met Verlof gaauie, in de Roodfe Zee over
boord sprong, om een kind te redden, dat
naar men meende in het water was geraakt,
en die urenlang moest zwemmen alvorens
den vuurtoren van de „Twee gebroeders"
te bereiken. Van dit verlof teruggekeerd
verwierf hij op Atjeh de Militaire Willems
orde. Hij behoorde tot de troepen, die pas
tot aanvulling op Lombok waren aangekomen.
Aan de Indische bladen is nog het vol
gende ontleend
By de verovering van Mataram rukte
de 4e compagnie van het 9e bataljon met
groote onstuimigheid naar de poeri toe
de Baliërs vluchtten er uit, eu hadden
geen tijd meer een poortje achter zich te
sluiten, zoo dicht werden zij op de hielen ge
zeten door drie Hollanders, die met hen, om
zoo te zeggen, medevlogen. Een dichte ko
gelregen door honderden Baliërs afgezouden
velt twee dier dapperen doch de derde,
Nelck, zijn makkers noemen hem Melk,
houdt stand, ondanks de kogels die men
hem toezendt.
l)e luitenant Muller, die zijn mannen
volgen wi!, wordt van achteren aan de jas
vastgehouden. Het was te roekeloos. Dat
ziet de luitenant zelf ook in, en schreeuwt
Nelck het bevel toe terug te komen. En
heelhuids komt de wakkere kerel het
poortje weer uit, na een keer of acht
richtend en mikkend, zijn geweer te heb
ben afgeschoten.
In datzelfde poortje is later de kapt.
Janssen binnengestormd, nadat door [hand
granaten die over den muur geworpen
werden, en door vuren van uit de nabijheid
over een lagen muur de vijand zoo ge
schokt was, dat hij het idee van zich dood
te vechten begon op te geven.
Mataram, de hoofdplaats van het Hindoe-
Balische rijk op Lombok, heeft thans opge
houden te bestaan en zal voortaan tot de
geschiedenis behooren, want van deze stad
is geen enkele steen meer op dei anderen
gebleven; ja zelfs de kostbare boomen zijn
niet gespaard en dit alleen om aan de
posten een vrij en onbelemmerd uitzicht
naar alle kanten te geven.
Bleven bij ons vroeger verblijf in Ma
taram de deuren en poorten der woningen
steeds voor iederen vreemdeling gesloten,
en konden wij dus niet doordringen in de
geheimenissen dier verblijven, na de ver
meestering hebben wij alles nauwkeurig
kunnen nagaan en waren wij verbaasd over
de pracht en weelde, welke in de poeri's
en in sommige verblijven van rijke en aan
zienlijke Goesti's hebben geheerscht.
Dat door de verwoesting van de hoofd
plaats een aanzienlijke schade aan de Ba
liërs is toegebracht geworden, zal wel nie
mand betwijfelen. De kostbaarheden, goe
deren van waarde en andere zaken, welke
bij de vlucht nit Mataram niet konden
worden medegevoerd, werden in den grond
begraven, doch de Sasaks, de hyena's van
het slagveld, wisten al die zaken spoedig
uit de bergplaatsen op te delven en die
zich toe te eigenen. Groote padischuren
onder den grond werden ontdekt; kisten
met duizenden kepengs, kleedingstukken
etc. werden uit putten gehaald. Bij den
rijken Balinees Goesti Madé Kaleh werd
voor een aanzienlijke waarde aan geld en
kostbaarheden door de Sasaks uit den grond
opgegraven.
Van den dapperen overste Scheuer
die een der eersten was, die de poeri te
Mataram binnendrong wordt o. a. gezegd
Een echt soldaat, flink het gezag hoog
houdende en onvoorwaardelijke gehoor
zaamheid eischende, is hij toch bemind
door elk officier en mindero van zijn ba
taljon.
Steeds gezonden wordende, waar het bet
hardste spant, is men verzekerd, dat bij hem
het woord terugtrekken onbekend is en
dat hij de oude Indische tactiek „jij eruit
en ik er in" huldigt. Toch tracht hij dat
doel niet langs onverstandigen weg te be
reiken, maar doet hij zoo lang mogelijk
beleid en groote voorzichtigheid aan on
verschrokken moed paren.
Is echter onstuimig optreden op een
zeker oogenblik noodig om den toestand
te redden of om een twijfelachtige tot
eene schitterende overwinning te maken,
dan aarzelt hij geen oogenblik en laat zich
door niets weerhouden, om den vijand te
lijf te gaan.
Zijn kort bevel daartoe electriseert da
delijk zijn gaasche bataljon, en de Euro
peanen zoowel als de kleine betrekkelijk
nietige Javaantjes van zijn korps, hebben
hier alweder verscheidene malen de waar
heid bevestigd, dat geen inlandsche vijand
stand houdt voor de» krachtig ondernomen
en goed doorgezetten stormaanval van onze
troepen.
Overste Scheuer draagt in het gevecht
nooit een hoed maar zijn pet met den
uit de verte zichtbaren gouden band, heeft
een revolver, maar geen sabel om en be
stiert alles met een klein rottantje in de
hand, dat men steeds bij hem aantreft.
Met de andere hand in den zak, is hij
steeds in de voorste linie en loopt hij in
het zwaarste vuur des vijands zijn gelief
koosd deuntje „alles kost een dubbeltje"
(een flauw versje voor zulk een kranig
officier) te zingen.
Een wenk met zijn stokje, een „vooruit
jongens" is voldoende om zijn soldaten te
brengen waar hij ze hebben wil, ieder gaat
blindelings waarheen hij gezonden wordt.
Het is een bekend feit, dat de Baliërs
verscheidene goede schutters hebben en
dat zij. tengevolge van de maandenlange
Verkeering met ons, de rangen zeer goed
van elkander weten te onderscheiden. Het
gevolg hiervan is, dat er bij elke gelegen
heid vele officieren worden getroffen en het
dus voor dezen zaak is, om niet al te
veel in den kijker te loopen.
Zoo werd bijv. nog kort geleden opeen
zeer grooten afstand een Sasak, die vlak
naast generaal Vetter Btond door een schot
in het hoofd gedood, zoodat men bijna
met zekerheid kan zeggen, dat de kogel
voor den bevelhebber bestemd was. Eenige
commandanten hebben in deze omstandig
heid reden gevonden om hun officieren te
gelasten om met garnituur aan hun helm
hoed en zonder passanten uit te rukken
ten einde in hun kleeding zoo min moge
lijk onderscheid met de mindere militairen
te maken.
TEL1 «HAM
[laden is bericht gekomen dat de
Vorst van Lombok en de Troonop
volger met verscheidene Balische
hoofden zich aan generaal Vetter
hebben overgegeven. Er wordt nog
druk gegraven naar schatten. Weer
werden eenige honderden kilo goud
geld gevonden.
Generaal Vetter wenscht H.VT. de
Koningin eerbiediglijk geluk met de
behaalde overwinning.
21 Nov. '94.
De N. R. C. heeft een andere lezing
van het verhandelde in de Wageningseke
kiesvereeniging.
De heer Pierson uit Zetten deelde mede,
dat hij voor Zondag 10 Juni reeds her
haaldelijk aan den fungserenden voorzitter,
ds. Winckel aldaar, teruggave had gevraagd
van de hem toebehoorende brieven, die
abusief, bij de overgave van zijn presidium,
onder de bij hem berustende stukken wa
ren gebleven.
De secretaris, de heer A. H. van Lonk
huizen, te Wageningen, refereerde zich
aan de nota door hem aan de Tweede Ka
mer gezonden en waarvan alle leden der
kiesvereeniging een afdruk hadden ontvan
gen. Hij meende met den voorzitter, dat
het niet aanging stukken uit het archief
af te geven zonder voorkennis van het be
stuur, tenminste wanneer die stukken geen
eigenaar aanwezen en de inhoud voor de
kiesvereeniging belangrijk was.
Uit de discussie bleek, dat op 7 Juni
eenige bestuursleden, die bij elkander wa
ren, afspraken geen misbruik van de brie
ven te zullen maken, alleen de bestuurs
leden onder geheimhouding er mede in ken
nis te stellen en op de bestuursvergadering
over de teruggave te beslissen.
Breedvoerig werd gesproken over het
optreden van den heer Van Dedem, op dien
Zondagavond. De heer Van Dedem beriep
zich, om zijn rechtte bepleiten, op de recht
bank te Arnhem, doch anderen wezen er
op dat deze uitspraak nu juist niet zoo
schitterend voorden heer Van Dedem was;
dat de heer van Dedem als christen het
opeischen niet op Zondag had mogen doen
en den heer Van Lonkhuijzen, als vriend
en medelid der kiesvereeniging, van te vo
ren had behooren te waarschuwen en bo
vendien op het feit dat voor dien Zondag
avond aan den heer v. L. niet om de stuk
ken was verzocht. Voor het eerst geschiedde
zulks toen in den vorm van opeisching
door den rijksveldwachter.
Herhaaldelijk werd beproefd den heer
van Dedem te bewegen, zijne schuld tegen
over den heer v. Lonkhuijzen te bekennen,
wat evenwel niet gelukte en ds. de Vlieg
deed toen een motie of vraag of, voor
het geval geen toenadering kwam, het niet
wensclielijk was den heer van Dedem als
lid te royeeren op grond van art. 1.
Voor de voorstellen van ds. Pierson en
bij stemming over door hem voorgestelde
candidaten, verklaarden zich 58 van de 131
leden, zoodat hij wel inzag dat de meer
derheid niet aan zijn zij was.
De heer Pierson verklaarde dan ook,,
dat zoo er een motie, van welke strekking
dan ook, in stemming word gebracht, hij
onmiddellijk de vergadering zou verlaten
en dat hem dan velen zouden volgen.
Die 58 waren waarschijnlijk bijna uit
sluitend mannen van Patrimonium te Zet
ten, waaronder, behalve de vele nieuwe
leden, reeds dezen zomer ter vergadering
gebracht, weer circa 20 nieuwe leden.
Toen eindelijk ten half elf reeds een
gedeelte der leden vertrokken waren, werd,
daar men toch geen kans zag dezen avond
tot een vergelijk te komen, eene motie
aangenomen met 51 tegen 38 stemmen, om
de debatten te sluiten en de 4 overige
punten in eene volgende vergadering te
behandelen.
lerseke. Vergadering van den Raad,
Dinsdag avond 5 uur.
Tegenwoordig 9 leden voorzitter de Bur
gemeester. De notulen der vorige verg.
worden ongewijzigd goedgekeurd.
De voorz. deelt mede
le dat den Gen Nov. kasopneming bij
den ontvanger heeft plaats gehad en dat
in kas was overeenkomstig de boeking
f2442,45»;
2e dat het besluit tot verheoging der
salarissen van de hoofden der scholen is
goedgekeurd.
en 3e dat daarentegen het suppl. kohier
van den hoofdelijken omslag om reden van
een paar foutjes niet is goedgekeurd. De
fouten worden hersteld en het kohier met
een onverai derd eindcijfer van f 138.50
vastgesteld.
Nu is aan de orde de benoeming van
een onderwijzeres aan school 1. Benoemd
worJt mej. M. C. Van Overbeek met 8 van
de 9 stommen.
De Voorzitter zegt, dat de benoemde
waarsch jnlijk spoedig in dienst zal kunnen
treden.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van den heer. Cupéry in de vorige
verg. gedaan, word op voorstel van den
heer Sinke een nieuw artikel in de instruc
tie voor onderwijzers gebracht luidende
ongeveer als volgtEervol ontslag wordt
verleend 3 maanden nadat het verzoek is
ingekomen, of zooveel vroeger als in de
vacature zal zijn voorzien. De 3 maanden
beginnen te loopen voor aanvragen vóór
den 15en ingekomen met den len der
loopende maandvoor aanvragen na den
15en ingekomen met den len der volgen
de maand.
Nu stellen B. en VV. voor de verorde
ning op de heffing van kaairechten en
havengelden ongewijzigd weer voor 5 jaar
vast te stellen.
De h. Cupery heeft niets tegen de ver
ordening, maar hij wenscht een heel andere
conrtole. De heffing brengt volstrekt niet
op, wat zij zou kunnen doen. Zooals 't nu
gaat kan het niet blijven.
De Voorz. stemt dit toe, maar een nauw
keuriger controle is zonder uitbreiding van
personeel is niet mogelijk en) dit zou mis
schien meer kosten dan de betere controle op
bracht.
De heer Sinke heeft ook niets tegen de
verordening, maar hij is het met den heer
Cupóry eens, dat er strenger) de hand aan
dient gehouden. Er hebben vaak overtre
dingen plaats. Bijv. volgens de verorde
ning moeten de kaairechten eens per maand
geïnd worden, en zij worden dikwijls eens
per jaar ingevorderd. Dit is niet in 't
belang der ontvangsten. Ook het lossen
en laden kan beter nagegaan worden en
dit kan zeer goed zonder vermeerdering
van personeel, daar wij een tij haven heb-
hen. Spr. wil graag, dat B. en W. beter
op de uitvoering letten.
De heer Cupéry leest een art. uit de
verordening voor. Als dit wordt nageleefd
is er niets dat aan kaairechten ontkomt,
maar de werkelijkheid is heel anders. Spr.
betaalt zelf de kaairechten maar eens in
'tjaar. Hij heeft al 8 jaar te veel betaald,
daarentegen kent liij anderen die jaren
achter elkaar niets betaald hebben. Hij
wil schriftelijk op de secretarie namen
noemen.
De Voorz. zegt dat B. en W. zich daar
door verplicht zullen rekenen. Hij wil
gaarne meewerken om de controle zooveel
mogelij k te verbeteren.
De heer Cupéry acht dit niet voldoende.
Hij verlangt een heel andere controle, an
ders blijft het weer 5 jaar sukkelen. De
havenmeester woont te ver van de haven
en spreker vreest dat hij te veel bijbaantjes
heeft. Als hij dGt moet opzeggen, dan
wil spreker hem daarvoor gaarne schade
loosstellen.
De heer Spruit geeft in overweging,
dat B. en W. in een volgende vergadering
een strenger instructie voor den haven
meester indienen. Dan kan aan de geop
perde bezwaren te gemoet gekomen worden.
De Voorz. belooft dat B. en W. zich
zullen beijveren aan den wensch van den
Raad tc voldoen.
De verordening wordt met alg. st. on
gewijzigd voor 5 jaar verlengd.
Daarna wordt het suppl. kohier vaorde
hondenbelasting tot een bedrag van f 15
vastgesteld.
In de vorige vergadering werd geklaagd,
dat een paar veldwachters uit andere ge
meenten, die hier tijdens de kermis sur
veilleerden niet behoorlijk gevoed waren.
De voorzitter was toen niet aanwezig
en nu verklaart deze, dat hij daaromtrent
niets heeft nagelaten en hij brengt daartoe
de bewijzen bij.
Na deze mededeeling is de voorz. ge
noodzaakt de vergadering te verlaten en
geeft hij het presidium aan den heerKlos over.
Daarna wordt aan 6 der veldwachters,
die tijdens de kermis buitengewone dien
sten hebben verricht, een gratificatie van
f5 toegekend en aan den zevenden eene
van f2.
Hiermede is de agenda afgehandeld.
Bij de laatste rondvraag vraagt de hr.
Spruit of het vervoer van grint de laatste
maal is aangekondigd Hij heeft vernomen
dat de verschillende vrachtrijders alleen
eene persoonljkd kennisgeving hebben ge
had, en een hunner heeft geklaagd, dat
hij daarbij vergeten is. Spreker vraagt,
of hierbij van de gewone gedragslijn is af
geweken.
De heer Sinke heeft dezelfde klacht
ontvangen.
De Voorz. kan de vraag van den heer
Spruit niet beantwoorden. Hij weet niet
hoe de aankondiging vroeger geschiedde.
Maar als die nu anders plaats had, kan
daarvoor een goede reden zijn. Vroeger
zijn er wel eens moeilijkheden voorgeko
men. Eenmaal kon de aanbesteding niet
doorgaan.
De heer Sinke bevestigt dat, maar meent
toch, dat een zoo volkomen mogelijke pu
bliciteit wenschelijk is. Bij persoonlijke
aanzegging kan er lïcht iemand vergeten
worden. B. en W. zijn toch niet aan den
laagsten inschrijver gehouden.
De heer Spruit acht publiciteit ook
wenschelijk. B. en W. zijn dan beter
verantwoord.
Daarna wordl de vergadering gesloten.
ONS HUIS.
Ds groote Schuttershofzaal was Dinsdag
avond geheel gevuld met belangstellenden
van allerlei rang, stand en leeftijd, d.eaun
de uitnoodiging gevolg hadden gegeven om
de bijeenkomst ter herdenking van de
opening van „Ons huis" bij te wonen.
De bijeenkomst droeg een eenigszins
feestelijk karakter en een rijk programma
van muzikale en letterkundige voordrachten
zorgde nu en dan voor een aangename af
wisseling.
De heer Herman Snijders, voorzitter van
„Ons huis", opende de bijeenkomst en heette
alle aanwezigen hartelijk welkom. Hij
verheugde zich er in dat de aangevangen
arbeid reeds zooveel belangstelling genieten
mocht en dat zooveel hoeren en dames
bereidwillig hadden op zich genomen dezen
avond tot een feestavond te maken.
Dhr. Snijders meende dat, nu de Toynbee-
arbeid ook in onze omgeving begonnen was,
een avond als deze niet mocht ontbreken.
Dit feit, waarnaar reeds door menigeen
werd uitgezien, moest in feestelijken trant
worden herdacht.
Waarom evenwel de opening niet in
„Ons huis" zelf alwaar toch deze meer
eigenaardig op hare plaats was? Om de
zeer eenvoudige reden dat de lokaliteit
aldaar veel te klein is om alle medewerkers
en andere belangstellenden te kunnen be
vatten. Vandaar, dat het bestuur meende
hiervoor de Schuttershofzaal te moeten
kiezen.
De voorzitter bracht thans in herinnoriug
de aanleiding tot de oprichting van „Ons
huis", hoe bemiddelde weldadige vrienden
hun geld en hunne gaven schonken, en
voorts al de voorbereidende werkzaamheden
van de opening, die evenwel hier niet be
hoeven genoemd te worden, wijl we onzen
lezers dit reeds te Ijzen gaven.
't Is genoeg wanneer we uit het openings
woord mededeelen dat 29 Juni dezes jaars
het tekortkomende op de reeds aangebrachte
flnanciëele bijdragen gevonden was en daar
door het huis Wagenaarstraat kon aangekocht
en tot het beoogde doel kon ingericht
worden. De inrichting nam nog wel veel
tijd in beslag, doch eindelijk na het over
winnen van velerlei bezwaren kon dan toch
op gisteren, 19 Nov. 1894, het gebouw
worden geopend.
Zeer vele belangstellenden maakten giste
ren van de gelegenheid gebruik om het
gebouw te bezichtigen. Zelfs een oogenblik
werd gevreesd dat de toevloed te groot
zou worden. En met name de leeszaal
telde bij oogenblikken veel bezoekers.
Het schoonste paleis is dor en doodsch,
wanneer het onbewoond is.
Zoo ook, zeide de voorzitter, zal „Ons
huis" blijken te zijn, als de belangstelling
er in gaat ontbreken. Hij deed dan ook
een ernstig beroep op de gewaardeerde en
onmisbare medewerking van alle aanwezigen.
Vervolgens deelde de heer Snijders
eenige cijfers mede. Een 30-tal dames be
nevens een 20-tal heeren stelden zich be
schikbaar om cursussen en clubs te leiden
en voordrachten te houden. De belangstel
ling is verder algemeen wat betreft zij die
zich aanmelden om aan de cursussen in
talen, handwerken enz. deel te nemen.
Van allerlei geloof en richting gaven
zichjaan tot een getal van 250 voor 300
verschillende werkzaamheden.
Geen vrees behoeft dus gekoesterd te
worden dat het aan bezoek zal ontbreken.
Deze week zal reeds een en ander een
aanvang nemen en binnen 14 dagen zal
alles in „volle werking" zijn.
De Voorzitter constateerde dankbaar dat
hoogst zelden bij wie om medewerking
werd aangeklopt geweigerd werd. Doch
ofschoon dankbaar was het Bestuur nog niet
geheel voldaan. Er blijven nog enkelen
van verre staan op wier steun gerekend
was. Zij hebben bezwaren De een meent
voor Middelburg is het een onbegonnen
werk dat slechts in grootere plaatsen kan
bloeien, een ander vindt het te idealistisch,
een derde is bezorgd dat de mindere man
te knap zal worden, terwijl weer anderen
meenen dat den dienstboden een sociëteit
zooals de „heeren" hebben, geopend wordt
dan zijn er nog die bezwaar maken dat
„Ons huis" neutraal of niet liberaal is, en
ook wel die denken dat socialisten zullen
gekweekt worden.
De Voorzitter meent er niet op in te
moeten gaan om al die bezwaren te weer
leggen, maar zet in 't algemeen nog eens
uiteen het goed recht van bestaan der
stichting. Een onbereikbaar ideaal zal b.
v. wel zijn dat Mevrouw A met dienstbode
B er een spelletje zullen komen dammen.
Maar wel kan het doel verwezenlijkt
worden dat „Ons huis" beoogtontwikke
ling door onze talenten en middelen er
voor beschikbaar te stellen, onderlinge
waardeering op te wekken en aan te kwee
ken tusschen de verschillende standen. De
overtuiging moet gevestigd worden dat van
welke richting of geloof ook, met denzelf
den maatstaf dient gemeten te worden. De
Toynbee-arbeid beoogt de bevordering van
het volkswelzijn in den ruimsten zin. Daar
om wederzijds op elkander inwerken, el
kander gelijkvloers naderen, elkanders ont
wikkeling beoogen. Ziedaar het schoone
ideaal
Nadat vervolgens de voorzitter nog het
artikel uit het Iluish. reglement aangehaald
had, waarin gewaakt wordt tegen te groote
hoeveelheid bezoekers van clubs en cursussen
waardoor wellicht vruchtbare gedachten-
wisseling schade lijdt, zeide hij ten slotte
dat door het Bestuur gewaakt zal worden
tegen overheersching van iemands beginse
len. Niet wat scheidt maar 't geen veree-
nigt zal toegelaten worden.
Een levendig applaus van het publiek
volgde op de rede van den voorzitter.
Ook het bestuurslid dhr. Belderok sprak
een opwekkend woord, hoofdzakelijk be-
oogende de belangstelling te vestigen in
„Ons huis". De sociale qnaestie oplossen
zal ook „Ons huis" wel niet kunnen, maar
wel kan het aan de oplossing bijdragen,
meende de heer Belderok.
Najde pauze verkreeg de heer Leopold als
voorzitter der Commissie voor de leeszaal
het woord om eenige mededeelingen te doen.
Daaruit bleek dat ieder zich als lid der
leeszaal kan aanmelden, kaarten van lid
maatschap, geldig voor 3 maanden zijn ver
krijgbaar bij den concierge tegen 10 cent,
dag- en weekbladen, benevens verschillende
tijdschriften liggen ter lezingook ligt er
een register voor eventueelo wenschen en
klachten.
Dhr. Leopold wekte zijne hoorders op om
hunne bibliotheek eens na te zien en eenige
boeken te schenken of in bruikleen af te
staan
Voorts bevindt zich, nevens dam, domino-
en schaakspelen ook een Ainerik. Stereos-
coop in de zaal, uitstekend te genieten
voor menschen die geen groote reizen kun
nen makendoch er zijn weinig platen,
slechts 15, terwijl er 50 kunnen geplaatst
worden.
Dhr. L. wekte het publiek eveneens og
tot aanvulling daarvan en drong ten slotte
aan op steun, speciaal wat betreft de lees
zaal.
Een aangename afwisseling boden de
muzikale voordrachten op piano en viool
der dames van Berlekom en Dhont en de
heeren Morks en Lijsen en anderen terwijl
dhr. van der Ka np een drietal liedereu
zang met pianobegeleiding. De heer
Jaeq Frank leverdo een paar letterkundige
voordrachten die zeer interessant waren
en nu en dan den lachlust opwekten van
het publiek. Al deze voordrachten waren
zeer schoon en werden herhaaldelijk ge
volgd door een levendig applaus.
Aan het einie der vergadering die van
8 tot lO'/s uur duurde, bracht met een
enkel woord de voorzitter hartelijk dank
voor de belangstellingWel zullen de
avonden in „Ons Huis' te slijten niet pre
cies overeenkomstig deze zijn, maar toch
kan deze avond strekkeu als bewijs dat
samenwerking van rijk en arm zeer goed
mogelijk is en tevens hoe deze arbeid moet
opgevat worden om die samenwerking in
„Ons Huis" blijvend te verzekeren.
Een langdurig en levendig applaus be
zegelde het slotwoord van den voorzitter.
K. cm* k ii i e u w s.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Cats de heer A. H. Magen-
dam cand. te Slijk Ewijk;te 's Hee-
renhoek dhr. F. G. Moeton, cand. te-Haar
lem.
Bedankt voor Nieuw Helvoet door ds.
A. Wunder te Noordgouwe.
Kruiningen. Kerkeraad en kiescol-
legie hebben in hunne vergadering van
Dinsdagavond den aftredenden ouderling
H. Dek en de aftr. diakenen C. van I waar
den en B. Nieuwenhuizen herkozen.
De heer ds. H. van Broekhuizen, voor
heen predikant te Wissekerke, daarna te
Oosterbierum in Friesland, is 22 October
jl. te Ficksburg, Oranje Vrijstaat, Zuid
Afrika, in den ouderdom van 67 jaren
overleden.
Goes. Op 21 November 1814 werd
alhier opgericht eene afdeeling van het
Nederlandsch Bijbelgenootschap welk feit
op heden door de Afdeeling wordt herdacht
in eene vergadering met hare leden en
begunstigers terwijl Zondag aanstaande ds.
van Lelyveld het 80 jarig bestaan van het
Genootschap en dat der Afdeeling Noord
en Zuid Beveland met de gemeente hoopt
te herdenken.
Het tegenwoordige bestuur bestaat uit de
heeren ds. C. Giltay, ds. C. v. Koetsveld,
H. J. Roskes; en A. A. W. Bolland, depot
houder.
Ger. Kerken.
Bedankt voor Oosterbeek (2e maal) door
ds. G. de Braai te Kralingen.
Ev. Lnth. Kerk.
Beroepen te Kuilenburg ds. C. W. Pobl-
man te Delft.
Bij kon. besluit is ds. D. Fregeres pre
dikant te Groede, benoemd tot predikant
bij de protestantsche gemeente in Nederl.
Indië.
S c h o o 1 n i e u w s.
De heer K. Yzerman, onderwijzer aan
de school met den Bijbel te Schiedam, is
benoemd tot onderwijzer met hoofdacte te
Ederveen.
Benoemd tot onderwijzer te Zutfen dhr.
C. de Kok te Goes.
Zierikzee. Benoemd tot leeraar iu
de scheikunde aan de H. B. S., de heer
Huber Noodt, doctorandus te Leiden, en
tot leeraar in de wis- en natuurkunde, de
heer dr. M. de Haas, te Leiden.
De heer H. de Leeuw te Winschoten
die no. 1 staat op de voordracht voor lee
raar aan de H. B. S. te Veendam in
de Fransche taal en letterkunde, heeft
verzocht niet voor eene benoeming iu aan
merking te komen, wegens zijne benoeming
te Middelburg.
UEEHTSZAKEA.
De rechtbank te Middelburg heeft
J. H. C. W., muziekonderwijzer te Mid
delburg, beklaagd van misdrijf tegen de
zeden, waarvoor tegen hem 3 jaar gevange-