NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
y ros.
domMai) 6 S&cemGer.
iconic laatflaiifj.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De heer Lobman en de
graanrechten.
lo. 29. 1894.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van I 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij, die zich met 1 JANUARI op
dit blad abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers gratis.
Eene zeer belangrijke rede hield de
heer De Savornin Lobman in de zitting
van jl. Vrijdag.
Hij behandelde verschillende zaken.
Doch vestigen wij allereerst de aandacht
op hetgeen hij in aansluitin r aan do rede-
Heemskerk tegen invoerrechten te zeg
gen had.
Zooals men weet, sprak de heer Heems
kerk er voor. Doch wij veronderstellen
dat men ook wel naar een eerlijken tegen
stander of twijfelaar, gelijk de Goesche
afgevaardigde zich betoont, zal willen
luisteren.
Wjj hebben in de laatste twee dagen
allerlei raadgevingen gehoord ten opzichte
van don socialen toestand, en ik wonseh
daaromtrent eene enkele opmerking te ma-
keu. Ik zal mjj niet vermeten om daarom
trent een advies te geven, maar ik weusch
toch de vraag te doen aan al degenen, die
door middel van de wetgeving den socialen
toestand willen verbeterenwie zal dat ba
talen? Ik zal mijne meening hieromtrent
eonigszins verduidelijken.
Er wordt namelijk, in de eerste plaats
gesproken over den landbouw. De landbou.
wers, zegt men, kunnen niet genoeg meer
verdienen. Welnu, daarvoor is een eenvoudig
middel; laten wij de ingezetenen dwingen
wat meer te betalen aan de menschen die
graan verbouwen, dan zijn wij er. Ot met an
dere woorden, laat ons uit de zakken van de
niet-landbouwenden wat geven aan de
landbouwers, dan zijn zij geholpen.
Maar als dit geschiedt wordt het brood
duurder, wordt er geantwoord. Ja, dat kan
men niet ontkennen, maar wij hebben
gisteren gehoord, dat het brood slechts 2l/s
cent duurder zou worden. Maar is dat niets,
21/» cent Laat men maar eens nagaan
wat het gevolg is geweest toen dezer dagen
door de werkstaking van de bakkers te
Amsterdam het brood slechts 1 cent duurder
is geworden. Toer. is van alle kanten het
medelijden opgewekt voor den druk van
J) FEUILLETON.
Ene verhaal uit het Kroatische Bergland.
Uit het Duitsch door J. M. d. J.
Wie heeft hem dan gezien?"
"Hij is in uwe hut geweest."
„Wanneer Jercin terugkomt, zal hij wel
eerst daarheen gaan, waar zijne Anica ligt,
dat geloof ik ook wel," zeide Zorka.
Hoor eens, met zulke nuttelooze woor
den komen we niets ver Ier," riep de pas
toor dreigend; ik hen uw geestelijke, en
ge moot mij alles zeggen wat ge weet."
Zorka zweeg.
„De kerk heeft middelen, om u te
dwingen."
Ik ben eene oude vrouw, eu tot hier
toe" ben ik altijd trouw geweest aan de
heilige kerk en de gezegende maagd, nu
zal ze me niet verlaten."
De kerk zal u buitensluiten bedenk
dns wat ge doet, totdat uwe hardnekkig
heid breekt, en ge berouwvol belijdt, wat
uw plicht is te openbaren."
„Het is mijn plicht te zorgen voor eene
eervolle begrafenis voor de arme Anica,
als Jercin niet terugkomt, en daarom wou
ik mynheer verzoeken
Gretig greep de pastoor het nieuwe mid
del aan, dat zich voordeed om iets uit Zor
ka te krijgen.
„Anica vervalt in dezelfde kerkelijke
straf als gij, wanneer ge niet alles zegt,
wat ge weet."
„Anica is dood, was het smartelijke ant
woord, zij is toch wel onschuldig."
„Onschuldig is niemand, allerminst die
gene, die zulke duistere hartstochten op
wekt."
„Anica was mij liever dan eene doch.
velen. Ik begrijp dus niet dat hetgansche
volk daarmede zal gebaat worden.
Voor ie grondeigenaars begryp ik dit
wel. Daarvoor is het heel eenvoudighun
land wordt meer waard, maar wat de
pachters er bij zullen profiteeren, blijft mij
een raadsel, waarom toch betalen die tegen
woordig te veel pacht Niet, omdat de
grondeigenaars zoo gemeen zijn otn hun te
veel af te dwingen, maar omdat zij zeif
te vaal bieden, tengevolge van (le lelie con
currentie, en deze zal niet verminderen;
wanneer men het graan duurder maakt,
integendeel, alleen zullen de pachten nog
wat hooger worden opgedreven. En laat
ons nu eens zien i aar andere landen. Laat
ons bijv. Noord Amerika eens nemon, waar
men het land bijna te geef heeit en waar
men geen landbouwproducten in- maaruit-
voeit. Men zou dan denken dat het daar
niets moest zjjn dan rijkdom voordon land
bouwer en dientengevolge, zooals men be
weert, voor alle klassen der maatschappij
maar daar zijn de landerijen evenzeer ver
hypothekeerd als elders en is de toestand
even ellendig. Ik zie dus inderdaad niet,
hoe hef aangeraden middel een palliatief
kan zijn.
Men spreekt ook van verlaging of afschaf
fing der grondbelasting,maartegelijk spreekt
men, dikwijls van dezelfde zijde van de
wonschelykheid van landnationalisatie. N.'iar
mijn begrip sluit het eene denkbeeld het
andere uit.
Immers de grondbel sting moet dienon
om een deel van de opbrengst van den
grond ten bate te doen komen van het
algemeen; toch vindt men in dezelfde streken
soms voorstanders van du landnationalisatie
en van de afsohaffing van de grondbelas
ting. Maar ik laat dit daar; ik neem aan
dat graanrechten werkelijk baten. Maar dan
komen wij in conflict met de veeteelt.
De veeteelt, wil geen graanrechten; doch
men antwoordt den veeboeren als er meer
graanbouw komt, dan zal er minder con
currentie komen in de veeteelt, en hoe
minder concurrentie, ho© beter de prijzen
van het vee zullen kunnen blijven.
Ik betwijfel echter of onze veehouders
zich met die problematieke winst wel zeer
tevreden zullen gevoelen, en ik vraag dus
al weer Wie zal de protectie der graan-
boeren betalen De veehouders Of zal de
industrie het gelag betalen? Maar de in
dustrie klaagt al even hard en vraagt ook
protectie, omdat ook zij het anders niet
ter," voer Zorka met een bevende stem
voort, „en Jercin was haar man."
„Wie zoon of dochter lief heeft hoven
mij, is mij niet waardig, zegt de heilige
kerk," sprak de pastoor met eene dreigende
stem.
„Dat begrijp ik niet," zeide Zorka en
ging heen.
Toen zij onder aan de steunen trappen
der pastorie stond, keek zij nog eens met
een weemoedigen blik naar haar geliefd
godshnis, dat zij gedurende haar geheele
leven zoo trouw bezocht had, en dat haar
nn verboden zou. zijn toen wischte zij met
hare grove mouw een traan weg, en sloop
treurig naar haar hutje.
Den volgenden dag droeg men eene een
voudige doodkist voor de dorpskerk, om
naar gewoonte voor het altaar gewijd te
worden, maar de kerkdeur bleef gesloten.
Geheel Goraci verzamelde zich allengs
op het kerkpleinmaar de pastoor ver-
scheen niet, evenmin als de schoolkinderen,
om het lijk met gezang te begeleiden.
Toen greep Zorka het ruwe houten kruis,
en de treurige stoet zette zich in beweging.
Zoo werd Anica, de vrome moeder van
Uros, naar hare laatste rustplaats gedragen,
terwijl haareenigst kind, verin den vreemde,
nog voor haar arbeidde en naar haar ver
langde.
Uros, de Heere heeft uwe moeder weg
genomen Hij zal u niet verlaten. Hebt
ge het niet reeds ondervonden, arme wee-
zenknaap
De sneeuw bedekte reeds lang den graf
heuvel, waaronder Anica rustte, en sierde
het kleine kruis, dat hare laatste rust
plaats aanwees met eene blinkende kroon.
Uros arbeidde vlijtig in Beneden-Kröatie,
altijd hopend en wachtend, of zijn vader
niet komen, of hem tenminste bericht
uithouden. Welnu, dan moet ook deze
maar protectie krjjgen. Maar nu wordt de
quaestie aan welken tak van industrie wjj
protectie zullen moeten geven. Wij zullen
wachten totdat bepaalde voorstellen worden
gedaan. Maar dan zal het gezien worden
hoe de verschillende industrieën tegen el
kander haspelen, om te beletten dat do be
.scherming van deneen de dood wordt van
den ander. Maar ook deze bescherming moet
iemand betalen en wie zal dat zjjn
De ambtenaren
De traktementen der ambtenaren zijn in
den regel al niet zoo heel hoog en door de
invoering der nieuwe belastingen wordt
niemand zoo netjes geschoren ala zjj, omdat
men van niemand zoo precies het inkomen
kent dan van hen. Bovendien, voor zoover
zjj bezitters zjjn van effecten, welker renten
hunne schamele inkomsten moeten goed
maken, moet men wel bedenken dat die
effecten thans ontzaglijk minder opbrengen
dan vroeger, dat overal de rente niet met 1,
maar met 2, 3 pet. is gedaald nog daar
gelaten dat vele effecten in het geheel
niet meer betalen. Van de ambtenaren is
ook al niet veel te halen.
De handel zal hot dan moeten betalen,
want die is de oorzaak, waardoor bet don
landbouw zoo slecht gaat; men heeft altijd
den handel bevoordeeld en deze moet daar
voor boeten.
Maar de handel boet dan waarschijnlijk
nu reeds, want Amsterdam, onze grootste
handelsstad, is zelve zoo behoeftig, dat zjj
niet weet hoe zjj rond zal komen en otn
aan meer geld te komen, do toevlucht moet
nemen tot de fictie dat, wanneer er hier
te lande mijnwerkers waren, dio mijnwer
kers zouden wonen onder den grond omdat
zij daar hun arbeid verrichten.
Wanneer men tot zulke kolossale feiten
moet komen, om uit den nood te geraken,
kan men veilig zeggen, dat het daar slecht
gaat. En vraagt eens menigen handelaar,
ai woont hjj in een der hoofdstraten van
Amsterdam, hoe het met zjjn handel gaat,
dan zal men eens hooron hoeveel ellende
ook daar vaak geleden wordt Diezelfde
handel vraagt trouwens zelf dikwjjls pro
tectie, omdat hjj ook moet concurreeren met
het buitenland.
Elke maatregel, genomen te bate van
den een, is ten nadeelo van den ander.
Men heeft hier ingevoerd de postpakket-
dienst ik wil er nu niets tegen zeggen,
maar het geschiedde vooral ten bate van
sturen zou. Ook las hij ijverig zijn Bijbel'
die hein iederen dag liever werd, en dien
hij ook iederen dag beter leerde be
grijpen.
Hij had reeds veel troost gepnt uit de
bron in oogenblikken van smarteiij ke heim
wee. Iets was er, waarnaar hij nu zeer
verlangde, hij zou zoo gaarne den onbe
kenden weldoener nog eens ontmoeten om
hem zijnen dank te betuigen en hem nog
naar zoovele dingen te vragen, die hem
bij het lezen der Heilige Schrift duister
bleven.
]tiUros beslootj den vriendelijken vreem
deling op te zoeken. In het dorp, dat het
dichtst bij de werkplaatsen gelegen was,
vernam hij niets zekers. Wel was de man
er niet onbekendmen had hem reeds
meermalen gezien met zijne tasch, waar
uit hij gaarne aan iedereen ieti geven
wilde, als zij het slechts wilden aannemen.
Maar zooals het gewoonlijk gaathet
beste is dikwijls blootgesteld aan spot en
verachting der menschen. Met den man of
eigenlijk met zijne boeken en boekjes had
men niet veel op. Veel liever las men de
opgesmukte verhalen die van andere zijde
ter verkoop werden aangeboden, of eene
krant, die met hare partijgeschillen en vij
andelijke stemming tegen de regeering altijd
nieuw voedsel gaf aan het hartstochtelijke
volk.
Een uur van het dorp verwijderd lag
eene groote stad, en daar wilde Uros zijn
onderzoek naar den onbekenden vreemde
ling voortzetten.
Op een feestdagnamiddag in de maand
Januari begaf de knaap zich op weg.
Het was bitter koud overal waar hij
het oog heenwendde zag hij niets dan
sneeuw en ijs. Desniettemin had de heldere
blau ve hemel en de vriendelij k stralende
zon vele menschen naar buiten gelokt.
liet platteland, En wat is het gevolg ge
weest Dat het weinigje handel dat nog
ten platten lande bestond, totaal verd wenen
is en geconcentreerd wordt in de steden
ziedaar de gevolgen van de bemoeiingen
van het Rijk mot het industrieel verkeer.
Er is verhand tusschen den drang om
staatshulp en dien naar algemeen kiesrecht.
Ik herhaal de vraag wie de protectie be
talen zal
Indien gij den een iets geeft neemt gij het
uit den zak van een ander, die dan op zijne
beurt evenzeer om hulp gaat roepen. Het
is meermalen opgemerkt dat wjj eigenlijk
allen te weinig hebben, en nu wil men het
ontbrekende aan elkander ontnemen Dit
verklaart de warme liefde voor algemeen
kiesrecht, dat bij velen als in den mond
bestorven schijnt. Het spreekt vanzelf, dat
iedere groep van belanghebbenden denkt
wanneer ik het kiesrecht heb, zal ik het
ontbrekende nemen uit uw zak. En de
buurman denkt op zijne beurt precies het
zelfde. Zoo jagen beiden naar het bezit van
kiesrecht. Maar wat zullen wij bij dat
algemeen kiesrecht zien gebeuren Dat
wellicht ééne groep of misschien twee groepen
zullen worden geholpen. De andere gmepe
zullen dan zeggen: ja, dal heb ik zoo niet
bedoeld. Maar dat is voor de partijleiders
geen bezwaar. Zij zullen liet volk niet hebben
misleid. Want iedereen zal de schuld van
de teleurstelling aan een ander geven en
beweren als gij m(jn advies maar hadt opge
volgd, dan zou het beter geloopen zijn.
Daarom kan ik mij voor dat algemeen
geroep om kiesrecht, waarbij ieder yoorzich
er o« rekent door den Staat uit den nood
te zullen worden geholpen, zoo moeilijk
warm m:\ken.
De moeilijkheid zit in het probleem! Op
lossers hebben wij niet noodig, maar wel
eeno oplossing, en die oplossing kan dooi
de wot niet worden gegeven. Wel kan de
wet waar zij zelve verkeerde toestanden
heeft in het leven geroepen die toestanden
verbeteren, terwijl ook in zeer enkele andere
gevallen de wet iets kan helpen.
Er is onder andere over arbeidersverze
kering gesproken- Ik zal mij nu nfet over
de quaestie uitlaten van wie arbeidersver
zekering behoort uit te gaan, maar slechts
vragen aan deze Regeering wat de resultaten
geweest zij n van de onderzoekingen op dit punt
door de vorige Regeering gedaan wantik
onderstel dat dezo de zaak reeds ter hand
Prachtig opgetuigde en ook eenvoudige
sleden vlogen Uros voorbij, en de glinste
rende ijsvlakte der rivier was bezaaid met
eene bonte menigte schaatsenrijders. Aan
de oevers brandden hier en daar vuren,
door middel waarvan de vroolijke zingende
menigte de gemeenschap wist te onderhouden.
Daartusschen gleden kinderen met hunne
sleedjes van de hellingen af, en de vele
voetgangers verheugden zich bij het zien
van het bekoorlijke wintertafereel.
Hoe dichter Uros bij de stad kwam, hoe
grooter dq menschenmenigte werd, en de
moed ontzonk hem om zijn doel te hereiken.
Nog nooit was hij in eene groote stad ge
weest en had daarom ook gedacht dat het
zeer gemakkelijk zou wezen om dien man
te vinden. Zijn hart klopte hoorbaar, en
hij waagde het niet een der voorbijgangers
aan te spreken.
Zoo liep hij met gebogen hoofd verder,
toen hij plotseling door een krachtvolle
hand vastgegrepen werd en eene heldere
verheugde stem hem toeriep „Zijt ge het
werkelijk? Maar mijn jongen, hoe komt
ge toch hier
Uros was zoo met zijne gedachten, wen-
schen en voorstellingen bezig, dat hij iu
het eerste oogenblik niet anders dacht, of
het was zijn onbekende vriend, dien God
zelf hem toegezonden had. Een hoog rood
kleurde zijne wangen, en met stralende
blikken zag hij den spreker aan. De eer
ste indruk dien hij van den man, die nog
altijd de hand op zijn schouder hield,
kreeg, was hittere teleurstellingmaar de
tweede een gevoel van blijdschap, die hem
bijna bedwelmde. Droomde hij of was het
werkelijkheid, dat hij voor zijn vroegeren
meester stond, voor den man, dien hij voor
allen vereerde, en die ook alleen het groot
ste verlangen van zijn hart ontdekt en be
grepen had?
had genomen. "Wat zal zulk eene verzeke
ring kosten aan het Rjjk Is het mogelijk
op eenigszins afdoende wijze die verzekering
van Rjjkswego te doen geschieden.
Ik doe die vraag, omdat er voortdurend
wordt beweerd, dat dit zal helpen. Indien
het kan, hot zij zoo: maar men wekke
toch geene verwachtingen op die niet
vervuld kunnen worden. Want er is niets
gevaarlijker, dan van eene Regeering allerlei
schoone zaken te verwachten die zjj niet
by machte is te gevon.
Daarom stel ik er prijs op om te ver
nemen van deze Regeering of zy het finan
cieel mogelijk acht voor het Rijk opeenigszins
afdoende wyze in de pensionneering van
het geheele volk of van de werklieden te
voorzien.
Het „wat klaagt dan een levend mensch,
een ieder klage over zijne zonden" geldt
ook hier.
Ik 'wensch er nog iets bij te voegen.
Wanneer wy spreken over de oorzaken
der malaise, dan moet ik er op wyzendat
een dier oorzaken is: de zonden en vei-
keerdheden der menschen zeiven. Dit is
altjjd zoo geweest, hoor ik zeggen, maar
men moet het ook uitspreken.
Ik wijs bijv. op de steeds toenemende
massa gelegenheden voor het gebruik van
sterken drank, bier on dergelijke zaken.
Wat worden daaraan niet millioenen en
millioenen besteed. Evenzoo voor uitspanning
en vermaak. Gisteren nog las ik, dat van
de Groninger boeren die zoo klagen, ei bjj
hoopen zitten in het circus-Carré, en dat
in dat circus f8 a f 10 voor eene plaats
wordt betaald. Die dingen moeten gezegd
worden. Wanneer een volk niet verkiest
spaarzaam te zjjn en zich niet verkiest in
te spannen om in een beteren finaneieelen
toestand te komen, dan moet hy niet meenen
dat de Regeering des lands het helpe* kan.
De eeiste schuld ligt by het volk zelf. Dit
wil volstrekt niet zeggen, dat, wanneer het
iemand niet goed gaat of als iemand werkloos
is, dit zjjne individueele schuld is. Ik weet
wel beter en ik help zelf gaarne op allerlei
wijzen mede om aan wezenlijke misstanden
een einde te maken. Maar dat de;algemeene
toestand zoo slecht is, komt ook daarvan,
dat millioenen guldens door de keel gaan in
plaats van gebruikt te worden voor betere
woning, kleeding of voeding of worden
overgeiegd voor slechte dagen.
„Mijnheer Bibernik," stamelde Uros en
hij kon nauwelijks zijne tranen inhouden.
„Zijt ge er niet blijde over, dat ge mij
wederziet beste liefste Uros riep de
jonge man vroolijk. „Merkt ge dan niet,
hoe verheugd ik ben
„Of ik mij verheug O Mijnheer Bi
bernik In de uitdrukking dezer woorden
lag veel. Nu begreep Bibernik zijnen Uros,
met teederheid trok hij den arm van den
knaap in den zijnen en hem medenemende
zeide hij „Nu moet ge met mij mede
gaan, en ik laat u nu zoo spoedig niet
meer los. Dit oogenblik van wederzien,
heb ik menigmaal lang gepeinsd en ik zie
Uros, dat gij mij evenzoomin vergeten
hebt."
Opdat de knaap tijd zou hebben om
weder tot zichzelven te komen, vertelde
Bibernik hem, terwijl zij door de bevolkte
straten der stad liepen, wat hem tot hiertoe
overkomen was.
We willen het kort samenvatten. Toen
de jonge onderwijzer de Kroatische bergen
en zijnen Uros verlaten had, had hij de
uitnoodiging gevolgd van eenen vriend,
die hem eene betrekking aan eene stede
lijke volksschool verschaft had. Daar werd
den jongen man de gelegenheid aangebo
den, om zich naast zijn ambt nog verder
te bekwamen. Bibernik was een leergierige,
en daarbij een zeer begaafde en beminne
lijke jongeling. Hij leerde ijverig, en
spoedig vond hij ook vrienden, die zijn
stroven kenden en zochten te bevorderen.
Na een betrekkelijk korten tijd had hij het
hij zonder in het Latijn zoo ver gebracht,
dat hij daarin met eer een examen kon af
leggen, waarop hij leeraar werd aan de
Latijnsche school in de stad, waar wij hem
nu vinden.
Wordt vertol</d,)