School nieuws. lUXH LSZAIi i; Gemengde Berichten. Men meldt ons uit Zeist. Het was Honderdagavond jl. voor de gemeente te Zeist eene gewichtige en voor de Zending der Geref. Kerken eene ver blijdende ure. Immers het oogenblik was aangebroken, waarop Ds. Adriaanse, afge vaardigd zou worden naar Midden-Java om onder de Heidenen en Mohammedanen het Evangelie van Christus te verkondigen. Wat een treffenden aanblik leverde die samenkomst op. In het schoone kerkge bouw was geen enkele plaats onbezet ge bleven. Aan die schare was het te zien dat zij verkeerde onder den indruk van dezen plechtigen stond. Under het zingen trad nu 't eerst ds. van Minnen van Utrecht op, en wees naar aanleiding van de woorden „wees een zegen" op een rijke belofte, die ook den arbeid van Br. Adriaanse gold, en welke hem met zijne eehtgenoote bemoedigen kon, nu zij evenals Abraham eertijds zich genoodzaakt zien het vaderland te verlaten, maar tevens herinnerde hij aan den zegen, die in dit woord tot hen kwam. Daarna verkreeg ds. Donner van Leiden, de zendingsdirector het woord. In passende bewoordingen herinnerde hij aan de be- teekenis van deze ure voor de gemeente te Zeist, voor ds. Adriaanse en voor de Zen ding. De toon, welken hij aansloeg, bracht de gevoelige snaren der ziel in beweging, en toen hij er toe overging om het For mulier voor te lezen heerschte er eene stilte, die aangrijpend was, en toen hij vroeg wat is uw antwoord en ds. Adri aanse met zijne klankvolle stem het „ja ik van ganscher harte" deed hooren, was de vergadering rijp om met gebroken hart en uit volle borst de bede te uiten „Dat 's Heeren zegen op u daal, Zijn gunst uit Zion u bestraal." Heen, wie dit bijwoonde, verwonderde het niet, dat er belangstelling te lezen was in 't oog, zoodra ds. Adriaanse zelf nog eenige woorden spreken zou, en het waren schoone woorden. Hij gunde ons een en kelen blik op de geschiedenis van zijn leven, en helder kwam uit, dat God zelf die geschiedenis aangelegd had op deze ure, en waarlijk het deed ieder goed, toen hij alle bewondering en vereering afwees, wijl het voor hem geen roem was. Alle hulde behoorde aan God, die zijn wil had ge bogen, en hem dien lust had geschonken. „Hem was de nood opgelegd." Niet gemakkelijk was het om nu nog te spreken. Toch kweet ds. Ferinya van Klundert zich goed van zijne taak. De woorden welke hem de stof tot een har telijk slotwoord verschaften ontleende hij aan Hebr. 11 Het was waarlijk eene verblijdende ure. Eenigermate verstonden wij, hoe het de gemeente te Zeist te moede moet geweest zijn, toen zij haren Leeraar, die met zoo veel zegen aldaar gearbeid heeft, moest afstaan, maar ook hebben wij ons innig verblijd, dat de Heere zulk een man ver bonden heeft aan het te lang verwaarloosde Zendingswerk. Chr. Ger. Kerk. Bedankt voor Rotterdam door ds. Ph J. WeBsels te Zierikzee. De heer K. Bakker, onderwijzer aan de Chr. school alhier, heeft tegen Februari e. k. ontslag aangevraagd uit zijne be trekking. Arrondissernents-Reehtbank te Middelburg. De rechtbank behandelde Zaterdag in gesloten zitting de zaak tegen J. H. C. W., beklaagd van onzedelijke handelingen. Het O. M. eischte 3 jaren gevangenisstraf, met mindering van den in hechtenis doorge- brachten tijd en ontzetting van burger rechten. De ambtshalve verdediger, mr. C. Lucasse, concludeerde tot vrijspraak, op grond van zwak bewijs. Uitspraak Dinsdag 20 November a. s. Als een bijzonderheid kan men melden, dat bij den landbouwer A. Philipse te Nieuw- en Sint Joosland een varken is ge slacht van 676 pond, en waarvan 't spek 18 duim dik was. De pogingen doer de letterzetters te Middelburg aangewend, door toezending van een adres aan de patroons, om hooger loon te bedingen hebben aanvankelijk succes, wijl een der voornaamste aange schreven drukkers aldaar eene flinke loons- verhooging voor alle gezellen met 1 Janu ari a. s. heeft toegezegd. Generaal Dumonceau en kapitein Yan den Bosch vertrokken heden naar St. Pe tersburg, teneindeH.Mde Koningin-Regentes bij de begrafenis van keizer Alexander te vertegenwoordigen, en aan diens opvolger keizer Nicolaas II een brief van rouwbe klag aan te bieden. Waarde. In de jl. Zaterdag gehouden gemeenteraadsvergadering is met meerder heid van stemmen herbenoemd tot lid van het algemeen armbestuur de heer M. Wabeke. Verder besloot de raad om in hetvolgende jaar al de wegen te begrinten, welke door het polderbestuur daarvoor nog in aan merking komen, de gezamenlijke lengte der wegen bedraagt 77U9 M. Indien het weder zulks toelaat, zullen de wegen zoo vroeg mogelijk uitgekist en onder profiel gebracht worden, zoodat de werkende stand met vertrouwen het voor jaar en den zomer kan te gewoet zien. De 1000 Meter grintweg welke dit jaar werden aangelegd, zijn jl. Zaterdag door den aannemer den heer Visser te Hans- weert ten genoegen van Burgemeester en Wethouders opgeleverd. De gemeente krijgt deze wegen cadeau van het waterschap Waarde, dat mede de jaarlijksche kosten van onderhoud betaalt. In de gemeenteraadszitting, jl. Vrijdag te Zaamslag gehouden, werd op een be zwaarschrift van F. de Ruijter tegen ge lijkstelling van los- en laadgeld, voor het lossen van pulp met dat voor inlading van snikerpeeën (15 cent de 1000 KG.) en ver zoek om vrijstelling van los- en laadgeld, ten einde den invoer van pulp te bevorderen, of vaststelling vaneen matig tarief, gunstig beschikt in dien zin, dat een losgeld van 5 cent de 1000 KG. word bepaald. Aan den doodgraver op de algemeene begraafplaats werd eene verhooging van jaarwedde toegestaan van f 10" en met in gang van 1 Januari e. k. deze mitsdien bepaald op f 100, zulks op zijn verzoek, gegrond op meerdere hem opgelegde werk zaamheden, wegensplaatsing van grafpaaltjes en bij houding eenor kaart der graven. De tuin bij het gemeentehuis werd onderhands verhuurd voor f 10 in het jaar, ingaande 1 Januari 1895. Een voorstel van B. en W. om in be ginsel te besluiten tot het vervangen der grintbaan in den Kleine-Huisenspolder naar de gemeentelijke los- en laadplaats door lierbestrating werd verworpen met 4 tegen 3 stemmen. Voor stemden de leden van het dagelij kseh bestuur. De weg is lang ongeveer 1750 M. en het werk wordt voor- loopig geraamd op f 18,900. Beter slaagde een voorstel van hetzelfde college tot het gedeeltelijk uitdiepen der vaargeul aan de losplaats, n.l. ter diepte van 0.65 M. Hiertegen stemde slechts 1 lid, doch 2 anderen stemden nog voor omdat de gemeente gedwongen was het ta doen, daar de schippers anders niet meer konden aankomen. Een van deze wierp de schuld op B. en W., die het doorzetten van het havenplan hadden tegengehouden. De minderheid was van meening, dat na uit dieping het er weer zeer spoedig zal zijn opgeslikt, dat het geld weggooien was, ook omdat de grond later zou kunnen gebruikt worden bij aanleg van een haven. Op voorstel van een der leden werd met 5 tegen 2 stemmen besloten het toezicht op de uitdieping op te dragen aan den heer J. C. Eijke. (M. C.) Als eene eigenaardigheid in zake de loting voor de nationale militie wordt ge meld, dat de 4 zoons van L. Franssen te Brunsen niet alleen vrijgeloot zijn, maar ook tevens allen nummer 12 getrokken hebben. Uit een kermiswagen van zekeren Feije te Winschoten is eene brandkast met f 6000 h 10,000 gestolen. Het drietal knechten van Feije is, zooals uit nasporing der politie bij kt, jl. Donderdagmorgen vroegtijdig met. de stoomtram vertrokken in de richting Stadskanaal, en dienzelfden middag ruim 12 uur met den trein van Zuidbroek met plaatsbiljetten voor Breda. Te Winschoten zijn in eene sloot de openge broken ijzeren geldkist en een breekijzer van aanzienlijke afmeting teruggevonden. Iemand die met een langen stok bij zich over eene afsluiting heenstapte en met den stok in het water steunde, stootte op een hard voorwerp en ontdekte op die wijze de geledigde kist, zoomede het andere voorwerp. In de Kerk. Ct. deelt, iemand mede, dat vele kerkarchieven in treurigen toe stand verkeeren. Doch het ergste maakte het een predikantsvrouw die de kast te goed gevonden had voor dien ouden rom mel en ze tot bergplaats harer japonnen had ingericht. De archieven waren een voudig ten vure gedoemd. Moord te Enkhuizen. Woensdagmid dag ongeveer vier uur verliet de vleesch- houwer L. Greiner te Enkhuizen met een vrij aanzienlijke som geld bij zich, zijn woning om met iemand, met wie hij zaken deed af te rekenen. Sedert hij zijn woning verliet vernam men niets meer van hein totdat Londerdagmorgen zijn lijk werd ge vonden in de Zuider-Boerenvaart, voorover liggende, met een touw strak om den hals getrokken en met een wonde aan het ach terhoofd. Het touw was met twee slagen om den hals gebonden en in den nek vast geknoopt, zóo stijf dat men er geen vinger tusschen kou krijgen. Het geld, dat de verslagene bij zich had toen hij zijn woning verliet, was verdwenen. Zijne ledige portemonnaie, vier centen en een knoop van zijn slagersjas vond men op eenigen afstand, waar de misdaad dus waar schijnlijk heeft plaats gehad. Daar is de heerGreinerongetwijfeldovervallen en eerst later naar de vaart gesleurd waar zijn lijk werd aangetroffen. Afzonderlijke bekers voor de avondmaals- bediening zijn aangeschaft door de leden van de Baptistenkerk te Brooklyn (N. A.). De nieuwe methode werd genomen na een alge meene stemming onder de leden, waarbij de leeraar ds. Jacs. H. Gunning zijne ge meente wees op het, betere van den afzon derlijken drinkbeker. Het feit dat een lid van de gemeente nog slechts enkele dagen geleden gestorven was tengevolge van een kanker aan de tong, werd aange haald en toen daarop de stemming plaats had bleek dat alle leden de voorkeur ga ven van het plan van afzonderlijke bekers. Men besloot 201) bekers te koopen tegen 35 rent het stuk. De Braziliaansche miilionair barun Fersau was zuinig in kleinigheden, doch in grootere dingen zeer verkwistend. Het was een van zijn eigenaardigheden, om den kelluers nooit fooien te geven, waarom al de bedienende geesten uit Rio Janeiro hem weinig beleefd bedienden. Op zekeren mor gen ontbeet de nabob in een der eerste restaurants en bestelde, nadat hij reeds een cotelette gebruikt had, een tweede. „Mijnheer de baron", zei de kellner. „wij zijn niet gewoon aan een gast tweemaal hetzelfde gereebt te geven". „Zoo V" ant woordde de baron, stond op en verliet de zaal. Tien minuten later keerde hij terug en riep: „Kellner!" Dezelfde kellner verscheen. „Ik heb dit hotel gekocht en ben hier heer en meesterdaar ik even wel van oordeel ben, dat gij do gasten slecht bedient, stuur ik u onmiddellijk weg". Toen wendde hij zich tot een anderen kellner met de woorden „Kellner, nog een cotelette Een goede hutspot. In Audenaarde werd een feest gevierd, ter eere van de jongste verkiezingen. De „clou" van dat feest is geweest, het aanbieden van een hutspot aan de gekozen senatoren en afge vaardigden. Voordat hutspotje is gebruikt: 251) kilo aardappelen, 161) kooien, 150 sel derijkoppen, 50 kilo prei, 25 kilo penen, 50 kilo rapen, 25 kilo wortelen, 25 kilo uien, 30 kilo ossonvleesch, 2 varkens, 2 schapen en 115 meter worst! Bon appétitIn Leiden is hutspot lek kerder De winter is, evenals hier, ook in Frankfort een zware tijd voor de vogeltjes, welke ons ook in dat jaargetijde getrouw blijven. Om den kleinen het leven zoo dragelijk mogelijk te maken, heeft men in Frankfort besloten 80 voederplaatsen te maken in de stad en de omgeving en nog 120 in verschillende tuinen. Volgens de jongste statistiek waren er het voorgaande jaar in Ierland 611 per sonen, die 95 jaar of daarboven oud waren. Daarvan waren 295 mannen en 316 vrou wen. Zes-en-zestig mannen en 78 vrouwen waren 100 jaar of nog ouder. Bij velen is evenwel het geboortejaar niet met zeker heid vast te stellen. Het is trouwens niets bijzonders dat een Ier niet weet, wanneer hij geboren is. Hoe vermaken zich de dieren De lust tot spelen ontwikkelt zich bij dieren al zeer vroeg. Onze viervoetige vrienden schijnen dat te weten en het als een gedeelte van hunne ouderlijke plichten te beschouwen hunne jongen te vermaken. Een fret, een kat, oen hond, al deze dieren spelen met hunne jongen en eene leeuwin speelt met haar welpen. Eene merrie speelt met haar veulen, maar in de koe of in vogels schijnt dit instinct minder j ontwik keld te zijn. Eene kudde lammeren werd eens opge merkt in aangrenzende velden, die door eene heining met verscheidene openingen er in van elkaar gescheiden waren. „Al wie me lief heeft volgt mij" scheen het geliefkoosde spel bij deze kudde te zijn; het grootste lam ging vooraan het veld rond, sprong door de opening en werd door al de andere achter elkaar gevolgd. Elk lam, dat den sprong bizonder goed nam deed nog een paar sprongen uit louter pret, als het aan de andere zijde was. Jonge herten speelden een sosrt van stuivertje wisselen van den eenen kant naar den anderen en de aanraking was aan den neus. Het spel van kleine biggen bestaat door gaans in wedrennen. Wedijver schijnt een gedeelte van hun vermaak uit te maken, want hun wedrennen schijnen er altijd om te doen te zijn wie het eerst aan hun doel is en zijn heel anders dan hun hard door elkaar loopen om voedsel of als zij opge jaagd worden. Wedrennen is sommigen dieren aangeboren en als zij door anderen er op afgericht zijn, wordt het een vau hunne opwekkendste vermaken. Vele paarden en alle honden leeren zoo vurig worden om een wedstrijd te winnen als schooljongens. Vooral bij wind honden is de wedijver sterk ontwikkeld, want de heerschende gedachte in eiken hond schijnt niet zoozeer te zijn den haas te vangen, als wel de andere honden te beletten om het te doen. En zoowel bij het jagen als bij het rattenvangen schijnen de honden een instinct te hebben, om de dieren, die zij vangen, niet te verslinden, maar zij vergenoegen zich met hen te dooden. Vogels vermaken zich door het vrij en grillig gebruik maken van hunne vleugels. Er is oen ontzaglij k groot verschil tusschen het vliegen van vogels „voor zaken" en voor vermaak en vele soorten zullen op mooie dagen louter voor plezier zeer hoog vliegen. Een lastig geval. Te Grattezie, in Italië, kwamen dezer dagen zeven politie agenten tn bnrgerkleeding, aangevoerd door een commissaris, op een avond in het kloos ter Gibtlmana, waar zij voor den nacht een onderkomen vroegen. Toen zij, desgevraagd, verklaarden beambten van den veiligheids dienst te zijn, werden zij 'door de klooster broeders gastvrij antvangen. Weldra ech ter speet het den broeders, onbekende man nen in bet klooster opgenomen te hebben. Het zou niet de eerste keer zijn, datstruik- roovers zich als politiemannen vermomden en de monniken begonnen voor hun leven te vreezen. Zij zonden derhalve tersluiks een boodschap naar den naastbijgelegen po litiepost en de wakkere carabinieri aar zelden ook niet lang, maar trokken, tot aan de tandon gewapend, naar het kloos ter op, hetgeen een gedeelte vau hen om singelde, terwijl de overigen naar binnen drongen, waar zij de politiebeambten in hechtenis wilden nomen. Dat ging den wa kers voor de openbare veiligheid toch wel wat al te ver en van hun kant namen zij do gendarmen gevangen. Na heel wat ge redetwist, wie eigenlijk de ware dienaars van den sterken arm der wet waren, bleek het, dat zoowel de politiebeambten als de karabiniers echt waren en werd de kwestie met een goed glas wijn afgedronken. as .uit. s -uasec a v* «~sa—arsaa—i^— LOMBOK. De Indische correspondent van De Ne derlander schrijft onder meer: Op dit oogenblik is liet een niette loo chenen feit dat wij den toestand nergens afdoende beheersehen, noch op Atjeh, noch op Lombok, Celebes, Sumatra of zelfs Java, dat wij, overheerschers, overal afhankelijk zijn van de welwillendheid of de vrees van inlandsche vorsten, die hunne krachten nog niet voldoende kennen, en daarom thans nog bang zijn om niet volkomen te slagen als zij zich tegen ons zouden verzotten, doch hoe lang zal die angst nog duren Tengevolge van de groote geldelijke of- fers, waarmede elke daadwerkelijke machts uitbreiding gepaard gaat, wordt door de Regeering veel te hoogen prijs gesteld op het besturen der verschillende gewesten met den minst inogelijken steun van het leger. Die aanhoudend zeer sterk uitge drukte wenseh der Regeering heeft ten ge volge gehad, dat elk ambtenaar, die nog vooruit wil, altijd adviseert voor een zoo gering mogelijke troepensterkte in zijn ge west, waarbij zij dan, als de zaken eenige jaren goed gaan, de voorzichtigheid allicht uit het oog verliezen. De bezettingen der verschillende gewes ten buiten Java, Midden-Sumatra en Atjeh zijn dan ook ingekrompen tot de kleinste sterkte, die in gewone omstandigheden de rust nog kan handhaven, en onbeteekenende opstandjes kan onderdrukken. Voor alle buitengewone gevallen en voor grootere opstanden, die te eer uitbreken naar gelang de aanwezige troepen kleiner in getal zijn, wordt dan op spoedige hulp door troepen van Java gerekend. Het noodzakelijk gevolg van dit stelsel is, dat bij het zich voordoen van buiten gewone omstandigheden op Java zelf, of in andere deelen van den archipel, zooals thans, nu Atjeh en Lombok zooveel eischen en Java, alsmede Midden-Sumatra, bijna niets meer kunnen missen, de buitenbe zittingen bij ernstige opstanden niet, of nog slechts zeur onvoldoende, zouden kunnen beschermd worden. Zondert men zijn dapperheid en onkreuk bare trouw uit, dan is het Indische Leger verder alles beneden de middelmaat. Het heeft een onvoldoend krachtige in fanterie, onvoldoende artillerie, onvoldoende genietroepen, zoo goed als geen trein,- een onvoldoend werkenden staf, voor den oor log tegen den Enropeeschen vijand te zwakke cavalerie, onvoldoende reerutenopleiding en kadervorming, onvoldoende applicatorische opleiding van den officier. Het eenige goede, waarop het kan bogen, is de geneeskundige dienst in tijd van vrede en de dienst der militaire administratie, ik zeg nog niet eens intendance. En met zoo'n bloedarm leger doet men nog zóó veel, wat zo u men er mee kun nen doen als dat lichaam eens door goed toegediende versterkende middelen weer op krachten werd gebracht! Van den Gouverneur-Generaal van Ned.- Indië is eergisteren nog het volgende tele- graphische bericht ontvangen „Generaal V etter vraagt twee batal jons tot deelneming aan de vermeestering van Tjakra Negara, omdat de aanwezige troepen wegens het vasthouden der posten te gering zijn, indien de vijand massaal stand houdt en Tjakra stuksgewijs moet vermeesterd worden. Alleen deze maand is er nog kans op goed weder voor de operatiën de twee bataljons moeten daarna terug. De Raad van Indië met de com mandanten van land- en zeemacht worden nog gehoord." In aansluiting met dit bericht is Zater dag van den gouverneur het volgende telegram ontvangen„Conform advies van den raad van Indië, van den legercomman dant en den admiraal, is besloten twee bataljons te zenden. Zij kunnen den 17en dezer op de reedc van Ampenan zijn." De Indische bladen geven een breed verslag van den aanval en de inneming van het grootste gedeelte van Mataram op 29 Sept. In den nacht voor den aanval op Mataram hield de artillerie reeds te 2 uur op met vuren, om den Baliërs een rustigen nacht te geven en, zoo mogelijk, in die rust door ons te doen overvallen. De troepen, die van Ampenan zouden uitrukken, stonden reeds te half drie op. Om 4 uur begon de afmarsch. Het aï- mareheeven door de poort van het kampe ment te Ampenan duurde 20 minuten, en de troepenmacht werd, naar men weet, nog versterkt door de bezettingen der posten Arocn, Kaleh en Pagasanga-Oost, welke op hunne beurt werden bezet door de marine landingsdi visie. De aanvals-colonne Frackers trok op de Zuidwestzijde van Mataram aan, waar men wist dat de muur over een breedte van ongeveer 15 pas open was. Om den vijand daar te vcrra-svi waalde men, onder de muren i Mataram, een eind door een riviertje, en werkelijk zou men de Baliërs hebben overvallen, indien niet bij dien tocht door de rivier het geweer vaneen der sol daten ontijdig was afgegaan, waarop wij werden bemerkt en terstond hevig vuur kregen, wat ons de meeste dooden en ge wonden kostte, o. a. den 2n luit. Valken burg, officier sedert 3 Aug. 1891. De onversaagdheid, zoowel van den aan val als van de verdediging is reeds vermeld. Overste Scheuer, die met het 9de den rechtervleugel vormde en eerst Tjakra Negara moest bezig houden en beletten dat de bevolking van daar naar Mataram liep, werd, nadat de aanvalscoionne Mataram was binnengedrongen, vooruit geroepen om het 6de en 7do te helpen, en rukte on stuimig vooruit, waarna men gezamenlijk losging op de poeris. Tot driemalen toe werd door het 9de op de voornaamste poeri gestormd, en de derde maal waren de onzen er in. Tegen 1U uur was men en de poeri. Om half negen werd wel eeu bewijs dan de strijd warm toeging te Ampauan reserve munitie voor de infanterie gevraagd en ebracht door een peloton van de bari- sans, die het kampement aldaar zetten. De wond van majoor Van Blommestein was een schot door den linkervoet, dat hij waarschijnlijk uit een boom kreeg. Hij was juist een poosje voor de bestor ming der poeri bezig, onder het vuur des vijands een paar stukken te vernagelen, die bij een kruithuis waren opgesteld, toen het ongelukkige sehot dat hem trof, hem in die aangename bezigheid stoorde. De wond van luit. Broekman, een ge vaarlijk schot in de lenden, van den 2den luit. Grootenboer in de buikstreek, waar van het minder gevaarlijke afhing van de vraag, of het eeu omloopend dan wel een doordringend schot was. Den volgenden dag, den 30sten Sept., kwamen er weer troepen terug onder gene raal Segov, om de werkzaamheden der genie en der dwangarbeiders te dekken. Ofschoon er met bijna bovenmensckelijke kracht wordt gearbeid, vordert liet vernie lingswerk betrekkelijk langzaam. Men kan zich van dien reuzenarbeid geen voorstel ling maken als men bet niet gezien heeft. Om plm. 4 uur n. m. van dien dag ge beurde er iets, wat de vreugde over het succes van den vorigen dag aanmerkelijk verkoelde. Terwijl de werkzaamheden in vollen gang waren en er van den vijand geen spoor te zien was, kwamen er uit het, wel nog niet veroverde, maar volgens honderde Sassaks verlaten N. W. gedeelte twee Sassaks de een voorzien van een holl. en de andere van een witte vlag. Ze kwamen mededeelen, dat er zieh in bedoeld gedeelte op 'n kleinen afstand, een kruit- of munitie-magazijn bevond en boden zich aan om de plaats, waar het was, aan te wijzen. Een peloton inf. onder den van het Nederl. leger gedetacheerden le luit. Van Oppen werd gecommandeerd om met eenige dwangarbeiders er heen te gaan en die munitie weg te halen, De kapitein Van Erpecum, een zeer veel be lovend en hoogst ontwikkeld officier, sloot zich met den kapitein Grietkuysen bij van Oppen aan. Het peloton marcheerde met de voorge schreven veiligheidsmaatregelen af en volgde de aanwijzing van de verraders. Men ging een nauw straatje in, volgde dit 'n 100 150 pas en sloeg daarna links af een nog smaller steegje in. Nauwelijks was men daar een eind in, of men kreeg plotseling een hevig vuur. U begrijpt, dat wanneer zoo'n nauw steegje in de lengte beschoten wordt, er bij no niemand ongedeerd in of uit komt. De kapitein van Erpecum, de luit. Van Oppen en 'n 5tal minderen sneuvelden als 't ware op de plaats, terwijl gewond wer den de kapitein Griethuijsen en 10 a 12 minderen. Een der verraders werd op de plaats gedood, terwijl de andere in onze handen viel en gisteren-avond om 6 uur, met nog een spion, werd opgehangen. Gisterenmorgen om 7l/« uur werden beide officieren te Ampenan op militaire wijze begraven. De pastoor en de kolonel, chef van den staf, spraken een hartelijk woord bij de geopende groeven, waarvan de aan blik ons tot weemoed stemde. Arme kame raden geen eervollen soldatendood stierft gij, maar gij vielt als slachtoffer van een snood verraad. We zullen trachten u te wreken en uwe nagedachtenis in eere hou den. Rust in vrede i Wat nu de verdere plannen zijn, is na tuurlijk 'n diep geheim. Nog vergat ik u te melden dat de vijand den 29en pl. m. 200lijken op het gevechts terrein achterliet en de kroonprins Ketoet zich volgens spionnenberichten gedood heeft. Nog dient medegedeeld te worden, dat het verraad, gepleegd te Mataram in den middag van den 30 Sept., uitgegaan moet zijn van Goesti Nioman Kalen. Omtrent de Sassaks schrijft men Waren die ellendige luilakken van Sas saks andere kerels, dan was het anders, maar op hulp behalve waar het te rampassen geldt of het „gorengen" van den overwonnen Balinees in zijne woning valt in geen enkel opzicht op die vrien delijke luidjes te rekenen. Een groot deel van Mataram wordt ook bewoond door die Sassaks, maar die zijn zeker de ware broeders niet, ook al haas ten ze zich met dadelijk witte vlaggetjes uit uit te steken, zoodra wij naderen en hun te sterk blijken.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 2