a v* NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH ZSt burg. X* z 5 •»y* z. a. 100 Saferiaij 10 flooem6ec. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN isterdam, 6 November. yslttningen. Vorig 2% 91»/. 928/ 10Ü% 1017/. 9#$ 70 Z 743/, 86% soi ai 80 80% 805/ 803/, 81 /a 1001/4, 98% - 27% - 24% - 34% 8t% 731/ - 1123/, - "7% - 93 943/* 95% »5% 99% 10% 91% 91% 18% 23% «7% - U876 3% 4 4 F1 4% 4 Umait 5 4 Et. f 1000 5 Aug. i Juli 4 let. 5 4 Ik. 1644 4 4 m. *oup. 8 s( tick«t 3 iSS-89 4 1S20 5% 5 i* '44 5-625 Z.R. 4 M 4 Iloji* 4 RoUok. 4 -'69 4 4 t 109 8 6 i Sok. 4 *■88 OU '88 §88 Ï89 4 103 8 67% 701/4 4% 587/, 79 4% 78 4 75% 75 18% - 6 48 48 89% 40 Stsdslijke Lemingen. 3% 100% 100 8% 1ÜO 1001/, 8-83 8% 100% 100% ■anciitU Ondernemingen. si. 861/. 164 '8br. 4% dito 4 1011/. Ik. 4% - - I" 4 lOll/, 101 A**4. 70 4% - 4 .017/, 8% «9% - 4% 102% 4% 103 110 150 - 101 4 102 4% IO3I/4 - - 84% 837/| 211 211 287/, - 4% 1033/4 Li lit* Jidkr. it* S 63 4 4% »7»/« 98 Weghemngen. 4**4. 1021/, Oklig. 8 881/, S% 99% 8% 101 - 23»/, -1000 - Hl 1/4 ƒ80 39% |9. 8 477/, 8 |2% JA. 13S |ii*. r iit 4% »9% Mo 4 94% 84% 1(>2% Okl. 4% ïs'/i ,02% l0*jg 12% 1013/4 1027/, 104»/, *1% 18% 98% 100% 84% 100% 1(0% 14% 109 18 *9% 100% 54 IS'/* 81 101% 104 1093/, 1(6% 12 108% 88 naatschapptytn. - 194 f- loos/, 4 9« f.1 - II 102% 1-Leening en. 100 t los»/. 100 8 1097/, 3 1087/, A*nd. 87 r. 100 27/, 102% - 100 2% 102% 8. 100 130 0 4 5 100 100 100 1. 2» Ofclif. C.T.O OMIB. Obl. dito A. d. i A. Ad. Ad. v. A. Iblig. 7 T. A. 102% 101 48% 12% 137 9,8/4 «4% 88% 104% 93 1047/, 1027/, «7 94% 15% 100% 100% 1001/, 18% 6»% l<% 101% 106% 12% 1003/, 63 10»% 160 8 te. 110 400 122 120% 159% 157% 148 152 130 41% 121% 160 140 Ho. -18. 1894. Hegegife ïaatgang. 40% 80% elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p.p...»0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Er bestaat in Friesland eene vereeniging tot stichting en instandhouding van scho len met den Bijbel in Frieslands Zuid Oost hoek. Aan het verslag van het le boek jaar dier vereeniging wenschen wij een en ander te ontleenen. De vereeniging klaagt over gemis aan algemeene medewerking, ja ook ondervond zy tegenkanting van de zijde van broederen. Toch is de sympathie voor haar streven wassende en zoo zegt het verslag „dit werkte gunstig terng op de christenen in onze omgeving, dit met verlangen uitzien naar Christelijk onderwijs in hunne nabij heid en die, naast God, van de Christenen in den lande de vervulling hunner hope verwachten. Er is belangstelling, er bestaat een verlangen naar scholen met den Bijbel. Een enkel voorbeeld daarvan. „Op een der aan de grenzen van de Zuidoosthoek bestaande scholen met den Bijbel, zenden ouders iederen dag hunne kinderen tegen een vrij hoog school geld over een afstand van ongeveer twee en een half uur gaans, terwijl ze in de onmiddellijke nabijheid kosteloos openbaar onderwijs kunnen genieten. „Spreekt het niet van belangstelling als een werkman, wiens kinderen ook in den winter des morgens voor half zeven van huis gaan, om de christelijke school te bezoeken, zegt„Met vreugde werk ik iederen dag wat langer, want dan help ik eene inrichting steunen, waaraan ik mijne kinderen mag toevertrouwen." En nu kun nen aan de grenzen van den Z.-O.-H. en in een kring van 2 a 2% uur om de be staande scholen de ouders iets doen. Maar •wat blijft dan over voor het centrum? De openbare school 1 „Tal van voorbeelden, van innige belang stelling blijk gevende, konden wij aanvoeren maar de ruimte van dit verslag gedoogt zulks niet. „Thans zal het Bestuur zich opmaken om de eerste school met den Bijbel voor rekening onzer vareeniging te bouwen. Maar eerst overrekenen wij de kosten en dan mogen wij nog niet. Gedachtig aan de les des Heilands wenschen wij niet te bonwen, voor wij berekenen kunnen dat wij ook zullen kunnen voltooien. „En nu zijn de giften en bijdragennog niet voldoende om onzen hartewensch te vervullen. „Dat door God de harten van Neerlands christenen worden geroerd, om voor hunne verlangend uitziende arme broederen in Zuid Oost Friesland te geven ,Scholen in wier schoot het Evange- liezout Uit b|j- en ongeloof een dierbre jeugd be houdt"; want waarlijk, zoo wij niet van buitenaf geholpen worden, wij komen er niet. De toestanden op sociaal gebied zijn treurig, zijn schreiend. „Die ze kennen wil, bezoeke het hart van den Zuidoosthoek: hij zie Juhbega, Schurega, Oudehorne, Hoornsterzwaag, Drachtster Compagnie, Houtigehage en tal van andere plaatsen, om de schrilste tegen stelling op te merken en op de bitterste armoede het oog te vestigen. Dan zal hij zich niet verwonderen dat het socialisme hier welig tiert, maar onze vereeniging hier een schoon veld vond voor den ar beid in Gods koninkrijk. In dit opzicht gloort de dageraad. Straks komt de zon. Als door gemeenschappelijke hulpe, als in de gunst onzes Gods onze vereeniging straks (le eerste school mag openen, dat dan over dezen, door de Christenen van Nederland al te lang vergeten hoek, de Zonne der Gerechtigheid hare koesterende stralen doe opgaan". Aan dit uittreksel uit het verslag voegen wij toe a. dat het bestuur bestaat uit de heeren: Ds. D. Vrieling, Pres. te ScheemdaDs. C. R. v. Lelyveld, V.-P. Appelscha, (thans te Goes)Ds. J. M. E. Steenbeek te Wijn- jeterpL. W. de Vries, Penn. teMinnerls- ga en W. Kroese, Secr. te Drachten. b. dat in 1892 en '93 ontvangen zijn tot een bedrag van f 1245 aan giften en c. dat aan jaarlijksche bijdragen tot een gezamenlijke som van slechts f342.50 is ingeschreven. Make hieruit de milddadige lezer de slotsom op. Het socialisme is slechts op twee wijzen met goeden uitslag te bestrijden. Op stof felijk gebied door medewerking aan de op heffing van alle misstanden voor zoover deze opheffing in het bereik ligt van het particulier initiatiefen op geestelijk ge bied door de stichting van christelijke scho len. Wat hier in 't klein te Den Helder ge zien is, is aan de overzijde in 't groot ge zien in de Vereenigde Staten van Noord Amerika. Verdeeldheid bereidde eene sma delijke nederlaag aan de meerderheid. Gekozen moesten worden de nieuwe leden van het Huis van Afgevaardigden dat in December 1895 bijeenkomt. Nu bestaat de tegenwoordige wetgevende vergadering uit 208 democraten, 127 repu blikeinen en 11 populisten (volksmannen), te zamen 356. En na 1 Maart '95 zal het ongeveer zijn 220 republikeinen en 150 democraten. De logge meerderheid der democraten heeft het dus slechts twee jaar kunnen houden, spijt de energieke pogingen van den president, Cleveland, die haar eendracht en doordenken, vaderlandsliefde en eerlijk heid, geestkracht en onafhankelijkheid wilde inprenten. Zij bleek jammerlijk verdeeld, toen het er op aankwam de hervormingen, tijdens de verkiezingen beloofd, in te voeren. Meer eerzucht dan bekwaamheid schijnt in deze partij te zetelen, en met name Hill, de vertegenwoordiger voor New York, heeft door zijne woelingen meer kwaad be rokkend aan Clevelands bestuur en het zede lijk overwicht zijner party dan alle repu blikeinen te zamen. En nn is het Clevelands grootste eere dat hij het kwaad in zyn eigen partij krach tig aangevat heeft en er eigen macht en gemak voor heeft veil gehad om hetbooze in haar te fnuiken. Hierin is hij gelijk aan zijn voorganger Garfield, een republikein, die mede in zyn eigen partij, het kwaad heeft aangetast door het Conklingstelsel, het stelsel van omkoopen en heioven, tusschen candidaten en kiezers schaamteloos gevoerd, te vernie tigen, eene kloeke daad die hem het le ven kostte. Als zoodanig nu is Cleveland, schoon even eerlijk, minder ongelukkig. Nn kan hij in 1897 eervol aftreden. Hij toch heeft zijne party er een verwijt gemaakt dat zij haar ruim, vry zinnig pro gram op het stuk der tarieven weigerde uit te voeren. Dat zij ondanks hare meer derheid gezwicht is voor den aandrang der republikeinen, en wijzigingen in de tariefwet heeft aangebracht, die meer per- sooniyke baten dan algemeen belang beoog den. Doch tegen de verborgen machten van het persoonlijk belang bleek hij mach teloos. Doch vooral tegen de macht van Tam many Hall, de verdorven inrichting in zyne eigen party, waren steeds zijne wapenen gericht. Het was het stelsel van omkoo- perij en bedrog dat voornamelijk in den staat New-York al sinds jaren zooveel schade had aangericht. En toen de grootste beschermer van dit ongerechtige stelsel, Hill, tevens Clevelands meest geduchte en zelf zuchtige tegenstander, naar het gouverneur schap van dien staat dong, was het Cleve land, die daartegen protesteerdeprotes teerde, ook met de daad, want hij weigerde zich op de kiezerslijst te doen plaatsen. Gevolg van een en ander was dat Hill en de geheele Democratenpartij de neder laag leed met een overmacht tot zelfs van honderd vijftig duizend stemmen. Hadden in New-York de democraten in plaats van meer dan éen candidaat te stellen, zich op eenzelfden candidaat ver- eenigd, zij zouden de meerderheid behou den hebben. I11 Amerika geldt reeds bij eerste stem ming, wat hier te lande by herstemming pas geldt. Yan drie of meer candidaten is hij die de meeste stemmen verkrijgt, ge kozen herstemming kent men er niet. En deze bepaling maakt de verdeeldheid nog gevaariyker. Doch Cleveland is eerlijk genoeg, liever met een eerlykc republikeinsche meerder heid te regeeren, dan met een modderende eigenbelangzuchtige meerderheid uit zijne eigene party Yoorloopig kunnen nu de democraten niets beters doen dan zich aaneensluiten en hun partij zuiveren van de elementen, wier geknoei hoifdzakelijk nu hunneder- laag heeft veroorzaakt. In zoover is de verkiezing in Ameri ka leerzaam geweest en kan zij misschien heilzaam zijn. s De kiesvereenigingen hebben zeker hun plan voor bijeenkomst en samenspreking in de winteravonden ai klaar Zoo niet, dan geven wij hieronder het plan van de Arnhemsche kiesvereeniging. Het zou een leiddraad kunnen zyn voor de onze. Punt 1. Het gezag of de quaestie der souvereiniteit. Hare beteekenis vftor onzen tijd, nn het gezag van verschillende zijden wordt aangerand. Absolute en afgeleide souvereiniteit. Souvereiniteit in eiken kring. De beteekenis der politieke souvereiniteit. De souvereiniteit van Oranje krachtens de historie. Punt 2. De vertegenwoordiging des volks, zooals die zich in de Staten-Generaal, Pro vinciale Staten, en Gemeenteraden afspie gelt. De roeping en de werkkring van elk dier colleges. Deze colleges geen Overheid in den zin van Rom. 131. De vroegere en latere samenstelling van die colleges. Kiesrecht en kiesstelsel. Punt 3 .Zondagsrust en Zondagsheiliging. Hoe noodzakelyk beide zijn, zoowel voor de ziel als voor het lichaam van den mensoh. De quaestie der Zondagsrust en wat tot haar ontstaan heeft bygedragen. De Zondags wet in Nederland, haar inhoud en geschie denis. De Zondagsrust in Arnhem. Wat Patri monium en Nederland en Oranje in deze wenschen. Punt 4. Werkeloosheid en Werkverschaf fing. Wat onder werkeloosheid moet wor den verstaan. Verschillende oorzaken der hedendaagsche werkeloosheid. Hoe haar te bestrijden. Werkverschaffing, hoe die zoo veel mogelyk niet en wel moet zijn. Wat van de zijde der particulieren en van Overheidswege kan worden gedaan om de ramp der werkeloosheid zooveel doenlijk te keeren. Ontginning van heidegrond. Punt 5. Vrijhandel of bescherming. De strijd hierover gevoerd. Wat voor en tegen beide stelsels wordt gezegd. Wat de meest gewensohte toestand als ideaal zou zijn en wat thans eisch van het oogenblik is. Graanrechten. Punt 6. Ons koloniaal bezit. De verhou ding van het Moederland en de Koloniën. Onze roeping en schuld tegenover Indië. De Christianisatie van Indië, eenerzijds door bevordering van den vrijen loop van het Evangelie door kerk en zending, en anderzijds door bestrijding van opium en alles wat den inlander ten bate van ande ren exploiteert. Punt 7. Armverzorging. Wie als armen moeten worden aangemerkt. Wat armen verzorging is en wat haar streven behoort te wezen. De armenverzorging en de par ticuliere liefdadigheid. De hooge betee kenis en de roeping van het diaconaat. De Staat en de verzorging onzer armen. Pant 8. De verdediging van fiet vader land. De oorlog een vloek en een zegen. Vredebonden. Ons nationaliteitsgevoel en de verdediging van den vaderlandschen grond. Wie het vaderland hebben te ver dedigen. Ons leger en de (vloot. Persoon lijke dienstplicht. De zedelijke en geeste lijke belangen van den soldaat. Militairen- tehuizen. Punt 9. De organisatie van het volks leven. De geschiedenis en beteekenis der vroegere gilden in het algemeen en die der ambachtsgilden in het bijzonder. De vroegere gilden en de tegenwoordige Ka mers van arbeid. Zoo mogelijk behandeling van de quaestie der beide-ontginning en onteigening van den bodem. Uit het volgende staatje blij kt hoe de liberalen in België ook bij de jongste ver kiezingen voor de Provinciale Raden ach teruit zijn gegaan. Voorheen. Thans. Cons. Lib. Cons. Lib. Soc. 29 50 73 74 44 16 48 29 13 De enkele 62 Brabant 48 23 Antwerpen 48 3 W. Vlaanderen 73 19 O. Vlaanderen 78 Limburg Luik Namen Luxemburg Henegouwen 43 25 3 15 44 16 30 49 13 30 14 26 41 liberalen hebben dus in geen provincie de meerderheid meer. 37 22 Alleen in Lnik en Henegouwen kunnen zy, en dan nog slechts bi) herstemming en met behulp der andere minderheden, winnendoch in de overige provinciën hebben zij slechts een zeer kleine minder heid. LOMBOK. Meermalen hoorden wy, dat het te be treuren was, dat onze troepeu op Lombok tegenover de repeteergeweren van de Ba- liërs slechts hun enkellader, het Beaumont- geweer konden stellen. Zeer zeker ware het gewenscht geweest, dat ook het Neder- landsch-Indisehe leger reeds met een repe teergeweer ware gewapend geweest. Even wel vergete men niet dat een geoefend schutter met een enkellader nog steeds te verkiezen is boven een ongeoefend schutter met een veellader, en gaat men de verliezen na, welke onze troepen in de maand Sep tember jl. door het repeteervuur der Ba- liërs op Lombok geleden hebben, dan zyn die verliezen, het groot aantal vijanden in aanmerking genomen, niet aanzienlijk te noemen, uitgezonderd natuurlijk wanneer een troep onverwacht bout portant be schoten werd. Wy vermeenen dan ook geene onjuist heid te zeggen, wanneer wy beweren, dat de Baliërs geene geoefende schutters zijn. Zij hebben uitstekende vuurwapenen, maar de zoo noodige oefening in het gebruik dier wapenen ontbreekt. Nog een factor in ons voordeel is, dat met de algemeene invoering, zouden we kun nen zeggen, van de repeteergeweren of ka rabijnen by de Baliërs, hun vertrouwen in de blanke wapenen, voornamelijk in de Ba- lineesche lans, verloren schijnt te zijn ge gaan. Zoowel hij de Balische expedities van de jaren 1846, '48 en '49 alsook by die van 1868, kwamen de verwoede aanvallen op onze troepen door de met lange lansen, soms zelfs ter lengte van 3 a 4 M., gewa pende Baliërs nog veelvaldig voor. Nu hebben die aanvallen, zoover we hebben kunnen nagaan, nog niet plaats gehad. Trou wens het is een algemeene regel, dat in- landsche stammen in personeelen moed ach teruitgaan, indien zij van de vuurwapenen instede van de blanke wapenen, hnn hoofd wapen maken. Een nadeel dat onze vijanden op Lombok met repeteerwapenen van klein kaliber ge wapend zijn, is zeker, dat de wonden, door de projectielen dier wapenen op korten af stand teweeggebracht, zooveel gevaariyker zijn dan die veroorzaakt door projectielen waarbij de aanvangssnelheid niet zoo groot is. Op Atjeh is de verhouding tusschen zwaar en licht gewonde meestal 1 tot 3 op Lombok ziet men bijna het omgekeerde. De Indische correspondent van De (anti- rev.) Nederlander schrijft dato 2 Oct. aan dat blad Intusschen naderen wij eiken dag meer den West-moesson die hier vroeg dreigt in te vallen, althans sinds eenige dagen zijn de regens begonnen die nu wel niet zeker op een vroege kentering wijzen, maar toch aanleiding geven om die te vreezen. Daar wij onmogelijk, zelfs in de verste verte niet aan het terugtrekken onzer troe pen mogen denken, moeten wy zoetjes aan gaan zorgen voor een droge ligging en goed onderkomen onzer troepen, die volgens de kaart niet zoo gemakkelijk zal te vinden zyn als het niet op Matarem of Tjakra- Negara zelf is; van daar dan ook dat ten minste een dezer plaatsen vóór den regen- tijd in ons bezit moet zijn. Gelukkig verliest de Inlandsche vijand in den Westmoesson ook veel van zijn strijdvaardigheid, want de Inlander is zeer hang voor het natregenen. Hij weet zeer goed dat hem dit hevige koortsen kan be zorgen, waartegen hij geen medicijnen heeft. (M. W.) Dokter Ujlaki, een Hongaar van ge boorte, officier van gezondheid le klasse, was wegens ziekte nit Indië teruggekeerd en heeft de boot te Genua verlaten om zyn familie te Buda-Pesth te bezoeken. Degenen die met hem reisden, vertelden dat hy weinig spraakzaam was en zich over zijn gevangenschap met kapitein Lind« green weinig uitliet. Wel dweepte hy met het Indische leger- „Ik heb veel van de wereld aanschouwd, soldaten van vele naties in het vuur ge zien", vertelde hy vaak, „doch zulke kra nige kerels als het Indische leger heeft, zag ik nooit te voren. De moed die zy toonden de zelfopoffering, de flinkheid, de gehoorzaamheid zyn boven mijn lof verhe ven. Het is het beste leger dat ik ooit zag. Er was een dysenterielyder, dien ik nooit levend te Ampenan zon krijgen. Bij den overval lag hij in de tandoe en de eerste, die een geweer greep en schoot was hij. Een man werd by hem geplaatst om op hem te passen. Zy vochten als leeuwen de een verliet den ander niet. Zy zijn gevallen en hnn lijken vonden wy later over elkander liggende Dappere kerels Van L*mbok is gisteren het volgen de telegram ontvangen Gisteren den vijand nit Mandjok en Bangkal Tjoelik verdreven zonder verliezen onzerzijds en werd de stelling genomen te Tamanradja en Madjiloek, nabij den Noörd- oosthoek van Tjakranegara. Uit dit telegram blijkt dat, ondanks het invallen van den West-moussonen de daar mee gepaard gaande bemoeilijking der ope raties, onze troepen nog voortdurend met succes werkzaam zijn. De laatste stellingen, waarin de Baliërs zich nog ten Noordoosten van Mataram had den weten staande te houden, zijn hun ontrukt en die zegepraal is des te grooter nn daardoor aan onze zijde geen gesneuvel den of gewonden te betreuren zyn. De vijand, die zeker niet zonder bloedverlies tot den aftocht zal zijn genoopt, heeft an dermaal de ervaring moeten opdoen, dat met de Kompagnie niet te spotten valt. Thans is alles saamgedrongen in Tjakra Negara waar de granaten der onzen uiteenspatten en tot tweemaal toe een kruithuis is ont ploft. Inderdaad de moed der Baliërs is groot, want nog heeft men niets van hen vernomen dat maar eenigszins gelijkt op een aanbod tot onvoorwaardelijke onder werping. Hun laatste hoop is waarschijn lijk op het gebergte gericht, want, naar de laatste Indische couranten meldden, heeft men hnn onbegrijpelijkerwijs den toegang daartoe nog niet afgesneden. Moge thans het telegram volgen, d»t Tjakra Negara het lot van Mataram deelt I {Tel.) m

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 1