[JT ER NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH ieuwste ivens 188. 1894. potheekbank i Teijlmgen, nde drank. orerfs lagelijksch k. tbode .EüKAAF"." MiddViissT" iDoniecifaij 28 Eupsfus. Hcfifsfc laacgang* VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De Koninginnen in Zeela id. A erete hypothecair gendom men tegen A genten. 3PERCEELEN IN 0 es worden inge- r hij J. SIMPE- dikant in Walche- sn boekh. K. LE 'IENST en LZierikzee. Spoorweg Goes_ tijd. an Zierikzee: 'smorg. 'smid 21 over Cortge- ,30. Directe door- 7 uur. !2 n. Cortgene7.50 terug naar rikzee 9.15 en22 10.— 4.— d.23 n. Vlis. 6.30 4.— 7.50 4.—- 7.50 4.— 6.— 6.— 7.50 4.-— 7.50 4.— 7.50 4.— 6.30 4.— d.23 jd.24 er.25 26 in .27 is. 28 en 29 id.30 jd.34 7.50 4.-»- zijn uitsluitend afgegeven kaarten Antwerpen nsdag 21 9. ijdag 24 1. terdag 25 1. nsdag 28 3. nderdag 30 .6 ongeveer orrn. *5,20, *6.35 Namid. 12, 6,45, 8,— ddag 5,05, 7,10, lamid. 12,05,1,40, ,05, 8,05. en 6,35, uit jVIid- lagen, elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02s. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Onder begunstiging van schoon zomer weder deden HH. MM. Dinsdag hare intrede in onze provincie. De eerste plaats in Zeeland waar zij moesten voorbijtrekken, is Rilland. Daar bevonden zich des morgens al tij dig vele belangstellende toeschouwers uit Zeeland en Brabant aan het station. Te Huur arriveerde de Commissaris der Koningin jhr. mr. W. M. De Brauw, die door den burgemeester J. J. Van Gorsel, onder het spelen der muziek, naar de versierde wachtkamer werd geleid, alwaar de leden van den Raad aan ZExc. werden voorgesteld en „ltillandia"op flinke wijze ee- nige muziekstukken uitvoerde; de muzikan ten hadden elk een oranjesjerp om, terwijl de tent en het terrein met vlaggen en groen ver- Bierd waren. Een „Welkom in Zeeland" prijk te in het groen tusschen de wapens van Ril land Bath en van Zeeland. Eindelijk naderde de treindoor „Rillan- dia" met het Wilhelmus begroet. De commissaris der Koningin verwelkomde de gasten op Zeelands bodem en stelde Haar den burgemeester voor en twee Rillandsche meisjesMaria van Damme Cd. en Cornelia Blok Ad. die aan HH. MM. een bouquet aanboden, die door HH. MM. met een woord van dank werden aanvaard. Daarop snelde de vorstelijke trein onder het aanhoudend gejuich des volks en ge- buig en ge wuif der vorstinnen naar Mid delburg. Aan alle stations en op de wegen langs de spoorlijn stonden honderden menschen geschaard om, zq het dan ook zeer ter loops, de Koninginnen te aanschouwen. Yooral de Goesenaars, voorzoover zij niet per trein of extra trein, per rijtuig of ezelkar naar Walcheren getogen waren, lieten zich niet onbetuigd. Toen de Vor stinnen het rijk versierde station passeer den, wuifde de jeugdige Koningin in het wit gekleed en met een met witte veeren getooidenhoed op den talrijken Oranjevrien- den toe. Te 12 uur 10 min. dus juist op tijd reed de koninklijke trein het station binnen, opgewacht door den burgemeester, jhr. mr. L. Schorer, de leden van Gedeputeerde Staten, de eerewacht te paard en de schut terij met haar muziekkcorps. Nadat de koninginnen den trein hadden verlaten en naar de rijk versierde wachtkamer le klasse gegaan waren, werden zij door de burge meester namens de stad Middelburg ver welkomd. Daarna bood mejuffrouw Mary Schorer, dochter van den burgemeester, en mej. Bertha Tak HH. MM. een bouqnet aan, het eerste met de Middelburgsche, het andere met linten der nationale kleuren. Daarna werden de verschillende autori- taiten door den Commissaris der Koningin aan HH. MM. voorgesteldwerden de schutters, die daar gestationneerd waren uoor HH. MM. geïnspecteerden maakten AH. MM. kennis met de leden van den Onder daverend gejuich uit duizenden monden en de muziek der Middelburgsche schutterijstegen HH. MM. daarna in het mjtuig en voort reed het, nu eens stapvoets iah in draf, over de Stationsweg, Stations: straat, Houtkaai, enz. gelijk bij programma aangekondigd. De stoet bestond uit: o. cavaUerie. E rijtuig burgemeester van Middelburg, r'tcm commissaris der koningin. j(lem de kamerheer van HH. MM. e e' riem HH. MM. omgeven door de r'"'Vacht onder commando van jhr. de Jw'g« van Ellemeet. rdem met gedeputeerde staten. 9- 3 rijtuigen gevolg van HH. MM. een rijtuig met wethouders en secre- rm van Middelburg. ''avallerie. u de Ablij kwam de stoet te 12.35 aan sar een eerewacht van 40 militairen r bevel van den kapitein A. W. van' 't Lindenhout, voor het paleis opgesteld was. Daarnaast stond de stafmuziek van het derde regiment infanterie, dat, toen de verstinnen de Abdij binnenreden, en nadat de tamboers de eeremarsch hadden geslagen, het Wilhelmus en daarna het Volkslied ten gehoore bracht. Intusschen hielden HH. MM. eene inspec tie over de eerewacht. De jonge Koningin boog tweemaal zeer diep voor den kommandant. Toen de Koninginnen de stoep vanj het paleis betraden, werden aan Haar door mevr. de Branw en freule Theodora Wittert prachtige bouquetten aangeboden. Daarna werd het dejeuner gebruikt. In middels schaarden zich ruim 400 schoolkin deren op het Abdijplein onder leiding van de vereeniging Uit het VolkVooi het Volk om HH. MM. kunne buide te bren gen door het zingen vaneenige coupletten uit de cantate Michiel Adr. de Ruyter van A. Lysen en W. H. Hasselbach. Te half 2 begon de uitvoering onder leiding van dhr. Lysen, het stedelijk mu ziekcorps onder leiding van d n heer Jan Morks begeleidde. Vooraf zongen de kinderen het navol gende lied op de wijs van een der koren uit de cantate God onzer Vadren! Uw heil'ge zegen Dale op Neêrlands Vorstinnen steeds neer Geef dat de liefde van allen Haar deel zij Leid Haar in voorspoed naar Zeeland vaak weer 1 Daarna klonken de schoone koren uit de cantate, waarin de koningin blijkbaar veel behagen schepte. Met ijzeren wil en standvastige vlijt Bewees wel Michiel, wat hij kon Maar bleef of Hij klom tot steeds hoogeren rang, Eenvoudig als toen Hij begon. En nauw'lijks een man, was hij scheepskapitein, Zoo flink en zoo vroom en zoo vroed, Geprezen om strijd door zijn meerd'ren en volk, Geëerd om beleid, trouw en moed. Zijn voorspoed was nietslechts de gunst der fortuin Maar vrucht van zijn arbeid en vlijt, En zeker 't geluk koos nooit beteren woon, Dan thuis, waar hij rust na den strijd. Daar leeft zijn gezin, meer bemind dan de zee, De kostbaarste gave van 'tlot En meer dan voor rijkdom en grootheid en eer, Dankt hij voor dien zegen zijn God En dan God onzer vad'ren I Schenk hem uw liulpe, Zegen den strijder voor Nederlands eer Geef dat de vrede zijn arbeid bekrone, Leid hem genadig in zegepraal weer. Wel zwaar was de strijd, doch vol glorie het eind, Want hoog was 's lands aanzien gestegen Hoe klein van gebied, in den raad van Euroop Had Neêrland de leiding gekregen. Het zwaard van De Ruyter, 't genie van De Witt Kwam alle gevaren te boven. Fier zwaaide de Leeuw toen de schepter der zee En fier klonk zijn stem aan de hoven. Schoon klonk ook het volgende Jongens. Een ruiter is onze admiraal, Niet een zoo koen op aard I Zijn renperk is het pekelveld, Een oorlogsschip zijn paard. Hij rent daarmee de wereld door, Tot eer van Neêrlands vlag Hij werpt den vijand uit betzaal En leert den vriend ontzag. Koor. Wee, wee, wee, Neerland I Wee Sombre wolken pakken saam] aan den horizont. Dreigend rolt het onweer aan, schiet de bliksem (rond I Wraak eischt koning Lodewijk, dat gij hem weer- (stondt I England, Munster, Keulen volgt Wraak in Frankryks bond I Wee, wee, wee, Neerland 1 Wee! 'sVijands scharen rukken aan, met ontemb're (kracht Luttel dagen en gij valt, bukt reeds voor zijn (macht Holland slechts en Willem staan als Oranje placht En ter zee houdt Neerlands hoop, Houdt de Ruyter wacht. Ook het Wilhelmus op de oude toonzet ting maakte een keurigen indruk, evenals de koren beginnend met het meisjeskoor Met moed en volharding streed leger en vloot Het dreigend gevaar en de klimmende nood Zag d' aloude eendracht herleven. De Ruyter bij Sool'bay, Prins Willem te land Ze hadden, der vadren leuze gestand Den vijand gestuit of verdreven. Luctor et Emergo, Luetor et Emergo en eindigend met het Meisjeskoor. „Carthago moet vallen", krijt grimmig de haat, En honderden schepen geen weerstand meer baat Verschijnen en dreigen te landen. fe.' Van Waleherens kust tot de Tesselsehe ree, Ziet Neerland in doodsangstde worstling torzee En vouwt in ontzetting de handen. Ecu onovertroffen effect had het koraal Uit de diepten der ellenden, Roepen wij om redding, Heer! Gij alleen kunt uitkomst zenden, Sla des vijands arm ter neer Uit de diepten der ellenden, Roepen wij om redding, Heer Van het fragment uit de cantate was een afzonderlijk op perkament gedrukt exemplaar de Koningin ter hand gesteld, in een rozenkleurigen omslag, waarop het wapen der provinciën in goud een geschenk van bovengenoemde vereeniging, waarvoor haar door HH. MM. hartelijk dank werd betuigd. Vervolgens werden de meisjes in ver schillend Zeenwsch costuum aan HH. M.M. voorgesteld. Uit verschillende oorden der provincie warende meisjes aangekomen onder leiding van de sub. commissiën die zich tot hare bijeenbrenging hadden gevormd. Uit Walcheren waren opgekomen: Jo hanna Dekker yen Middelburg, den 28 September 1879 geboren te Oost- en West- Souburg; Dina Reijnierse van Grijpskerke en den 23 Oct. 1880 aldaar geboren Tan netje Kodde van Nieuw- en St. Joosland, 31 Aug. 1880 geboren te Arnemuiden Apollonia de Vos en Lena Bliek, beiden van Nieuw- en St. Joosland en aldaar ge baren resp. 1 Juli en 11 Maart 1879; laatstgenoemde was gekleed in een costuum van vóór 100 jaren, Tannetje Jobse en Francina de Troije, beiden van Arnemuiden en aldaar geboren, resp. 26 Juni 1878 en 24 Juli 1879 de eerste was uit den visscbers-, de laatste uit den burgerstand Cornelia Verhulst en Maria Minderhout, beiden van Westkapelle en aldaar geboren, resp. 1 Febr. 1879 en 16 Aug. 1877; Maria van der Meule, wonende en 25 Mei 1877 geb. geb. te Aagtekerke, en Maatje Johanna van der Meule, wonende en 30 April 1880 geboren te Domburg. Hunne beschermers waren de heeren P. Pauwer, J. Peper, S. v. Eenennaam, A. Walraven en M. C. Koole. Uit Tiuid Beveland waren verschenen Protestantsch costuum Maatje Geertruida Tolhoek te Wilhelminadorp 23 Oct. 1876 ge- horen te Wolfaartsdijk, en Maria Rijn, wonen de te Schore waar zij 14 Aug. 1877 geboren werd voor de roomsche kleeding Cornelia de Jonge, 2 Juni 1879 te 'sHeerenhoek geboren en aldaar wonende, en Maria Acda van Baarland, waar zij 16 April 1880 geboren werd. Hunne volgelingen waren de heeren v. d. Bilt laMotthe, J. G. P. Timans, A. Nijssen en Dekker. Uit Noord Beveland waren gearriveerd Josina Maatje Hoveijn, 31 Aug. 1880 te Wissekerke, hare woonplaats, geboren, en Elisabeth Adriana Pieternella Haringman van Colijnsplaat, waar zij 30 Nov. 1877 geboren werd. Hare begeleiders warende heeren W. F. J. Wagtho en W. J. Vader van 's Graven polder. Uit Schouwen waren aanwezig Maria Johanna van Zuijen wonende en 12 Febr. 1876 geboren te Burgh, en Elizabeth Wil- helmina Boot, 30 Sept. 1878 te Haamstede, hare woonplaats, geboren. Haar vergezelde de heer M. Bolle. Uit Duiveland waren tegenwoordig Pie ternella Zoeter, van Oosterland, waar zij 10 Juli 1873 geboren werd, en Lena Ro- meijn, wonende te Ouwerkerk en 18 Nov. 1869 te Noordgouwe geboren. Haar in spireerde de heef B. G. v. d. Have. Uit Tolen waren aangekomen Johanna Lena Geluk, 2 Juli 1876 te Tholen, hare woonplaats, geboren, en Helena Jacoba Groenewege, wonende en geboren 30 Sept. 1876 te St. Maartensdijk. Hare vrienden waren de heeren J. W. Wagtho, N. Polderman en L. J. Dorst. Uit het Land van Axel waren aange voerdGeertruida Willemsen (stads-costuuin) 27 Sept. 1875 te Zaamslag, Johanna Maria van Hoeve (dorps-costunm), 30 Sept. 1880 te Axel, en Adriana Scheele, 13 Maart 1876 te Tenieuzen geboren en wonende. Hare aanvoerders waren de hh. P. Moes, D. J. Oggel en J. Sturm. Uit het land van Hulst waren daar Maria Johanna Neeteson, en Maria Louisa Hiel, beiden te Hontenisse wonende en geboren, resp. 3 Eebr. 1875 en 14 Mei 1880. Aangebracht door de heeren K. Col- lot d' Escury, IJsebaert en A. van Waes- berghe. En eindelijk werden opgemerkt nit het Land van CadzandSuzanna Sara Kotvis geboren 16 Mei 1876 en Maria Kotvis, geboren 28 Mei 1878, beiden te Zuidzande en aldaar woonachtig. Hare trawanten waren de heeren de Bats, Ilennequin en Hammacher. Na afloop der kinder-cantate werden deze meisjes toegelaten hij HH. MM. en voor gesteld door drie leden der hoofdcommissie en de heeren Walraven, Nijssen, Vader, M. Bolle, v. d. Have, Sturm, Wagtho en ILennequin, zijnde uit elke sub-commissie een lid, daartoe bij loting aangewezen. De voorzitter W. Polman Krusemau stelde hen aan HH. MM. voor, waarna door mej. E. A. P. Haringman en mej. H. J. Groene wege aan HH. MM. een bouquet werd aangeboden, waarvoor de koningin haar met een hartelij ken handdruk dankte. Daarna hood mej. L. Roineijn aan de ko ningin eenige Zeeuwsche geschenken aan, bestaande uit een beugeltasch, een knipje, een zeldzame haarnaald (van Walcheren), een ceintuurgesp van gouden knoopjes, een snoer bloedkoralen met cantille-tonnetje, twee gouden ringen, een zilve ren pepermuntdoos, gouden haarspelden uit Walcheren, Zuid- Beveland, Tholen en Axel, verschillende broches, kraalhaken en mantelhaken, das spelden, oorknopjes en zijspelden, Thoolsche kussenbellen, een gouden mantelhaakje, een haarnaald, vervaardigd uit zilveren boeren- knoopjes. Behalve de beugeltasch, het knipje en het pepermuntdoosje waren deze geschen ken gehecht op een paars fluweelen kussen, omzoomd door 240 zilveren knoopjes. Namens hare dochter bedankte de Regentes voor dit zooals zij het noemde heerlijk souvenir van Zeeland, haar te meer waard, dewijl heden om de groote daaraan ver bonden vermoeienissen, slechts een deel van Zeeland kon bezocht worden. Met groote belangstelling bezichtigden HH. MM. de kleederdrachten. De voorstelling der meisjes was als het ware de opening der audiëntie die te half 3 begon en waaraan door vele atoriteiten werd deelgenomen. De heer ds. Kielstra, doopsgezind predi kant te Middelburg, bood namens den kerkeraad zijner gemeente aan de Koningin drie in het bezit der gemeente zijnde oude stukken aan, welke gedateerd 1578, 1582 en 1593, eigenhandig geteekend zijn, twee door Willem den Zwijger, en een door Maurits. Daarbij wordt den Doopsgezinden vrijstelling 'verleend van de eedsaflegging en het dragen der wapenen, wordt hun vrij handelsverkeer toegestaan en vrijheid van geweten gewaarborgd. De heer mr. P. C. J. Hennequin bood namens den Raad der gemeente Aardenburg eene verzameling photographieën van ge zichten uit aide gemeenten van Zeeuwsch- Vlaanderen, Westelijk deel, aan HH. MM. aan. Het geheel was bevat in een zeer sierlijk kistje van blauw pluche met ziiver gemonteerd met toepasselijke inscriptie. Na afloop der audiëntie maakten H.H. M.M. een rijtoer door de stad. Daarna werd het Stadhuis bezocht. H.H. M.M. werden begroet door 26 meisjes, wier namen wij reeds hebben meegedeeld. De ovatie stond onder leiding van mevrouw SalbergKakebeeke en mevrouw Borsius Lenshoek. Tegelijk zongen deze strooisters op lieven toon onderstaande stroeve verzen: Weest welkom edel Paar, geliefde Koninginnen Met vreugd begroeten we U in onze blijde stad Gezegend zij de stond, waarin we onze Vorstin- (nen De hope van het land, met glanzen zien om- (straald. Ons hart en onze hand strooit bloemen op uw (paden, Het kinderlijk gemoed brengt u zijn huldeblijk; Neemt dit welwillend aan, Uw liefde maakt ons (rijk Wij weten 't: Uw goed hart kan 't kleine niet (versmaden. Ons need'rig welkomstlied vindt weerklank al lerwegen, Heel Zeeland jubelt mee met ons eenvoudig koor. En hoe zou 't anders zijn, Gij zijt ons volk ten (zegen, De roem van 't Vaderland gaat, met U, niet te (loor. Wijj helpen daarom trouw d'Oranjeboom om- (klemmen, Ook 'tjonge Nederland vindt daarbij steun en (macht. Wat ook gebeuren moog' Uw hulpe geeft ons (kracht. Met U 't gevaar getart„Wij worstlen en ont- (zwemmen Verheffen w'onzen zang, luid klinken stem e* (snaren, Ter viering van dit feest, dat lang ons heugen zal. Het jonge Middelburg zal dank aan vreugde (paren Niet één onthoude zich, 't zij blijdschap overal! De jonge Koningin en Hare lieve Moeder, Haarblijke 't kinderlied, zoo innig haar gewijd, De uiting van 't gebed, gestameld t'allen tijd, Om bloei van 't Vorstenhuis, gericht tot d' Al tbehoeder. Daarna had het do»r de Provinciale Sta ten aangeboden diner plaats. De toegang tot de Statenzaal was met opgaande hoester- gewassen, waarin waterlelies waren gevloch ten, versierd. Aan den maaltijd had de Koningin aan hare rechterzijde het oudste lid van Gedeputeerde Staten, mr. Van der Bilt. Over haar was mevrouw De Brauw gezeten. De plaats naast de Koningin-Re gentes werd door den Commissaris der Ko ningin ingenomen en over haar de schout bij-nacht, kommandant van het eskader. De Koningin-Regentes was in het donker ge kleed, de Koningin in lila, beiden gede colleteerd. Verder waren aangezeten, behalve vele leden der provinciale staten de Goesche en Middelburgsche leden waren allen aan wezig onder meer de hh. Godin de Beaufort en Fokker, leden der eerste kamer, Bakker, directeur der stoomvaartmaat schappij ZeelandVan Aken, luitenant ko lonel, prov. adjudant te Middelburg; de Brauw, schout bij nacht, commandant van de monden der Maas en van het Haring vliet te HellevoetsluisBroekema, archiva ris der provinciale bibliotheek; Dormaar, Laan en van Citters, commiezen chefs der afdeelingen 1, 2 en 3 ter prov. griffie; Cluijsenaar, directeur generaal der Maat schappij tot exploitatie van staatsspoorwe gen; Van Dunné, directeur der registratie en domeinenEpkeraa, luit. kolonel, mili tie-commissaris Evers, directeur der directe belastingenHogerwaard, hoofdingenieurs van den provincialen waterstaat; Van Hooff, idem in het 11e district van den wa terstaat: de Jonge v. Ellemeet, comman dant der eerewacht; Polman Krusemar Jóben griffier der staten; Van Lilaar ri.s^fl 0 ter, commandant van het detar1- zarenV. d. Mieden van 0M rechter; de Vulde v van Middelburg Wed. specteur van trict; Sypke Teding %r mil. afd burgem berg; te 1 seh ni: dar fl

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 1