NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
urg.
1894.
3)omfeE(Cag 20 JJecenificc.
schip „Schelde"
„TELEGRAAF".
Stad Zierikzee
Zeeland.
1,30
1,30
1,30
2,-
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Het Onderwijs-Vraagstuk
in de Tweede Kamer
QEN-OPZOOM.THOLEN
Zoom naar Tholen, 5,30
3,—, 5,30, 8,05, 9,15.
r Bergen-op-Zoom 6,10,
3,50, 6,15, 8,45.
gen-op-Zoom n. Halsteren
eren naar Tholen 15 min.
ecember.
Van Rotierdam
,30 Woensdag 19 9,
,30 Zaterdag 22 8,30
Maandag 24 9,30
Donderdag 27 9,
Zaterdag 29 9,
Maandag 31 9,30
OOTDIENST
DELB.-ROTTERDAM
rdamsche tijd.)
ecember.
Van
Middelburg.
,30
,30
,30
,30
,30
,30
,30
,30
,30
voorm.
7,40
7,40
ii 7,40
7.40
n 7,40
7,40
7,40
n 7,40
n 7,40
Tan
Botterdam.
voorm.
7,30
7,30
7,30
7,30
7,30
7,30
7,30
7,30
7,30
Dec.
van Antwerpen
30
30
30
s morgens.
Woensd. 19 6.
Vrijdag 21 2.30
Zondag 23 3.30
Vrijdag 28 6.
Zondag 30 6.
OOTDIENST.
gelegen plaatsen.
voorbehouden.
tijd).
Van Rotterdam
Dinsdag 18 9,30
Woensdag 19 9,30
Donderdag 20 9,30
Vrijdag 21 9,30
Zaterdag 22 9,30
Zondag 23 9,30
Maandag 24 9,30
Dinsdag 25 9,30
Woensdag 26 9,30
Donderdag 27 9,30
Vrijdag 28 9,30
Zaterdag 29 9,30
Zondag 30 9,30
Maandag 31 9,30
-Maldeghem,
Draaibrug 6,23, 8,28
7,13.
naar Maldeghem 5,31,
2,35, 5,20, 8,26.
naar Draaibrug 7,45,
6,35.
Breskens 6,50, 8,50,
,40.
n. Skis 5,31, 6,9, 7,43,
,32, 5,25, 7,40, 8,24.
5,54, 6,29, 8,15,
5,1, 7,20, 8,03, 8,43.
en Zierikzee.
Spoorweg Goes.
tijd.
Van Zierikzee
'smorg.'gmid
Dms. 18 7,50
Woenl9 7,50
30 Dond.20 6,30
Vrijd.2l 7,50
Zater.22 7,50
Zond. 23 11,30
Maan.24 7,50
Dins. 25 7,50
Woen26 7,50
Dond.27 6,30
Vrijd.28 7,50
Zater.29 7,50
Zond. 30 7,50
Maan.3ï
1,30
1,30
2,-
1,30
1,30
1,30
1,«0
7,50 1,30
VEER—GOES.
van Dinsdag.
vertrek Veer'smorg.
's avonds 5,uur.
'smorg. 8,21, 'snamid.
's avonds 6,30. Des
?>- W
(blot Ostende), s nam
van het Veer ver-
door naar den treis^
legende laacgnng.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
mr^. Zij, die zich met 1 JANUARI op
dit blad abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers gratis.
A (Het Hooger Onderwijs).
I.
Eenige weken geleden hebben wij in een
hoofdartikel „De lgn moet doorgetrokken",
de reden gezegd waarom wij dezelfde rech
ten die het Openbaar Hooger Onderwijs
geniet ook vragen voor het bijzonder, het
Vrije Hooger Onderwijs.
In de tweede kamer is deze quaestie van
twee zijden tegelijk èn van roomsche,
èn van antirevolutionaire zijde ter sprake
gebracht.
Voornamelijk de heeren Everts, roomsch
lid voor Roermond, en Heemskerk, anti
revolutionair lid voor Sneek, hebben aan
spraak op onzen dank voor de forsche wijze
waarop zij deze zaak onder de aandacht
der Regeering brachten.
Men weet hoe de quaestie staat.
Studenten aan staatsacademiën of aan de
„gemeentelijke" hoogescbool te Amsterdam
opgeleid, hebben het recht, ha geslaagd te
zijn voor de verschillende examens, in kerk
of maatschappij op te treden met ;den door
hen behaalden titel en daarmede hun brood
te verdienen.
Dit geldt voor predikanten in de her
vormde kerk, voor advocaten en dokters,
voor leeraren en hoogleeraren.
De academie heeft het recht aan deze
heeren de hun toekomende graden te ver-
leenen.
Predikanten aan een df.r Nederlandsclie
Staatshoogescholen gevormd, zijn beroep
baar in de Nederl. hervormde kerk.
Advocaten en artsen ontvangen van deze
universiteiten waar zij gestudeerd hebben,
het recht op practijk.
En hier tegenover staat dat de kweeke-
lingen der Vrije Universiteit, al hadden
zij de wijsheid der goden, met hun eind
examen aan deze particuliere inrichting
niets vooruit zgn.
Hun practijk als advocaat mogen zij; niet
uitoefenen, hun diensten als geneesheeren
niet doen gelden, zelfs hun doctoraal wordt
niet geteld, voordat zij ook aan een der
staats hoogescholen hun proefschrift gele
verd, hun radicaal verworven hebben.
In de burgermaatschappij hebben de stu
denten der Vrije universiteit aan hunne
diploma's niets.
Zg kunnen gelijk reeds is voorge
vallen naar Amerika of naar Transvaal
gaan om daar van de meerdere vrijgevigheid
van een andere regeering te profiteeren;
doch hun eigen vaderland stoot hen uit.
Dit is de effectus civilis, gelijk men het
noemt. Deze bevoegdheid is slechts aan de
staatshoogescholen eigen; doch ontbreekt
aan de bijzondere hoogescholen.
Dit is een onrecht, dat niet diende be
stendigd te worden.
Maar eene nog veel grootere grief is dat
deze zoogenaamd neutrale scholen kweek
plaatsen van ongeloof en revolutie zijn.
Hierop nu wees de heer Everts. Aan
zgn betoog ontleenen wij het volgende
Vraagt men bjj het nacijferen der inder
daad vervaarlijke sommen gelds, welke ons
defensiewezen kost „Waar moet dat heen?"
ik roep dit in niet minder volle overtuiging:
maar ik denk daarbij veel minder aan den
stoffelyken nood onzes lands, hoe hoog die
ook gestegen zij, dan aan zijne zedelijke
behoeften, aan het wegkwijnen van alle
edele en hoogere gevoelens, aan de zure
vruchten van ons materialistisch, aan ons
dus genaamd neutraal onderwijs.
Nergens, waar ik mijne blikken wende,
noch aan onze hoogescholen, noch
aan onze gymnasia, om bij het hooger
onderwijs te blijven, wordt er iets gedaan,
om bij de jeugd of de jongelingschap de
overtuiging te wekken of levendig te hou
den van nog iets anders dan eene voorbij
gaande, van eene eeuwige bestemming.
Overal aan onze academiënniöts dan eene
godsdienstleer, zoogenaamd boven geloofsver
deeldheid, dat wil zeggen eene rationalis
tische op geenerlei openbaring steunen
de leer, die in den geest begripsverwarring
en vernietiging van allen positieven gods
dienst, en in de zeden bandeloosheid en
uitspatting ten gevolge mocht hebben, als
bezittende geen andere wijding dan die
van den eersten den besten, morgen weer
door een anderen weersproken denker.
Aan onze gymnasia een streven om alle
heil te zoeken in het aanleeren van, ja,
nuttige, noodzakelijke kundigheden en
bleef het daar maar altijd bij maar eene
volslagen miskenning, een stelselmatig
ignoreeren (2) van al wat aan eene hoogere
orde van dingen kan bevorderlijk zijn.
Hoe zulk een onderwijs stand kan houden
in een land, waarvan, wat men ook zegge,
de overgroote meerderheid innig geloovig
en godsdienstig is, dat is een voor my on
doorgrond baar geheim, dat ik diep betreur.
Hoe het stand kan houden bij een zoo zui
nig volk als het onze, in weerwil van de
millioenen die het kost, is een dubbel
geheim.
De gevolgen van deze opleiding der jeugd
blijven dan ook niet uit.
Gelijk ons lager onderwijs, naar
Busken Huet's woord eene schare van
knikkerende wijsgeertjes, en touwtjessprin-
gende vrydenkatertjes aanKweekt, zoo ziet
al wat uit onze academiën komt, en niet
door eene diep Christelijke vroegere oplei
ding tegen de gevaren van dat onderwijs is
gevrijwaard, in den regel met hooghartige
miskenning neder op alle positief Christen
dom, ja, beschimpt en bespot niet zelden
diegenen, die aan bovennatuurlijk leven en
de daarmede verbonden, daaruit voortvloei
ende overtuigingen en verplichtingen ge
hecht blijven; kleeft eene levensbeschou
wing aan, waarin voor de hoogste idealen
van den menseh geen plaats is.
Na deze teekening van het hooger on
derwijs volgde eene uiteenzetting van de
wenschelijkheid dat er gelijk recht zg voor
het bijzonder als voor het openbaar hooger
onderwgs,je venals bg delagere scholen. Beide
bet jus promovendi (dat is het recht om
den graad van doctor of meester te ver-
leenen) en heide een ruim rijks-subsidie.
Het zou immers kunnen dewijl de meer
derheid der natie geloovig is; dewijl ons
land het land der vrijheid is dewijl Bel
gië, Zwitserland en Amerika ons reeds
voor zijnde onderlinge wedijver zou de
wetenschap en het gehalte der concurree-
rende hoogescholen ten goede komen, wan
neer wij bg voorbeeld in plaats van drie
rykshoogescholen en een gemeente univer
siteit eens kregen een rij ks, een gemeen
telijke, een gereformeerde en een roomsche
universiteit.
Herinnerend aan den raad van den vrij
denker Jules Simon op zgn ouden dag
gegeven, dat de natiën tot God en Gods
dienst hebben terug te keeren, riep de
afgevaardigde van Roermond de hulp van
het volk achter de kiezers in, om dien
toestand te helpen komen.
Moge zgn woord dan ook in menigen
kring van dit tot heden doch niet voor
lang meer buitengesloten kiezersvolk weer
klank vinden
„Mocht te eeniger tijd zoo zei hg
het veel ruimer wordend kiesrecht op
deze banken brengen, niet een verjongde
en als gefiltreerde liberale meerderheid,
waarvan de heer Mees in zoete begooche
ling droomde, en aan welke de toekomst,
denk ik, niet toebehoort, maar wat moge
lijk, ofschoon niet waarschgnlgk is mocht
het brengen eene meerderheid van geloof
en ofde tegen eene minderheid van ongeloof
en omverwerping, gelgk wg die in den
jongsten tgd in België zagen opstaan, dan
ware het door mg en vele anderen gekoes
terde ideaal wellicht te bereiken".
De heer Heemskerk sloot zich bg deze
verklaringen aan. „Met blijdschap", sprak
hg, „hoorde ik het voortreffelijke woord
van den geachten afgevaardigde uit
Roermond, want terwijl ook ik meende,
dat een woord gesproken diende te worden
in het belang van een betere toekomst op
(1) leer dat alleen de rede beslist ovev geestelijke
vraagstukken.
(2) net doen of het er niet is.
het gebied van ons hooger enderwijs en
men allicht zou zeggen, dat het, in aan
merking genomen de op dit oogenblik ge
ringe kracht van hen, die in den zin als
door mij verlangd wordt, naar die hetere
toekomst uitzien, een gdele poging zoude
zgn, zie ik in de krachtige uiting van
eenzelfde verlangen door den geachten
afgevaardigde, die zooeven het woord
voerde, reeds onmiddellgk bg den aanvang
en in deze ondankbare omstandigheden,
een bemoedigend teeken. En bemoediging
hebben wij daarbg wel noodig, want wg
hebben op bet gebied van het hooger on
derwijs op dit oogenblik niet alleen een
ongunstigen politieken toestand, maar ook
eene Regeering van hetmeeot starre behoud."
En dit laatste is niet te veel gezegd. De
meest stoere, strakke, starre, stijve en taaie
vasthondendheid aan de oude denkbeelden
op het gebied van het onderwgs vinden
wg in dezen minister vertegenwoordigd.
Six redivivusMinister Six weer aan de
bezigheid, maar met de welsprekendheid,
de openhartigheid en het philosophisch
verweer van Yan Houten aan het woord.
Yan Houten met den woorde, Six metter
daad, is deze minister de man vati wien
het bgzonder hooger onderwgs niets, het
bgzonder lager onderwijs niet meer dan de
wet hem oplegt mag verwachten.
De volksvertegenwoordigers hebben dit
wel geweten. Maar opdat het volk het
ook weten zon, hebben zg dit onderwerp
nog eens ter sprake gebracht.
Eerst in de afdeelingen.
Eene korte afwgzing was het antwoord.
Zoo ongeveer als minister Tak de vraag
om opheffing van den vacinedwang afbeet.
Doch deze had dan toch nog eenschgn-
bare belangstelling over voor de gymna
siums.
De heer Heemskerk zegt
Natuurlijk wil ik niet beweren, dat er
reden was een wetswijziging te verwaeh
ten, welke mij en mijn geestverwanten had
kunnen bevredigen, maar juist ten aanzien
van de subsidieering van de bizondere gym
nasia had die Minister geen afwijzend
woord doen hooren, doch alleen de opmer
king gemaakt dat dit eene zaak was, welke
bij eene mogelijke herziening aan kde orde
kon komen.
En verder:
„De Minister ziet, geloof ik, van zijn stand
punt zeer goed in, dat er eenige bijzondere
zorg moet worden aangewend, om in de
toekomst de macht van de liberale richting
in het land te verzekeren. Daartoe is niets
beter dan behoud zoo ver mogelijk van het
tegenwoordige kiesreeht en in verband daar
mee behoud van dea status quo (s) op het
gebied van hooger onderwijs. (Doch) wat
hier behouden wordt, is niet iets dat gezond
en heilzaam is voor de ontwikkeling van
het volk, maar een oorzaak van ziekte en
verderf. Het behoud op dit gebied beteekent
het behoud var. propaganda van Staatswege
van modern of pantheïstisch (4) onderwijs."
De spreker gaf daarvan een staaltje, uit
een rede van professor Blok, nota bene
nogal de leermeester van onze Koningin;
en een algemeen bewijs in de samenstel
ling van de Godgeleerde facnlteit aan onze
openbare universiteiten, gelgk er door de
liberale partg van gemaakt is een moderne
faculteit voor godsdienst-wetenschap.
Wel zgn er nog orthodoxe professoren
en studenten, maar het zgn orthodoxe
draden op het moderne stramien. Gods
Woord is als uitgangspunt en als hoogste
richtsnoer verworpen.
En indien waar is wat nog dezer dagen
is opgemerkt dat de theologische facul
teit eigenlgk de richting van de geheele
universiteit aangeeft, dan is daarmede de
verklaring gegeven hoe het komt, dat
inderdaad al onze openbare universiteiten
in hoofdzaak werkzaam zgn in rationali-
stischen of pantheïstischen; zin.
En dan vraagt Spr. niet meer op
heffing der theologische facnlteitmaar
de effectis civilis toe te kennen aan de exa-
(8) de toestand zeoals die op ditoogenblik is.
j) hot gelooi dat bet heelal God zelf i9.
mens aan de bgzondere inrichtingen voor
hooger onderwgs.
Hij beroept zicb daarbg op professor
Woltjer en zoo men dezen getuige
mocht wraken op den oud-minister Kap-
pegne en den minister Van Houten,
Van Houten altgd dien van 1876.
Kappeijne zei, met van Houtens instem
ming, het volgende (Handel 1875/76, blz.
1138);
„Men heeft hier doen gelden dat het jus
promovendi alleen zou kunnen worden toe
gestaan door den Staat. Ik heb mijne oude
schrijvers eens nagezien, maar ik heb niets
daarvan gevonden. Integea ieel. Wat is
de doctorale graad? De wetenschappelijke,
titel van den geleerde die bewezen heeft
recht te hebben op den doctorshoed hem
door zijn pares toegewezen. De waarde
van dien titel wordt niet bepaald door de
wet, maar door de groote republiek der ge
letterden, die weet, welke academiön behoor
lijke waarborgen nemen, en welke niet
en die overal den docter eert, die rechtma
tig zijn titel heeft verkregen."
Terecht vraagt mr. Heemskerk of men
zicb niet verbeeldt dr. Woltjer of dr. Kuyper
te booren.
Op hetgeen hg omtrent de gymnasia
verlangt, wenschen wij in een volgend
nommer te wgzeu.
Het slotwoord echter van den Sneekschen
afgevaardigde schrgven wg geheel over.
Indien men datgene had, waarop de vorige
spreker wees, namelijk een onderwijs, door
trokken van het geloof in God, van liet
besef, dat men zich vóór alles moet onder
werpen aan Gods ordening en Gods recht,
zou dit een beter middel zijnomde sociale
en politieke gevaren te bezweren, dan het
onderwijs dat thans van overheidswege
verstrekt wordt.
Wanneer nu dezerzijds verlangd wordt
effectus civilis voor de examens aan de
bizondere iurichtingen van hooger onderwijs
en subsidiën aan de bizondere gymnasiën,
zijn het slechts zeer bescheiden eischen.
Het spreekt vanzelf dat daarmede nog in
geenen deele aan het recht voldaan is; het
openbaar hooger onderwijs behoort op den
duur niet te blijven, gelijk het is op heden.
Drie Rijks-universiteiten en ééne Gemeen
telijke Universiteit, alle in donzelfden zin;
terwijl de richtingen welke zich met die
universiteiten niet kunnen vereenigen, en
de meerderheid van het land uitmaken, van
Rijkswege niet den minsten steun ontvangen
het is door en door een ziekelijke toestand.
Wanneer wij drie Universiteiten moeten
hebben, dan moeten het zijn drie Christelijke
Rijks-nniversiteiten. Dat gaat niet, zal men
zeggen. Maar gaat het dan om drie liberale
Rijks universiteiten te hebben?
Is daarvoor één enkel argument meer te
zeggen
Ik weet dat Keulen en Aken niet
op éen dag gebouwd zijn, en dat, indien
men eeri beteren toestand wil verkrijgen,
men die moot voorbereiden, alsook dat die
voorbereiding zeer moeilijk zal zijn en
waarschijnlijk lang zal duren.
Vóór dat de wet van 1876 is tot stand
gekomen, zijn er van 1868—1874 drie
wetsontwerpen ingediend, die niet tot wet
zijn verheven; en hetgeen hier verlangd
wordt, is dieper ingrijpend en vordert meer
voorbereiding. Maar de hand moet eenmaal
aan het werk geslagen worden; het wordt
eindelijk tijd dat de Regeering naar middelen
omziet om in deze een gezonden toestand
voor te bereiden.
Ik ben overtuigd dat de Minister dit niet
wil, en dat vooreerst niets van de zaak zal
komen; maar niettegenstaande de anti
revolutionairepartij zich thans moet beperken
tot controleeren, en zeer pynlyk - gelijk
trouwens andere partijen ieder op hare
wijze - lijdt onder de politieke gebeurtenissen
van den tijd, zoo wil ik den Minister toch
zeggen, dat wij het woord kennen: „laat
uwe lenden omgord zijn en uwe lampen
brandende"dat wij steeds het geweer bjj
de voet houden; dat niemand, wanneer de
tijd komt dat de antirevolutionaire partij weer
kan vuren, dit met meer kracht zal doen, en
dat de muren van het openbaar hooger
onderwijs evenmin beveiligd zijn tegen vallen
als de muren van Jericho.
Wg zien de vervulling van deze profetie
bepaald nog in geen jaren.
Papenhaat en vrees voor te grooten in
vloed van het bgzonder onderwijs zal li
beralen en radioalen doen samenspannen oin
dien ringmuur van het openbaar onderwgs
te bewaren.
Toch zal het liberalisme ook uit deze
poeri uit moeten.
En daartoe zullen zijn eigen dienaren
die in de poeri het huiswerk verrichten
het hardste medewerken.
Het hooger onderwijs van Blok en
Knappert en Cort v. d. Linden zal wel doen,
wat de bestrijding van alle geloovigen te
zaam niet zal vermogen.
Want niet de meesters, de leerlingen he
slissen ten slotte over het lot der school.
De minister van marine heeft zgne drie
kruisers gekregen. Een poging van 18 room
seken, 23 radiealen, 1 "liberaal en 1 anti
revolutionair om er een te beknibbelen,
leed schipbreuk.
De liberalen, antirevolutionairen en dr.
Schaapman gunden den minister gaarne wat
hij zeide als proeve van goede landsverde
diging noodig te hebben.
Hoe verschillend in beginsel, daarin ko
men radicalen en roomschen overeenvoor
de landsverdediging hebben zg niets over,
de legerwet-Bergansius onder anderen bewgst
het. En als de hunnen er geen wol bg
spinnen, hebben zg ook niets voor de rechts-
gelgkheid over; dit bewgst onder anderen
de vgandsehap der eersten jegens de school-
wet-Mackay en de houding der laatsten tegen
het voorstel-Lohman.
Ons protest tegen de leus „Alles kost
een dubbeltje" bg het inhalen onzer Lom-
boksche troepen te Batavia vond steun hg
een oud-soldaat die in De Graafschappsr
de volgende opmerkingen plaatst
Menige familie toch zal wel tranen stor
ten b(j de herdenking aan hare dierbaren
die bij de roemrijke overwinningen hun
kostelijk leven hebben moeten laten, en
b(j het lezen van dat der dooden weinig
vereerend opschrift wel zuchten „het kostte
ons meer dan een dubbeltje, het kostte het
bloed van het voor ons zoo dierbaar leven."
Kon lichtzinniger opschrift gedacht worden!
Zou de tyd voor Nederland dan voorbij
zyn, waarin het volk bij zulke toestanden
aan God de eer en dank toebrengt voor
Zijne reddende liefde? Onze God ver
hoede dat I
Neem God uit de geschiedenis, dan gaat
ons dierbaar Yaderland met zyn roemrijk
verleden ten gronde en Nederland zat op
houden een plaats in te nemen in deryen
der natiën.
Het gebruikte opschrift acht ondergetee-
kende eene beleediging het kostelijk bloed
onzer manschappen, vlaggen wapenen aan
gedaan.
Mocnt een dergelijk opschrift op geen ze-
geteeken onzer dapperen meer gelezen kun
nen worden.
Met God voor Nederland en Oranje zg
steeds de leuze van ons leger.
Men hoort overal van ministriëele crises
Italië. Daar heeft Crispy nog altgd zgne
belastingplannen niet kunnen doorzetten en
wordt het ministerie bedreigd door een
besluit tot onthulling van nieuwe bank
schandalen.
Hongarije. Gemis aan overeenstemming
tusschen een clerieale minderheid e* het
Kabinet heeft den Keizer doen hesluiten
het ministerie Weekerlé nit te zuiveren.
Bulgarije. Twist tusschen den premier
en het Sobranje deed het ministerie ontslag
nemen.
Frankrijk. Yerwerping met slechts vgf
stemmen meerderheid van een voorstel, vg-
andig tegen het kabinet; en daarbg de
verkiezing van een radicalen tegenstander,
oud-minister Brisson, tot voorzitter der Ka
mer, zgn voorteekens dat de dagen van het
ministerie Dupuy geteld zgn.
Spanje. Nauwelijks is bet conservatieve
ministerie door een liberaal vervangen of
reeds hebben enkele leden van dit laatste
bun ontslag ingediend,
l