hellingen versier
den, hadden plaats gemaakt voor de bleeke
herfstbloempj es. De Octoberstormen loei
den over de dorre, rotsachtige velden, die
reeds van hunne laatste vruchten beroofd
waren. In de dorpen zong men afscheids
liederen, want de mannen moesten den
huiselijken haard weer verlaten om elders
brood voor hunne huisgezinnen te verdie
nen. In Goraci en omliggende plaatsen
hoorde men deze liederen niet meer, want
de dorpelingen die aan de grenzen woon
den, waren reeds vertrokken.
In het landstadje, waar Uros reeds vijf
maanden lang trouw en ijverig zijn beroep
als dokter uitoefende, had zich een gezel
schap gevormd, dat het afscheid wilde
vieren van een aantal mannen, die naar
beneden Kroatië vertrekken zouden.
De voormalige meester van onzen Uros
was ook bij hen, en om zijnentwil had de
jonge dokter ook een uurtje mede feest
gevierd. Vroeg, zooals hij gewoon was,
verliet hij de anderen, want zijn praktijk
dwong hem hiertoe. Helder scheen de
herfstmaan over de daken der stad. Met
volle teugen ademde de jonge man de
frissche, koele berglucht in, terwijl hij een
van die zwaarmoedige volksmelodiëen floot
en zich naar zijne woning spoedde.
Plotseling werd hij tegengehouden door
twee mannen, gehuld in wijde mantels, en
hunnegrootehoedeiuliepinde oogen gedrukt.
„Zijt gij de dokter vroeg de een.
„Mijnheer Jercin verbeterde de andere.
„Die ben ik. Waarmede kan ik u dienen
„Daarboven," een der mannen wees met
de hand naar de bergen, waarop het donker
woud zich dreigend tegen den helderen
hemel afteekende, „ligt een man, de klui
zenaar."
„Kolenbrander", vulde zijn metgezel aan.
„Hij heeft zish gekwetst."
„Een voet gebroken, of beide", voegde
de andere er bij.
„Wil de dokter naar den man komen
kijken
„Wij zullen u er dadelijk heenbrengen",
verzekerde de duidelijkmaker.
Een oogenblik overlegde de jonge man.
De twee waren hem geheel onbekenden
boven op den berg, dien zij aangewezen
hadden, was het dichtste en onherbergzaam
ste woud uit die streekhet was bijna
middernacht.
„Ik zal met u gaan", zeide Uros vast
besloten, „maar eerst moet ik mijne gereed
schappen nog gaan halen."
„Wij zullen hier op mijnheer wachten,"
antwoordden de twee.
Een oogenblik later kwam de jonge arts
bij zijne begeleiders terug. Hij had zich
Gode aanbevolen, en kon dus welgemoed
de nachtelijke wandeling beginnen.
Spoedig hadden de drie het stadje achter
zich, de weg begon te stijgen en werd
voortdurend moeilijker. In het begin spra
ken de mannen geen woord, maar door de
opgewekte vragen, die de dokter hun deed,
werden zij spraakzamer en vertelden dat
zij diep uit het gebergte gekomen waren,
met het plan zich aan te sluiten bij de
Kroatiërs uit het stadje, die morgen ver
trekken zonden, maar onderweg hadden zij
den kolenbrander Milos ontmoet, die overal
in den omtrek bekend was. Daar zij ver-
CifMiiengde Berichten.
Het Rijkstelegraafkantoor te Goes ver
zond gedurende de maand December
1894, 608 telegrammen, ontving 567, over
genomen en verder geseind werden 330,
totaal 1505 telegrammen.
Ont- Ver-
Kantoren rangen, zonden. Totaal.
Baarland14 10 24
Borssele11 15 26
Driewegen 6 6 12
Ellewoutsdijk 12 30 42
's Gravenpolder. 26 26 52
's Heer Arendskerke 15 7 22
's' Heerenkoek 23 34 57
Heinkenszand 29 21 50
Hoedekenskerke 27 15 42
Kloetinge 19 17 36
Nieuwdorp 8 6 14
Üvezand18 11 29
Wolfertsdijk 16 17 33
Telephoon te Kamperland. Ont
vangen 22, verzonden 16, samen 38.
Coes- In 1894 spaarden de leerlingen
van school B op de Vlasmarkt op formu
lieren van 1 cent f265, op formulieren
van 5 cent f 10, samen f275, tegen f200
in 1893. Veel kleintjes maken éen groote.
Wemeldinge. Blijkens de statistiek
van bevolking van deze gemeente zijn in
het afgeloopen jaar alhier 26 huwelijken
gesloten. Dit liooge cijfer is nog nimmer
alhier bereikt. Ook kwamen slechts 16
sterfgevallen voor, welk laag cijfer nog
nooit hier was voorgekomen. De gemeente
telt 2005 zielen en vermeerderde derhalve
sinds 1 Jan. '94 met 32.
Schore. Maandagavond had de heer
P. van Iwaarden het ongeluk doordat hij
zijn wagen niet bijtijds kon draaien, dat
de wagen, die met boomen geladen was, in
het kanaal liep. Door spoedig toegeschoten
hulp werd met behulp van een roeiboot
alles spoedig op het droge gehaald. Per
soonlijke ongelukken hadden niet plaats.
Kloetinge. In den nacht van Maan
dag op Dinsdag zijn bij verschillen le in
gezetenen konijnen ontvreemd. De daders
zijn tot nog toe onbekend.
Kloetinge. De nieuwjaarscollecte heeft
hier opgebracht f360, zijnde f25 minder
dan verleden jaar. Hiervan zijn 106 huis
gezinnen bedeeld.
Heinkenszand. De Nieuwjaarscom
missie heeft tot heden toe ingezameld
en gedeeltelijk op Nieuwjaarsdag bedeeld
f 214.30 terwijl nog enkele giften worden
ingewacht.
Borssele. In het jaar 1894 zijn op de
weegbrug „Ieder 't Zijne", alhier, gewogen
als volgt: 3,111,865 K.G. suikerbieten,
35693 K.G. gerst, 7347 K.G. haver, 31935
KG. stroo, 5438 K.G. vlasstroo, 93174 K.G.
vlas, 96785 K. G, aardappels, 3732 K. G.
ajuin, 143089 ~K. G. pulp, 20153 K. G.
steenkool, 3756 K. G. ijzer en 24 stuks vee.
Vlissingen. Met Nieuwjaarsmorgen
had alhier in de Geref. Kerk. A een lieele
opschudding plaats. Onder de prediking
kreeg eene vrouw, die meermalen blijken
gaf niet wel in het hoofd te zijn, weder
een dergelijk toeval. Zij begon hardop in
de kerk te zingen of wel te schreeuwen
en hield niet op, hoewel dit verzocht werd.
Niet dan met groote moeite gelukte het de
niet spoedig te bedaren vrouw door een
4tal personen in de consistorie te brengen
waarna men ze per rijtuig naar hare wo
ning bij den heer A. moest vervoeren. De
godsdienstoefening kon toen ongehinderd
voortgezet worden.
Zaterdagmiddag omstreeks 3 uur pas
seerde het stoomschip „Stad Zierikzee"
(kapt. J. Den Outer) varende van Rotter
dam op Zierikzee v. v. in het Keeten,
het aakschip „God met ons", schipper A.
moeid en hongerig waren van de verre
reis, hadden zij zich nedergezet om een
klein ontbijt te nuttigen, en ondertusschen
met den kluizenaar, die bezig was om krui
den te verzamelen op de rotsen, een poosje
te keuvelen. Plotseling moest bij een
misstap gedaan hebben, want hij was van
de rotsen naar beneden gestort.
„Hij heeft zeker te veel gesproken en
daarbij zijne gevaarlijke standplaats ver
geten," zeide de dokter.
„Milos spreekt niet veel," antwoordde een
der mannen. „Maar des te meer kracht
hebben zijne woorden," voegde de ander
er bij.
„Maar hoe komt het toch dat ge eerst
tegen middernacht bij mij gekomen zijt?
In ieder geval zoekt de oude zijne krui
den toch bij dag," Vroeg Uros niet zonder
een onbehagelijk gevoel tegenover zijne
begeleiders.
„De zon stond nog tamelijk hoog," was
het antwoord.
„Daarom zijn we eerst naar Potgora
geloopen, want daar wisten we een dokter
te wonen, wiens hulp wij zochten. Hij
wilde echter den gevaarlijken tocht over
de bergen niet meer ondernemen, omdat het
reeds begon te schemeren maar hij zeide
ons dat we naar dokter Jercin moesten
gaan."
„Een echte Kroaat," riep de andere. Hij
kon zijn geestdrift voor den jongen dokter
niet langer verbergen en bood hem zijne
krachtige ruwe hand aan.
Lachend sloeg Uros toe, en de drie lie
pen verder, altijd bergopwaarts door het
dichte donkere woud.
Een der twee mannen, die voortdurend
vooruit liep, bleef nu staan.
„Hier was het," riep hij. „Hier is de
steen, waarop we zaten, en daar op die
plaats, die zoo helder door de maan be-
De Meijer, met de noodvlag in top. Het
schip was geladen met kolen, en lag wegens
de hooge zeeën te vervullen. Met moeite
zijn de drie opvarenden gered het schip
is gezonken. Niets van geld of goed is
gered.
Gisteren (Dinsdagavond) omstreeks
10 uur geraakte een stapel Z iaJstroo in
brand onder de gemeente Domburg staan
de op een stuk weiland aan W. K. te Dom
burg toebehoorende. Kwaadwilligheid
schijnt hiervan oorzaak te zijn.
De storm van Zondag heeft weder
menigen braven zeeman zijn graf doen
vinden in de golven. Eene treffende schip
breuk was die van de bark Osseovan
Londonderry, op den golfbreker van Holy
head, ter zelfder plaatse waar acht dagen
geleden de Kirkmichael verging. Het schip
brak doormidden, de omvallende groote
mast verpletterde een deel der bemanning,
en de overigen moesten verdrinken, zóó
dicht bij den wal, dat men hun geroep
om hulp kon liooren, hoewel bijstand on
mogelijk was. Er waren er vijf-en-twintig.
Sneeuwstormen woedden niet alleen in
in Schotland, maar zelfs tot in Yorkshire
en South Durham. Treinen werden inge
sneeuwd en landwegen versperd.
In den storm
J. Brands ging Zaterdag uit om een
kijkje te nemen met zijn schip op de Gro
ninger Wadden. Het schip stiet op een
oud wrak en moest worden achtergelaten,
terwijl hij met een ijzeren praam en ver
gezeld van een 16-jarigen knaap opnieuw
de golven trotseerde. De storm slingerde
het vaartuig op de „Noordwestplaat," waar
de opvarenden in den ijzeren kaap, (niet
meer dan een hol, tamelijke hoog raster
werk) een gevaarlijke, maar tocli een schuil
plaats vonden. Daar vastgebonden, ver
stoken van elke menschelijke hulp, bleven
zij tot Zondag of Maandagavond, terwijl
menige golf over hen moet zijn heengegaan.
Toen bespeurde Brands in het verschiet den
voogd van het eiland Rottum en na zijn
jeugdigen, bijna geheel verkleumden met
gezel, stevig te hebben vastgebonden, ging
hij tot den hals door het water naar de
Rottumerplaat, waar Van Dijk, de vóogd,
hem toen eveneens bemerkte en opnam. Bij
terugkomst bleek dat de knaap, die voor
het laatst den tocht met den strandschipper
medemaakte, was overleden.
Te Maastricht is op last van den
offleier van justitie gearresteerd en naar de
gevangenis opgebracht de ontslagen stads-
waagmeester d. c. Hij wordt beschuldigd
van giften te hebben aangenomen, wetende,
dat zij hem werden gebracht om in strijd
met zijn plicht het gewicht van ter weging
aangeboden goederen hooger op te geven dan
werkelijk het geval was.
Vlekken op zilveren lepeltjes, ont
staan door het gebruik bij het eten van
zachte eieren, verwijdert men door ze met
roet af te wrijven, waarna men de lepeltjes
nog wat oppoetst.
Te Tienhoven is door iemand,
die onbekend wenscht te blijven, f 2000
geschonken voor de Chr. school, als erken
telijkheid, dat ds. P. M. Ochtman, voor
het beroep naar Ouderkerk a/d Amstel heeft
bedankt.
Dr. Kuyper heeft familie en vrien
den op oudejaarsavond willen verrassen.
Gister-avond is hij in redelijken wel
stand ait het buitenland te Amsterdam
teruggekeerd.
Koppermaandag. Enkele bladen, spre
kende van den komenden Koppermaandag,
zeggen dat deze altijd valt op den twee
den Maandag in Januari.
Om misverstand te voorkomen, deelen
ii i T—
schenen wordt, moet Milos liggen."
Het heeft hem te lang geduurd, zeide
de andere, „want nu is hij er niet meer."
Zij waren ten einde raad.
„Weet ge dan niet, waar de hut van
denman is, die u zoo welbekend schijnt
vroeg de dokter.
„De hut! Het is een rotskloof, mynheer,
waar de kolenbrander in woont. Het zal
hier wel dicht bij zijn, maar we hebben
het nog niet gezien."
„Dan zullen we het zoeken," zeide Uros
vastberaden.
De twee haalden de schouders op en
begonnen roepend en fluitend tusschen de
rotsen te zoeken. Uros bleef alleen. De
mannen verwijderden zich voortdurend
verder, de maan had zich achter eene wolk
verborgen en het geschreeuw van een uil
klonk huiveringwekkend door het woud.
Het was Uros te moede, alsof hij na lang
zoeken en dwalen een doel naderbij geko
men was, nog zonder te weten of het hem
vervulling zijner wenschen brengen zou.
Zijne geheele jeugd met bare verwachtin
gen, verlangens en lijden ging snel aan
zijnen geest voorbij. Hij zag zich in zyne
gedachten weer voor de eerste maal naar
Beneden-Kroatie vertrekken en gevoelde
het bittere heimwee naar zijne moeder in
het hart.
Juist op dat oogenblik scheen de maan
weer helder door de hooge denneboomen.
Snel liep de jonge man nu verder naar
boven. Was daar niet eene rots van eene
zeer zonderlingen vorm Deels door hoog-
opgaand struikgewas bedekt, scheen zij
slechts half op de aarde te rusten. Hare
geweldige kroon stak ver vooruit, alsof
zij iedereen wilde verhinderen naderbij te
komen. Uros stiet met zijn bergstok tegen
het struikgewas en ontdekte eene opening
in de rotsen, die voor het oog verborgen
wij mede, dat dit niet geheel juist is. D it
jaar (1895) valt het kopperfeest op den
ln Maandag in Januari. Juister was het
te zeggen, dat Koppermaandag is de eerste
Maandag na Driekoningen. Nu komt dit
zoo uit dat zes achtereenvolgende jaren
die dag valt op den tweeden Maandag,
maar. eens om de zeven jaar op den eer
sten Maandag in Januari.
Tot de laatste uitzonderingsjaren be
hoort 1895, wanneer Koppermaandag wordt
gehouden op 7 Januari. (Tel.)
Bij een paar alleenwonende dames
te Nijkerk is een brutale inbraak gepleegd.
Van de ongeveer 45 ontvreemde gou
den tientjes zijn er 37 teruggevonden in
een akkerinaalsheg even buiten de ko.n
der gemeente. Zij waren in den grond ver
borgen, terwijl de plaats door eenige kleine
merkteekenen aan het hout was kenbaar
gemaakt. De daders van den diefstal, zijn een
paar jongens van wie de een reeds
eenigen tijd op den Kruisberg had door
gebracht,
Schoolartsen vóór drie eeuwen.
Het denkbeeld om schoolartsen aan te
stellen, is niet zoo nieuw, zooals blij kt in een
mededeeling van Eigen Haard, ln elemen-
tairen vorm bestond een keuring, van den
gezondheidstoestand der schoolgaande kin
deren en hun genezing, zooveel mogelijk,
door daarvoor aangestelde vrouwen, reeds
voor 1600 in ons land. Die vrouwen moes
ten toezicht houden op de Leproosecheyt
der kinderen. Die Leproosecheyt was niet
te beschouwen als eigenlijke lepra, die,
als ongeneeslijk, niet behandeld werd
doch de term »mvatte alle mogelijke soor
ten van huidziekten en hoofdzeer. Reeds
in 1591 werd in de rekeningen van Mees-
teresse Tanneke te Middelburg gewag ge
maakt van de „scordieke" hoofden.
In 1608 werd te Middelburg aan Dyngken
Jansd toegestaan 18 pd. st- „om de kinders
der scholen te strücken van hare schur-
dicheyt ende cravaeyge, met ooc de bütte
kinderen te gönesen van hare schnrfde
hoofden." Noch is besprooken, dat Dyngken
Jansd sal de kinderen die quade monden
hebben ende cackhielen ook genesen met
ooc et geworrumte der lusen te verdrijven."
De som van 18 gulden 's jaars, aan Dyng
ken voor hare goede zorgen betaald, zullen
weinigen haar benijden. Te Amsterdam
geschiedde het opzicht over de kranke
jeugd op overeenkomstige wijze, de behan
deling vond tot het begin dezer eeuw in
het Leprozenhuis plaats.
In dat gesticht zag men nog een schilder
stuk van Bor, waarop een jongen den re
genten van het huis verzocht hem te doen
genezen van zijne „churfdicheyt." De jongen
blootshoofds voor de regenten staande, ver
toont een sprekend model eener favuskorst
op zijn „zeer hoofd."
Men meldt ons uit Leeuwarden:
Nadat het nu geruimen tyd zonder aan
slagen op den trein BuitenpostVeen wouden
was gebleven, is gisteren namiddag omstreeks
4 unr weder een schot op den naar Leeu
warden vertrokken trein gelost.
Het projectiel ging door een comparti
ment der tweede klasse, verbrijzelde aan
de eene zijde een spiegelruit en ging aan
de andere zijde door het geopende raampje,
zonder dat een der passagiers werd getroffen.
Ook nu weder is de dader onbekend.
N. R. C.
Op den 2en Kerstdag om 4 uur in
den namiddag waren te Parijs eenige
jongens aan het spelen op een brug. Toen
de avond begon te vallen, wierpen twee
kerels van verdacht uiterlijk zich eensklaps
te midden van de knapen, die verschrikt
de vlucht namen. Een 8-jarig entje werd
door hen gegrepen en over de brugleuning
gebleven was, want zij was geheel begroeid.
De jonge man verwijderde de struiken,
en met zijn stok tastend trad hij het hol
binnen.
Een dikke duisternis omgaf hem. Plot
seling ontdekte hij een mat schijnsel, dat
door een der rotsspleten drong. Hij volgde
het schijnsel en kwam door eene nauwe
opening in eene wijdere ruimte. In den
uitersten hoek zag hij een mensch oprijzen
van een leger, waar naast een fakkel van
fijn boomhout brandde, die een onzeker
licht verspreidde. Uros zag een bleek ge
laat met sneeuwwit haar en een vollen baard.
Het eenige, wat van leven en kleur
getuigde in het spookachtige gelaat waren
een paar groote zwarte oogen, die eigen
aardig fonkelden.
Snel liep de dokter naar den man toe,
zijn hart klopte hoorbaar, en zyne hand
die het gereedschap vasthield sidderde,
hoewel hij zelf niet wist waarom maar
de gestalte had zich reeds weder nederge-
legd met het gelaat tegen de wand. Uros
boog zich over den ouden man heen om
hem aan te spreken.
„Zijt gij verongelukt? Ik ben de dokter
en ben gekomen om u te verbinden."
Bij het hooren van deze woorden trok
de grijsaard zich krampachtig te zamen,
en in plaats van te antwoorden bedekte
hij zijn gelaat met een ruwen mantel van
geitenvellen, die tegelijk als kussen en
deken dienst deed.
De jonge man plaatste de fakkêl zoo, dat
het volle schijnsel op den verongelukte
viel, en begon toen het beschadigde lichaams
deel te onderzoeken. Het was geen gemak
kelijke taak en het duurde een langen
tijd.
II ordt vervolgd.)