NIEÜWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HÜIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De lijn moet doorgetrokken
Mo. M. 1894.
Dtnstftig 2£j Sepfemöec.
Icfihic laacgang.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Die vrijmaking van het o«-
derwijs vraagt Patrimonium ouk
voor de middelbare schol n, de
gymnasia en de hoogere scha
len, omdat het den Christelijken
werklieden aan de noodige voor
lichting en leiding blijft ontbre
ken, zoo de wetenschap ea alle
hoogero kennis door de Overheid
bijna uitsluitend wordt overge
geven aan mauuen, die den Weg,
de Waarheid en het Leven, dat
in den Christus Gods is, ver
werpen.
(Artikel 2 van het Sociaal
Progrdm van het Nederland-
tche Werkliedenverbond ■'Pa
trimonium").
Wat een vanzelfsheid zou moeten zijn,
moet waarlijk nog als een artikel op Pa
trimoniums program worden ingelicht.
Men zou anders zoo zeggen, het is
niet meer dan billijk, dat niet alleen het
vrije lager-, maar ook het vrije middel-
haar en het vrije hooger onderwijs gelijke
rechten hebhe met het staats lager-, het staats
middelbaar- en het staats hooger onderwijs.
De Grondwet spreekt nóg altijd vaneen
„Openhaar onderwas" en geen ander
vooiwerp van de aanhoudende zorg der
regeering.
Doch het beruchte grondwetsartikel heeft
de gelijkstelling van staats- en vrij lager
onderwijs immers niet in den wag gestaan.
De sehoolwetgever van 1889 is dit ar
tikel eenvoudig omgezeild; hij heeft het in
zijn waarde gelatenhij heeft echter op
deze klip niet willen stranden en zoo is eene
schoolwet ontstaan, die tamelijk aan den
wensch voldoet, dat namely k de Overheid
zich geen party stelle voor of tegen staats-
of vrij lager onderwijs.
Dat zij eenvoudig vrage of hier goed
onderwijs gegeven wordt en by bevestigende
beantwoording der vraag aan zoodanig eene
school, zij moge een openbare of een vrije la
gere school zijn, subsidie verleent.
De overheid toch heeft belang by goed
lager onderwijs.
Maar de overheid heeft ook belang bij
goed middelbaar- en hooger onderwys.
Daarom was zij nimmer karig met -hare
subsidie voor middelbare scholen en voor
rijks universiteiten, voor hoogere burger
scholen en gymnasiums; een tijd lang ook
voor meisjesscholen, en nog wel voor de
zelfde middelbare meisjesscholen onder den
nangematigden naam van lagere scholen by
haar aangediend.
Reeds in 1875 werd aan de gymnasiums
door het rijk, ongeveer 73 van de onder
wijskosten vergoed en aan de middelbare
scholen verleende zij toen reeds zeven acht
sten, terwijl belanghebbenden slechts een
achtste in de kosten by droegen.
In zake het hooger onderwys is het be
kend dat voor iederen student aan de rijks
universiteiten tusschen de zeshonderd en
achthonderd gulden 'sjaars door het rijk
wordt by gepast.
De staat heeft dus wel goed begrepen,
welk belang hij heeft bij deugdelijk mid
delbaar- en hooger onderwijs.
Maar nu zou men zeggen: dan moet de
Staat ook steun verleenen aan de vrije uni
versiteit te Amsterdam, aan de verschillende
bijzondere inrichtingen voor middelbaar
orftlerwys, en aan de gymnasiums te Zetten
en Amsterdam.
Doch zie, dat doet de Staat nu niet.
Deze inrichtingen ontvangen geen sub
sidie, en hebben derhalve alle recht om te
klagen over de partydigheid onzer Wet
geving.
Niemand ontkent dat met name het
rechtsgeleerd onderwijs, om nu van de
theologische lessen niet te spreken, aan de
vrije universiteit voldoet aan de eischen
der wetenschap mannen als dr. Esser en
de jonge Lohman die aan de vrije univer
siteit promoveerden, zyn er de bewijzen
van.
En dat het gymnasium te Zetten een
goeden naam heeft onder zijne broederen
is evenzeer hekend.
Waartoe dus de Staat aan al de openbare
inrichtingen wel en aan die enkele byzon
dere stichtingen niet zijn steun en bescher
ming verleent, is ons niet duidelijk.
En nu moge het waar zijn dat de wet op
het Hooger Onderwijs vracht van'Heems-
kerks beleid in 1876 de oprichting van
vrije hoogescholen permitteert, wat vroeger
niet het geval washiermede is aan de ge
rechtigheid niet voldaan.
Wat heeft een vogel aan de vrijheid om
uit te vliegen als men hem eerst vleugel
lam maakt
Wat baat de vrijheid van onderwys,
wanneer het den belanghebbenden aan het
noodige voor schoolstichting of onderhoud
ontbreekt
Reeds uit dat oogpunt is doortrekking
der lijn alleszins te verdedigen.
Laten wij er voorts de opvoedkundige
vraag maar buiten. Er zyn onder ons va
ders en rechtsgeleerden die meenen dat al
thans bij het hooger onderwys geen op
voedkundig beginsel betrokken is. Het
hooger onderwys, zoo meenen zy, voedt
niet op, het brengt kennis aan het helpt
den zelfstandig optredenden zoon zich den
weg te banen in dat deel der wetenschap
welker studie hij zich tot levensdc, t »koos.
Nu, dit zij dan zoo.
Als- wij, schoon met verschillende wa
penen, een verkeerd beginsel kunnen uit
drijven, of op verschillende gronden be
strijden, als wij er hetzelfde doel mede
hereiken, is ons dit hetzelfde.
Wil dus de eene als protest tegen het
bederven der nationale opvoeding de ander
ter wille der rechtsgelijkheid hij mededin
ging een derde wegens consequente toe
passing van het recht en den plicht der
ouders; en een vierde uit bezorgdheid voor
de gewenschte voorlichting der werklieden
doortrekking van deze lijn verlangen, ons
is dit wel.
Als slechts vaststaat dat aan de eischen
der wetten op hooger en middelbaar onder
wijs niet wordt voldaan en dat deze staats
wetten dus zullen moeten herzien worden.
De staat moet ook op deze terreinen van
het onderwijs ophouden schoolmeester te zijn.
Hij moet het den niet-neutralen mogelij k
maken een middelbare school te stichten
of eene hoogeschool te onderhouden, die met
de staatsscholen kunnen concurreeren.
Natuurlijk behoudens het recht van den
staat om de algemeene regels vast te stel
len, waarnaar de inrichting dezer vrije scho
len dient te geschieden.
En ten slotte zeggen wij het Patrimo
nium na, dat er ons veel aan gelegen is dat
onze werklieden, zonder nu voor zich en
de hunnen middelbaar en hooger onderwijs
te begeeren, in christelyken geest door hunne
geleerden worden voorgelicht.
En zonder nu onze burgerjongens uit
hun stand te willen rukken, zouden wij er
sterk voor zijn langs dezen weg de gele
genheid open te stellen dat naast den rijke
ook de onbemiddelde of weinig bemiddelde
jongen uit het volk, voorzoover hij door
God met een sterk sprekend rechtsgevoel
was begiftigd, op de schoolbanken kan plaats
nemen en ook uit den middenstand een
stel christelijke advocaten werd gerecruteerd
die als pleitbezorgers voor het goede, als
verdedigers van het recht den stand waar
uit zij zijn voortgekomen, mede helpen tot
eere brengen.
In eiken kring treffen wij rechtvaardige
mannen aan. Maar het trekt de aandacht
onder den kleinen burgerstand, hoevele fer
me karakters daar gevonden worden, man
nen die geen onrecht dulden, die voor het
verdrukte in de bres springen, die met
gloed en welbespraaktheid de belangen van
hunnen kring in de hoogere kringen kun
nen voordragen. Mannen die eene eere
zouden zyn voor den achtbaren advocaten-
stand en tot zegen zouden kunnen wezen.
De staat zon, door beurzen te verleenen
zoowel aan staats- als aan particuliere scho
len, ook dergelyke christen jongelingen kun
nen helpen om hunne bestemming te he
reiken, hun wensch te verkrijgen en de
gave te ontwikkelen die in hen is.
Eenzijdige protectie. Hoe de sniker-
fahrikanten ten onzent beschermd worden,
beschrijft de antirevolutionaire Nederlander
aldus
„Het rijk laat den fabrikant voor elk
pond suiker dat hij binnenslands verkoopt
een zwaren accijns betalen, dien de fabri
kant natuurlijk op zijne afnemers verhaalt.
Maar tegelijk laat men den fabrikant toe
een aanzienlijk aantal ponden suiker te
vervaardigen, waarvoor geen accijns betaald
wordt, maar die natuurlijk tegen denzelfden
prijs aan de markt worden gebracht als
de wèl belaste. In de opbrengst van deze
onbelaste suiker, die door het publiek be
taald wordt alsof zij wel belast ware, ligt
de bescherming van den fabrikant.
Wat doen nu de fabrikanten?
Elk jaar komen zij onderling overeen
in ons land zijn er slechts dertig
hoeveel suiker zij zullen vervaardigen, dus
hoeveel beetwortels znll'en moeten verbouwd
worden. Dan stellen zij den prijs vast,
dien zy aan de landbouwers willen betalen
voor hunne beetwortelen. Hoe lager die
prijs, hoe grooter hun verdienste. Mitsdien
bieden zij den landbouwers den laagst
mogelijken prijs, die natuurlijk zóó hoog
moet zyn, dat de landbouwers in het ver
houwen van beetwortelen nog voordeel
zien. Anders toch zouden deze weigeren
dat produet te leveren.
De landbouwers zijn dus ten eenenmale
afhankelijk van de fabrikanten, en dat
dezen hun niet meer geven dan even noo-
dig is om hen te bewegen de heel wortelen
te verbouwen, is niet slechts te verwachten,
het is ook een feit. Daar de landbouwers
feitelijk niet bij machte zijn door vereende
krachten zich tegen de vereenigde fabri
kanten te verzetten, en alzoo de concur
rentie, die anders altijd de prijzen bepaalt,
hier is buitengesloten, zoo volgt daaruit:
dat de protectie welke aan do suikerfabrieken
verleend wordtbijkans geheel aan de aan
deelhouders in die fabrieken ten goede komt.
En de premie welke de fabrikanten door
de protectie genoten, bedroeg o.a. in 1892
de som van f2.215.8001 Ja, nog grooter
sommen geraken in hunne handen, wanneer
de overige landbouwproducten bijzonder
laag zyn. Dan toch kunnen ook de beet
wortelen nog goedkooper worden aangekocht.
In dat geval komt al het voordeel van de
protectie enkel in de zakken der aandeel
houders".
Er is misschien geen land waar zoo
tegen beschermende rechten geijverd wordt
als het onzeen daarom klinkt het wel
vreemd, te hooren dat juist hier het rijk
de suiker-industrie zoo bevoorrecht.
De Nederlander noemt als een middel
om een rechtvaardiger verdeeling van de
„Snikerpremie" mogelijk te maken o. a.
dit, dat die premie voortaan alleen toege
staan wierd aan fabrieken, die blijkens
hare statuten op coöperatieven grondslag
werkzaam zijn. Op eene of andere wijze
zal aan de bestaande onbillijkheid toch een
einde moeten worden gemaakt.
Volkomen instemming verdient dan ook
de conclusie van de Nederlander
„Deze toestand is, ook o.i., onhoudbaar.
In de Staten-Generaal is reeds daarop de
aandacht gevestigd, o.a. hij de behandeling
van het laatste suikerwetje. Ook toen is
men echter, op zeer eenzijdige wijze, in
het strijdperk getreden voor de belangen
der aandeelhouders in de beetwortelsuiker
fabrieken. Maar altijd onder den schijn
alsof het dezen verdedigers der protectie
in de allereerste plaats om de belangen
van den landbouw te doen ware.
Van verschillende zijden komt men daar
tegen in verzet, en meer dan één middel
is aangewezen om, zonder opoffering van
de bestaande bevoordeeling een rechtvaar
diger verdeeling van de „Snikerpremie"
mogelijk te maken. O. a. door die premie
alleen toe te staan aan zoodanige fabrieken,
welke blijkens hare statuten op coöperatie
ven grondslag werkzaam zijn.
De bestaande toestand schijnt eene be
spotting van alljs regelen eener goede staat
huishoudkunde. Geheel het land jaarlijks
een paar millioen extra te laten betalen,
ten behoeve van ééne industrie, schijnt in
ons land van vrijhandel reeds zonderling
genoeg. Doch die twee millioen uitsluitend,
of hij kans uitsluitend, ten geschenke te
geven aan een klein aantal fabrieken, die,
door onderling overleg, zelfs binnenland-
sche concurrentie bijkans onmogelijk ma
ken, en den landbouwers, te wier behoeve
de bescherming heet te dienenzoo goed als
alle voordeelen welke van die bescherming
het gevolg zijn te onthouden, dafschijnt
ons het toppunt toe van economische dwaas
heid en tevens eene stuitende onrechtvaar
digheid."
Verschillende graden van dronkenschap.
Er bestaat eene rabinale o'verlevering,
verhaald door Fabrieius, dat, toen Noach
den wijnstok plantte, de booze geest aan
wezig was, en een schaap, eenen leeuw,
eenen aap en een zwijn oiferde. Deze
dieren zinspelen op de vier graden der
dronkenschap. Wanneer de mensch begint
te drinken, is hij zachtmoedig en onwetend
als het lam weldra wordt hij moedig als
de leeuw zijn moed ontaardt echter spoe
dig in de dwaasheid van eenen aapen
eindelijk wentelt hij zich in het slijk als
het zwijn.
Tien leefregels van Jeffersonvoormmlig
President der Vereenigde Staten van Noord-
Amerika.
1. Verschuif nimmer op morgen hetgeen
gij heden kunt doen.
2. Laat nimmer door een ander doen
betgeen gij zelf kunt verrichten.
3. Geef nimmer geld uit, alvorens gij
hetzelve werkelijk bezit.
4. Koop nimmer iets, zelfs niet het al
lergeringste, wanneer gij niets behoeft.
5. Hoogmoed is moeilijker te verdragen,
dan honger, dorst en koude.
6. Het berouwt ons nimmer, te weinig
gegeten te hebben.
7. Hetgeen wij gaarne doen, is ons nim
mer tot last.
8. De meeste zorgen baren ons de nim
mer plaats gehad hebbende mogelijke
rampen.
9. Vat alles met eene zachte hand aan.
10. Wanneer gij toornig zijt, spreek nim
mer alvorens gij lang overlegd hebt.
Het aantal kiezers in België bedraagt
voor de Kamer 1,370.687, te zamen uit
brengende 2,111,127 stemmen.
Voor den Senaat bedraagt het aantal
kiezers 1,151,715 te zamen uitbrengende
1,874,924.
Den 16 Oct. a. komen de nieuwe kiezers
in het vuur.
Dan is het verkiezing voor Kamer en
Senaat.
De partijen zijn gemobiliseerd.
De liberalen, radicalen en socialisten zijn
op de meeste plaatsen tot een vergelijk
gekomen schoon de Brusselsche socialisten
door van de Velde aangevoerd, nog niet
veel blijk van toenadering geven.
In hunne jongste vergadering, waarin
de radicaal Janson hen trachtte te bewegen
met Graux, c. s. in hond te treden, werd
deze overigens zoo populaire pleiter afge
trapt.
Iets wetenswaardigs omtrent de Chineezen.
Bij maar al te veel menschen bepaalt de
kennis die zij van het Hemelsehe rijk heb
ben, zich tot den hekenden staart der Chi-
neezen. Het is echter nog de vraag of
men dan nog wel weet dat de Chineezen
dezen staart pas gedragen hebben sedert het
jaar 1644, en dat zij dien weder zullen af
leggen zoodra de tegenwoordig over China
h ïerschende dynastie der Mandsohoes ge
vallen is. Ook dragen niet alle Chineezen
een staart. De aanhangers der leer van
toe hebben dit gebruik niet ae -~Pr
Hoewel China pas in deze
en meer met Europa
men, heeft men toch reeds zeer vroeg ge
poogd met dat geheimzinnige rijk handels
betrekkingen aan te knoopen. Reeds de
Romeinsche keizer Antoninus-Pius(138194
na Chr.) zond een gezantschap naar China,
zonder dat het hem echter gelukken mocht
den weg tot verkeer met dat afgelegde
gewest te banen.
Van de zijden stoffen der Chineezen
maakt reeds de profeet Ezechiël (16 10,13)
melding. Aarden vaatwerk kende China
reeds sedert 2698 v. Chr., het porselein
sedert 187 v. Chr.
Het drukken met vaste houten platen,
waarop de letters „en relief" gesneden
waren, werd in China in 583 n. Chr. uit
gevonden. Reeds vroeger echter sneed
men de letters in steenen platen, zoodat
het papier bij het drukken zwart werd,
maar de letters wit bleven. De kunst om
te drukken met losse van porselein ge
bakken letters, werd uitgevonden in het
jaar 1049 n. Chr.
De magneet, het slijpen van hrilleglazen
de vervaardiging van buskruit, en het ma-
cadamiseeren van straatwegen kenden de
Chineezen reeds lang vóór de Europeanen.
De geloofwaardige geschiedenis der Chi
neezen klimt op tot het jaar 2357 v. Chr.
Bij deze tijdruimte schijnen ons de staten
der Middellandsche volken, schijnt ons het
rijk der Chaldeeën, de heerschappij der
Assyriërs, Babyion, ja zelfs het Romeinsche
rijk, een vergankelijke politieke schepping
toe, en alleen Egypte met zijn koninklijke
geslachten, die tot in de 39e eeuw v. Chr.
kunnen worden nagegaan, levert ons een
schouwspel dat onzen eerbied nog meer
verdient.
By den Uitgever K. Ie Cointre te Mid
delburg verscheen een hoekje „HH. MM.
de Koninginnen" enz. door „een vriend
van Oranje".
Om het goede doel de uitgave is
ten voordeele van de wednwe Heuseveldt
wekken wij allen op dit boekje te
koopen.
En eveneens om het goede doel weer
houden wij ons van critiek.
24 Sept. '94.
Door den commissaris der koningin in
Zeeland is bepaald dat de loting voor de
lichting der nationale militie van het jaar
1895 zal plaats hebben in de gemeenten
en op de dagen als hieronder zijn aange
wezen
Y e e r e, Maandag 8 Oct. voor Veare,
Vrouw epolder, Serooskerke, Aagtekerke,
Meliskerke, Grijpskerke, St. Laurens, Oost-
kapelle en Domburg.
Middelburg, Dinsdag 9 Oct. voor
Middelburg, Arnemuiden en Nieuw- en St.
Joosland.
Ylissingen, Donderdag 11 Oct. voor
Vlissingen, Westkapelle, Zoutelande, Bigge-
kerke, Ritthem, Koudekerke en Oost- en
W estsouburg.
Cortgene, Zaterdag 13 Oct. voor Wis-
sekerke, Cortgene, Cats en Colijnsplaat.
Sluis, Dinsdag 16 Oct, voor Aarden-
burg, St. Kruis, Eede, Cadzand, Retranche-
ment en Sluis.
IJ z e n d ij k e, Woensdag 17 Oct. voor
Schoondijke, Biervliet, Waterlandkerkje,
Hoofdplaat en IJzendijke.
Oostburg, Donderdag 18 Oct. voor
Groede, Breskens, Nieuwvliet, Zuidzande en
Oostburg.
Goes, Maandag 22 Oct. voor Goes
sele, Kloetinge, Heinkenszand en
Arendskerke.
Terneuzen, Woens'1'*
Philippine, Zaamslag,
Axel, Dondert -
Gent, Overslag.
Axel. 'T
Hul»