NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- «r HISTORISCH r* Ho. 127. 1894. 3afetcfag 28 Mi. Iclifsfe Jaacpng. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De week van 3 Augustus. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Slechts eene korte herinnering wenschen wij den vrienden van christelijk onderwijs aan te bieden. Weldra hopen wij de week van 3 Augus tus te beleven de week der Unie Collecte. De beteekenis der Unie Collecte behoe ven wij voor niemand te ontvouwen. Zij is bekend. En ook het doel is bekend. Er wordt eene bijdrage gevraagd tot in standhouding van de Christelijke school te uwer plaats. De vrienden, die gewoon zijn, ook op andere tijden dan in de week van 3 Au gustus herhaaldelijk bij te springen om tekorten te dekken, leermiddelen aan te schaffen, schuld te delgen of schoolgeld te suppleeren, zullen ook thans wel met milde hand en blij gemoed hunne bijdrage leveren. Al gevende rijk wordend, of althans niet verarmend, verdriet het hun niet dat ook deze zaak altijd over dezelfde schijven loopt, doch voegen gaarne hunne grootere bijdrage bij de kleinere van hunne minder welgestelde medeburgers. Want ook dezen geven naar vermogen van het hunne. Dit is de zegen der Unie-collecte. Hier draagt elk iets bij ieder die liefde gevoelt voor de christelijke school draagt een steen tje toe tot haren bouw. De heer des huizes geeft, maar ook de dienstbode onttrekt zich niet. De huismoe der voegt er iets bij, en ook de kinderen helpen mede. Er is in zoo menige plaats eene liefelij ke samenwerking tusschen oud en jong, rijk en arm, om de pogingen tot uitbreiding van het Godsrijk onder de kinderen te steunen. Wij wenschen voor dezulken geen woord te verspillen, om hen tot meer, tot vol hardend en biddend geVen op 3 Augustus a. s. aan te sporen. Het zou voor hen een beleediging zijn. Het zou zijn water naar de zee dragen. Wij schrijven dus niet voor dezen wij schrijven voor hen die zich met allerlei uitvlucht tot nog toe aan hunne roeping: de scholen te helpen onderhouden waar toe de cathechismus maant steeds wisten te onttrekken. Den collectanten wordt telken jare voor de voeten geworpen de oude klacht dat het toch „altemaal niets is". De kinderen der christelijke school zijn immers in niets te onderscheiden van die der openbare; ze zijn even ondeugend, zoo niet ondeugender dan zij, die de openbare school bezoeken. Waartoe nu, jaarlijks aangebeld in stad en dorp voor scholen, die men best missen kan, en die bovendien een zware last zijn op de schouders van ten, die er zooveel onder aUerlei dagelij k- sche zorgen voor moeten opbrengen. De opmerking moet oppervlakkig worden toegestemd. Het is zoo, men kan bij het aan- en uitgaan der openbare en der chris telijke scholen geen merkbaar onderscheid 'n de houding en het gedrag der kinderen sien. Toch mag dit feit niet de grond zijn om er zich op te onttrekken aan den steun •Ier christelij ke school, en aan de bevordering van een onderwijs, waarvan de vruchten zich menigmaal eerst later openbaren. Immers in 't algemeen zou men ditzelfde bezwaar kunnen inbrengen tegen eiken christelij ken arbeid, vooral tegen de predi king des Evangelies. Welke vruchten merkt men van de ver kondiging der waarheid, die Zondag op Zondag plaats heeft? Doch zal men nu maar ophouden met prediken en zeggen 't baat toch nietmen merkt geene vruchten, en daarom staken WÜ de prediking? Immers neen. De Christen ziet niet op de vrucht, hoe aangenaam deze ook moge zijn, maar hij let op het gebod en de belofte Gods, die spreekt„Werpt uw brood uit op het water en na vele dagen zult gij 't vinden". Wat zoudt ge oordeelen van een land man, die heden het zaad in den akker wierp, en morgen met paard en wagen kwam aanrijden om de vruchten te oogsten Ge zoudt hem immers een dwaas noe men, want hij verlangt iets onnatuurlijks. Zou men een ander oordeel kunnen vellen over iemand, die met betrekking tot het geestelijk zaad, dat uitgestrooid wordt in het hart der kleinen, hetzelfde begeert? Immers neen. Het natuurlijke zaad, zal het eenmaal vruchten geven, moet worden gewied, en alle hindernissen, die don groei verhinderen kunnen, moeten worden weggeruimd. Geen minderen eisch stelt het geestelijk zaad, zal men met grond vrucht kunnen verwachten. Is dat waar, dan volgt daaruit eene andere vraag, namelij k deze Wordt in de huisgezinnen het in school uitgestrooide zaad zorgvuldig gekweekt, of moet niet veeleer het tegenovergestelde worden verklaard? Moet men niet erkennen, dat in huis vaak wordt afgebroken wat men in school tracht op te bouwen? In welk gezin is het merkbaar, dat de vreeze des Heeren daar heerscht? Och, men behoeft slechts binnen te treden, en men bevindt menigmaal, dat de ongehoorzaamheid der kinderen eene jammer lijke hoogte heeft bereikt, omdat Gods Woord, zoo al gelezen, niet in toepassing gebracht wordt met betrekking tot de in richting des huisgezins. Waar is de vader, die toont priester te zijn in zijn eigen huis, door met vrouw en kinderen hoorbaar de lichamelijke en geestelijke nooden en behoeften van het gezin den Heere op te dragen? Waar vindt men de moeder, die door de liefde des Heeren gedrongen, eene liefelijke verschijning is te midden der haren, door dienende liefde Waar is het gezin waar alle leden elkander door liefdebetoon en onderlinge hulp het leven zoeken te veraangenamen? In welk huis wekt men elkander op tot vroolijke en dankbare genietingen van de weldaden Gods, die als vruchten van Christus' kruis toevloeien, en daarom menig maal het onderwerp der gesprekken zijn, die kunnen leiden tot een Gode gewijd leven? O, ja zulke huisgezinnen worden, Gode zij dank, gevonden doch ze zijn dun ge zaaid. Van verreweg de meeste moet 't tegendeel worden getuigd. De wereld en wereldsche zaken nemen het hart zóó in, dat men God en Zijnen dienst vergeet. Niet zelden hoort een kind, dat de chris telijke school bezoekt, in huis vloeken in plaats van bidden; verwenschen in plaats van zegenen hardvochtigheid in plaats van liefdebetoon; ijdele gesprekken in plaats van een prijzen van de goedheid en liefde Gods in Jezus Christus tot arme zondaren. Is dit feit, hoe treurig ook, niet tegen te spreken, hoe kan men met grond vrucht verwachten van de zaden die gestrooid worden in de Chr. school Immers, alles wat de ontkieming zou kunnen bevorderen, wordt gemist, en komt er niettegenstaande dit alles toch merkbare vrucht, dan is het eene bijzondere daad van Gods ontferming. En deze vrucht blijft, Gode zij dank niet achterwege. Al zien we haar niet altijd aan deze zijde des grafs, toch gelooven we vast, dat de arbeid in de Chr. school niet nutteloos is voor het koninkrijk Gods, omdat we vertrouwen op de beloften des Heeren. Bovendien, de Heere geeft ook aan deze zijde nog wel vruchten te zien. Doch er zijn nog andere redenen om het christelijk onderwijs, ook in onze plaats, krachtig te steunen. Wij menschen zijn geen op zichzelf staande wezensuit één bloede is heel het mensche- lijk geslacht gemaakt, en daarom blijft het aanéénjverbonden. Die banden voelen wij als volk, als leden van de gemeente des Heeren, als geslacht, als familie, als huis gezin. Als volk zijn wij erfgenamen van ons voorgeslacht. Voor ons, hun kinderen, hebben de vaderen schatten vergaderddat ook is onze roeping tegenover hen die na ons komen zullen. Wij wenschen echter altijd gaarne te weten, dat hij, die van ons erven zal, de erfenis, die we hem nalaten, niet zal mis bruiken of verachten. Welnu, dan hebben wij ook onzen kinde ren te leeren wat kostbare schat door de vaderen ons werd nagelaten, een erfenis met bloed gekocht, de erve van Gods ver bond en Zijn Woord; we hebben ze te doen verstaan, dat zij die erfenis niet mogen verkwisten, en daarom ook in het volksonderwijs deze leering hun te brengen. Dit is de positieve zijde onzer roeping. Maar er is ook eene negatieve zijde. Sinds de revolutiebegrippen in 1789 zoo schrikbarend tot uitdrukking kwamen en, schoon teruggedrongen, met nieuwe onrust barende kracht op het christendom aan stormen, is het zaak dat allen, van wat kerk ook zij mogen christenouder zijn of niet, zich vereenigen om de oprichters dor christelijke school te helpen het tegen gif te leveren, het beproefde tegengif van Gods Woord; en de waarschuwing van da Costa vooral niet in den wind te slaan Bouwt scholen, in wier schoot het Evan- geliezout Uit on- en bijgeloof een dierbre jeugd behoudt. Daartoe neige de Heere uwe harten en Hij zegene u en uwe gaven. Wij hebben ons maar niet bezig gehou den met den storm in een glas water, uit gebroken tengevolge van eenige door het Middelburgsche gemeentebestuur gepubli ceerde uitlatingen van den inspecteur bij het lager onderwijs den heer Eabius, in zake de vraag of het wenschelijk is dat hoofden van scholen een eigen klasse hebben. De heer Fabius zal wel geweten hebben wat hij schreef toen hij feiten noemde omtrent hoofden, die zich eigenlijk meer met allerlei kleine karweitjes dan met school- zaken bezig houden; en de schoolmannen zullen ook wel weten of zij zich al dan niet zijne opmerkingen hebben aan te trekken. Hunne protesten kunnen echter tweeërlei worden opgevat. Op de teenen getrapt te worden is niet aangenaam, doch wie geen eksteroogen heeft, zal het zich, voor een keer althans, wel niet al te zeer aantrekken. Ook hier kan het spreekwoord van pas zijn dat wien de schoen past, hem aantrekt. Maar er kan ook een billijke veront waardiging zijnverontwaardiging over de valsche beschuldiging, die openly k tegen hen werd uitgebracht. En daar het ons niet toekomt tusschen deze twee opvattingen der quaestie partij te kiezen, hebben wij den brief van den inspecteur en de lange en heete protesteu der schoolhoofden, en de adressen van instemming der klasse-onderwijzers maar stilletjes laten voorbijgaan. Wij oordeelen slechts over wat wij weten. x x Natuurlijk wenschen wij uit het feit dat op de honderden hoofden van scholen een enkele keutelaar voorkomt die zijn recht als controleur, als leider, als chef, als hoofd, als denkend en regelend hoofd in den stroom van allerlei niet tot de school behoorende kleinigheden doet verdrinken, niet af te leiden dat het beter is als ook de hoofden der school een klas hebben. Wij constateeren alleen het bekende feit, dat sommige hoofden van scholen een zon derlinge opvatting van hunne gewichtige taak aan den dag leggen. Wij constateeren dat er tal van scholen zijn, waar het ook zonder de methodische controle der hoofden goed gaat, hetzij dat dezen zeiven een klas hebben, hetzij dat zij, bijvoorbeeld door hun zitting hebben in examen commissiën, soms weken achtereen „van school" zijn. Wij constateeren ook dat in onze chris telijke scholen de hoofden er zelfs niet aan denken hun klas te verlaten. De meesten hunner hebben een eigen klas, en, blijkens de rapporten van het schooltoezicht, behoeft het onderwijs aan die scholen, wat gehalte betreft, niet voor dat aan de openbare scho len onder te doen. De storm tegen den heer Fabius opge stoken, zal dus weer wel overgaan. Overgaan, ook al hebben 62 hoofden van scholen, te Rotterdam, namens velen tegen de ambtelijke uitspraak van den inspecteur, tot zelfs bij de landsregeering geprotesteerd^ Twee raadsleden te Franelcer deden dezer dagen het volgende voorstel „Ondergeteekenden stellen bij dezen voor, dat de kermis in deze gemeente niet meer op Zondag gehouden wordt en wel op de navolgende gronden le. geeft de kermis in 't algemeen aan leiding tot verkwisting, vooral de werkende stand zeer tot schade der huisgezinnen brengt bij gelegenheid der kermis zeer'veel verdiend geld weg. Beperking der kermis is derhalve wenschelijk. 2e het misbruik maken van sterken drank wat vooral 's Zondags geschiedt, geeft aan leiding tot vechtpartijen, gevloek en ge schreeuw, waardoor een groot deel geërgerd wordt, en wel voornamelijk dat deel dei- burgerij, hetwelk den Zondag beschouwt als den dag, waarop men behoort te rusten na den arbeid en dien behoort te heiligen maar ook, het andere deel hetwelk schoon den Zondag niet erkennende als den dag des Heeren, toch orde en rust, bijzonder op dien dag, voorstaat 3e de kermis op Zondag is in strijd met den geopenbaarden wil des Heeren, daar volgens dien wil, de overheid geroepen is, de rust op den Zondag te bevorderen. En waar in den laatsten tijd de eerbied voor het gezag in vele opzichten verzwakt, komt het ondergeteekenden hoogst wenschelijk voor, dat de overheid zich richte naar den Hoogsten Wetgever, de bron van alle gezag." In het buitenland geldt vooral Nederland als een „steinreich land", een land met een groot nationaal vermogen. Maar zegt de Delvenaar is Neder land wel zoo „steinreich" Zijn de millionairs er opgeschept? Uit een mededeeling die wij onlangs opvingen, zou den er in Nederland 120 personen zijn met 2 millioen, 68 met lVa millioen, 208 met 1 millioen vermogen. Nu, hoeveel eerbied wij hebben voor die getallen, zij vallen ons niet mee op de 4V2 millioen inwoners. Wel valt het op dat al dit geld over zoo wei nig personen verdeeld is. Ook valt het ge tal millionairs niet tegen, als men let op het geographisch betrekkelijk kleine gebied van ons land. Een soortgelijk gebied in Duitschlaud zou deze millioentjes niet op leveren. Maar steinrich is ons land nog niet, het grootste aantal aanslagen van pl.m. 16000 vindt men onder f 20,000 vermogen. Nu, die zestienduizend renteniertjes vaUen ons ook niet mee. Er wonen op aarde 1450 miljoen menschen. Eon groote schare, bijna niet te tellen. Een getal, als alle getalen, groote en kleine, ongeschikt om er een voorstelling van te maken. Hoe we er ons dan een denkbeeld van kunnen vormen Door te letten op de navolgende mede deeling. Als al deze menschen in eene rij naast elkander stonden, zou een trein 2 jaar en 278 dagen noodig hebben, om met de gewone snelheid en onafgebroken voortstoomende, al deze menschen voorbij te snellen. En van die ontzaglijke menschenmassa nu is de grootste helft 850 miljoen heidenen. En met iedere seconde sterft er eenmensch, gaat er een sterveling de ontzaglijke eeuwig heid in om voor altoos behouden of ver loren te zijn. Zeggen wij dit den heidenen. Meer nog, zeggen wij het elkander, opdat de zendingsijver in ons niet verflauwe, maar al meer in steeds nieuweren gloed uitstrale. 27 Juli 1894. viissingen, 27 Juli 1894. In eene heden namiddag te half 3 uren onder voor zitterschap van den burgemeester, den heer Tutein Nolthenius, gehouden zitting van den gemeenteraad, werd na lezing en goed keuring der notulen der vorige zitting mede deeling en overlegging gedaan van de in gekomen stukken. Onder de overgelegde stukken waren de rekening der gemeente over 1893, sluitende in ontvangsten met f 274409,81s, in uitgaven f 269357,69, alzoo met een goed slot van f 5052,12e de rekening van het gasthuis, sluitende in ontvangsten met f 19972,67% in uitgaven f 19934,676, alzoo met een goed slot van f 38.— de rekening van het burgerweeshuis, slui tende in ontvangsten met f 7868,15, in uit gaven f 6973.55, alzoo met een goed slot van f894,60; de begrooting van het burgerweeshuis voor 1895, in ontvangsten en uitgaven tot een bedrag van f 6946,16 idem die van het algemeen armbestuur in ontvangsten en uitgaven sluitende tot een bedrag van f9975. Als lid van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs wordt, wegens periodieke aftreding, herbenoemd de heer F. C. Stewart Schultz wordt besloten aan den heer P. J. Siegers op diens verzoek eervol ontslag te verleenen als sluismeester idem tot de opname als verzorgde voor eigen rekening in het gasthuis van P. J. F. Post tegen betaling van f175 'sjaars; idem tot het verlengen van het bestaande contract met de Gebr. de Corte te Lokeren, betreffende den verkoop van beer, waarvan de prijs per M1- thans bepaald wordt op f 1,10. idem tot het geven van vergunning aan J. Bij le velt tot het verhoogen van zijn loods in de Lange Zelke idem tot het geven van vergunning tot het uithangen van een zonnescherm aan B. Vos, geb. Wijma en van een reclamebord aan de wed. M. Hakker idem tet 3e wijziging der gemeentebe- grooting voor 1894 idem tot het vaststellen der rekeningen over 1893 der d.d. schutterij, sluitende in ontvangsten met een bedrag van f 1743,50 in uitgaven f 1534,68s, alzoo met een goed slot van f 208,81° idem die aan de Kamer van Koophandel in ontvangsten sluitende met f 435, in uit gaven f378,125, alzoo met een goed slot van f 56,873 idem die van het algemeen armbestuur in ontvang en uitgaaf bedragende f 9384,73s. Ten slotte werd met algemeene stemmen een crediet verleend tot bestrijding der on kosten voor de feestviering op 23 Aug. a. tot een bedrag van f5500. Met ingang van 11 Aug. a. s. zijn verplaatst de rijksveldwachters W. N. K. van Schalkwijk van Hansweert naar Ko- lijnsplaat en M. J. Straub brigd. tit. van Kolijnsplaat naar Hansweert. Benoemd tot inspecteur der registrati derde ldasse in de 43 divisie, R. de Brui- Ouboter, ontvanger der registratie te F- Te Zierikzee is benoemd tot> rechter-plaats vervanger de heer J notaris aldaar.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 1