NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH De Remonsf rantschc Troebelen. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Nederland en zijne, koloniën. lo. 16. 1894. Dmsifao 6 iloocmfiec. legeijife laavpng. ?lken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1.5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Gelukkig zijn de berichten uit Lombok in den laatsten tijd gunstiger geweest. Nu Nederland betrekkelijk deze zaak zijne kalmte herwonnen heeft, zal het goed zijn, zoo het zioh bepalen laat bij de ernstige roepstem die van Gods wege door de Lombok- catastrophe tot hem komt. Ons vaderland is nog altijd de tweede koloniale mogendheid der wereld en onze bezittingen behooren tot de schoonste landen der wereld. God heeft ze ons gegeven, om ze tot zegen te zijn. Wij zijn met de voogdij bekleed, opdat wij onze roeping zouden vervullen. Onze roeping als christen-natie. Nu troffen ons bij het nalezen van het nieuws over Lombok twee zaken. Eerstens, dat nog nimmer het evangelie op Lombok gepredikt is. Nog nooit is de bigde boodschap door het christelijke Ne derland aan de heidenen aldaar gebracht. Hoevele millioenen zijn er dus sedert ons meesterschap in die gewesten de eeuwigheid ingegaan, zonder ooit van Christus en zijne genade te hebben gehoord Dat is eene aanklacht tegen ons. In de tweede plaats trof ons het bericht, dat de Javanen onder ons bestuur weinig beter woeden behandeld dan de Sassaks door de Balineezen. De Sassaks roepen tot ons om verlos sing uit den druk en) tot wien moet de Javaan dan roepen 'tls verschrikkelijk. Vergeet hierbij niet de ontucht en de drinkgewoonten, die onder de onzen heer- schen. In de cantines wordt verschrikkelijk gedronken. 15) F EULLETON. (Slot). Een droevige nasleep hadden de remon- strantsche troebelen voor de familie 01- denbarneveld. Daar de zoons van dezen staatsman zich openlijk tegen de nieuwe regeering verzetten, konden zij in geen openbare betrekking geduld worden. Dit verbitterde hen en leidde hen tot het be proeven van een aanslag op het leven van den prins. De aanslag werd echter verraden. De jongste zoon ontkwam, vluchtte naar den Spanjaard en werd roomsch, wat een echtscheiding tusschenhem en zijne vrouw Walburg van Marnix kleindochter van Philips van Marnix, heer van St. Aldegonde, den psalmendichter, maker van het Wil helmuslied en vriend van prins Willem van Oranje, ten gevolge had. De oudste zoon, gehuwd met Anna Weitzen gravinne van Brandwijk, was gebleven en dit kostte hem het leven. Schoon de minst schuldige, werd hij ge grepen en gerechtelijk onthoofd. Ook zijne handlangers, onder welke ie predikant Uytenbogaart, ontkwamen. Dat het toezicht op de remonstranten na deze dingen verscherpt werd, is te begrijpen. Van weerszijden rees de verbittering. Vondel de geuzenhater, zong onder ande ren in zijn Geuzenvesper Weest tevreen, haalt predikanten. West en Cost Gaat en zoekt bU Dortsche santen Heil en troost. Spiegel, spiegel u dan echter Wie gjj zijt Vreest den worm die dezen rechter 'tHart afbijt. Doch slechts enkele jaren duurde deze toestand. In 1625 stierf Mauritsen zijn broeder Frederik Hendrik, die den remonstranten niet ongenegen was, volgde hem op. D« meeste uitgewekenen of verbannenen Geen wonder is het dat het ons in den Archipel niet voorspoedig gaat. Dat kan eenvoudig niet. Eenmaal loopen zulke zaken vast. God regeert en Hij duldt geen onrecht. Een treffend woord sprak onlangs pref. Gunning uit Leiden op de Christelijke ge heel-onthouders vareeniging. Hij wees op de verschrikkelijke neder laag, die onze troepen in Indië hebben geleden. Die tegenspoed heeft ons volk wat te zeggen. Aan voorspellingen zou hij zich niet wa gen maar toch zegt hij Wie weet wat ons vaderland in de naaste toekomst te wachten staat Reeds meer dan drie eeuwen zijn de Oost-Indische bezittingen aan ons gezag onderworpen geweest. Heeft God deze volken aan onze macht onderworpen, opdat wij er slechts profijt van zouden trekken Geenszins Wel heeft ons vaderland in zijn bloei tijd door de stoffelijke voordeelen, die het bezit van Indië met zich bracht, zich kunnen staande houden in zijn strijd voor den Hervormden godsdienst tegen veel machtiger mogendhedenmaar zonder in den raad des Allerhoogsten te treden, mogen wij toch wel aannemen, dat het de bedoeling der Voorzienigheid geweest is, dat Nederland deze heidensche landen tot een blijvenden zegen zou zijn. God heeft niet gewild, dat wij slechts zouden heerschen over zijne schepselen in den Indischen Archipelmaar Hij heeft gewild, dat er een broederlijke band tusschen het volk van Nederland en zijne koloniën ont staan zou. Maar achhoe heeft Neder land zich van zijne roeping gekweten? Hebben niet vele onzer landgenooten in Indië, in plaats van een goed, een verder- keerden terug. De enkele staatsgevangenen, alsHoger- beets en mevrouw De Groot, werden ont slagen. De predikers beklommen weder den kan sel als van ouds. Hun invloed werd echter niet grooter hun aanhang wies niet. Nederland bleef het Calvinisme getrouw. Doch onberekenbaar is de schade die de Remonstrantsche leer in latere jaren en eeuwen Kerk en Staat berokkend heeft. VH. DE NASLEEP. Wij voegen aan deze korte vermelding der remonstrantsche troebelen een nadere beschrijving toe over den moordaanslag op den prins, waarvan in ons vorig hoofdstuk sprake is. 't Was 1623. In een der straten van Rotterdam liepen twee mannen. De een was schrijnwerker en heette Kornelis Gerritsz en de ander was de ex-predikant Slatin». „Zijt gij er zeker van, zwager I dat die Jan Klaasz. een vertrouwbaar persoon is vraagt Slatius. „Even zeker als ik het van onszei ven ben. Hij drinkt wel, maar is overigens iemand die nergens om geeft en zwijgen kan. Daar in die taveerne moeten wij zijn. Zeemans welvaren, ziet gij dat?" „Moeten wij in dat ellendige krot?" „Eerst daarin dan moogt gij later in eene prachtige kerk." En meteen opende Gerritsz. de deur. Aan een vuil tafeltje bij het raam zitten twee matrozen te drinken en te vloeken. „Wel vriend Klaasz! hoe gaat het?" „Heer Gerritszzegt de aangesprokene matroos opstaande, „welkom hier. Alles wel behalve hier 1" En meteen wijst hij op een zijner broek zakken. „Hier hebt gij wat drinkgeld 1" antwoordt Gerritsz., een geldstuk op tafel werpend. „Gebrek lijden behoeft niet." „Duizendmaal dank. Is deze mijnheer uw broer?" „Klaasz, die vriend hier bij u, hebt gjj felijk veorbeeld gegeven Door verslaafd heid aan ziel en lichaam vermoordende drinkgewoonten en ontuchtigheid Nederland behoorde boete te doen, dat het die roeping veelszins zoo jammerlijk heeft verzaakt. De algemeene opinie is jarenlang geweest dat Indië een wingewest was, ten bate van ons volk. Dat wederkeerig Nederland aan Indië ten zegen zijn moest werd slechts door enkelen geloofd en begrepen. De Nieuw-Malthusiaansche bond, dat schandelijk genootschap, dat zich tot taak stelt de geboorten door kunstmatige middelen te beperken, wil de zegeningen (lees: den vloek) zijner leer ook aan de Javanen en anderen volken van onzen Indischen archipel deelachtig maken. Op de eerstvolgende algemeene vergade ring zal een voorstel behandeld worden om het geschrift, waarin de voorbehoed middelen worden omschreven, ook in het Maleisch en Javaansoh te doen vertalen. Schaam u, volk van Nederland In uwe roeping om het Evangelie in Indië te brengen zijt gij veel te kort geschoten. De leer des Christendoms is slechts door weinigen uwer in Indië in practijk gebracht. Niet zelden is den inlander door wandel en gedrag van Nederlanders een slecht voorbeeld gegeven. En thans zal men den inlander een ge raffineerde boosheid gaan leeren, die in de heidenwereld nog verafschuwd wordt! Van die onnatuurlijke zonde zijn de inlanders nog vrij. Nederland zal ze dien Gode tergenden gruwel gaan leeren. Is het niet wreed en verregaande god deloos Wat een schuld indien wij dit alles eens nagaan. Niemand gaat zonder schuld heen. Atjeh en Lombok zeggen ons veel. daar geheimen voor?" vraagt de zwager van Slatius, zonder den matroos op diens vraag antwoord te geven. „Werkt gij hier de zaken maar af, dan wacht ik u in de straat, valt Slatius hem in het fransch in de rede, wijl hij zich in dit drinkhol niet op zijn gemak bevindt. „Ga dan maar naar huis", antwoordt Gerritsz. in dezelfde taal. „Ik zal 't hier wel in orde krijgen". Slatius vertrok en zijn zwager kreeg de zaken in orde. Welke Een moordaanslag op prins Maurits te plegen. Hij haalde de twee mannen met nog een derde in 't geheim. Deze mannen zouden echter den aanslag niet behoeven te volvoeren, maar alleen op wacht moeten staau om de moordenaars te beschermen als de Prins zou gedood zijn. In het huis van Slatius werden gewe ren, pistolen en buskruit bijeengebracht en in kisten gepakt om vervoerd te wor den naar den Haag. Gerritsz. slaagde er verder in nog vier matrozen aan te werven, maar hun werd het doel der samenzwering niet bekend gemaakt. Gerritz. zeide hun alleen dat zij een zaak moesten helpen volvoeren tot heil des lands. Wij willen die vier matrozen even hooren praten. Zij zitten op den grond bij elkander aan den Maaskant. „Ik geloof, Jan Faassendat wij de zaak niet stil moeten houden". „Wij hebben er immers geld voor gehad en krijgen nog meer". „Dat is waar, maar er zit bepaald wat achter". Dat is wel mogelijk, Jeroen. 'tZou dan wel een aanslag op den prins kunnen zijn". „Dan ben ik er voor de zaak bekend te maken", zegt de derde, die Pieter v. d. Broek heet. „Ik stem daar ook voor", voegt de vierde er bij, die Jan Engelen genaamd wordt. „Wij moeten een brief schrijven aan den prins", herneemt Jeroen Ewouts. De drie overigen vonden dit ook. Jeroen wordt belast met het schrijven van den brief en de vier matrozen worden kort ^Slechts 90 zendelingen op 33 millioen heidenen. Zou de tijd ook gekomen zijn, dat God zegt„Nederlandis zijn koloniën niet waard Ik geef ze een ander". God beware ons land voor die ramp, Hij geve eene algemeene ontwakingtot heil van de heidensche volken. Neêrland! Ontwaak uit uw rust. Predik het Evangeliewant de velden zijn wit om te oogsten. Mochten er maar vele godzalige, ener gieke mannen gevonden worden onder de 700 predikanten in de gereformeerde kerken die gehoor geven aan de roepstem van de Zendings-Commissie der gereformeerde kerken, om zich beschikbaar te stellen voor de vestiging op Lombok. Verrijze er nog eens een gereformeerd kerkgebouw ter plaatse waar eens de poeri van den radja te Mataram of van den vorst te Tjakra Negara stond LOMBOK. Meer en meer wint de overtuiging veld, dat de opperbevelhebber der Lomboksche expeditie het slachtoffer is geworden van een onmogelijke opdrachtde onder drukte Sasaks krachtig steunen, maar aan den anderen kant de onderdrukkers sparen' Hoe kan zoo iets samengaan De generaal is opgegaan in den politicus, met welk gevolg is bekenden wat ziet het er nu al heel anders uit, nu men alleen den generaal aan het woord laat Thans is de bevelhebber in zijn element en volkomen berekend voor zijn taak. Voor de wijze, waarop wij den beruchten slag van 25 en 26 Augustus te boven zijn ge komen, neem ik mijn hoed af aldus schrijft Piëtro" in de Avondpost. Daar daarop bij den prins te Rijswijk ontboden. Zij vertelden aan Maurits dat zij waren gehuurd voor een aanslag ten nutte van den Lande, en vroegen welke aanslag dat moest zijn en of de Prins daarvan niets wist. De laatste wist natuurlijk nergens van Nu vertelden de matrozen ookdat zij een kist uit Rotterdam naar de herberg den Helm in den Haag hadden moeten bren gen, en dat zij in de herberg het Zoje, ook in den Haag, vier mannen had den ont moet, die daar mogelijk voor iets bijzon ders schenen te zijn. De prins vermaande hen langs een an deren weg dan dien zij gekomen waren, naar Den Haag terug te keeren en daar zich weder op het Hof bij hem te ver zorgen. In allerijl zorgde nu Maurits dat de verdachte herbergen werden bezet; en toen kwam de aanslag aan den dag. Le aan- leggers daarvan waren familie en vrienden van Oldenbarneveldt, benevens een paar Roomschen. Van de twee zonen van den Advocaat ontsnapte Willem van Stouten- burg, maar Reinier van Groenevelt, de andere zoon, werd gevangen genomen op het eiland Vliland, van waar hij in vis- schersldeeding naar Engeland dacht te ont komen. Yoorts legde de politie de hand op drie Leidsche saai werkers, die door Slatius wa ren aangeworven en in Oost Friesland ge vat werden, waar hun zonderling doen achterdocht had gewekt. De beide Roomschen ontsnapten voor- loopig, maar vielen later het gerecht in handen. Ook de predikant Slatius ontkwam niet, evenmin als de drie bootsgezellen uit Rot terdam. Slatius was in boerenkleederen gevlucht naar Drente, van waar hij naar Duitsch- land wilde. Doch in een Drentsch dorp, Rolde geheeten, gebruikte Slatius een kan bier, toen juist eenige soldaten binnentra den van de bezetting van Koevorden. Sla tius dacht dat zij hem zochten en werd bevreesd. Hij liet zijn bier staan en vertrok. De soldaten zagen hem gaan en vonden het vreemd dat hij zijn bier niet eens had is een voortvarendheid, maar tevens een beleid aan den dag gelegd, die ons met eerbied, bewondering en vertrouwen ver vullen. Het volgend chronologische overzicht spreekt voor zich zelf.- 25 en 26 Augustus. Overval. 28 Aug. Met de versterking van Am- penan begonnen, dat nu in behoorlijken staat van tegenweer is. 5 Sept. Uitgerukt naar Aroeng-Aroeng, dat op een 1000 M. van Mataram, aan den grooten weg gelegen, versterkt en bezet is door de Baliërs. 6 Sept. Inneming van Aroeng, dat door ons versterkt en met zwaar geschut bewa pend wordt. 8 Sept. Het vuur reeds geopend op Ma taram. 9 Sept. De kanonnade van Mataram doorgezet. Rustdag voor den troep. Com- mandementsorder, houdende tevredenheids betuiging over de enorme krachtsinspan ning en werkzaamheid bij het in staat van verdediging brengen en bewapenen van Aroeng. Extra-oorlam Hip, hip, hoe- rahLang zal hij levenenz, enz. 10 Sept. Vooruit tegen Pagansangan een gedeelte van die versterkte kampong ingenomen, en door 3 comp. met 2 stuk ken bergartillerie bezet: gesneuveld 2, ge wond 7 Eurepeesche militairen. De ove rige troepen 's avonds 8 uur terug in het bivak te Ampenan. De „Emma" en de „Tromp," benevens de batterij te Aroeng, geven en passant Ma taram van de taart's avonds 9 uur staat een gedeelte van die plaats al in lichte laaievolgende dagen versterking onzer positie in Pagansangai. 15 Sept. 5 comp. inf. en 1 sectie berg- art. bezetten Sekor-Bela, ten zuiden van uitgedronken. Zij begonnen te denken dat Slatius een verspieder was en gingen hem na. Daar hij verlegen werd en zonderlinge antwoor den gaf, namen zij hem gevangen, en voerden hem naar Koevorden, van waar hij later naar den Haag werd verzonden. De drie bootsgezellen werden dadelijk gedood, maar de andere samenzweerders werden eerst een jaar later geëxecuteerd. De vrouw van Oldenbarneveld vroeg vergiffenis voor haar zoon bij prins Maurits doch hij weigerde die terwijl Hij haar zijne verwondering te kennen gaf dat zij wel voor haar zoon en niet voor haar man pardon gevraagd had. Zij antwoordde ech ter dat haar man onschuldig washaar zoon daarentegen schuldig. Reinier van Groenevelt was geen slecht man, doch had zich door zijn broeder laten verleiden. Hij stierf als een berouwvol zondaar, gansch anders dan zijn vader, Bedaard wandelde hij naar het schavot ea groette zijne kennissen. Op het schavot sprak hij nog even het volk aan. „Wraakgierigheid en slechte raad", zeide hij, „hebben mij zoover gebracht. Zoo ik iemand uwer misdaan heb, vergeeft het mij om Christus' wil". En toen riep hij nog uit„O God, wat man ben ik geweest en wie ben ik nu Een van de Leidsche saaiwerkers kwam dronken op het schavot. De predikant Slatius stierf ook als een verhard man. „Eerlijke en vrome burgers", riep hij, „hier ziet gij dien Henricus Slatius' naar wiens bloed men zoolang gedorst heeft". Hij wilde niet dat voor hem zou gebeden worden en betoonde zich in alles onver schillig. Jan Faassen en zijn makkers ontvingen ieder van den Staat f 600 en van den Prins een gouden penning en een zilveren sabel, terwijl hun gage (soldij der matro zen) werd verhoogd. Ofschoon de leiders van dezen moord aanslag Remonstranten waren, keurden de Remonstranten in het algemeen deze en dergelijke daden ten zeerste af. Geheel anders dan de Roomsche kerk, die nimmer haar afschuw er over uitsprak.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 1