School nieuws.
lUXH LSZAIi i;
Gemengde Berichten.
Men meldt ons uit Zeist.
Het was Honderdagavond jl. voor de
gemeente te Zeist eene gewichtige en voor
de Zending der Geref. Kerken eene ver
blijdende ure. Immers het oogenblik was
aangebroken, waarop Ds. Adriaanse, afge
vaardigd zou worden naar Midden-Java
om onder de Heidenen en Mohammedanen
het Evangelie van Christus te verkondigen.
Wat een treffenden aanblik leverde die
samenkomst op. In het schoone kerkge
bouw was geen enkele plaats onbezet ge
bleven. Aan die schare was het te zien
dat zij verkeerde onder den indruk van
dezen plechtigen stond.
Under het zingen trad nu 't eerst ds.
van Minnen van Utrecht op, en wees naar
aanleiding van de woorden „wees een
zegen" op een rijke belofte, die ook
den arbeid van Br. Adriaanse gold, en welke
hem met zijne eehtgenoote bemoedigen
kon, nu zij evenals Abraham eertijds zich
genoodzaakt zien het vaderland te verlaten,
maar tevens herinnerde hij aan den zegen,
die in dit woord tot hen kwam.
Daarna verkreeg ds. Donner van Leiden,
de zendingsdirector het woord. In passende
bewoordingen herinnerde hij aan de be-
teekenis van deze ure voor de gemeente te
Zeist, voor ds. Adriaanse en voor de Zen
ding. De toon, welken hij aansloeg, bracht
de gevoelige snaren der ziel in beweging,
en toen hij er toe overging om het For
mulier voor te lezen heerschte er eene
stilte, die aangrijpend was, en toen hij
vroeg wat is uw antwoord en ds. Adri
aanse met zijne klankvolle stem het „ja
ik van ganscher harte" deed hooren, was
de vergadering rijp om met gebroken hart
en uit volle borst de bede te uiten „Dat
's Heeren zegen op u daal, Zijn gunst
uit Zion u bestraal."
Heen, wie dit bijwoonde, verwonderde
het niet, dat er belangstelling te lezen was
in 't oog, zoodra ds. Adriaanse zelf nog
eenige woorden spreken zou, en het waren
schoone woorden. Hij gunde ons een en
kelen blik op de geschiedenis van zijn
leven, en helder kwam uit, dat God zelf
die geschiedenis aangelegd had op deze ure,
en waarlijk het deed ieder goed, toen hij
alle bewondering en vereering afwees, wijl
het voor hem geen roem was. Alle hulde
behoorde aan God, die zijn wil had ge
bogen, en hem dien lust had geschonken.
„Hem was de nood opgelegd."
Niet gemakkelijk was het om nu nog
te spreken. Toch kweet ds. Ferinya van
Klundert zich goed van zijne taak. De
woorden welke hem de stof tot een har
telijk slotwoord verschaften ontleende hij
aan Hebr. 11
Het was waarlijk eene verblijdende ure.
Eenigermate verstonden wij, hoe het de
gemeente te Zeist te moede moet geweest
zijn, toen zij haren Leeraar, die met zoo
veel zegen aldaar gearbeid heeft, moest
afstaan, maar ook hebben wij ons innig
verblijd, dat de Heere zulk een man ver
bonden heeft aan het te lang verwaarloosde
Zendingswerk.
Chr. Ger. Kerk.
Bedankt voor Rotterdam door ds. Ph
J. WeBsels te Zierikzee.
De heer K. Bakker, onderwijzer aan de
Chr. school alhier, heeft tegen Februari
e. k. ontslag aangevraagd uit zijne be
trekking.
Arrondissernents-Reehtbank te Middelburg.
De rechtbank behandelde Zaterdag in
gesloten zitting de zaak tegen J. H. C. W.,
beklaagd van onzedelijke handelingen. Het
O. M. eischte 3 jaren gevangenisstraf, met
mindering van den in hechtenis doorge-
brachten tijd en ontzetting van burger
rechten.
De ambtshalve verdediger, mr. C. Lucasse,
concludeerde tot vrijspraak, op grond van
zwak bewijs.
Uitspraak Dinsdag 20 November a. s.
Als een bijzonderheid kan men melden,
dat bij den landbouwer A. Philipse te
Nieuw- en Sint Joosland een varken is ge
slacht van 676 pond, en waarvan 't spek 18
duim dik was.
De pogingen doer de letterzetters te
Middelburg aangewend, door toezending
van een adres aan de patroons, om hooger
loon te bedingen hebben aanvankelijk
succes, wijl een der voornaamste aange
schreven drukkers aldaar eene flinke loons-
verhooging voor alle gezellen met 1 Janu
ari a. s. heeft toegezegd.
Generaal Dumonceau en kapitein Yan
den Bosch vertrokken heden naar St. Pe
tersburg, teneindeH.Mde Koningin-Regentes
bij de begrafenis van keizer Alexander te
vertegenwoordigen, en aan diens opvolger
keizer Nicolaas II een brief van rouwbe
klag aan te bieden.
Waarde. In de jl. Zaterdag gehouden
gemeenteraadsvergadering is met meerder
heid van stemmen herbenoemd tot lid van
het algemeen armbestuur de heer M. Wabeke.
Verder besloot de raad om in hetvolgende
jaar al de wegen te begrinten, welke door
het polderbestuur daarvoor nog in aan
merking komen, de gezamenlijke lengte der
wegen bedraagt 77U9 M.
Indien het weder zulks toelaat, zullen
de wegen zoo vroeg mogelijk uitgekist en
onder profiel gebracht worden, zoodat de
werkende stand met vertrouwen het voor
jaar en den zomer kan te gewoet zien.
De 1000 Meter grintweg welke dit jaar
werden aangelegd, zijn jl. Zaterdag door
den aannemer den heer Visser te Hans-
weert ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders opgeleverd. De gemeente krijgt
deze wegen cadeau van het waterschap
Waarde, dat mede de jaarlijksche kosten
van onderhoud betaalt.
In de gemeenteraadszitting, jl. Vrijdag
te Zaamslag gehouden, werd op een be
zwaarschrift van F. de Ruijter tegen ge
lijkstelling van los- en laadgeld, voor het
lossen van pulp met dat voor inlading van
snikerpeeën (15 cent de 1000 KG.) en ver
zoek om vrijstelling van los- en laadgeld,
ten einde den invoer van pulp te bevorderen,
of vaststelling vaneen matig tarief, gunstig
beschikt in dien zin, dat een losgeld van
5 cent de 1000 KG. word bepaald.
Aan den doodgraver op de algemeene
begraafplaats werd eene verhooging van
jaarwedde toegestaan van f 10" en met in
gang van 1 Januari e. k. deze mitsdien
bepaald op f 100, zulks op zijn verzoek,
gegrond op meerdere hem opgelegde werk
zaamheden, wegensplaatsing van grafpaaltjes
en bij houding eenor kaart der graven. De
tuin bij het gemeentehuis werd onderhands
verhuurd voor f 10 in het jaar, ingaande
1 Januari 1895.
Een voorstel van B. en W. om in be
ginsel te besluiten tot het vervangen der
grintbaan in den Kleine-Huisenspolder naar
de gemeentelijke los- en laadplaats door
lierbestrating werd verworpen met 4 tegen
3 stemmen. Voor stemden de leden van
het dagelij kseh bestuur. De weg is lang
ongeveer 1750 M. en het werk wordt voor-
loopig geraamd op f 18,900.
Beter slaagde een voorstel van hetzelfde
college tot het gedeeltelijk uitdiepen der
vaargeul aan de losplaats, n.l. ter diepte
van 0.65 M. Hiertegen stemde slechts 1
lid, doch 2 anderen stemden nog voor omdat
de gemeente gedwongen was het ta doen,
daar de schippers anders niet meer konden
aankomen. Een van deze wierp de schuld
op B. en W., die het doorzetten van het
havenplan hadden tegengehouden. De
minderheid was van meening, dat na uit
dieping het er weer zeer spoedig zal zijn
opgeslikt, dat het geld weggooien was, ook
omdat de grond later zou kunnen gebruikt
worden bij aanleg van een haven.
Op voorstel van een der leden werd
met 5 tegen 2 stemmen besloten het toezicht
op de uitdieping op te dragen aan den heer
J. C. Eijke. (M. C.)
Als eene eigenaardigheid in zake de
loting voor de nationale militie wordt ge
meld, dat de 4 zoons van L. Franssen te
Brunsen niet alleen vrijgeloot zijn, maar
ook tevens allen nummer 12 getrokken
hebben.
Uit een kermiswagen van zekeren
Feije te Winschoten is eene brandkast met
f 6000 h 10,000 gestolen. Het drietal
knechten van Feije is, zooals uit nasporing
der politie bij kt, jl. Donderdagmorgen
vroegtijdig met. de stoomtram vertrokken
in de richting Stadskanaal, en dienzelfden
middag ruim 12 uur met den trein van
Zuidbroek met plaatsbiljetten voor Breda.
Te Winschoten zijn in eene sloot de openge
broken ijzeren geldkist en een breekijzer
van aanzienlijke afmeting teruggevonden.
Iemand die met een langen stok bij zich
over eene afsluiting heenstapte en met den
stok in het water steunde, stootte op een
hard voorwerp en ontdekte op die wijze
de geledigde kist, zoomede het andere
voorwerp.
In de Kerk. Ct. deelt, iemand mede,
dat vele kerkarchieven in treurigen toe
stand verkeeren. Doch het ergste maakte
het een predikantsvrouw die de kast te
goed gevonden had voor dien ouden rom
mel en ze tot bergplaats harer japonnen
had ingericht. De archieven waren een
voudig ten vure gedoemd.
Moord te Enkhuizen. Woensdagmid
dag ongeveer vier uur verliet de vleesch-
houwer L. Greiner te Enkhuizen met
een vrij aanzienlijke som geld bij zich, zijn
woning om met iemand, met wie hij zaken
deed af te rekenen. Sedert hij zijn woning
verliet vernam men niets meer van hein
totdat Londerdagmorgen zijn lijk werd ge
vonden in de Zuider-Boerenvaart, voorover
liggende, met een touw strak om den hals
getrokken en met een wonde aan het ach
terhoofd. Het touw was met twee slagen
om den hals gebonden en in den nek vast
geknoopt, zóo stijf dat men er geen vinger
tusschen kou krijgen.
Het geld, dat de verslagene bij zich had
toen hij zijn woning verliet, was verdwenen.
Zijne ledige portemonnaie, vier centen en
een knoop van zijn slagersjas vond men op
eenigen afstand, waar de misdaad dus waar
schijnlijk heeft plaats gehad. Daar is de
heerGreinerongetwijfeldovervallen en eerst
later naar de vaart gesleurd waar zijn lijk
werd aangetroffen.
Afzonderlijke bekers voor de avondmaals-
bediening zijn aangeschaft door de leden
van de Baptistenkerk te Brooklyn (N. A.). De
nieuwe methode werd genomen na een alge
meene stemming onder de leden, waarbij
de leeraar ds. Jacs. H. Gunning zijne ge
meente wees op het, betere van den afzon
derlijken drinkbeker. Het feit dat een
lid van de gemeente nog slechts enkele
dagen geleden gestorven was tengevolge
van een kanker aan de tong, werd aange
haald en toen daarop de stemming plaats
had bleek dat alle leden de voorkeur ga
ven van het plan van afzonderlijke bekers.
Men besloot 201) bekers te koopen tegen
35 rent het stuk.
De Braziliaansche miilionair barun
Fersau was zuinig in kleinigheden, doch
in grootere dingen zeer verkwistend. Het
was een van zijn eigenaardigheden, om den
kelluers nooit fooien te geven, waarom al
de bedienende geesten uit Rio Janeiro hem
weinig beleefd bedienden. Op zekeren mor
gen ontbeet de nabob in een der eerste
restaurants en bestelde, nadat hij reeds een
cotelette gebruikt had, een tweede.
„Mijnheer de baron", zei de kellner. „wij
zijn niet gewoon aan een gast tweemaal
hetzelfde gereebt te geven". „Zoo V" ant
woordde de baron, stond op en verliet de
zaal. Tien minuten later keerde hij terug
en riep: „Kellner!" Dezelfde kellner
verscheen. „Ik heb dit hotel gekocht
en ben hier heer en meesterdaar ik even
wel van oordeel ben, dat gij do gasten
slecht bedient, stuur ik u onmiddellijk
weg". Toen wendde hij zich tot een anderen
kellner met de woorden „Kellner, nog een
cotelette
Een goede hutspot. In Audenaarde
werd een feest gevierd, ter eere van de
jongste verkiezingen. De „clou" van dat
feest is geweest, het aanbieden van een
hutspot aan de gekozen senatoren en afge
vaardigden. Voordat hutspotje is gebruikt:
251) kilo aardappelen, 161) kooien, 150 sel
derijkoppen, 50 kilo prei, 25 kilo penen,
50 kilo rapen, 25 kilo wortelen, 25 kilo
uien, 30 kilo ossonvleesch, 2 varkens,
2 schapen en 115 meter worst!
Bon appétitIn Leiden is hutspot lek
kerder
De winter is, evenals hier, ook in
Frankfort een zware tijd voor de vogeltjes,
welke ons ook in dat jaargetijde getrouw
blijven. Om den kleinen het leven zoo
dragelijk mogelijk te maken, heeft men in
Frankfort besloten 80 voederplaatsen te
maken in de stad en de omgeving en nog
120 in verschillende tuinen.
Volgens de jongste statistiek waren
er het voorgaande jaar in Ierland 611 per
sonen, die 95 jaar of daarboven oud waren.
Daarvan waren 295 mannen en 316 vrou
wen. Zes-en-zestig mannen en 78 vrouwen
waren 100 jaar of nog ouder. Bij velen is
evenwel het geboortejaar niet met zeker
heid vast te stellen. Het is trouwens niets
bijzonders dat een Ier niet weet, wanneer
hij geboren is.
Hoe vermaken zich de dieren
De lust tot spelen ontwikkelt zich bij
dieren al zeer vroeg. Onze viervoetige
vrienden schijnen dat te weten en het als
een gedeelte van hunne ouderlijke plichten
te beschouwen hunne jongen te vermaken.
Een fret, een kat, oen hond, al deze dieren
spelen met hunne jongen en eene leeuwin
speelt met haar welpen. Eene merrie speelt
met haar veulen, maar in de koe of in
vogels schijnt dit instinct minder j ontwik
keld te zijn.
Eene kudde lammeren werd eens opge
merkt in aangrenzende velden, die door
eene heining met verscheidene openingen
er in van elkaar gescheiden waren. „Al
wie me lief heeft volgt mij" scheen het
geliefkoosde spel bij deze kudde te zijn;
het grootste lam ging vooraan het veld
rond, sprong door de opening en werd
door al de andere achter elkaar gevolgd.
Elk lam, dat den sprong bizonder goed nam
deed nog een paar sprongen uit louter pret,
als het aan de andere zijde was.
Jonge herten speelden een sosrt van
stuivertje wisselen van den eenen kant
naar den anderen en de aanraking was aan
den neus.
Het spel van kleine biggen bestaat door
gaans in wedrennen. Wedijver schijnt een
gedeelte van hun vermaak uit te maken,
want hun wedrennen schijnen er altijd om
te doen te zijn wie het eerst aan hun doel
is en zijn heel anders dan hun hard door
elkaar loopen om voedsel of als zij opge
jaagd worden. Wedrennen is sommigen
dieren aangeboren en als zij door anderen
er op afgericht zijn, wordt het een vau
hunne opwekkendste vermaken.
Vele paarden en alle honden leeren
zoo vurig worden om een wedstrijd te
winnen als schooljongens. Vooral bij wind
honden is de wedijver sterk ontwikkeld,
want de heerschende gedachte in eiken
hond schijnt niet zoozeer te zijn den haas
te vangen, als wel de andere honden te
beletten om het te doen. En zoowel bij
het jagen als bij het rattenvangen schijnen
de honden een instinct te hebben, om de
dieren, die zij vangen, niet te verslinden,
maar zij vergenoegen zich met hen te
dooden.
Vogels vermaken zich door het vrij en
grillig gebruik maken van hunne vleugels.
Er is oen ontzaglij k groot verschil tusschen
het vliegen van vogels „voor zaken" en
voor vermaak en vele soorten zullen op
mooie dagen louter voor plezier zeer hoog
vliegen.
Een lastig geval. Te Grattezie, in
Italië, kwamen dezer dagen zeven politie
agenten tn bnrgerkleeding, aangevoerd door
een commissaris, op een avond in het kloos
ter Gibtlmana, waar zij voor den nacht een
onderkomen vroegen. Toen zij, desgevraagd,
verklaarden beambten van den veiligheids
dienst te zijn, werden zij 'door de klooster
broeders gastvrij antvangen. Weldra ech
ter speet het den broeders, onbekende man
nen in bet klooster opgenomen te hebben.
Het zou niet de eerste keer zijn, datstruik-
roovers zich als politiemannen vermomden
en de monniken begonnen voor hun leven
te vreezen. Zij zonden derhalve tersluiks
een boodschap naar den naastbijgelegen po
litiepost en de wakkere carabinieri aar
zelden ook niet lang, maar trokken, tot
aan de tandon gewapend, naar het kloos
ter op, hetgeen een gedeelte vau hen om
singelde, terwijl de overigen naar binnen
drongen, waar zij de politiebeambten in
hechtenis wilden nomen. Dat ging den wa
kers voor de openbare veiligheid toch wel
wat al te ver en van hun kant namen zij
do gendarmen gevangen. Na heel wat ge
redetwist, wie eigenlijk de ware dienaars
van den sterken arm der wet waren, bleek
het, dat zoowel de politiebeambten als de
karabiniers echt waren en werd de kwestie
met een goed glas wijn afgedronken.
as .uit. s -uasec a v* «~sa—arsaa—i^—
LOMBOK.
De Indische correspondent van De Ne
derlander schrijft onder meer:
Op dit oogenblik is liet een niette loo
chenen feit dat wij den toestand nergens
afdoende beheersehen, noch op Atjeh, noch
op Lombok, Celebes, Sumatra of zelfs Java,
dat wij, overheerschers, overal afhankelijk
zijn van de welwillendheid of de vrees
van inlandsche vorsten, die hunne krachten
nog niet voldoende kennen, en daarom thans
nog bang zijn om niet volkomen te slagen
als zij zich tegen ons zouden verzotten,
doch hoe lang zal die angst nog duren
Tengevolge van de groote geldelijke of-
fers, waarmede elke daadwerkelijke machts
uitbreiding gepaard gaat, wordt door de
Regeering veel te hoogen prijs gesteld op
het besturen der verschillende gewesten
met den minst inogelijken steun van het
leger. Die aanhoudend zeer sterk uitge
drukte wenseh der Regeering heeft ten ge
volge gehad, dat elk ambtenaar, die nog
vooruit wil, altijd adviseert voor een zoo
gering mogelijke troepensterkte in zijn ge
west, waarbij zij dan, als de zaken eenige
jaren goed gaan, de voorzichtigheid allicht
uit het oog verliezen.
De bezettingen der verschillende gewes
ten buiten Java, Midden-Sumatra en Atjeh
zijn dan ook ingekrompen tot de kleinste
sterkte, die in gewone omstandigheden de
rust nog kan handhaven, en onbeteekenende
opstandjes kan onderdrukken. Voor alle
buitengewone gevallen en voor grootere
opstanden, die te eer uitbreken naar gelang
de aanwezige troepen kleiner in getal zijn,
wordt dan op spoedige hulp door troepen
van Java gerekend.
Het noodzakelijk gevolg van dit stelsel
is, dat bij het zich voordoen van buiten
gewone omstandigheden op Java zelf, of
in andere deelen van den archipel, zooals
thans, nu Atjeh en Lombok zooveel eischen
en Java, alsmede Midden-Sumatra, bijna
niets meer kunnen missen, de buitenbe
zittingen bij ernstige opstanden niet, of
nog slechts zeur onvoldoende, zouden
kunnen beschermd worden.
Zondert men zijn dapperheid en onkreuk
bare trouw uit, dan is het Indische Leger
verder alles beneden de middelmaat.
Het heeft een onvoldoend krachtige in
fanterie, onvoldoende artillerie, onvoldoende
genietroepen, zoo goed als geen trein,- een
onvoldoend werkenden staf, voor den oor
log tegen den Enropeeschen vijand te zwakke
cavalerie, onvoldoende reerutenopleiding en
kadervorming, onvoldoende applicatorische
opleiding van den officier.
Het eenige goede, waarop het kan bogen,
is de geneeskundige dienst in tijd van vrede
en de dienst der militaire administratie, ik
zeg nog niet eens intendance.
En met zoo'n bloedarm leger doet men
nog zóó veel, wat zo u men er mee kun
nen doen als dat lichaam eens door goed
toegediende versterkende middelen weer
op krachten werd gebracht!
Van den Gouverneur-Generaal van Ned.-
Indië is eergisteren nog het volgende tele-
graphische bericht ontvangen
„Generaal V etter vraagt twee batal
jons tot deelneming aan de vermeestering
van Tjakra Negara, omdat de aanwezige
troepen wegens het vasthouden der posten
te gering zijn, indien de vijand massaal
stand houdt en Tjakra stuksgewijs moet
vermeesterd worden. Alleen deze maand
is er nog kans op goed weder voor de
operatiën de twee bataljons moeten daarna
terug. De Raad van Indië met de com
mandanten van land- en zeemacht worden
nog gehoord."
In aansluiting met dit bericht is Zater
dag van den gouverneur het volgende
telegram ontvangen„Conform advies van
den raad van Indië, van den legercomman
dant en den admiraal, is besloten twee
bataljons te zenden. Zij kunnen den 17en
dezer op de reedc van Ampenan zijn."
De Indische bladen geven een breed
verslag van den aanval en de inneming van
het grootste gedeelte van Mataram op 29 Sept.
In den nacht voor den aanval op Mataram
hield de artillerie reeds te 2 uur op met
vuren, om den Baliërs een rustigen nacht
te geven en, zoo mogelijk, in die rust door
ons te doen overvallen.
De troepen, die van Ampenan zouden
uitrukken, stonden reeds te half drie op.
Om 4 uur begon de afmarsch. Het aï-
mareheeven door de poort van het kampe
ment te Ampenan duurde 20 minuten, en
de troepenmacht werd, naar men weet, nog
versterkt door de bezettingen der posten
Arocn, Kaleh en Pagasanga-Oost, welke op
hunne beurt werden bezet door de marine
landingsdi visie.
De aanvals-colonne Frackers trok op de
Zuidwestzijde van Mataram aan, waar men
wist dat de muur over een breedte van
ongeveer 15 pas open was. Om den vijand
daar te vcrra-svi waalde men, onder de
muren i Mataram, een eind door een
riviertje, en werkelijk zou men de Baliërs
hebben overvallen, indien niet bij dien tocht
door de rivier het geweer vaneen der sol
daten ontijdig was afgegaan, waarop wij
werden bemerkt en terstond hevig vuur
kregen, wat ons de meeste dooden en ge
wonden kostte, o. a. den 2n luit. Valken
burg, officier sedert 3 Aug. 1891.
De onversaagdheid, zoowel van den aan
val als van de verdediging is reeds vermeld.
Overste Scheuer, die met het 9de den
rechtervleugel vormde en eerst Tjakra
Negara moest bezig houden en beletten dat
de bevolking van daar naar Mataram liep,
werd, nadat de aanvalscoionne Mataram
was binnengedrongen, vooruit geroepen om
het 6de en 7do te helpen, en rukte on
stuimig vooruit, waarna men gezamenlijk
losging op de poeris. Tot driemalen toe
werd door het 9de op de voornaamste poeri
gestormd, en de derde maal waren de onzen
er in.
Tegen 1U uur was men en de poeri. Om
half negen werd wel eeu bewijs dan
de strijd warm toeging te Ampauan
reserve munitie voor de infanterie gevraagd
en ebracht door een peloton van de bari-
sans, die het kampement aldaar zetten.
De wond van majoor Van Blommestein
was een schot door den linkervoet, dat
hij waarschijnlijk uit een boom kreeg.
Hij was juist een poosje voor de bestor
ming der poeri bezig, onder het vuur des
vijands een paar stukken te vernagelen,
die bij een kruithuis waren opgesteld, toen
het ongelukkige sehot dat hem trof, hem in
die aangename bezigheid stoorde.
De wond van luit. Broekman, een ge
vaarlijk schot in de lenden, van den 2den
luit. Grootenboer in de buikstreek, waar
van het minder gevaarlijke afhing van de
vraag, of het eeu omloopend dan wel een
doordringend schot was.
Den volgenden dag, den 30sten Sept.,
kwamen er weer troepen terug onder gene
raal Segov, om de werkzaamheden der
genie en der dwangarbeiders te dekken.
Ofschoon er met bijna bovenmensckelijke
kracht wordt gearbeid, vordert liet vernie
lingswerk betrekkelijk langzaam. Men kan
zich van dien reuzenarbeid geen voorstel
ling maken als men bet niet gezien heeft.
Om plm. 4 uur n. m. van dien dag ge
beurde er iets, wat de vreugde over het
succes van den vorigen dag aanmerkelijk
verkoelde. Terwijl de werkzaamheden in
vollen gang waren en er van den vijand
geen spoor te zien was, kwamen er uit het,
wel nog niet veroverde, maar volgens
honderde Sassaks verlaten N. W. gedeelte
twee Sassaks de een voorzien van een
holl. en de andere van een witte vlag.
Ze kwamen mededeelen, dat er zieh in
bedoeld gedeelte op 'n kleinen afstand, een
kruit- of munitie-magazijn bevond en boden
zich aan om de plaats, waar het was, aan
te wijzen. Een peloton inf. onder den
van het Nederl. leger gedetacheerden le
luit. Van Oppen werd gecommandeerd om
met eenige dwangarbeiders er heen te
gaan en die munitie weg te halen, De
kapitein Van Erpecum, een zeer veel be
lovend en hoogst ontwikkeld officier, sloot
zich met den kapitein Grietkuysen bij van
Oppen aan.
Het peloton marcheerde met de voorge
schreven veiligheidsmaatregelen af en volgde
de aanwijzing van de verraders. Men ging
een nauw straatje in, volgde dit 'n 100
150 pas en sloeg daarna links af een nog
smaller steegje in. Nauwelijks was men
daar een eind in, of men kreeg plotseling
een hevig vuur. U begrijpt, dat wanneer
zoo'n nauw steegje in de lengte beschoten
wordt, er bij no niemand ongedeerd in of
uit komt.
De kapitein van Erpecum, de luit. Van
Oppen en 'n 5tal minderen sneuvelden als
't ware op de plaats, terwijl gewond wer
den de kapitein Griethuijsen en 10 a 12
minderen. Een der verraders werd op de
plaats gedood, terwijl de andere in onze
handen viel en gisteren-avond om 6 uur,
met nog een spion, werd opgehangen.
Gisterenmorgen om 7l/« uur werden beide
officieren te Ampenan op militaire wijze
begraven. De pastoor en de kolonel, chef
van den staf, spraken een hartelijk woord
bij de geopende groeven, waarvan de aan
blik ons tot weemoed stemde. Arme kame
raden geen eervollen soldatendood stierft
gij, maar gij vielt als slachtoffer van een
snood verraad. We zullen trachten u te
wreken en uwe nagedachtenis in eere hou
den. Rust in vrede i
Wat nu de verdere plannen zijn, is na
tuurlijk 'n diep geheim.
Nog vergat ik u te melden dat de vijand
den 29en pl. m. 200lijken op het gevechts
terrein achterliet en de kroonprins Ketoet
zich volgens spionnenberichten gedood
heeft. Nog dient medegedeeld te worden,
dat het verraad, gepleegd te Mataram in
den middag van den 30 Sept., uitgegaan
moet zijn van Goesti Nioman Kalen.
Omtrent de Sassaks schrijft men
Waren die ellendige luilakken van Sas
saks andere kerels, dan was het anders,
maar op hulp behalve waar het te
rampassen geldt of het „gorengen" van
den overwonnen Balinees in zijne woning
valt in geen enkel opzicht op die vrien
delijke luidjes te rekenen.
Een groot deel van Mataram wordt ook
bewoond door die Sassaks, maar die zijn
zeker de ware broeders niet, ook al haas
ten ze zich met dadelijk witte vlaggetjes
uit uit te steken, zoodra wij naderen en
hun te sterk blijken.