Uit de Pers 77 K ECHTS/A KEV. vlechtwerk, krisstandaarden, uit hout ge sneden, beelden van Balineezen, die in de hand een ring houden, waarin de geest, als hij het voorhof betreedt, zijn kris pleegt te zetten, en Brahimaansche priesterbeel den met de schel (badra) in de linkerhand en een lotosbloem in de rechterhand, een zijden met goud- en zilverdraad doorweven sapoet (bovenkleed) is om het onderlichaam van den pop geslagen. Men gebruikt op Lombok dezelfde munt specie als op Balieen soort van gegoten geel koperen Chineesche duiten, pitjis ge naamd, die een gat in het midden hebben, waardoor zij bij 200 aan een touw geregen worden of in pakjes gebonden worden, zulk een pakje draagt den naam van Sa- atak en vertegenwoordigt een handels waarde van een gulden, vijftig van zulke pakjes maken een zak, sa-poehoe, dié dus f50 geldt. Leerplicht. Sedert veel jaren is er aangedrongen op de invoering van leerplicht. Wij hebben dien steeds bestreden, omdat mij meenden, dat eerst de schoolquaestie voorgoed moest opgelost zijn, vóór over leerplicht gedacht kon worden. De leerplicht wordt dikwijls door velen verheerlijkt, die niet bekend zijn met om standigheden en toestanden van het platte land, waar men heel anders oordeelt dan in de groote steden. Dat er nog andere dan politieke bezwaren tegen den leerplicht bestaan, blijkt uit een voordracht van het hoofd der openbare school te Kruiningen in een vergadering van open bare onderwijzers van Zuid-Beveland. De spreker begon met als zijn oordeel uit te spreken, dat aan de invoering van den leerplicht zulke groote bezwaren ver bonden zijn, dat er wellicht meer kwaads dan goeds het gevolg van kan rijn. Daarom achtte hij het noodig, dat de Staat zich behoorlijk afvraagt lo. Of de thans bestaande vrijheid op dit gebied voor het vrije individu schadelijk is voor den Staat en derhalve dwang noodza kelijk wordt 2o. of hij iets „ontwijfelbaar" goeds op dringt, en dus dwang gerechtvaardigd is; 3o. of de gevolgen van datgene waartoe hij dwingt, niet alleen zeker zijn, maar ook meer waarde hebben, en of zij ruim schoots opwegen tegen de nadeelen en moeilijkheden, die het dwangstelsel per se met zich brengt, en of dus dwang ge- wenscht is. Merkwaardig ten opzichte van alle drie de punten kwam de spreker tot volmaakt negatieve conclusiën. De noodzakelijkheid betwistte hij op grond van de overweging, dat er geen maatschappij denkbaar is zonder minderen man op in- telluctioneel gebied. Wat het tweede punt betreft, merkte hij op dat het ideaal der maatschappij moet zijneen steeds klim mend peil van zedelijkheid, verkregen door het aanleeren van gepaste en nuttige kun digheden, doch let nu weldat peil wordt niet onvoorwaardelijk bereikt door verstandsontwikkeling, wantj de werkelijk heid leert niet, dat de me st ontwikkelden altijd de braafsten zijn. Bovendien bewe ren sommigen, dat het lager onderwijs niet practisch en aanschouwelijk genoeg is, ter wijl de lichamelijke ontwikkeling wordt verwaarloosd en zelfs benadeeld. Er be staat dus gegronde twijfel, dat de lagere school iets absoluut goeds levert. Voor het antwoord op de derde vraag wierp spreker een blik op den toestand der bewoners van die landen, waar leerplicht bestaat, en hij meende, dat die in geen en kel opzicht gelukkiger of beter zijn dan in landen, waar geen leerplicht is inge voerd. Onvermijdelijke gevolgen van leer plicht zouden bovendien zijn gedwongen vaccinatie onderzoek naar de strafbaarheid van het schoolverzuimboete en hechte nis, die ontevredenheid, haat en wrok kunnen verwekkenbezoedeling van liet geweten door wetsontduiking het optreden van den onlerwijzer als stille verklikker en handlanger der politie grootere kosten door meer leerlingen, meer onderwijzers, meer ambtenaren en rechtsgedingen van staatswege kleeding, voeding, schoolbaden, enz. Wie dus leerplicht wil, moet ook deze gevolgen niet vreezen. Hij erkende ten slotte, dat door invoe ring van leerplicht het peil van verstands ontwikkeling bij ons volk zou rijzen, wat zeker op zichzelf nuttig en noodig is en in de gevolgen nog meer kan zijn. Maar als dit toch nog altijd onzekere nut moet verkregen worden, door ongewenschte uitbreiding van de macht van den Staat, door opoffering van onze vrijheid en in dividualiteit, door verkrachting van bet ouderlijk "ebt, in spijt van beginselen en gemoeds- "en, en -*e van veel geld, 'ernlicht, te minder omdat Nbc'd bestaat om voldoend TJ. onreker uit, „is Tiaedavogische t>e Boodschapper teekent hierbij aan: „Tot zoover de openbare onderwijzer. Kostelijke, zeer behartigenswaardige en nuchtere woorden, zijn het, die de man sprak. Zijn rede die door vier medestan ders van den inleider nader verdedigd en slechts door één spreker bestreden werd, verdient ongetwijfeld in ruimen kring ge lezen te worden. Een getuigenis van een openbaar onder wijzer zegt in dezen veel, omdat zeer velen nog altijd meenen, dat bestrijding van den leerplicht behoort tot de particuliere lief hebberijen van een antirevolutionair, die daarmee immers toont nog niet geheel tot het niet-denkend deel der natie te be- hooren. Maar die openbare onderwijzer woont in een landbouwende streek en moest wel tot dezelfde conclusie komen, als inder tijd minister Mackay bij de bestrijding van een araendement oin den leerplicht in de schoolwet op te nemen. De berichten in zake Lombok worden gunstiger. Te Bankalan (op Madura) zijn 8 bari- sans (geregelde Javaansche troepen) geino biliseerd en ter beschikking gesteld van Generaal Yetter op Lombok. Deze troepen worden geheel door hun eigen bevelhebbers gecommandeerd. Zij moe ten ten allen tijde als hulptroepen voor ons leger beschikbaar zijn en worden daar vooruit 's lands magazijnen gewapend, doch overigens door hun eigen vorsten onderhou den. Enkelen echter genieten daarvoor eene toelage van het gouvernement, dat alleen voor Europeesche instructeurs heeft te zorgen. De barisan van Bankalan (de hoofdstad van het rijkje, dat de westelijke helft van Madoera uitmaakt) bestaat volgens de for matie, uit 34 officieren en 1319 minderen, infanterie, cavatarie, artillerie en pioniers. Zulke barisans bestaan ook te Pamakasan en Soemenep, maar worden in het eerstge noemde gewest, sedert zijne inlijving, en vermoedelijk ook voorloopig in Soemenep door het gouvernement onderhouden. Voor het overige wordt op die inlandsche hulptroepen door onze regeering veel prijs gesteld want he Madoereezen zijn voortref felijke soldaten, en daar zij aan onze oorlo gen in Indië bijna altijd een werkzaam aan deel hebben, wordt de krijgsmansgeest bij hen sterk onderhouden. Men kan het ook onder de geringere klasse velen aanzien, dat zij gediend hebben, niet enkel door de bron zen en zilveren medailles, die hun borst versieren, m lar ook door de flinke houding de goede manieren, waardoor zij zich onder scheiden. Zaterdag vertrok van uit Amsterdam de kapitein der infanterie Drijbermet een de tachement der Koloniale reserve, sterk 193 man, naar Indië. Nog werd geseind dat de Nederlanders het vestinkje Aroeng genomen hebben, vele wapens werden buit gemaakt en dat een Hindoetempel eeii niet te versma den bijna onneembaar fort door overste Swart bezet werd. Het heugelijkste nieuws is dat kapitein Lindgreen met 50 anderen is teruggekeerd. Hij was krijgsgevangen geweest, doch door den vorst als bewijs zijner goede ge zindheid voor de Nederlanders weder los gelaten. Hem was een brief waarin vriendschap werd aangeboden, aan generaal Vetter mee gegeven. De brief werd niet beantwoord, en de scheepsmacht versterkt. Dat bij den goed gelukten aanval van onze troepen op Aroeng, de zoon van den vorst van Lombok, de onkwetsbaar ge achte Ratoe Agoeng Agoeng K'toet, de af stammeling uit het vorstelijk huis van Ka- rang Asem, wiens vooronders van godde- lijken oorsprong heeten te zijn, gekwetst werd, zal vermoedelijk voor den vijand als bewijs gelden, dat de krijgskans gekeerd is en onze wapenen zullen zegevieren. Bij een Europeesclien troep zon de verwon ding van een der leiders de soldaten hebben aangespoord tot een krachtige wraakoefe ning, hier gaf hij zeker aanleiding tot groote verslagenheid onder de zéér bijge- loovige Baliërs. Heden, 10 September, is de sterfdag (1684) van Johannes Antonides Van der Goes. Deze voorname dichter uit den bloeitijd onzer letterkunde werd te Goes in Mei 1647 geboren. Aanvankelijk dichtte hij in het Latijn, maar toen hij Hooft en Vondel las, ging hij in het Hollandsch dichten. Hij vervaardigde een treurspel. „Frazil of overrompeld Sina", dat Vondel las en bui tengewoon hoog prees, ja, zeide te willen dat hij sommige gedeelten zelf had geschre- Verder schreef hij „Bejlone aan bant" en de algemeene bewonderde „IJstroom". In 1678 huwde hij Susanna Bormans. Zijn gedichten zijn verheven en beeldenrijk, keurig en weelderig van taal, gespierd van versbouw. ff van Parijs is overleden. de kleinzoon van den laatsten "anschen, den vorst uit het is die in 1848 door den III van den troon ge- Ie graaf van Parijs die in 1845 door een ongeluk met zijn rijtuig zoo noodtottig aan zijn eind kwam. Zijn zoon is de 26jarige Lode wijk Phi lips Robert, hertog van Orleans, die nu ook zijne aanspraken op den Franschen konings troon heeft overgenomendoch tegelijk door een mededinger wordt bedreigd in den per soon van prins Francois van Bourbon, een Spanjaard, die afstamt van het Fransche koningshuis der Bourbons dat in 1830 weg gejaagd werd. Het is niet te denken dat deze concur renten elkander veel kwaad zullen doen; en ook niet te denken dat de Fransche natie spoedig geneigd zal zijn met een van bei den mee te gaan. Men spreekt wel eens van dieventaal, door niemand te ontcijferen, doch die van de sportliefhebbers heeft er ook wel wat van weg. Zelfs het woord „sport" is een plant van vreemden bodem en duidt de liefheb berij der Nederlandsche jongelingschap aan, de zucht tot ontspannig per „fiets" waar aan honderden jongelui, terende op de portemonnaie van hun vader, lijdende zijn; knapen die de maatschappij geen ondienst deden, als zij er uit liepen en het vader land aan zich verplichtten door liever te teekenen naar Lombok. Zoo dachten wij toen wij in een Neder- landsch daglad het verslag lazen van een wedstrijd tusschen twee „sporf'-vereeni- gingen: één Nederlandsche en één En- gelsche. Het was de „plaistowe C. C." De En- gelschen begonnen met „fielden" en „bowl den" zoo goed dat bet Hollandsche gezel schap ternauwernood „scoorde". Deze „innings" nam deu gelieelen dag in. De Engelschen „scoorden" in korten tijd voor slechts vijf „wickets down". Enkelen maakten „not out". Toen sloten zij eene „innings". Die het niet mooi vindt, moet het maar zeggen Met instemming ontleenen wij het onder staande aan „De Volkscourant van Appin- gadam" Al zijn de beginselen, welke we belij den, ook nog zoo edel, wat baat het ons, zoo we zeiven het loven missen Schilder een vuur, zoo sprekend mogelijk, op het doek, er gaat geen warmte van die vlammen uitzij baten u niet, als ge een middel tegen koude zoekt. Zoo ook op zedelijk gebied kondig uwe uitnemende beginselen luide aan, het zal niet veel geven, als gij ze zelf niet beleeft. Daarom juist gaat er zoo weinig kracht uit van het Chris tendom, omdat het voor een niet gering deel slechts in naam bestaat, een bloote vorm is geworden. En nu zit hier juist de groote moeilijk heid voor den wasdom der Christelijke beginselen, dat deze in strijd zijn met ons natuurlijk bestaan. Alle andere beginselen groeien, gelijk het onkruid, als van zelf, en verhinderen het goede zaad tot ontwik keling te komen. Vandaar dat (Tè inspanning van de zijde der Christenen veel grooter moet zijn dan van den anderen kant, omdat men met ont zaglijke tegenkanting, zelf in eigen boezem, en daar niet het minst, heeft te worstelen. Alleen zij zullen dan ook ten slotte, als de strijd vroeg of laat hevig wordt, kunnen blijven staan, die uit een bij hen levend beginsel hebben gestreden. Wij vestigen de aandacht op de collecte die op onze dorpen zal gehouden worden ten behoeve van het Roode Kruis. Het Roode Kruis is eene vereeniging die in oorlogstijd aan de gewonden gratis allerlei verkwikkingen verschaft en ook nu den steun vraagt voor Lombok. Wij meldden dezer dagen dat vier sol daten uit de klas van discipline ontsnapt, te Wemeldinge gegrepen en naar Vlissin- gen teruggevoerd zijn. Men is geneigd te vragen hoe het moge lijk is dat zoo telkens uit de klas ontsnap pingen kunnen plaats vinden, en nog wel door vier soldaten tegelijk? Dat doet aan een complot denken. Wij hebben zoo goed dat kon een onder zoek in dezen ingesteld en vernamen dat, wat het laatste geval betreft, de oorzaak aldus is geweest. Bedoelde vier soldaten behoorden tot de wacht. Twee hunner stonden op post. Nu moet een der posten, die achter de kazerne staat, zoodanig geplaatst zijn, dat hij maar over een lage schutting behoeft te klimmen om vrij te zijn. Reeds een dag voor hunne ontsnapping was ook op diezelfde plaats een andere soldaat er van door gegaan. Men scheen in dit feit evenwel geen gevaar te zien; althans den volgenden nacht werd daar weer een klassiaan op post gezet, met het gevolg dat hij met nog een anderen schildwacht en twee man van de wacht door over- klimming daar ter plaatse zich uit de voeten maakte. Zijn hier dus feitelijk de autoriteiten die de overklimming mogelijk maken niet de hoofdschuldigen De soldaten krijgen de welverdiende straf door het Reglement van Krijgstucht bedreigd aan hem die in tijd van vrede van zijn post of van de wacht deserteert, namelijk twee jaar gevangenisstraf; doch is de straf niet te zwaar waar hun de ge legenheid om ze op te loopen, zoo gemak kelijk gemaakt werd Het zijn toch mannen die hun vrijheid missen en wie zal hen hard vallen over het feit dat zij bezweken voor de verzoe king om zich op zoo gemakkelijke wijze die vrijheid zij 't dan ook voor slechts korten tijd te verschaffen Hier zal ook wel plichtverzuim van de zijde van den wachtcommandant zijn ge weest doch wij vragenis de dienst niet wat zwaar voor het kader aan het depót van discipline? Den eenen dag van 's middags 4 tot 's avonds 10 uur, en den volgenden dag van 6 tot 4 uur steeds om de beurt als com mandant van de wacht en korporaal van aflossing buiten ter surveillance, behalve nog de vele diensten die verder op de wacht voorkomen is al kras genoeg, zou men zeggen. Thans komt nu nog de nieuwe order er bij dat het kader gedurende den ganschen dag en nacht beurtelings buiten moet zijn om den eenen schildwacht die in de on middellijke nabijheid der wacht staat, te controleeren en te beletten dat hij wegloopt! Het kader krijgt daardoor 18 h 20 diensturen. Hoe kan nu een post, waaraan zoo zware verantwoording kleeft, als die van wacht commandant,met opgewektheid vervuld wor den, als zooveel van 's mans krachten ge vorderd wordt Indien onze inlichtingen juist zijn, moeten wij erkennen dat het wel wat ver gaat om den wacht-commandanten, bij hunne drukke functiën nu nog „de" schildwacht over „den" schildwacht op te dragen. Zou het niet beter zijn als het getal manschappen voor speciale diensten wierd uitgebreid en die soldaten voor wachtdien sten werden gebruikt UIT HET KAMP (Bergen-op-Zoom). De morgenoefening van Vrijdag werd we gens de vele regens afgelast en in plaats daarvan theorie gehouden in de tenten des namiddags werd onder aanhoudenden regen oefening gehouden in de nabijheid van het kamp, onder commando van kolonel Wellan die tot 5 uur duurde. Het weer bleef dien dag ongunstig, zoodat bijna allen dien avond in hunne tenten bleven. Zaterdagmorgen was het erg koud om half 8 rukte de troep uit. Het 4e bataljon onder bevel van den luitenant kolonel Klerckhet 2e, 3e en 4e bataljon respectievelijk onder de bevelen van den Majoor Jhr. Wittert, den luitenant kolonel Knebel en den Majoor v. Essen, naar Wouw, waar de troep om 10 uur aan kwam en na een uur rust weer terug mar cheerde. Den geheelen morgen regende het zooveel dat de troep om half twee doornat thuis kwam. De muziek kwam ons uit Bergen een eind tegemoet, en bracht het 2e en 4e bataljon in de kamp terugde dag werd verder besteed met het schoon maken der wapens en kregen we aldoor maar vreeselijke regenbuien, zoodat dien avond 't kamp weer door weinigen werd verlaten. Zondagmorgen prachtig weer ieder kwam vergenoegd uit zijn tent. Kerkparade werd niet gehouden, toch werd ieder in de gele genheid gesteld de godsdienstoefening bij te wonen. Dien dag werd Bergen en omstre ken door de soldaten bezocht en vele bur gers bezichtigden het kamp. Des avonds weder muziek in de buitencantine, voor alle militairen toegankelijk. Heden Maandag hadden wij gevechts-exerceeren met drie troepen, onder de leiding van bovengenoemde officieren, en door goed weder begunstigd 10 Sept. '94. If) A 30 3D O 'llUAd(i qo«j^^hccnmhoh ZD Ut?A GO X H O H CD vO O CN O rH CO •sjoiu JO ^8U3ipspoff OJOpuB U9JJ- ■^9IJ9UJ8J qossaBniioj •19IJ9BJSI "F9P9N •M9ÏI -oq;u3- puQ •5J9II0qjB2 -qosmoojj 'pjgam -J0J9I9I) •U9^uiu:js -uoraag •uspuxzgS -sdoofl '1 'H -1S«H •q;ni •pSluuAg; ®X-»(D93OOC0J)-*O B CO 05 t-- O T-I VH H H Ol vH MO ofoï t— vO <M CC t— CO t— O I O! CO O CM CO I O O O O OvOiOHQQiCCOiOOOH ei q o w h co w h w MÖkOoJ tH rH Hdï tH O* I iiO 333 t- CO MO lO MO CO Q co t— Ci O ICONÏ" H rH rH C O O O Hcs^o^coo^H^oo OlCOvOGO-rtl-r^-^COCOasQ °0. H. W H Q CO N vfi lO vO O MO MÓ MÓ VO CO CO H Cl w* <M HjONCiiCHNiOOCOO C0<MCOrHO3COO3lcr>COa0CO rH tH rH vO ÏH O Cl CO O co ih oi cd" mo cd eó tH uOfMtHt-COtOfMHMOMOO MOOlCOOCiHHCOvHOCO ricOW rH \f5^CO(MiftCDh-COCHOas !MCCCif5t»C0C10ïClOC0 H Cl CO CO OCOCOCOt-0^O«OCO^ CO-fO^H^^cOCKMO OCO'^H^COt'COHHO O! Tl? .5 O COtOOClOOCOQ^COiO iO c. lO CO Cl CO CO C5 l>* tO h; H Cl X) lO C5 Cl CO tfi Cl Cl ei co" ei i-ï th rH CO ei O co h-O co rji ifi h co ^ciHeojcooOMOOvO rH<j3COCOCqe*OOOMOrHrH vfi h' d co cd co' O cot-ooeiHO^co^ o eilflCOHHClHH rH eiHai^r-XiflcDcOH^ o^cocoQ^Tj'Xcieio tod HrtKNCidCOOh-OiOCO tO Ci CO H Cl CO ei Cl ei H e; to Tji 01 O - ei ai ai ai h mo mö ei «-d 5 =3 o Uw T3 rtf 'p O S3 c w i i' CÖ Lr c bf) o aO© TJ od M j M CC >-H CÏHÏ.S L 2 7 ow s 5 o «I ü.'-S i H 1 r, rk b- S r- m 3 '2 rH r-i <L> k.H r o c w C J* H .5 JH De verhouding der bevolking naar de verdeeling in protestanten, katholieken en joden is als volgt Groningen 90,2 pCt. protestanten, 7 ,,nt katholieken en 2,1 pCt. joden. In Fries! land bedraagt het achtereenvolgens 90'i pCt., 7,9 en 6,7. In Drenthe 92.1 5 4 1,1. In Overijsel 70,7, 28,3 en 1. In'Gel- derland 62Vs, 36,5 en 1. In Utrecht 63 3 36 en 0,7. In Noord-Holland 65, 27 8 en 6,3. In Zuid-Holland 73,5, 2,4 en 1,7. jn Zeeland 73,5, 25,6 en 0,3. In N. Brabant 12 87,6 en 0,4 pCt. En in Limburg 14- gg' en 0,6 pCt van de bevolking. In de laatste halve eeuw is de ver houding tusschen protestanten en katholie ken in ons land ten gunste der eersten veranderd Prot. Kath. 1829 59.11 pCt. 38.99 pCt 1879 61.55 36.02 Goes. In de Raadsvergadering op Woensdag 12 September 1894 des na middags te 2 uren zullen de navolgende punten worden behandeld 1. Notulen. 2. Mededeelingen. 3. Ingeko men stukken. 4. Rekening van het Gasthuis- bestunr over 1893. 5. Begrooting van idem over 1895. 6. Rekening van het Burger lijk Armbestuur over 1893. 7. Rekening der Gemeente over 1893. 8. Kohier school geld school E cursus 1894/5. 9. Continu atie benoeming van den heer A. Kolkman als leeraar in het Duitsch. 10. Beëediging van den Secretaris der Gemeente. Kerknieuws* Beroepen te Waarde dhr. M. A. v. Rhijn cand. te Katwijk. Wilhelminadorp. Zondag 16 Sept. a.in de voormiddaggodsdienstoefening hoopt ds. L. Ingelse weder voor de gemeente op te treden. Kloetinge, 9 Sept.. '94. Hedenmor gen aan het einde der godsdienstoefening, richtte onze dominé een enkel woord tot den heer Jhr. S. M. Reigersberg Versluijs, die voor eenige dagen zijne be trekking van burgemeester alhier had neer gelegd, om weldra als secretaris van Goes optetreden. Da prediker drukte er zijn leed wezen over uit, dat Z.E.A. het secretariaat van Goes had verkozen boven het burge meesterschap onzer gemeente. Hij dankt* Z.E.A. voor de belangstelling steeds ge toond in de openbare godsdienstoefening, voor den finantieelen en daardoor ook zede lijken steun, aan het kerstfeest der Zon dagschool, aan de christelijke Jongelings- vereeniging en aan de plaatselijke afdee- ling ter ondersteuning der militaire tehuizen, bewezen. De belangstelling door Z.E.A. betoond, wanneer spreker een beroep naar elders had ontvangen, was steeds zeer op prijs gesteld. Van harte hoopte de prediker dat het Z.E.A. en diens gezin wel mocht gaan in Goes, dat de Heere hem zegenen zou, bo venal met geestelijke zegeningen in Jezus Christus. Daarna zong de gemeente haren oud-bur gemeester de bekende zegenbede toe Ps. 134 3. Alkmaar. Onze nieuwe leeraar ds. W. A. v. Griethuijsen, deed Zondag in de avondgodsdienstoefening intrede onder ons met eene predikatie uit 1 Cor. 1:23a na des voormiddags bevestigd te zijn door Ds. Bouvin met eene leerrede naar 1 Cor. 1 9a. Ger. Kerken. Drietal te Camperland ds. G. Dalhuijsen te Heinkenszand, ds. O. J. Geerling te Brouwershaven en ds. 0. Los te Oudvosmeer. Ds. C. B. Bavinck te Rotterdam is Zondag in de voormiddaggodsdienstoefening in het kerkgebouw Hoveniersstraat, welk gebouw te klein bleek de opgekomenen te bevatten bevestigd door zijn broeder, Prof. dr. H. Bavinck, naar 2 Cor. 1035. Des namidd. verbond de leeraar zich aan zijne gemeente met eene leerrede naar Rom. 115 en 16. S c li 0 o 1 n i e u w s. Geslaagd te Breda voor de hoofdacte de heeren L. C. Adriaanse te 's Heerenhoek, J. van Bezooijen te St. Maartensdijk, Ch. L. v. d. Bilt te Koewacht, en L. B. v. d. Slikken te Stavenisse. Heinkenszand. De gemeenteraad benoemde heden met algemeene stemmen tot hoofd der school dhr. A. W. Wisse hoofd der schoofd te Ellewoutsdijk. Tot onderwijzer aan de Chr. sch. der Ger. te Rijnsburg is benoemd de heer F- Boon te Zaamslag. Goes- Toelatingsexamen Burgeravond school, 27 jongens hadden zich aangegeven 1 werd door ongesteldheid verhinderd 6 werden afgewezen, 20 geslaagd. Allen voor de Iste klasse. De Iste klasse zou nu een 28 of 29 leerlingen bevatten, omdat er 8 leerlingen bij een vorigen cursus niet zijn bevorderd tot de Ilde klasse. De klasse zal daarom in twee afdeelingen worden gesplitst. De namen der geslaagden zijn W. Dominicus, J. H. Koning, N. Zandee, P. M. Jeronimus, G. C. v. Blitterswijk, B. v. d. Vijver, D. v. Aken, J. v- Kiet, J. de Jonge, B. Groenendijk, L. Geldmi A. Meijler, J. J. Buitendijk, A. Beenhak ker, J. v. d. Broeke, A. Potter, J- Koeman, H. Visser, C. Faes en P. S. A< Goedbloed. Voor de arr. rechtbank te Middelburg stond Vrijdag terecht C. K., oud 36 j»reni

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 2