t gaten ee* overstelpend' repeteergeweervuur kreeg. Om nit het riviertje te komen, moesten de mineurs nog eerst een paggertje omhakken. Het vnur werd natuurlijk di rect beantwoord door de voorhoede, ea na dat zulks eenigen tijd geduurd had, gin gen ie compagnieën Slangen en Schreyner den oever op en bestormden den muur hetgeen na betrekkelijk korten tijd geluk te, echter ten koste van eenige dooden en gewonden, onder wie de 2e luitenant Gram pré Molière licht gewond. Intusschen wa ren de compagnieën die volgden ook oost waarts over den muur geklommen en zaten we er in. Er lagen verscheidene Bali- neesche lijken, doch tijd om ze te tellen was er niet, er moest voorwaarts gernkt worden in noordelijke richting. Met reuzen krachten en de hulp der mineurs werd muur voor muur omgeworpen of gaten er» in gemaakt. Het avanceeren ging, hoewel langzaam toch prachtig, als meti nagaat dat de compagnieën elkaar door de vele muren niet konden zien, maar verband hielden door steeds signalen te laten blazen. Wat echter minder prettig was, was dat de Baliërs zich overal in de boomen hadden genesteld en ons op die wijze verscheidene dooden en gewonden bezorgden. Door hun rookloos buskruit zagen wij ook zelden in welke boomen zij zaten. Na ongeveer 2Vs uur tegen muren en hindernissen gewurmd te hebben, stormden de compagnieën Jonker, Jansen en Crentz Lechleitner tegen den hoogen muur der poeri op, die dapper verdedigd werd, doch spoedig genomen was. De andere compagnieën drongen door de muren rechts en links der poeri tot op den grooten weg en ziet, wij waren er. Elders lazen wij van de verovering on derstaand ietwat breeder relaas De compagnie-Scheuer drong, met behulp van stormladders het eerst Mataram binnen Valkenburg, die met zijn sectie vooraan was, kreeg een doodelijk schoten overleed kort daarop. Deze jeugdige officier, die door bijzondere kalmte uitmuntte, was een der eerste slachtoffers van den strijd. Zoodra de compagnie-Scheuer binnen de muren was, rukten ook de andere compag nieën een voor een naar binnen en verover den al vurende den geheelen zuidrand vervolgens werd zooveel mogelijk in onder ling verband van muur tot muur voorwaarts opgerukt. De vijand verdedigde zich hard nekkig en had verscheidene schutters in hooge boomen opgesteld, die ons van alle kanten beschoten. Baar de rechtervleugel der colonne zulk een hevigen tegenstand ondervond, dat zij niet verder voort kon rukken, kreeg de colonne-Scheuer last om uit het zuidoosten aan te vallen. De bekende, dappere oversteging er on middellijk op los en daardoor werd de rech tervleugel der hoofdaanvalscolonne vrij en kon weer verder worden voortgegaan. Voet voor voet werd terrein gewonnen en na een gevecht van ongeveer 4 uren waren alle troepen aangekomen in de ommuurde ter reinen, die de poeri begrenzen. Scheuer liet er geen gras over groeien, maar rukte met groote snelheid op. Nabij de peeri ge komen besloot hij te stormen. Niettegen staande het hevig vuur deed kapitein Jansen aan het hoofd zijner compagnie twee storm aanvallen op de poeri, waarvan de laatste gelukte. Hij nam het geweer en den pa- troonzak van een gesneuveld fuselier, sprong over den muur van het paleis naar binnen, velde met zijn wapen vijf vijanden neer en werd daarop onmiddellijk door zijn Javanen gevolgd. Terwijl Jansen de poeri aan de voorzijde binnendrong, bereikte de compagnie-Creutz Lechleitner den achteringang en stief daar op een 30 man sterke bende, die zich met lans en kris te weer stelde. Na eenige schoten stormde de compagnie op de bende. De 2e luitenant Van Teijn (zoon van den bekenden generaal) werd het eerst handgemeen en sloeg met zijn zware sabel den kop van een Balinees middendoor die hem met de kris te lijf wilde in een oogwenk was de geheele bende met bajonet en kogel afgemaakt. Het was aardig om te zien, hoe uit aller lei hoeken en gaten zoo wat een kleine 2000 man te voorschijn kwam herhaalde luide hoerahs klonken over den weg. De Amboineezen stonden te tandakken met de geweren boven hun hoofd doch toen wij een oogenblik later een der door ons ver loren geraakte veldstukken vlak bij de poeri op den weg zagen staan, waren zij niet te houden. Het stut was nog gaaf doch zonder sluitstuk en met een leege munitiewagen. Het gevecht in de poeri is verwoed geweest, getuige 72 doode Baliërs, die in en om de poeri verspreid lagen. De compagnie Creutz had in de poeri er 40 neergelegd. De 2e luitenant Van Teijn gaf een Baliër, die met den kris op hem afkwam, een sabelhouw over het gezicht, dat dit er half bij hing. Het succes was groot. Wij hadden echter ook in de veertig dooden en gewonden, onder wie, behalve de vroeger genoemde officie ren, de majoor Van Blommestein, de le luitenant Broekman en de le luitenant Grootenboer, de beide laatsten vrij zwaar. Het bleek nu dat van de 4 vroeger be staan hebbende poeri's er 3 zoo goed als niet meer bestonden en door het geschut vuur vernield waren. De linker colonne was vroeger ook reeds op de westerface binnengekomen, dus waren wij nu allen op het kruispunt, vereenigd. Er werden in een der half plat geschoten poeri's nog vele zaken van ons gevonden, Onder andere de toga van den pastoor, de jas van den dominee, de pet van den resi dent, verscheidene ijzeren geldkisten, maar ledig, verscheidene Üeschjes odeur van den K'toet, benevens veel buskruit en patronen. Zoo bereikten alle compagnieën onder da verende hoerah's en het blazen van het „Wil helmus" den grooten weg, die met Balische dooden en gewonden bezaaid was. Onmiddellijk werd nu de poeri doorzocht en opende de batterij berg-artillerie het vuur op de vijandelijke artillerie, bestaande uit de twee bruikbare veldstukken, die wij in han den der Baliërs achterlieten, welke }op den weg naar Tjakra was opgesteld, maar spoedig door den vijand verlaten werd. Eindelijk kwam het tweede bataljon nabij de poeri aan en toen waren alle troepen in de na bijheid van het centrum opgesteld en be schoten zij nog de Baliërs, die door de vlucht het leven trachtten te redden. De beweging der troepen volgende, wierp kapitein Reum- pol met de genietroepen, bijgestaan door de dwangarbeiders onder kapitein Sehmidkamer de muren omver en verbrandden zij de wo ningen. In die woningen werden vele lijken gevonden, ook van gekriste vrouwen, en liet geheele terrein was bezaaid met ge sneuvelde Baliërs, ook vrouwen en kinderen die ongelukkigerwijze door onze kogels ge troffen waren. De Sasaks, die nu met hon derden kwamen opzetten, gingen onmiddel lijk op roof uit en keerden met buit be laden naar hun kampongs terug. Het enthousiasme onzer troepen steeg ten top, toen de opperbevelhebber zich langs en tusscheu hen bewoog; donderende hoe- rah's stegen uit Mataram's centrum omhoog Generaal Vetter zelf bedwong zich niet! Zijn soldaten en officieren vriendelijk en tevreden toelachende, nam hij den helm van het hoofd en hief zelf een driewerf hoerah aan, dat uit honderden kelen beant woord werd. Allen trilden van vreugde en de stemming van het geheel toonde duidelijk aan, dat de expeditiounaire macht dankhaar was voor de opperste leiding, die haar tot dit groot succes had gebracht. Het zuidwestelijk deel van Mataram was dus in ons bezit. Na een half uur rust namen twee veldstukken stelling op den weg voor de poerie en begonnen den weg naar Tjakra Negara te beschieten. Een gedeelte van een der poeri's werd nu tot nachtverblijf ingericht en zoo kwaad als het ging in verdedigbaren staat gebracht. Daarom moest hard gewerkt worden. Zoo veel mogelijk werden de muren in de nabijheid neergeworpen en de hooge boo men omgekapt. Wij hadden nu wel een gedeelte van Mataram, maar er schoot nog 3A over en dat zouden wij spoedig merken. Wij werden nu en dan uit gangetjes, steegjes en hooge boomen uit het noord-westelijk deel beschoten doch zonder succes. Toen het eindelijk 6 uur 's avonds was geworden en het eten voor het bataljon dat zou blijven, van Ampe- nan gearriveerd was, werd last gegeven om terug te trekken. Het 6e bataljon zou voor dien nacht de poeri blijven bezetten. Wie denkt dat het prettig is in zoo'n pas opgerichte benting te moeten verblijven, vergist zich sterk. Numero een wordt ge werkt aan het in verdedigenden staat bren gen, numero twee aan het logies, en over het laatste was zoo goed als geen tijd over gebleven dus logeeren in de openlucht, en als men dan van 3 tot 4Vs uur een flinke regenbui gehad heeft, zoodat iedereen doornat is en men geen schoon goed bij zich heeft, dan kan men zijn plezier wel op. De Baliers hebben bij de verovering van Westelijk en Zuidelijk Mataram enorme verliezen geleden. Wij begroeven reeds ver over de 300 van hunne dooden. Het dus niet overdreven hun getal dooden totaal op 500 te stellen. Naar het aantal gewonden kan niet gegist worden. Op den gedenkwaardigen heksensabbath van den 26 Augustus, waren het voorname- lij k de Amboneezen, die het meest bij den overval geleden hadden. Geen wonder dus, dat zij het vooral waren, die thans met de grootste verbittering, aan woeste razernij grenzende, hier streden. Hunne verliezen waren ook op dezen dag talrijk, maar in een worsteling van slechts weinige minuten lieten de Baliërs op den driesprong een 100-tal dooden achter. Het ziektecijfer bedroeg op den eersten November 171 militairen, waaronder 65 gewonden, en 29 dwangarbeiders, zijnde van de militairen 3'/a pCt. en van de dwangarbeiders lVs pCt. Negen lijders werden wegens mazelen verpleegd de ge vallen van buikziekte verminderden en waren van lichteren graad. De chef van het personeel van den geneeskundigen dienst acht den gezond heidstoestand zeer gunstig, in aanmerking genomen den zwaren dienst en de regen buien der laatste dagen. Het antwoord der regéering op het af- deelingsverslag der tweede Kamer, iu zake enkele brandende quaestiën, is ingekomen. Wij nemen de volgende aauhaling er uit over eu drukken enkele uitdrukkingon met andere letter af. ,üat tusschen de openingsrede van 16 Mei en de troonrede van 18 Sept, gebrek aan overeenstemming zou bestaan, berust blijkbaar op een misverstand. De omstan digheden, die tot de optreding van het kabinet hebben geleid, en de behoeften op wetgevend gebied, wezen op de onvermij delijke noodzakely kheid van regeling van kiesrechtpersoonlijke belasting en gemeen- tefinanci'en. Daa. van gewaagde de openings rede maar zij zeide niet dat de uitgebreide arbeid der Kegeering zich tot deze drie onderwerpen moest bepalen. „Dit ware ook ondenkbaar J Welke re geering zou daartee besluiten, welke ver tegenwoordiging dit gedoogen? Dat de troonrede van andere onderwerpen gewaagde was dus niet in tegenspraak, maar integen deel geheel in overeenstemming met het uitzicht in de openingsrede ontwikkeld. De genoemde andere ontwerpen zullen ook de afdoening der drie niet vertragen. „Dat men zich uitsluitend bepalen moet tot het kiesrecht ter wille van de politieke moraliteit ontkent de regeering. Haar is van een openbare of stilzwijgende verbin tenis tegenover de kiezers te dien aanzien niets bekend, eene verbintenis trouwens, die in strijd ware met het wezen van den constitutioneelen regeeringsvorm. En dat andere belangrijke hervormingen aan een nieuwe vertegenwoordiging behooren te worden overgelaten is een stelling, die door het vurig kabinet zelf werd verworoea daar dit naast het kiesrecht vele andere hervormingen aankondigde en tot stand bracht, o. a. van de belastingen. „Wel is de Reg. echter overtuigd dat regeling van het kiesrecht haar voornaam ste taak blijft en het ongetwijfeld eene staatkundige fout werd indien de afdoe ning van dit vraagstuk noodeloos werd vertraagd. Van geneigdheid tot zulke ver traging kent de Regeering zich vrij en er bestaat ook geen enkele aanleiding om haar daarvau te verdenken. Integendeel, zonder hetzij ten aanzien van den inhoud der in te dienen kieswet-voorstellen, hetzij omtrent het juiste tijdstip hunner aanbieding, eenige verdere verklaring af te leggen, bepaalt zij zich tot de mededeeling, dat voor zoo veel van haar afhangtde Tweede Kam') in de gelegenheid zal zijn die nog in dit zittingjaar te onderzoeken. „De Reg. moet dus bezwaar maken aan een nieuwe kiesrechtregeling grondwets herziening te doen voorafgaan. „Het voornemen bestaat een voorstel te doen tot het in het leven roepen eener rijksinstelling, waarbij, tegen inleg, het recht zou kunnen worden verzekerd op uitkeeringen, tot een beperkt bedrag, op een vooraf bepaald tijdstip ingaande". Dit laatste ziet op een Pensioenwetook hieraan is groote behoefte. Hoe voldoet de bedrijfsbelasting? „Zoo best!" Hoe dan? Schoolmeesters en predikanten, die vaak niet weten hoe zij rondkomen zullen, zien zich aangeslagen in eene belasting op hun z.g. bedrijfen dat wel ten koste van groote industriëelen en kroeghouders, die öf in het geheel niet aangeslagen zijn of tot zulk een luttel bedrag, dat zij minstens f 10— h f 15- voordeel hebben in vergelijking met hun vroeger patent. Hoe voldoet de bedrijfsbelasting? „Zoo best Maar de gemeenteraad van Veenen- daal heeft een goeden kijk op de zaken; die heeft, ook met het oog op den ver laagden aanslag van vele tappers in de bedrijfsbelasting, het bedrag van het ver gunningsrecht tot f 12,50 per f 50.huur waarde verhoogd. Zoo kunnen althans de gemeente-kassen er nog een aardig stuivertje uit slaan. En zoo zou misschien de gemeente lijke belasting wat kunnen verlicht worden. Ja wel (De Getuige). De zitting der Belgische Kamer van Af gevaardigden is gisteren geopend. De socialisten werden op de straat door eenige honderden werklieden toegejuicht. In de Kamer was het echter rustig. De socialisten stelden voor den presidents zetel Desfuisseaux candidaat. Vooraf hadden zij in een club-vergadering goede afspraken gemaakt. Onder meer hadden zij een hunner als woordvoerder aangewezen bij de principiëele besprekingen. Een goede regeling dus om niet allen het woord te laten voeren, en den nationalen tijd niet te verbruiken. Bij de behandeling der schoolwet Mackay werd deze regel ten onzent ook toegepast door de rechterzijde, namens welke de verdediging meest gevoerd werd door de heeren Lohman en Schaepman, eene tactiek die de oppositie vermoeide, de regeering schraagde, den tijd uitspaarde en de wet deed slagen. Hadden de 41 liberalen die bij de be handeling der kieswet Tak het woord voerden, er evenzoo over gedacht, als toen de antirevolutionairen en nu de soeiaal democraten, dan ware misschien de wet niet verongelukt. In de beperking toont zich de meester. Directeuren der Deli-maatschappij schonken dezer dagen bij gelegenheid van het vijf en twintig-jarig bestaan der Maatschappij een gift van vijftig duizend gulden aan het „Fonds tot ondersteuning der nagelaten be trekkingen van militairen in of door den strijd in Indië gesneuveld of overleden". Boaz, de bekende christelijke patroons- vereeniging, heeft een verzoekschrift aan Hare Majesteit de Regentes gezonden, tot verkrijging van invoerrechten op graan en hHiden. Het verzoek is met redenen omkleed en met cijfers toegelicht; en er op aangelegd om zelfs hot hardste hart te vermurwen. Toch verwachte men ook hiervan niets. Het zal weer wel nul op het request zijn. De Regentes toch treedt op voor eesie constitutioneele, eene grond wettige koningin, eu gaat dus in deze te rade met haren minister van binnenlandsche zaken. En de minister van binnenlandsche zaken, dit weten wij, is tegen graanrechten. De tijden zijn dus niet gunstig er voor. Uit den liberaien hoek waait nog altijd de wind van den vrijhandel. Do Regentes zal derhalve met deze Kamer en met dit ministerie wel geen onderzoek kunnen toezeggen. Ga dan haar nul op het request slechts vergezeld met een weerlegging van de gronden, in het request aangevoerd. In het kiesdistrict Den Helder doet zich het zonderlinge geval voor dat, niettegeu staande het district voor drie vierden liberaal is en stellig voor negentienden eensdenkend is met zijn gestorven afgevaardigde, in be trekking tot de kieswet Tak, het toch zal vertegenwoordigd worden door een roomsche, tevens tegenstander der kieswet Tak, en die, naar hij zelf verklaard heeft, zich zal aansluiten bij de onderteekenaars van het roomsche manifest. En het alleroolijkste van het geval is dat de liberalen, willens en wetens, dezen conservatief verkozen hebben boven den antirevolutionairen democraat, wiens can didatuur zelfs door do, in democratische richting sturende, antirevolutionaire kies- vereeniging bestreden werd. Mirabile dictu! Nederland heeft de rijke opbrengst der tabakscultuur oorspronkelij k te danken aan de ijdelheid eener vrouw en aan haar in genomenheid met een spiegel. In 1870'reisde zekere heer Nienhuis door Sumatra en bezocht daarbij ook het rijk Deli, op Sumatra. Bij den sultan toegelaten presenteerde hij diens vrouw een spiegel, waarmede zij zoo ingenomen was, dat de Sultan hem op haar aandrang eene groote strook land in zijn rijk, Medan, ter ontginning aanbood. Nienhuis reisde met dit aanbod in den zak naar Nederland terug en {deelde dit den heer Janssen mede, den tegenwoordi- gen directeur der Deli-Maatschappij. Deze lieer ging or heen en nam de risico op zich om in Medan de tabakscultuur te beginnen. Met bekenden, goeden uitslag. De Japanners hebben den aanval begon nen op Port Arthur, de gewichtige Chi- neesche haven op het Schiereiland Shang- tung. De Europeesohe mogendheden, deor de Chineesche regeering als scheidsrechters ingeroepen, hebben geweigerd. China rekent nu nog op de tusschenkomst der Vereenigde Staten. Het wordt tijd ook, want de nederlagen volgen elkander snel op en de ontzenuwing is ontzaglijk. Overal waar de Japanners zich vertoo- nen, slaan de Chineezen op de vlucht. Spreuken voor drinkers. Waar een tapper juicht om zijne wel vaart, daar schreien veel gezinnen om hunne ellende. Hoe meer de Staatskas ontvangt door den Drank, des te slechter is de toestand der natie. Wij die des daags zijn, laat ons waken en nuchteren zijn. Als we minder kroegen hadden, hadden we minder cellen noodig. De tapper heeft vergunning van de wet, heeft de drinker nu ook vergunning van God? Vermindering van Drank is vermeerde ring van Brood. Hoe beter het den tapper gaat, des te slechter gaat het zijn klanten. Als de man in de kroeg lacht, staat om den hoek de vrouw vaak te schreien. Men staakt het werk als het niet ge noeg geeft, men moest het drinken staken wijl het te veel neemt. In één glas bedwelmenden Drank, schuil den menigmaal Armoede, Diefstal en Moord. Vader Srnijtegeld, de bekende godzalige, Middelburgsche pre dikant, was gewoon het woord der waar heid recht te snijden en ontzag rang noch stand. Daarom vermeden de rijken en aan zienlijken voor het grootste deel zijne prediking. Op zekeren tijd heerschte er groote onrust en woeling in de stad. De regeering had eene belasting ingevoerd, waarover het volk zeer ontevreden was. Toen nu de onte vredenheid tot oproer dreigde over te slaan de ingozetenen beslist weigerden, de belasting te betalen, begaf zich de overheid tot Vader Smijtegelt en verzocht hem zijn' invloed aan te wenden en het volk tot onderwerping aan te manen. Smijtegeldt betuigde zijne verwondering, dat de heeren hem nu wisten te vinden, vermaande hen scherpelijk over het voortdurend ledig staan der kerkelijke regeeringsbanken bij de kerkelijke godsdienstoefeningen, doch beloofde met Gods hulp het zijne te zul len doen, indien de heeren zich den vol- geuden Zondag in de kerk lieten vinden. De gemeente zag waarlijk den volgenden Zon dag tot hare niet geringe verbazing de regeeringsbank geheel bezet. De leden van don ra id wachtten met inspanning, of Vader Smijt--geit nog maar nuts over de belast-in- g« i zeggen zou. De gewoonlijk lange predikatie duurde ditmaal nog langer dan op vorige Zondagen, doch geen woord van vermaning of berisping vernamen ze, en toch daar klonk het Amen! reeds. Met verbeten woede staren de teleurge stelde raadsleden nu eens elkander, dan den leeraar aan. Het nagebed is geëindigd, de slotzang gezongen en de gemeente rijst op, om den zegen te ontvangen. Dochde leeraar wacht. De plechtige stilte wordt Pijnlijk. Lang genoeg heeft de gemeente gewacht. n^rij wacht op miju' zegen", zoo spreekt eindelijk vader Smijtegeld en opent de denr, als wilde hij vertrekken, „maar hoe zou ik een volk, dat zich tegen zijn overheid verzet den zegen kunnen geven Nu daalt hij van den kansel, doch bij de laatste trede aarzelt hij nog staan zij daar en wachten. „Ik zie het, gij wilt niet ongezegend van hier gaan. Welnu, mijn zegen is voor hen, die berouw gevoelen over hun verzet en van hunne weerspannigheid tot onder werping wenschen terug te keeren. Dat de overigen zich eerst verwijderen Niemand bewoog zich. Toen sprak Vader Smijtegeld den zegen uit en aan do ontevredenheid en woelingen was een einde. Kerknieuws. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Ritthem is. P. K. Dom misse tc Lage Z wal uwe. Bedankt voor Ovezande door ds. W. H. II. Dijkman te Breekens. Ger. Kerken. Beroepen te Heerenveen ds. J. A. Goed- bloed te Nieuwendijk. Bedankt voor Sexbierum door ds. J. A. Tazelaar te Weesp. Door de classis Zwolle, gehouden den 13 Nov., werden de heeren S. Dwarshui» beroepen pred. te Oldemark, en S. O. Los beroepen pred. te Zalk, peremptoir geëxa mineerd en met volle vrijmoedigheid toe gelaten tot de heilige bediening. S c h o o 1 ii i e u w s. Benoemd tot hoofd der school te Eilewoudsdijk de heer J. Risseeuw te Hoek, zijnde No. 2 van ds voordracht- KiXÜESZAklvV. Arrondissements-Itechtbank te Middelburg. Heden Woensdag deed bovengenoemde rechtbank uitspraak in de voor haar aan hangige procedure tusschen: de stoombootreederij Fop Smit en Co., geves tigd te Rotterdam, Eischeres voor wie in rechten optrad Mr. J. Knottenbelt, advo caat te Rotterdam tegen: de Middelburgsche Maatschappij van stoomvaart, gevestigd te Middelburg, Ge daagde, voor wie Mr. W. A. van Hoek, advocaat te Middelburg, ageerde. Bij breed gemotiveerd vonnis werd de vordering van de eischeres ongegrond ver klaard en haar haren eisch ontzegd. De vordering van de eischeres strekte tot vergoeding der schade toegebracht aan het haar toebehoorende raderstoomschip „Merwede I" door gedaagde's schroefstoom boot „Middelburg II" op de Maas voor Rotterdam in den voormiddag van 8 Au gustus 1893. Landbouw. Vergelijkende opbrengst van het Land. In Nederland oogst men gemiddeld per hectare 22 hectoliter tarwe, 39 hectoliter gerst en 36 hectoliter haver. In Duitseh- land 18 hectoliter tarwe, 21 heet. gerst en 28 hectoliter haver. In Frankrijk 14Va hectoliter tarwe, 18 hectoliter gerst en 23 hectol. haver. Wei- en Bouwland. In 1860 waren in ons land 1,037,000 hectaren weiland. In 1891 hadden wij daarentegen 760,000 heet aren bouwland tegen 1,129,000 hectaren weiland. Invoer van Graan en Meel uit het Bui tenland. In 1889 werd in ons land aan graan en meel ingevoerd voor 75 millioen gul den, in 1890 voor 85 millioen en in 1891 voor 110 millioen gulden. Gemengde Berichten. Op het adres, doer pachters van oesterperceelen te Ierseke aan de regeering gezonden om weder uitstel te verkrijgen van pachtbetaling, is, zonder opgaaf van motieven en met eenvoudige verwijzing naar het desbetreffende ministerieel besluit van het begin dezes jaars, afwijzend be schikt. Het aandeel onzer provincie in de lichting der nationale militie van 1895 bedraagt 513 miliciens. Hansweert. Dinsdag geraakte het Nederiandsch ijzeren aakschip Libertatis Primitae, schipper J. Geleinse, geladen met maïs en van Antwerpen naar Pruisen bestemd, bij het binnenkomen der buiten haven op den Steenenberm omhoog. Het vaartuig werd door de sleepboot Wester- schelde afgesleept, en alhier binnengebracht met gebroken roer. Borsele. Bij den landbouwer J. P. de Jonge is in den avond van 9 Nov. uit de schuur een tweeloopgeweer ont vreemd. Tegen den dader J. B. van 's Heer Arendskerke is procesverbaal opge maakt en het geweer iu beslag genomen, hoewel hij dit reed- had verruild tegen konijnen on die ook al had verkocht, i -

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 2