CH
NIEl
Ho. 1
tia Van uije pieterse,
vanM.ii.de Riijtar, beitavvle u;t
Heeren
ll
groot-
H. P. J tutein nolthenius V
Dr| J. hazenberg-,
A. D.' BRINKERINK,
Mr{ P. N. VAN DER BILT,
C. Ai KALBFLEISCH, Pitmingm en
A. A. VAN UNEN, Secretaris,
als belast met de verplaatsing van het
25 Auguitns 1841 binnen deze gc
onthulde standbeeld van Neerlands
sten Zeeheld
Michiel Adriaanszoon de Ruyter
waartoe besloten werd in de algemeen'
vergadering van bovengenoemd Departe.
ment, gehouden den 15 Februari lgyn
zullende overgaan tot het leggen 'vaj
den eersten steen aan het voetstuk van iW
monument,
zich tot dat einde op de Rotonde van
den Noordzeeboulevard vereenigd en jj
daarop die plechtigheid verricht door
HoogEdelGestrengen Heer
Jan Coenraad de Ruyter de Wildt,
Kapitein ter Zee, Ridder der Militaire
Willemsorde, 4e klasse, en van den Ue-
derlandschen Leeuw, Inspecteur van het
Nederlandsch Loodswezen in het 6e district
te Vlissingen, naamvoerende afstammeling
van den Luitenant-Admiraal-Generaal en
echtgenoot van Cornelia Maria Gobiui,
kleindochter van wijlen den Luitenant Ad-
miraal Otto Willem Gobius, den legger
van den eersten steen van het fundament
op 29 April 1840.
De eerste steen, die destijds werd ge
bruikt en waarop de letters 0. W. G.
26 April 1840 voorkomen, is thans aan de
linkerzijde van het voorfront geplaatst ter
wijl eene tweede gelijksoortige steen met
de letters J. C, R. d. W. 10 Juli 1894
gelegd is ter rechterzijde met denzelfden
troffel, toenmaals gebruikt, en is daarop
het feit der verplaatsing gegraveerd.
Het standbeeld wordt verplaatst door de
Koninklijke Maatschappij „De Schelde",
scheepsbouw- en werktuigenfabriek te Vlis
singen, terwijl de fundeering gelegd is doot
den heer F. A. de Rooij aannemer alhier,
alles onder oppertoezicht van den heer J,
H. Harte, Gemeente-bouwmeester.
De kosten der verplaatsing worden te
streden uit het fonds tot onderhoud van
het standbeeld, in 1848 bij de eindrekening
f 1616,99 en thans ongeveer f6000.--be
dragende.
Van al hetwelk door het voorschreven
Bestuur en de Commissie is opgemaakt dit
Proces-Verbaal bij vijf eensluidende, alle
door haar met en benevens den Hoog Edel
Gestrengen Heer JC. de Ruijter de Wildt
voornoemd ondergeteekend, waarvan een
exemplaar op perkament geschreven met het
in 1840 opgemaakte proces-verbaal der eerste
steenlegging zal geplaatst worden in de
zelfde looden doos onder het voetstuk,
een exemplaar eveneens op perkament ge
schreven aan den Heer J. 0. de Euijtei
de Wildt zal aangeboden worden, terwijl
de overige zullen gedeponeerd worden in
de archieven der Provincie Zeeland, der
Gemeente Vlissingen en van het Depar
tement Vlissingen der Maatschappij „Tot
Nut van 't Algemeen" om te strekken tot
een blijvend aandenken en tot staving van
het verrichte op dezen dag.
Volgen de handteekeningen.
Ook de straks genoemde stoet begaf zich
door de stad naar het Badhotel, waar door
de heeren Meijer Reuser en Co. een con
eert gegeven en waar de stoet ontbonden
werd.
Ter rechterzijde van de onderteeke-
ning bevindt zich het wapen van Vlissingen
ter linkerzijde dat van De Ruyter.
Men seint ons uit OisterwijkD®
feesttrein is goed aangekomen.
Inmiddels vernemen wij uit Breda dat al
daar een kolentrein met twee locomotieven
te ver is doorgeschoten en in een stilstaan-
den goederentrein is terecht gekomen.
De bagagewagen zit op den tender. l)e
hoofdconducteurs Kauter ee Collet zijn ge
dood. Laatstgenoemde is ongehuwd.
ELKEN MAANDj
Prijs per drie
Enkele nummel
De J
Het is zoo de tijd
missen zijn in onze|
de orde van den d<
wij dus weder ons
deze zondige gelei
spatting doen hoore
Wij meenen daar
houden.
't Is waar men vi
noodig, schadelijk,
de christelijke feestc
de kermissen tot 1
aanslagen aanleidin
toegegeven voor eer
wordt daarmede dai
de kermis hare uits
Voeg hierbij de
politie op kermisav
gers schijnt te zien.
er dan zooveel pro
maken zijn dat er
komen. Misschien
kantonrechters het
ben of dat de liuiz|
oogenblik te veel
houders zouden hebbj
gevalmen ziet
kermisdagen, en kei
wat de politie niet
Het is of bij zul
wet en zedewet, g
Zondagswet op non
Toch noodzaakt d
testen tegen de ker
Het ontslaat ook
de verplichting om
ontijdig bij de
or> afschaffing der
Het ontslaat de chJ
den eisch om telkeii
dezer heidensche feJ
Men moet op allJ
consciëntie onzer oT
teraden, onzer burgel
den en niet rusten f
waarheid onzer bedej
der kermis hebben
In de laatste jar
ten onrechte zoude
raden hun plicht
en gedachthet ba
geeft ons toch nul
We zouden zegg
gij hebt er ook nil
de raad niet naar
uw plicht gedaan,
zijne verantwoordi:
Daarbij komt, dl
is dat de raad altij
uw protesten. Imi
zijde begint men
onfatsoenlijke, het c
dige van de kermi
te zien.
Zij leveren het 1
dat ook in figuurli
drup den steen uii
En het is dan o
deze spreuk dat w
om, als altijd, en u
ons tegen de kern
Van de kermis u
dat zij in ons volk
Reeds lang voor
deze volksfeesten b
eenkoinstig den aa
In den Romeii
bacchanaliën en
feesten ter eere va
feesten waarbij, ge
en gedronken, doe
on waarbij de zedi
den achtergrond ti
Toen het Christi
deze volksfeesten
Vaardigde daartoe
opzichte van Groo
Jaar 600.
De bedoeling v
Was blijkbaar, niet
le brengen in 's v
Volk te winnen v