NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
lo. 21. 1894.
3afet(fag 17 Hooem6ec.
Ikgdjite laargnng.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Voor onze dienstplichtigen.
Goes. De Minister van Justitie heeft
bij beschikking van 10 November 1894 be"
noemd tot onbezoldigd rijksveldwachter R.
B. Brons volontair bij de politie alhier.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Pairimotium vraagt, dat de
rechtspositie van den soldiaten
den matroos verbeterd worde, dat
geen enkel ondergeschikte ge
dwongen worde zich door zijn
meerderen met vloeken en Gods
lastering te hooren toespreken
dat het leven naar Gods wet voor
elk Christ-n jonkman in het
leger en op do vloot mogelijk
worde gemaakten dat de plaats
vervanging worde afgeschaft.
Artikel 8 van hel Sociaal
Program van het Nederland-
sche Werklieienverboad Pa
trimonium").
In dit artikel vraagt Patrimonium veel
doch niet te veel. Het geldt hier den zonen
van ons volk, die waarlijk niet voor hun
plezier hetzij als vrijwilliger of als mili
cien voor korter of langer tijd het vaderland
dienen.
Nu is er in de laatste jaren reeds veel
verbeterd in ons leger.
Vergelijken wij den tijd toen wij dienden
met dien van thans, dan mag gezegd worden
„die goede nieuwe tijd."
Toen ontbrak nog meer dan nu aan de
rechtspositie van den soldaattoen werd
hij meer ian thans door zijn meerderen
bevloekttoen was het meer dan nu een
heele durf om naar de wet Gods te leven
toen sluimerde het vraagstuk van den per
soonlijken dienstplicht nog en miste men
onze kostelijke Militairen Tehuizen.
Een milicien die om zijn recht vroeg bij
een hoogere dan zijn sergeant van de week,
werd met proveost gestrafttegen vloeken
en Godslasteringen baatten geene rapporten
zelfs officieren keken met een schuin oog
naar hen die God vreesden.
Hierin is veel verbeterd.
Een milicien mag zich nu rechtstreeks
zelfs tot den minister van oorlog wenden,
wanneer hij over iets te klagen of iets te
verzoeken heeft.
Hij mag gerust in zijn bijbel lezen, en
een chr. scheurkalender hoven zijn krib
hangen. Zijn middagmaal wordt fatsoenlijk
bereidzijn tafel wordt gedekthij eet
niet meer uit roestende door hem zelf schoon
te honden ketels. Hij krijgt meermalen
verlof om naar huis te gaan. Hem worden
gunsiige bepalingen gemaakt in betrekking
tot den aanvangstijd van zijn dienst. Zijn
gaan naar het Tehuis wordt aangemoedigd.
De toon in de ohambrees is minder ruw
de persoonlijke dienstplicht vindt meerdere
verdedigers. De afstanden wordon kleiner.
Menige jonker, sturende in democratische
richting, neemt plaats in de gelederen naast
den zoon van den arbeider. Onder meer zag
men in 1890 den zoon van den minister van
binnenlandsehe zaken, jhr. A. F. de Savor-
nin Lohman, als milicien in dienst gaan.
Dit alles wijst op vele verbeteringen in
het kazerneleven.
Doch aan de rechtspositie van den soldaat
of matroos blijft nog wel wat mankeeren.
Zoo is het bijvoorbeeld eene onrecht
vaardigheid, dat een milicien zich zelfs
tegen de onbillijkste bevelen niet mag
verzetten. Dat hij eerst nadat hij het
onrechtvaardigste bevel heeft opgevolgd,
over de beleediging zijner rechtspositie mag
gaan klagen. Nog sterker, dat hij zelfs
de onbillijkste straf hem opgelegd, eerst
moet ondergaan, en eerst dan er tegen mag
reclameeren. Dat hij eerst eenige dagen
onschuldig in de kast kan gaan en als zijn
straf uitgezeten is, eerst dan zijn klacht
mag indienen.
Daar is op dit punt nog wel een en
ander te verbeteren.
Ook staat de milicien, vooral de pas be
ginnende, zoo goed als onbeschermd tegen
de plagerijen en ruwheden van zijn meer
deren. Het is nu eenmaal gewoonte dat
een sergeant de ouders van zijn recruten
beleedigen en de recruten vervloeken
en beschimpen of zou negeren het rechte
woord zijn en dat de recruut dit alles
met een schapengeduld heeft aan te hooren,
zelfs geen spier te vertrekken heeft, op ga-
vaar af van wegens insubordinatie te wor
den gestraft. En de meerdere vindt boven
den mindere allicht geloof.
Gelukkig bestaan er vele gelukkige uit
zonderingen op dezen regel.
Reeds in 1877 zag men te Middelburg
een sergeant door den overste met 8 dagen
kamerarrest gestraft, dewijl hij een „re
cruut den seheldnaam „knikker" had toe
geroepen. De recruut had zelf zijne klacht
„op het rapport" ingediend.
De begrippen van humaniteit en ver
draagzaamheid hebben in het leger veld
gewonnen.
En niet het minst hebben wij menige
verbetering op dit gebied te danken aan
het ministerie Mackay-Keu«henius, en aan
den minister Bergansius.
Doch het gebeurde met den milicien De
Jonge heeft voor enkele jaren genoeg
zaam doen zien niet alles is nog in het
reine.
Het leven naar Gods Wet moet den mi
licien al meer worden mogelijk gemaakt.
Een apart vertrekje naast de chambrée,
waar de milicien die daaraan behoefte ge
voelt, de knieën buigt en bidt, zou een
zeer kleine geldelijke opoffering met mis
schien groote gevolgen vorderen.
Een andere maatregel in betrekking
tot het kerkgaan ware evenzeer gewenscht.
Nu wordt er door den officier der week
gewoonlijk des Zondagsmorgens gecom
mandeerd wie naar de kerk wil, er uit.
En dan is het heel zelden dat iemand
een met arrest gestrafte uit het gelid
treedt, om zich door den korporaal der week
tempelwaarts te doen geleiden.
Maar in een christenland als het onze,
moest het immers juist andersom zijn. Wie
niet naar de kerk willen, moesten er uit
geroepen worden, en dezen moest worden
opgedragen, hun uur van uitgaan tot na
kerktijd uit te stellen. Het moesteen regel
zijn dat de miliciens naar de godsdienst
oefening gaan.
Waarom maken de roomsche jongens
daarvan zulk een goed gebruik, en juist
de gereformeerde jongens zoo weinig
Het leven naar Gods Woord en Wet
mogelijk gemaakt.
Niet net minst ook in de zorg dat onze
jongens in de gevaarlijkste periode huns
levens niet door toedoen hunner superieu
ren verslaafd raken aan den drank.
De borrelflesch moet uit de cantines, en
uit artikel 146 van het reglement.
In dat reglement op den inwendigen- of
garnizoensdienst der infanterie leest men:
Aan de commandeerende officieren wordt
vrijgelaten te bepalen, of met het oog op
plaatselijke of andere omstandigheden, in de
cantines al dan niet sterke drank mag ver
kocht worden. Bijaldien'die verkoop door hen
wordt vergund, mag hij slechts plaats heb
ben onder beperkende bepalingen
en streng toezicht.
Bij de bijzondere voorschriften c. q. door
de commandeerende officieren ten deze vast
te stellen, moet worden 4in acht genomen,
dat sterke drank alleer. mag worden ver
kocht per g 1 a s en dat hij in de cantine
of hare onderhoorigheden moet worden ge
bruikt. Verkoop bij maat of bij andere hoe
veelheden mag niet worden toegelaten.
By de regeling der uren, gedurende welke
sterke drank mag worden verkocht, moet
op den voorgrond worden gesteld, dat die
verkoop in geen ge va] doorloopend, gedu
rende den geheelen dag, doch slechts gedu
rende enkele uren, byv. voor het mid
dageten en in den avond plaats heeft.
Op grond, nu van deze bepaling is aan
eiken milicien vergund per verkoop twee
glazen met jenever te ledigen. En daar
zulks in den avond en voor het middageten
geschiedt, kan zulk een jongmensch der
halve dagelijks vier glazen sterken drank
verorberen.
Dit is een aanleeren van de zonde der
dronkenschap, waartegen het nationaal eer
gevoel met kracht opkomt.
Het is ook om deze bepaling dat meni
ge moeder met vreeze en spijt haar jongens
naar de kazerne ziet gaan.
Zij bidt wel: bewaar hen, Heere, voor
de besmetting der wereld; en geeft haren
zoon hare wijze lessen mede.
Doch haar ontbreekt de gerustheid dat
de macht des Boozen hem niet te sterk
zal zijn. En het valt hard te moeten er
varen dat zoo menigeen bedorven werd in
die plaatsen, waar lichaam en gëcst wor
den gestaald in den dienst der Koningin.
O ja, van harte bestrijden wij het stel
sel der plaats vervanging. Niet omdat de
plaatsvervangers het zedelij k peil van het
kazerneleven verlagen en onze jongens
heilige boontjes zouden zijn.
Maar omdat wij het er voor houden dat
de Nederlandsche jongeman zelf zijn va
derland leert verdedigen, gelijk hij des
noods het leven wagen zou ter bescher
ming van eigen huis en hof.
Ook omdat wij in dezen tijd van stan-
denhaat elke poging oin de standen tot
elkander te brengen, van harte toejuichen.
Ook omdat wij de belangstelling in den
richtigen loop van het kazerneleven wen-
schen levendig te zien door de omstan
digheid dat het belang der eigen zonen
er bij betrokken is.
Ook omdat wij als antirevolutionairen
het beginsel van menschenhandel, welk be
ginsel bij de plaatsvervanging hulde vindt,
van harte verwerpen.
Maar niet minder wenschen wij dat de
regeering alles doe wat tot verhooging van
het zedelij ksgevoel onzer soldaten en matro
zen strekken kan, en wat tegelijk de
maatschappij ten goede komt.
De drankquaestie is ook een sociaal be
lang. En het drankgebruik in het leger
brengt geen heil aan.
Laten onze christelijke jongelingsveree-
nigingen zich voor deze zaak eens warm
maken. Eaten zij door request of petitie
de Kamerleden in het district, waar hunne
woonplaats gelegen is, opwekken om bij de
Regeering op wegneming van dezen gru
wel aan te dringen. En niet alleen van
dezen maar dat den superieuren gelegenheid
mocht gegeven worden, om bezoek van
drankhuizen en huizen van ontucht, het
vloekeR en lasteren van den naam des Hee-
ren strafbaar te stellen.
En zulks, opdat 2 uit het Reglement
van Krijgstucht
„Daar de godsdienst de bron is voor alle
geluk, deugdwaren moed en troostmoet
ook in den krijgsstand een ieder zich tot
betrachting derzelve en tot een zedige
levenswijze bevlijtigende Godslasteringen,
het vloeken en zweren moeten worden na
gelaten, en zullen de meerderen hierin,
en in al wat de handhaving der goede
zeden kan bevorderen, hunne minderen
met een goed voorbeeld voorgaan";
niet langer zij een ijdele klank, een
wassen neus, eene ledige phrase, maar
actueele werkelijkheid.
Ook voor de Kiesvereenigingen is dat
eene zaak die eene bespreking alleszins
verdient.
Met de punten in ons vorig nommer, uit
de Graafschapper overgenomen, aller be
langrijkste onderwerpen, die de antirevo
lutionairen verhinden in plaats van hen te
verdeelen.
Tegen den vorst der eeuw voegt ons
een vaardig eendrachtig optreden.
De aandacht verdient wat Bavo, de
oud-Bevelander, die in de Goesche Courant
de belangrijke rubriek „Uit de Oude Doos"
schrijft, in dat blad meedeelt omtrent den
oorsprong der stad Goes.
Bij de villa, d. w. z. het dorp Gosaha,
dat reeds in 776 bestond, maar uiterst
weinig schijnt heteekend te hebben, werd
omstreeks vier eeuwen later een kasteel
gebouwd, dat den naam kreeg van het slot
ter Gosaha, een klein stroompje, of Ostende.
Zooals dat te dier tijde steeds geschiedde,
vestigden zich bij dien burcht verscheidene
vreedzame, nijvere menschen, die bij hun
bedrijf werden beschermd door de op strijd
beluste bewoners van het slot. Dat bedrijf
bestond in laudbouw, visscherij en handel.
Dat zich ter Gosaha, het latere Goes, al
spoedig velen vestigden, vond zijn oorsprong
daarin, dat het slot Ostende toebehoorde
aan de edelen van Borsele, het machtigste
geslacht uit heel Zeeland en dat bij den
graaf in hooge gunst stond. De heeren van
Borsele verwierven van den graaf bv. ge
heele tolvrijheid voor de bewoners van
Goes en later vrijdom van het pondgeld
op visch. Wie dus te Goes kwam wonen,
was er zeker van, veilig te zijn en had
kans op welvaart.
Te Den Helder is toch nog tot lid dei-
tweede kamer gekozen de heer A. P. Staal
man (anter.), candidaat van geen enkele
kiesvereenigingmet 1254 stemmen, terwijl
de heer J. J. Kraakman (roomsch), candidaat
van nagenoeg alle kiesvereenigingen, met
1003 stemmen in de minderheid bleef.
Het is daar dus wonderlijk geloopen
Dat echter 't stemmencijt'er van den
niet gekozene nog 800 stemmen vooruit
ging, bewijst nog dat vele liberalen op hem
hunne stem hebben uitgebracht.
Er stemden ditmaal 2300 kiezers, tegen
1800 bij de eerste stemming. Toen hadden
de gekozene en zijn concurrent respectie
velijk 558 en 228 stemmen bekomen.
i 'uurw
LOMBOK.
Tan mindere militairen verneemt de J.-B.
dat de overste Scheuer bij het 9de batal
jon op Lombok niet alleen zoo gezien is
wegens zijn heldhaftige houding in het
vuur, maar ook omdat hij, als Alexander
de Groote, bijna alle fuseliers bij hun naam
toespreekt en bij wijlen een sehop of pik
houweel in de hand neemt otn een ver
moeid soldaat bij het slechtingswerk of het
opwerpen van aarden werken den arbeid
te verlichten.
In een correspondentie in het Soer. Hbl.
vonden wij nog het volgende
Een rijke boel dat Mataram zeggen onze
soldaten, in de woning van den kroonprins
zag het er reeht vorstelijk uit met die
kolossale spiegels en die prachtige meubel
stukken. Overal marmer, goud en zilver
bij eene groote coUectie luxe artikelen, keu
rige wapenen, tot zilveren scheernecessaires
incluis. De kroonprins placht trouwens
vroeger in Soerabaya veel in de toko's te
koopen, door tnsschenkomst van zekeren Pat-
tiwaël, die op Ampenan als handelaar ge
vestigd was en later, zooals bekend, geheel
beroofd een tijdlang bij den radja gevangen
gezeten heaft.
Nog komt voor vermelding in aanmerking
een brief van de hand van Sasak in de
Java-Bode. In deze correspondentie, van
den 7en October gedagteekend, deelt hij het
volgende mede
Heden houden wij rustdag, doch sinds de
verovering van Mataram zijn de troepen en
dwangarbeiders dagelijks bezig geweest om
de muren in Mataram omver te halen, het
geen geen gemakkelijk werk is, en boven
dien komen wij hiervoor werkkrachten te
kort.
Het eerste factuurtje vrije koelies van
Madura, dat wij een paar dagen geleden
ontvingen is niet veel zaaks: meerendeels
afgeleefde menschen en magere jonge kerel
tjes, die geen zwaar werk kunnen presteeren.
Als de anderen die nog verwacht worden,
even slecht zijn, dan is het zeker beter
de werving te sluiten en het maar zonder
die lui te doen.
Ik vernam zooeven, dat die vrij e koelies
behalve vrije voeding en kleeding een
gulden per dag krijgen en bij vertrek naar
hier drie maanden voorschot.
In Tjakra Negara werd een paar dagen ge
leden op drie verschillende punten de Hol-
landsche vlag uitgestoken. De artillerie
van Pagisangan vuurde hierop, toen werd
onder de Hollandsche de witte vlag ge-
heschen, doch aangezien de artillerie toch
op die punten bleef doorvuren, werden de
vlaggen ingehaald.
In het N. W. deel van Mataram ia
eergisteren bij het opruimen van de muren
een kruitmagazijn ontdekt, een steenen ge
bouwtje, 5 M. in het vierkant, en aan drie
kanten door een natte gracht omringd.
In dit magazijn werden gevenden 300
vaatjes buskruit en een groot aantal pa
tronen voor repeteergeweren. Het verhaal
van de twee Sassaks dat in die buurt een
kruithuis moest ziju, is dus bewaarheid.
Zooals men weet, was het zoeken naar dit
kruitmagazijn de oorzaak van den dood
van kapitein ven Erpecum en luitenant
Van Oppen.
De luitenant Broekman is overleden.
Omtrent zijne verwonding vernam ik hit
volgende
Toen het 9e bataljon naar de poeris op
rukte, kreeg het zulk een hevig vuur van
den vijand, dat aan verder voorwaarts gaan
niet kon worden gedacht dan ten koste
van vele offers. Een sectie Inlanders werd
toen aangewezen om hij het kruispunt van
Matav.un stolling te nemen, ten einde alzoo
al het vuur tot zich te trekken en den
achteraankomenden troepen gelegenheid te
geven voorwaarts te gaan.
Tot tweemalen toe werden achtereenvol
gens twee inlandsche sectiën naar dit kruis
punt gezonden, doch zij kregen zulk een
vuur dat de soldaten zich achter de daar
aanwezige waringinboomen moesten dekken.
Het voorgestelde doel werd alzoo niet be
reikt. Luitenant Broekman bood zich toen
aan om met eene sectie Europeanen dit
kruispunt te bezetten. Hij hield niettegen
staande een hevig kruisvuur uit de vier
poeris moedig en krachtig stand, hield zijne
soldaten bij elkaar, met dat gevolg, dat hij
al het vijandelijke vuur tot zich trok en
alzoo den achterkomenden troepen gelegen
heid gaf voorwaarts te rukken en de poeri
te vermeesteren.
Alle hulde en eer aan dezen braven en
kranigen krijgsmakker 1
16 Nov. '94.
Bij kon. besluit is met ingang van 1
Jan. a. s. benoemd tot onderwijzer aan de
rijkskweekschool voor onderwijzers te Mid
delburg dr. J. v. d. Stadt, thans te Zierikzee,
met vergunning om met deze betrekking
gelijktijdig die van leeraar aan de rijks
hoogere burgerschool te Middelburg te be-
kleeden.
De brigadier der marechaussee J.
Braamse, thans commandant der brigade te
Franeker, wordt 1 Jan. overgeplaatst naar
Witmarsum en belast met het commando
over een aldaar te vestigen brigade. Te
Franeker vervangt hem de wachtmeester
L. de Jonge van Ootinarsum.
Het komt voor dat reizigers in het
bezit zijn van billet enkele reis, dat aan
sluit aan het terugreisgedeelte van een
retourbiljet, of wel dat uien in het bezit
is van het terugreis-gedeelte van een retour-
billet, hetwelk verbinding geeft aan een
terugreisgedeelte van een ander retour
biljet.
Dergelijke reizigers kunnen hunnebagage
echtstreeks tot de eindbestemming of eenig
ander tusschengelegen station (waar zij
recht van oponthoud hebben) doen be
vrachten.
Deze maatregel geldt niet alleen in het
zoogenaamde binnenverkeer der Neder
landsche spoorwegen doch ook in het bin
nenlandsehe rechtstreeksch verkeer en in
alle Internationale verkeeren zonder onder
scheid, met dien verstande evenwel, dat
geen rekening wordt gebonden met den in
de tarieven met Frankrijk, Engeland en
Dnischland verleenden vrijdom van 25 KG.
bagaga.
Bij rechtstreeksche bevrachtingen of ge
splitste biljetten naar buitenlandsche be
stemmingen, wordt dus altijd het volle
gewicht der bagage berekend.
Hierop is slechts éene uitzondering, n.l.
het geval, dat vrijdom van bagage op bsido
biljetten is toegestaan.