t
gaten ee* overstelpend' repeteergeweervuur
kreeg. Om nit het riviertje te komen,
moesten de mineurs nog eerst een paggertje
omhakken. Het vnur werd natuurlijk di
rect beantwoord door de voorhoede, ea na
dat zulks eenigen tijd geduurd had, gin
gen ie compagnieën Slangen en Schreyner
den oever op en bestormden den muur
hetgeen na betrekkelijk korten tijd geluk
te, echter ten koste van eenige dooden en
gewonden, onder wie de 2e luitenant Gram
pré Molière licht gewond. Intusschen wa
ren de compagnieën die volgden ook oost
waarts over den muur geklommen en zaten
we er in. Er lagen verscheidene Bali-
neesche lijken, doch tijd om ze te tellen
was er niet, er moest voorwaarts gernkt
worden in noordelijke richting. Met reuzen
krachten en de hulp der mineurs werd
muur voor muur omgeworpen of gaten er»
in gemaakt. Het avanceeren ging, hoewel
langzaam toch prachtig, als meti nagaat dat
de compagnieën elkaar door de vele muren
niet konden zien, maar verband hielden
door steeds signalen te laten blazen. Wat
echter minder prettig was, was dat de
Baliërs zich overal in de boomen hadden
genesteld en ons op die wijze verscheidene
dooden en gewonden bezorgden. Door hun
rookloos buskruit zagen wij ook zelden in
welke boomen zij zaten. Na ongeveer 2Vs
uur tegen muren en hindernissen gewurmd
te hebben, stormden de compagnieën Jonker,
Jansen en Crentz Lechleitner tegen den
hoogen muur der poeri op, die dapper
verdedigd werd, doch spoedig genomen
was. De andere compagnieën drongen door
de muren rechts en links der poeri tot op
den grooten weg en ziet, wij waren er.
Elders lazen wij van de verovering on
derstaand ietwat breeder relaas
De compagnie-Scheuer drong, met behulp
van stormladders het eerst Mataram binnen
Valkenburg, die met zijn sectie vooraan
was, kreeg een doodelijk schoten overleed
kort daarop. Deze jeugdige officier, die
door bijzondere kalmte uitmuntte, was een
der eerste slachtoffers van den strijd.
Zoodra de compagnie-Scheuer binnen de
muren was, rukten ook de andere compag
nieën een voor een naar binnen en verover
den al vurende den geheelen zuidrand
vervolgens werd zooveel mogelijk in onder
ling verband van muur tot muur voorwaarts
opgerukt. De vijand verdedigde zich hard
nekkig en had verscheidene schutters in
hooge boomen opgesteld, die ons van alle
kanten beschoten. Baar de rechtervleugel
der colonne zulk een hevigen tegenstand
ondervond, dat zij niet verder voort kon
rukken, kreeg de colonne-Scheuer last om
uit het zuidoosten aan te vallen.
De bekende, dappere oversteging er on
middellijk op los en daardoor werd de rech
tervleugel der hoofdaanvalscolonne vrij en
kon weer verder worden voortgegaan. Voet
voor voet werd terrein gewonnen en na een
gevecht van ongeveer 4 uren waren alle
troepen aangekomen in de ommuurde ter
reinen, die de poeri begrenzen. Scheuer
liet er geen gras over groeien, maar rukte
met groote snelheid op. Nabij de peeri ge
komen besloot hij te stormen. Niettegen
staande het hevig vuur deed kapitein Jansen
aan het hoofd zijner compagnie twee storm
aanvallen op de poeri, waarvan de laatste
gelukte. Hij nam het geweer en den pa-
troonzak van een gesneuveld fuselier, sprong
over den muur van het paleis naar binnen,
velde met zijn wapen vijf vijanden neer en
werd daarop onmiddellijk door zijn Javanen
gevolgd.
Terwijl Jansen de poeri aan de voorzijde
binnendrong, bereikte de compagnie-Creutz
Lechleitner den achteringang en stief daar
op een 30 man sterke bende, die zich met
lans en kris te weer stelde.
Na eenige schoten stormde de compagnie
op de bende. De 2e luitenant Van Teijn
(zoon van den bekenden generaal) werd het
eerst handgemeen en sloeg met zijn zware
sabel den kop van een Balinees middendoor
die hem met de kris te lijf wilde in een
oogwenk was de geheele bende met bajonet
en kogel afgemaakt.
Het was aardig om te zien, hoe uit aller
lei hoeken en gaten zoo wat een kleine
2000 man te voorschijn kwam herhaalde
luide hoerahs klonken over den weg. De
Amboineezen stonden te tandakken met de
geweren boven hun hoofd doch toen wij
een oogenblik later een der door ons ver
loren geraakte veldstukken vlak bij de
poeri op den weg zagen staan, waren zij
niet te houden. Het stut was nog gaaf
doch zonder sluitstuk en met een leege
munitiewagen. Het gevecht in de poeri
is verwoed geweest, getuige 72 doode
Baliërs, die in en om de poeri verspreid
lagen. De compagnie Creutz had in de
poeri er 40 neergelegd. De 2e luitenant
Van Teijn gaf een Baliër, die met den kris
op hem afkwam, een sabelhouw over het
gezicht, dat dit er half bij hing. Het
succes was groot. Wij hadden echter ook
in de veertig dooden en gewonden, onder
wie, behalve de vroeger genoemde officie
ren, de majoor Van Blommestein, de le
luitenant Broekman en de le luitenant
Grootenboer, de beide laatsten vrij zwaar.
Het bleek nu dat van de 4 vroeger be
staan hebbende poeri's er 3 zoo goed als
niet meer bestonden en door het geschut
vuur vernield waren. De linker colonne
was vroeger ook reeds op de westerface
binnengekomen, dus waren wij nu allen
op het kruispunt, vereenigd. Er werden
in een der half plat geschoten poeri's nog
vele zaken van ons gevonden,
Onder andere de toga van den pastoor,
de jas van den dominee, de pet van den resi
dent, verscheidene ijzeren geldkisten, maar
ledig, verscheidene Üeschjes odeur van den
K'toet, benevens veel buskruit en patronen.
Zoo bereikten alle compagnieën onder da
verende hoerah's en het blazen van het „Wil
helmus" den grooten weg, die met Balische
dooden en gewonden bezaaid was.
Onmiddellijk werd nu de poeri doorzocht
en opende de batterij berg-artillerie het vuur
op de vijandelijke artillerie, bestaande uit de
twee bruikbare veldstukken, die wij in han
den der Baliërs achterlieten, welke }op den
weg naar Tjakra was opgesteld, maar spoedig
door den vijand verlaten werd. Eindelijk
kwam het tweede bataljon nabij de poeri
aan en toen waren alle troepen in de na
bijheid van het centrum opgesteld en be
schoten zij nog de Baliërs, die door de vlucht
het leven trachtten te redden. De beweging
der troepen volgende, wierp kapitein Reum-
pol met de genietroepen, bijgestaan door de
dwangarbeiders onder kapitein Sehmidkamer
de muren omver en verbrandden zij de wo
ningen. In die woningen werden vele lijken
gevonden, ook van gekriste vrouwen, en
liet geheele terrein was bezaaid met ge
sneuvelde Baliërs, ook vrouwen en kinderen
die ongelukkigerwijze door onze kogels ge
troffen waren. De Sasaks, die nu met hon
derden kwamen opzetten, gingen onmiddel
lijk op roof uit en keerden met buit be
laden naar hun kampongs terug.
Het enthousiasme onzer troepen steeg ten
top, toen de opperbevelhebber zich langs
en tusscheu hen bewoog; donderende hoe-
rah's stegen uit Mataram's centrum omhoog
Generaal Vetter zelf bedwong zich niet!
Zijn soldaten en officieren vriendelijk en
tevreden toelachende, nam hij den helm
van het hoofd en hief zelf een driewerf
hoerah aan, dat uit honderden kelen beant
woord werd.
Allen trilden van vreugde en de stemming
van het geheel toonde duidelijk aan, dat de
expeditiounaire macht dankhaar was voor
de opperste leiding, die haar tot dit groot
succes had gebracht.
Het zuidwestelijk deel van Mataram was
dus in ons bezit. Na een half uur rust
namen twee veldstukken stelling op den
weg voor de poerie en begonnen den weg
naar Tjakra Negara te beschieten. Een
gedeelte van een der poeri's werd nu tot
nachtverblijf ingericht en zoo kwaad als
het ging in verdedigbaren staat gebracht.
Daarom moest hard gewerkt worden. Zoo
veel mogelijk werden de muren in de
nabijheid neergeworpen en de hooge boo
men omgekapt. Wij hadden nu wel
een gedeelte van Mataram, maar er
schoot nog 3A over en dat zouden wij
spoedig merken. Wij werden nu en dan
uit gangetjes, steegjes en hooge boomen
uit het noord-westelijk deel beschoten doch
zonder succes. Toen het eindelijk 6 uur
's avonds was geworden en het eten voor
het bataljon dat zou blijven, van Ampe-
nan gearriveerd was, werd last gegeven
om terug te trekken. Het 6e bataljon zou
voor dien nacht de poeri blijven bezetten.
Wie denkt dat het prettig is in zoo'n pas
opgerichte benting te moeten verblijven,
vergist zich sterk. Numero een wordt ge
werkt aan het in verdedigenden staat bren
gen, numero twee aan het logies, en over
het laatste was zoo goed als geen tijd over
gebleven dus logeeren in de openlucht,
en als men dan van 3 tot 4Vs uur een
flinke regenbui gehad heeft, zoodat iedereen
doornat is en men geen schoon goed bij
zich heeft, dan kan men zijn plezier wel op.
De Baliers hebben bij de verovering van
Westelijk en Zuidelijk Mataram enorme
verliezen geleden. Wij begroeven reeds
ver over de 300 van hunne dooden. Het
dus niet overdreven hun getal dooden
totaal op 500 te stellen. Naar het aantal
gewonden kan niet gegist worden.
Op den gedenkwaardigen heksensabbath
van den 26 Augustus, waren het voorname-
lij k de Amboneezen, die het meest bij den
overval geleden hadden. Geen wonder dus,
dat zij het vooral waren, die thans met
de grootste verbittering, aan woeste razernij
grenzende, hier streden. Hunne verliezen
waren ook op dezen dag talrijk, maar in
een worsteling van slechts weinige minuten
lieten de Baliërs op den driesprong een
100-tal dooden achter.
Het ziektecijfer bedroeg op den eersten
November 171 militairen, waaronder 65
gewonden, en 29 dwangarbeiders, zijnde
van de militairen 3'/a pCt. en van de
dwangarbeiders lVs pCt. Negen lijders
werden wegens mazelen verpleegd de ge
vallen van buikziekte verminderden en
waren van lichteren graad.
De chef van het personeel van den
geneeskundigen dienst acht den gezond
heidstoestand zeer gunstig, in aanmerking
genomen den zwaren dienst en de regen
buien der laatste dagen.
Het antwoord der regéering op het af-
deelingsverslag der tweede Kamer, iu zake
enkele brandende quaestiën, is ingekomen.
Wij nemen de volgende aauhaling er
uit over eu drukken enkele uitdrukkingon
met andere letter af.
,üat tusschen de openingsrede van 16
Mei en de troonrede van 18 Sept, gebrek
aan overeenstemming zou bestaan, berust
blijkbaar op een misverstand. De omstan
digheden, die tot de optreding van het
kabinet hebben geleid, en de behoeften op
wetgevend gebied, wezen op de onvermij
delijke noodzakely kheid van regeling van
kiesrechtpersoonlijke belasting en gemeen-
tefinanci'en. Daa. van gewaagde de openings
rede maar zij zeide niet dat de uitgebreide
arbeid der Kegeering zich tot deze drie
onderwerpen moest bepalen.
„Dit ware ook ondenkbaar J Welke re
geering zou daartee besluiten, welke ver
tegenwoordiging dit gedoogen? Dat de
troonrede van andere onderwerpen gewaagde
was dus niet in tegenspraak, maar integen
deel geheel in overeenstemming met het
uitzicht in de openingsrede ontwikkeld.
De genoemde andere ontwerpen zullen ook
de afdoening der drie niet vertragen.
„Dat men zich uitsluitend bepalen moet
tot het kiesrecht ter wille van de politieke
moraliteit ontkent de regeering. Haar is
van een openbare of stilzwijgende verbin
tenis tegenover de kiezers te dien aanzien
niets bekend, eene verbintenis trouwens,
die in strijd ware met het wezen van den
constitutioneelen regeeringsvorm. En dat
andere belangrijke hervormingen aan een
nieuwe vertegenwoordiging behooren te
worden overgelaten is een stelling, die
door het vurig kabinet zelf werd verworoea
daar dit naast het kiesrecht vele andere
hervormingen aankondigde en tot stand
bracht, o. a. van de belastingen.
„Wel is de Reg. echter overtuigd dat
regeling van het kiesrecht haar voornaam
ste taak blijft en het ongetwijfeld eene
staatkundige fout werd indien de afdoe
ning van dit vraagstuk noodeloos werd
vertraagd. Van geneigdheid tot zulke ver
traging kent de Regeering zich vrij en er
bestaat ook geen enkele aanleiding om haar
daarvau te verdenken. Integendeel, zonder
hetzij ten aanzien van den inhoud der in
te dienen kieswet-voorstellen, hetzij omtrent
het juiste tijdstip hunner aanbieding, eenige
verdere verklaring af te leggen, bepaalt
zij zich tot de mededeeling, dat voor zoo
veel van haar afhangtde Tweede Kam')
in de gelegenheid zal zijn die nog in dit
zittingjaar te onderzoeken.
„De Reg. moet dus bezwaar maken aan
een nieuwe kiesrechtregeling grondwets
herziening te doen voorafgaan.
„Het voornemen bestaat een voorstel te
doen tot het in het leven roepen eener
rijksinstelling, waarbij, tegen inleg, het
recht zou kunnen worden verzekerd op
uitkeeringen, tot een beperkt bedrag, op
een vooraf bepaald tijdstip ingaande".
Dit laatste ziet op een Pensioenwetook
hieraan is groote behoefte.
Hoe voldoet de bedrijfsbelasting?
„Zoo best!"
Hoe dan?
Schoolmeesters en predikanten, die vaak
niet weten hoe zij rondkomen zullen, zien
zich aangeslagen in eene belasting op hun
z.g. bedrijfen dat wel ten koste van groote
industriëelen en kroeghouders, die öf
in het geheel niet aangeslagen zijn of tot zulk
een luttel bedrag, dat zij minstens f 10—
h f 15- voordeel hebben in vergelijking
met hun vroeger patent.
Hoe voldoet de bedrijfsbelasting?
„Zoo best
Maar de gemeenteraad van Veenen-
daal heeft een goeden kijk op de zaken;
die heeft, ook met het oog op den ver
laagden aanslag van vele tappers in de
bedrijfsbelasting, het bedrag van het ver
gunningsrecht tot f 12,50 per f 50.huur
waarde verhoogd.
Zoo kunnen althans de gemeente-kassen
er nog een aardig stuivertje uit slaan.
En zoo zou misschien de gemeente
lijke belasting wat kunnen verlicht worden.
Ja wel
(De Getuige).
De zitting der Belgische Kamer van Af
gevaardigden is gisteren geopend. De
socialisten werden op de straat door eenige
honderden werklieden toegejuicht. In de
Kamer was het echter rustig.
De socialisten stelden voor den presidents
zetel Desfuisseaux candidaat.
Vooraf hadden zij in een club-vergadering
goede afspraken gemaakt. Onder meer
hadden zij een hunner als woordvoerder
aangewezen bij de principiëele besprekingen.
Een goede regeling dus om niet allen
het woord te laten voeren, en den nationalen
tijd niet te verbruiken.
Bij de behandeling der schoolwet Mackay
werd deze regel ten onzent ook toegepast door
de rechterzijde, namens welke de verdediging
meest gevoerd werd door de heeren Lohman
en Schaepman, eene tactiek die de oppositie
vermoeide, de regeering schraagde, den
tijd uitspaarde en de wet deed slagen.
Hadden de 41 liberalen die bij de be
handeling der kieswet Tak het woord
voerden, er evenzoo over gedacht, als toen
de antirevolutionairen en nu de soeiaal
democraten, dan ware misschien de wet
niet verongelukt.
In de beperking toont zich de meester.
Directeuren der Deli-maatschappij schonken
dezer dagen bij gelegenheid van het vijf
en twintig-jarig bestaan der Maatschappij
een gift van vijftig duizend gulden aan het
„Fonds tot ondersteuning der nagelaten be
trekkingen van militairen in of door den
strijd in Indië gesneuveld of overleden".
Boaz, de bekende christelijke patroons-
vereeniging, heeft een verzoekschrift aan
Hare Majesteit de Regentes gezonden, tot
verkrijging van invoerrechten op graan
en hHiden.
Het verzoek is met redenen omkleed en
met cijfers toegelicht; en er op aangelegd
om zelfs hot hardste hart te vermurwen.
Toch verwachte men ook hiervan niets.
Het zal weer wel nul op het request zijn.
De Regentes toch treedt op voor eesie
constitutioneele, eene grond wettige koningin,
eu gaat dus in deze te rade met haren
minister van binnenlandsche zaken.
En de minister van binnenlandsche zaken,
dit weten wij, is tegen graanrechten.
De tijden zijn dus niet gunstig er voor.
Uit den liberaien hoek waait nog altijd
de wind van den vrijhandel.
Do Regentes zal derhalve met deze Kamer
en met dit ministerie wel geen onderzoek
kunnen toezeggen.
Ga dan haar nul op het request slechts
vergezeld met een weerlegging van de
gronden, in het request aangevoerd.
In het kiesdistrict Den Helder doet zich
het zonderlinge geval voor dat, niettegeu
staande het district voor drie vierden liberaal
is en stellig voor negentienden eensdenkend
is met zijn gestorven afgevaardigde, in be
trekking tot de kieswet Tak, het toch zal
vertegenwoordigd worden door een
roomsche, tevens tegenstander der kieswet
Tak, en die, naar hij zelf verklaard heeft,
zich zal aansluiten bij de onderteekenaars
van het roomsche manifest.
En het alleroolijkste van het geval is
dat de liberalen, willens en wetens, dezen
conservatief verkozen hebben boven den
antirevolutionairen democraat, wiens can
didatuur zelfs door do, in democratische
richting sturende, antirevolutionaire kies-
vereeniging bestreden werd.
Mirabile dictu!
Nederland heeft de rijke opbrengst der
tabakscultuur oorspronkelij k te danken aan
de ijdelheid eener vrouw en aan haar in
genomenheid met een spiegel.
In 1870'reisde zekere heer Nienhuis door
Sumatra en bezocht daarbij ook het rijk Deli,
op Sumatra.
Bij den sultan toegelaten presenteerde
hij diens vrouw een spiegel, waarmede
zij zoo ingenomen was, dat de Sultan hem
op haar aandrang eene groote strook land
in zijn rijk, Medan, ter ontginning aanbood.
Nienhuis reisde met dit aanbod in den
zak naar Nederland terug en {deelde dit
den heer Janssen mede, den tegenwoordi-
gen directeur der Deli-Maatschappij.
Deze lieer ging or heen en nam de risico
op zich om in Medan de tabakscultuur te
beginnen.
Met bekenden, goeden uitslag.
De Japanners hebben den aanval begon
nen op Port Arthur, de gewichtige Chi-
neesche haven op het Schiereiland Shang-
tung.
De Europeesohe mogendheden, deor de
Chineesche regeering als scheidsrechters
ingeroepen, hebben geweigerd.
China rekent nu nog op de tusschenkomst
der Vereenigde Staten.
Het wordt tijd ook, want de nederlagen
volgen elkander snel op en de ontzenuwing
is ontzaglijk.
Overal waar de Japanners zich vertoo-
nen, slaan de Chineezen op de vlucht.
Spreuken voor drinkers.
Waar een tapper juicht om zijne wel
vaart, daar schreien veel gezinnen om
hunne ellende.
Hoe meer de Staatskas ontvangt door
den Drank, des te slechter is de toestand
der natie.
Wij die des daags zijn, laat ons waken
en nuchteren zijn.
Als we minder kroegen hadden, hadden
we minder cellen noodig.
De tapper heeft vergunning van de wet,
heeft de drinker nu ook vergunning van
God?
Vermindering van Drank is vermeerde
ring van Brood.
Hoe beter het den tapper gaat, des te
slechter gaat het zijn klanten.
Als de man in de kroeg lacht, staat om
den hoek de vrouw vaak te schreien.
Men staakt het werk als het niet ge
noeg geeft, men moest het drinken staken
wijl het te veel neemt.
In één glas bedwelmenden Drank, schuil
den menigmaal Armoede, Diefstal en Moord.
Vader Srnijtegeld,
de bekende godzalige, Middelburgsche pre
dikant, was gewoon het woord der waar
heid recht te snijden en ontzag rang noch
stand. Daarom vermeden de rijken en aan
zienlijken voor het grootste deel zijne
prediking.
Op zekeren tijd heerschte er groote onrust
en woeling in de stad. De regeering had
eene belasting ingevoerd, waarover het volk
zeer ontevreden was. Toen nu de onte
vredenheid tot oproer dreigde over te slaan
de ingozetenen beslist weigerden, de
belasting te betalen, begaf zich de overheid
tot Vader Smijtegelt en verzocht hem zijn'
invloed aan te wenden en het volk tot
onderwerping aan te manen. Smijtegeldt
betuigde zijne verwondering, dat de heeren
hem nu wisten te vinden, vermaande hen
scherpelijk over het voortdurend ledig
staan der kerkelijke regeeringsbanken bij
de kerkelijke godsdienstoefeningen, doch
beloofde met Gods hulp het zijne te zul
len doen, indien de heeren zich den vol-
geuden Zondag in de kerk lieten vinden. De
gemeente zag waarlijk den volgenden Zon
dag tot hare niet geringe verbazing de
regeeringsbank geheel bezet. De leden van
don ra id wachtten met inspanning, of Vader
Smijt--geit nog maar nuts over de belast-in-
g« i zeggen zou. De gewoonlijk lange
predikatie duurde ditmaal nog langer dan
op vorige Zondagen, doch geen woord
van vermaning of berisping vernamen ze,
en toch daar klonk het Amen! reeds.
Met verbeten woede staren de teleurge
stelde raadsleden nu eens elkander, dan den
leeraar aan. Het nagebed is geëindigd, de
slotzang gezongen en de gemeente rijst op,
om den zegen te ontvangen. Dochde
leeraar wacht. De plechtige stilte wordt
Pijnlijk. Lang genoeg heeft de gemeente
gewacht.
n^rij wacht op miju' zegen", zoo spreekt
eindelijk vader Smijtegeld en opent de denr,
als wilde hij vertrekken, „maar hoe zou
ik een volk, dat zich tegen zijn overheid
verzet den zegen kunnen geven
Nu daalt hij van den kansel, doch bij de
laatste trede aarzelt hij nog staan zij daar
en wachten.
„Ik zie het, gij wilt niet ongezegend
van hier gaan. Welnu, mijn zegen is voor
hen, die berouw gevoelen over hun verzet
en van hunne weerspannigheid tot onder
werping wenschen terug te keeren. Dat
de overigen zich eerst verwijderen
Niemand bewoog zich. Toen sprak Vader
Smijtegeld den zegen uit en aan do
ontevredenheid en woelingen was een einde.
Kerknieuws.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Ritthem is. P. K. Dom
misse tc Lage Z wal uwe.
Bedankt voor Ovezande door ds. W.
H. II. Dijkman te Breekens.
Ger. Kerken.
Beroepen te Heerenveen ds. J. A. Goed-
bloed te Nieuwendijk.
Bedankt voor Sexbierum door ds. J. A.
Tazelaar te Weesp.
Door de classis Zwolle, gehouden den
13 Nov., werden de heeren S. Dwarshui»
beroepen pred. te Oldemark, en S. O. Los
beroepen pred. te Zalk, peremptoir geëxa
mineerd en met volle vrijmoedigheid toe
gelaten tot de heilige bediening.
S c h o o 1 ii i e u w s.
Benoemd tot hoofd der school te
Eilewoudsdijk de heer J. Risseeuw te Hoek,
zijnde No. 2 van ds voordracht-
KiXÜESZAklvV.
Arrondissements-Itechtbank te Middelburg.
Heden Woensdag deed bovengenoemde
rechtbank uitspraak in de voor haar aan
hangige procedure tusschen:
de stoombootreederij Fop Smit en Co., geves
tigd te Rotterdam, Eischeres voor wie in
rechten optrad Mr. J. Knottenbelt, advo
caat te Rotterdam tegen:
de Middelburgsche Maatschappij van
stoomvaart, gevestigd te Middelburg, Ge
daagde, voor wie Mr. W. A. van Hoek,
advocaat te Middelburg, ageerde.
Bij breed gemotiveerd vonnis werd de
vordering van de eischeres ongegrond ver
klaard en haar haren eisch ontzegd.
De vordering van de eischeres strekte
tot vergoeding der schade toegebracht aan
het haar toebehoorende raderstoomschip
„Merwede I" door gedaagde's schroefstoom
boot „Middelburg II" op de Maas voor
Rotterdam in den voormiddag van 8 Au
gustus 1893.
Landbouw.
Vergelijkende opbrengst van het Land.
In Nederland oogst men gemiddeld per
hectare 22 hectoliter tarwe, 39 hectoliter
gerst en 36 hectoliter haver. In Duitseh-
land 18 hectoliter tarwe, 21 heet. gerst
en 28 hectoliter haver. In Frankrijk 14Va
hectoliter tarwe, 18 hectoliter gerst en 23
hectol. haver.
Wei- en Bouwland. In 1860 waren in
ons land 1,037,000 hectaren weiland. In
1891 hadden wij daarentegen 760,000 heet
aren bouwland tegen 1,129,000 hectaren
weiland.
Invoer van Graan en Meel uit het Bui
tenland. In 1889 werd in ons land aan graan
en meel ingevoerd voor 75 millioen gul
den, in 1890 voor 85 millioen en in 1891
voor 110 millioen gulden.
Gemengde Berichten.
Op het adres, doer pachters van
oesterperceelen te Ierseke aan de regeering
gezonden om weder uitstel te verkrijgen
van pachtbetaling, is, zonder opgaaf van
motieven en met eenvoudige verwijzing
naar het desbetreffende ministerieel besluit
van het begin dezes jaars, afwijzend be
schikt.
Het aandeel onzer provincie in de
lichting der nationale militie van 1895
bedraagt 513 miliciens.
Hansweert. Dinsdag geraakte het
Nederiandsch ijzeren aakschip Libertatis
Primitae, schipper J. Geleinse, geladen
met maïs en van Antwerpen naar Pruisen
bestemd, bij het binnenkomen der buiten
haven op den Steenenberm omhoog. Het
vaartuig werd door de sleepboot Wester-
schelde afgesleept, en alhier binnengebracht
met gebroken roer.
Borsele. Bij den landbouwer J. P.
de Jonge is in den avond van 9 Nov.
uit de schuur een tweeloopgeweer ont
vreemd. Tegen den dader J. B. van
's Heer Arendskerke is procesverbaal opge
maakt en het geweer iu beslag genomen,
hoewel hij dit reed- had verruild tegen
konijnen on die ook al had verkocht,
i -