met Verlof gaauie, in de Roodfe Zee over boord sprong, om een kind te redden, dat naar men meende in het water was geraakt, en die urenlang moest zwemmen alvorens den vuurtoren van de „Twee gebroeders" te bereiken. Van dit verlof teruggekeerd verwierf hij op Atjeh de Militaire Willems orde. Hij behoorde tot de troepen, die pas tot aanvulling op Lombok waren aangekomen. Aan de Indische bladen is nog het vol gende ontleend By de verovering van Mataram rukte de 4e compagnie van het 9e bataljon met groote onstuimigheid naar de poeri toe de Baliërs vluchtten er uit, eu hadden geen tijd meer een poortje achter zich te sluiten, zoo dicht werden zij op de hielen ge zeten door drie Hollanders, die met hen, om zoo te zeggen, medevlogen. Een dichte ko gelregen door honderden Baliërs afgezouden velt twee dier dapperen doch de derde, Nelck, zijn makkers noemen hem Melk, houdt stand, ondanks de kogels die men hem toezendt. l)e luitenant Muller, die zijn mannen volgen wi!, wordt van achteren aan de jas vastgehouden. Het was te roekeloos. Dat ziet de luitenant zelf ook in, en schreeuwt Nelck het bevel toe terug te komen. En heelhuids komt de wakkere kerel het poortje weer uit, na een keer of acht richtend en mikkend, zijn geweer te heb ben afgeschoten. In datzelfde poortje is later de kapt. Janssen binnengestormd, nadat door [hand granaten die over den muur geworpen werden, en door vuren van uit de nabijheid over een lagen muur de vijand zoo ge schokt was, dat hij het idee van zich dood te vechten begon op te geven. Mataram, de hoofdplaats van het Hindoe- Balische rijk op Lombok, heeft thans opge houden te bestaan en zal voortaan tot de geschiedenis behooren, want van deze stad is geen enkele steen meer op dei anderen gebleven; ja zelfs de kostbare boomen zijn niet gespaard en dit alleen om aan de posten een vrij en onbelemmerd uitzicht naar alle kanten te geven. Bleven bij ons vroeger verblijf in Ma taram de deuren en poorten der woningen steeds voor iederen vreemdeling gesloten, en konden wij dus niet doordringen in de geheimenissen dier verblijven, na de ver meestering hebben wij alles nauwkeurig kunnen nagaan en waren wij verbaasd over de pracht en weelde, welke in de poeri's en in sommige verblijven van rijke en aan zienlijke Goesti's hebben geheerscht. Dat door de verwoesting van de hoofd plaats een aanzienlijke schade aan de Ba liërs is toegebracht geworden, zal wel nie mand betwijfelen. De kostbaarheden, goe deren van waarde en andere zaken, welke bij de vlucht nit Mataram niet konden worden medegevoerd, werden in den grond begraven, doch de Sasaks, de hyena's van het slagveld, wisten al die zaken spoedig uit de bergplaatsen op te delven en die zich toe te eigenen. Groote padischuren onder den grond werden ontdekt; kisten met duizenden kepengs, kleedingstukken etc. werden uit putten gehaald. Bij den rijken Balinees Goesti Madé Kaleh werd voor een aanzienlijke waarde aan geld en kostbaarheden door de Sasaks uit den grond opgegraven. Van den dapperen overste Scheuer die een der eersten was, die de poeri te Mataram binnendrong wordt o. a. gezegd Een echt soldaat, flink het gezag hoog houdende en onvoorwaardelijke gehoor zaamheid eischende, is hij toch bemind door elk officier en mindero van zijn ba taljon. Steeds gezonden wordende, waar het bet hardste spant, is men verzekerd, dat bij hem het woord terugtrekken onbekend is en dat hij de oude Indische tactiek „jij eruit en ik er in" huldigt. Toch tracht hij dat doel niet langs onverstandigen weg te be reiken, maar doet hij zoo lang mogelijk beleid en groote voorzichtigheid aan on verschrokken moed paren. Is echter onstuimig optreden op een zeker oogenblik noodig om den toestand te redden of om een twijfelachtige tot eene schitterende overwinning te maken, dan aarzelt hij geen oogenblik en laat zich door niets weerhouden, om den vijand te lijf te gaan. Zijn kort bevel daartoe electriseert da delijk zijn gaasche bataljon, en de Euro peanen zoowel als de kleine betrekkelijk nietige Javaantjes van zijn korps, hebben hier alweder verscheidene malen de waar heid bevestigd, dat geen inlandsche vijand stand houdt voor de» krachtig ondernomen en goed doorgezetten stormaanval van onze troepen. Overste Scheuer draagt in het gevecht nooit een hoed maar zijn pet met den uit de verte zichtbaren gouden band, heeft een revolver, maar geen sabel om en be stiert alles met een klein rottantje in de hand, dat men steeds bij hem aantreft. Met de andere hand in den zak, is hij steeds in de voorste linie en loopt hij in het zwaarste vuur des vijands zijn gelief koosd deuntje „alles kost een dubbeltje" (een flauw versje voor zulk een kranig officier) te zingen. Een wenk met zijn stokje, een „vooruit jongens" is voldoende om zijn soldaten te brengen waar hij ze hebben wil, ieder gaat blindelings waarheen hij gezonden wordt. Het is een bekend feit, dat de Baliërs verscheidene goede schutters hebben en dat zij. tengevolge van de maandenlange Verkeering met ons, de rangen zeer goed van elkander weten te onderscheiden. Het gevolg hiervan is, dat er bij elke gelegen heid vele officieren worden getroffen en het dus voor dezen zaak is, om niet al te veel in den kijker te loopen. Zoo werd bijv. nog kort geleden opeen zeer grooten afstand een Sasak, die vlak naast generaal Vetter Btond door een schot in het hoofd gedood, zoodat men bijna met zekerheid kan zeggen, dat de kogel voor den bevelhebber bestemd was. Eenige commandanten hebben in deze omstandig heid reden gevonden om hun officieren te gelasten om met garnituur aan hun helm hoed en zonder passanten uit te rukken ten einde in hun kleeding zoo min moge lijk onderscheid met de mindere militairen te maken. TEL1 «HAM [laden is bericht gekomen dat de Vorst van Lombok en de Troonop volger met verscheidene Balische hoofden zich aan generaal Vetter hebben overgegeven. Er wordt nog druk gegraven naar schatten. Weer werden eenige honderden kilo goud geld gevonden. Generaal Vetter wenscht H.VT. de Koningin eerbiediglijk geluk met de behaalde overwinning. 21 Nov. '94. De N. R. C. heeft een andere lezing van het verhandelde in de Wageningseke kiesvereeniging. De heer Pierson uit Zetten deelde mede, dat hij voor Zondag 10 Juni reeds her haaldelijk aan den fungserenden voorzitter, ds. Winckel aldaar, teruggave had gevraagd van de hem toebehoorende brieven, die abusief, bij de overgave van zijn presidium, onder de bij hem berustende stukken wa ren gebleven. De secretaris, de heer A. H. van Lonk huizen, te Wageningen, refereerde zich aan de nota door hem aan de Tweede Ka mer gezonden en waarvan alle leden der kiesvereeniging een afdruk hadden ontvan gen. Hij meende met den voorzitter, dat het niet aanging stukken uit het archief af te geven zonder voorkennis van het be stuur, tenminste wanneer die stukken geen eigenaar aanwezen en de inhoud voor de kiesvereeniging belangrijk was. Uit de discussie bleek, dat op 7 Juni eenige bestuursleden, die bij elkander wa ren, afspraken geen misbruik van de brie ven te zullen maken, alleen de bestuurs leden onder geheimhouding er mede in ken nis te stellen en op de bestuursvergadering over de teruggave te beslissen. Breedvoerig werd gesproken over het optreden van den heer Van Dedem, op dien Zondagavond. De heer Van Dedem beriep zich, om zijn rechtte bepleiten, op de recht bank te Arnhem, doch anderen wezen er op dat deze uitspraak nu juist niet zoo schitterend voorden heer Van Dedem was; dat de heer van Dedem als christen het opeischen niet op Zondag had mogen doen en den heer Van Lonkhuijzen, als vriend en medelid der kiesvereeniging, van te vo ren had behooren te waarschuwen en bo vendien op het feit dat voor dien Zondag avond aan den heer v. L. niet om de stuk ken was verzocht. Voor het eerst geschiedde zulks toen in den vorm van opeisching door den rijksveldwachter. Herhaaldelijk werd beproefd den heer van Dedem te bewegen, zijne schuld tegen over den heer v. Lonkhuijzen te bekennen, wat evenwel niet gelukte en ds. de Vlieg deed toen een motie of vraag of, voor het geval geen toenadering kwam, het niet wensclielijk was den heer van Dedem als lid te royeeren op grond van art. 1. Voor de voorstellen van ds. Pierson en bij stemming over door hem voorgestelde candidaten, verklaarden zich 58 van de 131 leden, zoodat hij wel inzag dat de meer derheid niet aan zijn zij was. De heer Pierson verklaarde dan ook,, dat zoo er een motie, van welke strekking dan ook, in stemming word gebracht, hij onmiddellijk de vergadering zou verlaten en dat hem dan velen zouden volgen. Die 58 waren waarschijnlijk bijna uit sluitend mannen van Patrimonium te Zet ten, waaronder, behalve de vele nieuwe leden, reeds dezen zomer ter vergadering gebracht, weer circa 20 nieuwe leden. Toen eindelijk ten half elf reeds een gedeelte der leden vertrokken waren, werd, daar men toch geen kans zag dezen avond tot een vergelijk te komen, eene motie aangenomen met 51 tegen 38 stemmen, om de debatten te sluiten en de 4 overige punten in eene volgende vergadering te behandelen. lerseke. Vergadering van den Raad, Dinsdag avond 5 uur. Tegenwoordig 9 leden voorzitter de Bur gemeester. De notulen der vorige verg. worden ongewijzigd goedgekeurd. De voorz. deelt mede le dat den Gen Nov. kasopneming bij den ontvanger heeft plaats gehad en dat in kas was overeenkomstig de boeking f2442,45»; 2e dat het besluit tot verheoging der salarissen van de hoofden der scholen is goedgekeurd. en 3e dat daarentegen het suppl. kohier van den hoofdelijken omslag om reden van een paar foutjes niet is goedgekeurd. De fouten worden hersteld en het kohier met een onverai derd eindcijfer van f 138.50 vastgesteld. Nu is aan de orde de benoeming van een onderwijzeres aan school 1. Benoemd worJt mej. M. C. Van Overbeek met 8 van de 9 stommen. De Voorzitter zegt, dat de benoemde waarsch jnlijk spoedig in dienst zal kunnen treden. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van den heer. Cupéry in de vorige verg. gedaan, word op voorstel van den heer Sinke een nieuw artikel in de instruc tie voor onderwijzers gebracht luidende ongeveer als volgtEervol ontslag wordt verleend 3 maanden nadat het verzoek is ingekomen, of zooveel vroeger als in de vacature zal zijn voorzien. De 3 maanden beginnen te loopen voor aanvragen vóór den 15en ingekomen met den len der loopende maandvoor aanvragen na den 15en ingekomen met den len der volgen de maand. Nu stellen B. en VV. voor de verorde ning op de heffing van kaairechten en havengelden ongewijzigd weer voor 5 jaar vast te stellen. De h. Cupery heeft niets tegen de ver ordening, maar hij wenscht een heel andere conrtole. De heffing brengt volstrekt niet op, wat zij zou kunnen doen. Zooals 't nu gaat kan het niet blijven. De Voorz. stemt dit toe, maar een nauw keuriger controle is zonder uitbreiding van personeel is niet mogelijk en) dit zou mis schien meer kosten dan de betere controle op bracht. De heer Sinke heeft ook niets tegen de verordening, maar hij is het met den heer Cupóry eens, dat er strenger) de hand aan dient gehouden. Er hebben vaak overtre dingen plaats. Bijv. volgens de verorde ning moeten de kaairechten eens per maand geïnd worden, en zij worden dikwijls eens per jaar ingevorderd. Dit is niet in 't belang der ontvangsten. Ook het lossen en laden kan beter nagegaan worden en dit kan zeer goed zonder vermeerdering van personeel, daar wij een tij haven heb- hen. Spr. wil graag, dat B. en W. beter op de uitvoering letten. De heer Cupéry leest een art. uit de verordening voor. Als dit wordt nageleefd is er niets dat aan kaairechten ontkomt, maar de werkelijkheid is heel anders. Spr. betaalt zelf de kaairechten maar eens in 'tjaar. Hij heeft al 8 jaar te veel betaald, daarentegen kent liij anderen die jaren achter elkaar niets betaald hebben. Hij wil schriftelijk op de secretarie namen noemen. De Voorz. zegt dat B. en W. zich daar door verplicht zullen rekenen. Hij wil gaarne meewerken om de controle zooveel mogelij k te verbeteren. De heer Cupéry acht dit niet voldoende. Hij verlangt een heel andere controle, an ders blijft het weer 5 jaar sukkelen. De havenmeester woont te ver van de haven en spreker vreest dat hij te veel bijbaantjes heeft. Als hij dGt moet opzeggen, dan wil spreker hem daarvoor gaarne schade loosstellen. De heer Spruit geeft in overweging, dat B. en W. in een volgende vergadering een strenger instructie voor den haven meester indienen. Dan kan aan de geop perde bezwaren te gemoet gekomen worden. De Voorz. belooft dat B. en W. zich zullen beijveren aan den wensch van den Raad tc voldoen. De verordening wordt met alg. st. on gewijzigd voor 5 jaar verlengd. Daarna wordt het suppl. kohier vaorde hondenbelasting tot een bedrag van f 15 vastgesteld. In de vorige vergadering werd geklaagd, dat een paar veldwachters uit andere ge meenten, die hier tijdens de kermis sur veilleerden niet behoorlijk gevoed waren. De voorzitter was toen niet aanwezig en nu verklaart deze, dat hij daaromtrent niets heeft nagelaten en hij brengt daartoe de bewijzen bij. Na deze mededeeling is de voorz. ge noodzaakt de vergadering te verlaten en geeft hij het presidium aan den heerKlos over. Daarna wordt aan 6 der veldwachters, die tijdens de kermis buitengewone dien sten hebben verricht, een gratificatie van f5 toegekend en aan den zevenden eene van f2. Hiermede is de agenda afgehandeld. Bij de laatste rondvraag vraagt de hr. Spruit of het vervoer van grint de laatste maal is aangekondigd Hij heeft vernomen dat de verschillende vrachtrijders alleen eene persoonljkd kennisgeving hebben ge had, en een hunner heeft geklaagd, dat hij daarbij vergeten is. Spreker vraagt, of hierbij van de gewone gedragslijn is af geweken. De heer Sinke heeft dezelfde klacht ontvangen. De Voorz. kan de vraag van den heer Spruit niet beantwoorden. Hij weet niet hoe de aankondiging vroeger geschiedde. Maar als die nu anders plaats had, kan daarvoor een goede reden zijn. Vroeger zijn er wel eens moeilijkheden voorgeko men. Eenmaal kon de aanbesteding niet doorgaan. De heer Sinke bevestigt dat, maar meent toch, dat een zoo volkomen mogelijke pu bliciteit wenschelijk is. Bij persoonlijke aanzegging kan er lïcht iemand vergeten worden. B. en W. zijn toch niet aan den laagsten inschrijver gehouden. De heer Spruit acht publiciteit ook wenschelijk. B. en W. zijn dan beter verantwoord. Daarna wordl de vergadering gesloten. ONS HUIS. Ds groote Schuttershofzaal was Dinsdag avond geheel gevuld met belangstellenden van allerlei rang, stand en leeftijd, d.eaun de uitnoodiging gevolg hadden gegeven om de bijeenkomst ter herdenking van de opening van „Ons huis" bij te wonen. De bijeenkomst droeg een eenigszins feestelijk karakter en een rijk programma van muzikale en letterkundige voordrachten zorgde nu en dan voor een aangename af wisseling. De heer Herman Snijders, voorzitter van „Ons huis", opende de bijeenkomst en heette alle aanwezigen hartelijk welkom. Hij verheugde zich er in dat de aangevangen arbeid reeds zooveel belangstelling genieten mocht en dat zooveel hoeren en dames bereidwillig hadden op zich genomen dezen avond tot een feestavond te maken. Dhr. Snijders meende dat, nu de Toynbee- arbeid ook in onze omgeving begonnen was, een avond als deze niet mocht ontbreken. Dit feit, waarnaar reeds door menigeen werd uitgezien, moest in feestelijken trant worden herdacht. Waarom evenwel de opening niet in „Ons huis" zelf alwaar toch deze meer eigenaardig op hare plaats was? Om de zeer eenvoudige reden dat de lokaliteit aldaar veel te klein is om alle medewerkers en andere belangstellenden te kunnen be vatten. Vandaar, dat het bestuur meende hiervoor de Schuttershofzaal te moeten kiezen. De voorzitter bracht thans in herinnoriug de aanleiding tot de oprichting van „Ons huis", hoe bemiddelde weldadige vrienden hun geld en hunne gaven schonken, en voorts al de voorbereidende werkzaamheden van de opening, die evenwel hier niet be hoeven genoemd te worden, wijl we onzen lezers dit reeds te Ijzen gaven. 't Is genoeg wanneer we uit het openings woord mededeelen dat 29 Juni dezes jaars het tekortkomende op de reeds aangebrachte flnanciëele bijdragen gevonden was en daar door het huis Wagenaarstraat kon aangekocht en tot het beoogde doel kon ingericht worden. De inrichting nam nog wel veel tijd in beslag, doch eindelijk na het over winnen van velerlei bezwaren kon dan toch op gisteren, 19 Nov. 1894, het gebouw worden geopend. Zeer vele belangstellenden maakten giste ren van de gelegenheid gebruik om het gebouw te bezichtigen. Zelfs een oogenblik werd gevreesd dat de toevloed te groot zou worden. En met name de leeszaal telde bij oogenblikken veel bezoekers. Het schoonste paleis is dor en doodsch, wanneer het onbewoond is. Zoo ook, zeide de voorzitter, zal „Ons huis" blijken te zijn, als de belangstelling er in gaat ontbreken. Hij deed dan ook een ernstig beroep op de gewaardeerde en onmisbare medewerking van alle aanwezigen. Vervolgens deelde de heer Snijders eenige cijfers mede. Een 30-tal dames be nevens een 20-tal heeren stelden zich be schikbaar om cursussen en clubs te leiden en voordrachten te houden. De belangstel ling is verder algemeen wat betreft zij die zich aanmelden om aan de cursussen in talen, handwerken enz. deel te nemen. Van allerlei geloof en richting gaven zichjaan tot een getal van 250 voor 300 verschillende werkzaamheden. Geen vrees behoeft dus gekoesterd te worden dat het aan bezoek zal ontbreken. Deze week zal reeds een en ander een aanvang nemen en binnen 14 dagen zal alles in „volle werking" zijn. De Voorzitter constateerde dankbaar dat hoogst zelden bij wie om medewerking werd aangeklopt geweigerd werd. Doch ofschoon dankbaar was het Bestuur nog niet geheel voldaan. Er blijven nog enkelen van verre staan op wier steun gerekend was. Zij hebben bezwaren De een meent voor Middelburg is het een onbegonnen werk dat slechts in grootere plaatsen kan bloeien, een ander vindt het te idealistisch, een derde is bezorgd dat de mindere man te knap zal worden, terwijl weer anderen meenen dat den dienstboden een sociëteit zooals de „heeren" hebben, geopend wordt dan zijn er nog die bezwaar maken dat „Ons huis" neutraal of niet liberaal is, en ook wel die denken dat socialisten zullen gekweekt worden. De Voorzitter meent er niet op in te moeten gaan om al die bezwaren te weer leggen, maar zet in 't algemeen nog eens uiteen het goed recht van bestaan der stichting. Een onbereikbaar ideaal zal b. v. wel zijn dat Mevrouw A met dienstbode B er een spelletje zullen komen dammen. Maar wel kan het doel verwezenlijkt worden dat „Ons huis" beoogtontwikke ling door onze talenten en middelen er voor beschikbaar te stellen, onderlinge waardeering op te wekken en aan te kwee ken tusschen de verschillende standen. De overtuiging moet gevestigd worden dat van welke richting of geloof ook, met denzelf den maatstaf dient gemeten te worden. De Toynbee-arbeid beoogt de bevordering van het volkswelzijn in den ruimsten zin. Daar om wederzijds op elkander inwerken, el kander gelijkvloers naderen, elkanders ont wikkeling beoogen. Ziedaar het schoone ideaal Nadat vervolgens de voorzitter nog het artikel uit het Iluish. reglement aangehaald had, waarin gewaakt wordt tegen te groote hoeveelheid bezoekers van clubs en cursussen waardoor wellicht vruchtbare gedachten- wisseling schade lijdt, zeide hij ten slotte dat door het Bestuur gewaakt zal worden tegen overheersching van iemands beginse len. Niet wat scheidt maar 't geen veree- nigt zal toegelaten worden. Een levendig applaus van het publiek volgde op de rede van den voorzitter. Ook het bestuurslid dhr. Belderok sprak een opwekkend woord, hoofdzakelijk be- oogende de belangstelling te vestigen in „Ons huis". De sociale qnaestie oplossen zal ook „Ons huis" wel niet kunnen, maar wel kan het aan de oplossing bijdragen, meende de heer Belderok. Najde pauze verkreeg de heer Leopold als voorzitter der Commissie voor de leeszaal het woord om eenige mededeelingen te doen. Daaruit bleek dat ieder zich als lid der leeszaal kan aanmelden, kaarten van lid maatschap, geldig voor 3 maanden zijn ver krijgbaar bij den concierge tegen 10 cent, dag- en weekbladen, benevens verschillende tijdschriften liggen ter lezingook ligt er een register voor eventueelo wenschen en klachten. Dhr. Leopold wekte zijne hoorders op om hunne bibliotheek eens na te zien en eenige boeken te schenken of in bruikleen af te staan Voorts bevindt zich, nevens dam, domino- en schaakspelen ook een Ainerik. Stereos- coop in de zaal, uitstekend te genieten voor menschen die geen groote reizen kun nen makendoch er zijn weinig platen, slechts 15, terwijl er 50 kunnen geplaatst worden. Dhr. L. wekte het publiek eveneens og tot aanvulling daarvan en drong ten slotte aan op steun, speciaal wat betreft de lees zaal. Een aangename afwisseling boden de muzikale voordrachten op piano en viool der dames van Berlekom en Dhont en de heeren Morks en Lijsen en anderen terwijl dhr. van der Ka np een drietal liedereu zang met pianobegeleiding. De heer Jaeq Frank leverdo een paar letterkundige voordrachten die zeer interessant waren en nu en dan den lachlust opwekten van het publiek. Al deze voordrachten waren zeer schoon en werden herhaaldelijk ge volgd door een levendig applaus. Aan het einie der vergadering die van 8 tot lO'/s uur duurde, bracht met een enkel woord de voorzitter hartelijk dank voor de belangstellingWel zullen de avonden in „Ons Huis' te slijten niet pre cies overeenkomstig deze zijn, maar toch kan deze avond strekkeu als bewijs dat samenwerking van rijk en arm zeer goed mogelijk is en tevens hoe deze arbeid moet opgevat worden om die samenwerking in „Ons Huis" blijvend te verzekeren. Een langdurig en levendig applaus be zegelde het slotwoord van den voorzitter. K. cm* k ii i e u w s. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Cats de heer A. H. Magen- dam cand. te Slijk Ewijk;te 's Hee- renhoek dhr. F. G. Moeton, cand. te-Haar lem. Bedankt voor Nieuw Helvoet door ds. A. Wunder te Noordgouwe. Kruiningen. Kerkeraad en kiescol- legie hebben in hunne vergadering van Dinsdagavond den aftredenden ouderling H. Dek en de aftr. diakenen C. van I waar den en B. Nieuwenhuizen herkozen. De heer ds. H. van Broekhuizen, voor heen predikant te Wissekerke, daarna te Oosterbierum in Friesland, is 22 October jl. te Ficksburg, Oranje Vrijstaat, Zuid Afrika, in den ouderdom van 67 jaren overleden. Goes. Op 21 November 1814 werd alhier opgericht eene afdeeling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap welk feit op heden door de Afdeeling wordt herdacht in eene vergadering met hare leden en begunstigers terwijl Zondag aanstaande ds. van Lelyveld het 80 jarig bestaan van het Genootschap en dat der Afdeeling Noord en Zuid Beveland met de gemeente hoopt te herdenken. Het tegenwoordige bestuur bestaat uit de heeren ds. C. Giltay, ds. C. v. Koetsveld, H. J. Roskes; en A. A. W. Bolland, depot houder. Ger. Kerken. Bedankt voor Oosterbeek (2e maal) door ds. G. de Braai te Kralingen. Ev. Lnth. Kerk. Beroepen te Kuilenburg ds. C. W. Pobl- man te Delft. Bij kon. besluit is ds. D. Fregeres pre dikant te Groede, benoemd tot predikant bij de protestantsche gemeente in Nederl. Indië. S c h o o 1 n i e u w s. De heer K. Yzerman, onderwijzer aan de school met den Bijbel te Schiedam, is benoemd tot onderwijzer met hoofdacte te Ederveen. Benoemd tot onderwijzer te Zutfen dhr. C. de Kok te Goes. Zierikzee. Benoemd tot leeraar iu de scheikunde aan de H. B. S., de heer Huber Noodt, doctorandus te Leiden, en tot leeraar in de wis- en natuurkunde, de heer dr. M. de Haas, te Leiden. De heer H. de Leeuw te Winschoten die no. 1 staat op de voordracht voor lee raar aan de H. B. S. te Veendam in de Fransche taal en letterkunde, heeft verzocht niet voor eene benoeming iu aan merking te komen, wegens zijne benoeming te Middelburg. UEEHTSZAKEA. De rechtbank te Middelburg heeft J. H. C. W., muziekonderwijzer te Mid delburg, beklaagd van misdrijf tegen de zeden, waarvoor tegen hem 3 jaar gevange-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 2