NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH lo. 119. 1894. fesifai] 10 lufi. Iditsfe laacganij. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Het abc van den sterken drank. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p p0,95. Enkele nummers0,02E. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Armoedstichter die 'dellende in 'tgezin des werkmans zendt, Broodontroover die tot kommer, ja tot wanhoop voert in 't end. Christenvijand, vriend der wereld, Satans eed- en bondgenoot, Dorstverwekker, die uw drinkers went'len doet in poel en goot. Eetlustdooder zonder meelij, die den staf des broods verstoort, Farizeeër die u aanprijst, zelfs met teksten uit Gods Woord. Geldverkwister, in wiens beker dorst en honger woelt om strijd, Helbevolker, niet te tellen zijn de offers u gewijd. Indrukweerder die der ziele zelfs het laatst gevoel ontrooft, Jeugdonteerder, die de schaamte in de borst der jonkheid dooft. Krachtverslinder, die den sterkste met den zwakste langzaam sloopt, Lombardvriend, den arme dwingend dat hij 't al voor u verkoopt. Martelvocht die met uw zwijmel d' arme in uw klauwen boeit, Nijd ontsteker, bij wiens adem haat en twist tot doodslag groeit. Ondeugdkweeker die den blinddoek der consciëntie bindt voor 't oog. Pijnverwekker voor uw dienaars, tot straks d'adem hun ontvloog. Quadriga van onmin, oneer, ongeluk en ongeloof, Rustverstoorder, vriendlij k komend, doch bij 't heengaan vol van roof. Schandaanbrenger, die op d' eere onzer jonge maagden loert, Tuchthuisvuller die ter strafplaats de bedrogen jonkheid voer.t. Urendief, nooit keeren d' uren in uw tempel zoek gemaakt, Vreugdedelger, tel de klachten die om u het menschdom slaakt. Wangenkleurder, die d' onreinsten naar 't blanketsel grijpen doet, Xenium (j[) van Satans vinding voor het fel geschokt gemoed. IJverdooder die een zwakke maakt ook van den sterksten held, Zielenmoorder, wie ontrukt ons aan uw doodlijk zoet geweld? Vierspan. Gunstbewijs. Er broeit een ernstig geschil tusschen twee machtige rijken in Azietusschen China en Japan. De aanleiding is deze. Op het eiland Korea dat tot China be hoort, is een opstand uitgebarsten, die tij delijk werd bedwongen. Nu heeft de Japansche regeering tever geefs getracht de Chineesche te winnen voor haar voorstel tot gemeenschappelijk optreden met hervormingen op dit eiland. Het is te hopen dat dit geschil niet tot een oorlog leide. Ook tusschen Italië en Brazilië botert het niet. De aanleiding tot het geschil tusschen deze twee ligt ook in het verleden. Tijdens den burgeroorlog in laatstgenoemde repu bliek werden de Italiaanscbe ingezetenen niet voldoende beschermd, en een voorstel der Italiaansche regeering om een scheids rechter over de reden tot schadeloosstelling te laten uitspraak doen, is door de ,Brazi- liaansche afgeslagen. De regeering van Italië riep hierop haar gezant uit Rio de Janeiro terug. Moge ook dit geschil over eene betrek kelijke nietigheid blijken een storm in een glas water te zijn geweest. Te meer daar Brazilië nog altijd door binnenlandsche twisten geteisterd wordt en Italië, ondanks Crispy's krasse maatregelen, een groot ge brek aan geldmiddelen toont. Jten gref staaltje van delirium of stan- denhaat of dom misbruik maken van de onverantwoordelijkheid der gemeenteraads leden is dezer dagen in eene raadsvergade ring te Opsterland vertoond. Daar zou een der raadsleden, volgens ie Dr. Ct., een betoog aldus besloten heb ben „zoo er eens een koudbloedige Ne derlander mocht opstaan, om aan minister Van Houten te doen, wat een heetbloedige Italiaan aan Carnot heeft gedaan, men zou dan zeggen „hij heeft zijn verdiende loon." Het schijnt ongeloofelij k, dat een lid der plaatselijke overheid zulk een slecht voor beeld van eerbied voor de lands overheid aou aan den dag leggen, dat hij de men- sohen tot moord en doodslag zou aanzetten. Ware het zoo, eene wetswijziging ware noodzakelijk om dergelijke gemeenteraads leden vervolgbaar te maken. Eene zoodanige overheid verdient, in fi guurlijken zin, uitgeroeid te worden. Eiegen en lasteren waar het chr. per sonen en inrichtingen geldt, zijn aan de orde van den dag. Ook de Haagsche predikant, dr. v. Gheel Gildemeester ontving daarvan in den laat- sten tijd ruim zijn deel; en dat alleen om dat hij het voor de stichtingen te Neer bosch eenigszins had «opgenomen. Het werd meer dan tijd om aan dien laster paal en perk te stellen. Zijn ambt genoot, dr. Bahler, daagde hij voor den rechter wijl hij hem openbaar als iemand van verdachte reputatie had geteekend. Thans stond zijne 17 jarige eathechisante, zekere mejuffrouw Deierkouf terecht die hem van ongeoorloofde handelingen tegen over haar als catechisante beticht had. Bij het verhoor van dit meisje en de overige getuigen bleek op ontzettende wijze hoe diep verdorven het karakter is dezer aanklaagster. Al hare mededeelingen bleken gelogen. Zij had meermalen aanzoek gehad van den dominé om met hem uit te gaan. Eindelijk had zij 't hem toegestaan, en dan verteerden zij samen wel f 8 op een avond. Als dominé niet in „Bethel" spreken kon, dan was dat omdat hij met haar uit moesten al dergelijke praatjes meer. Ter terechtzitting bleek alles verzonnen te zijn. Ds. Gildemeester deelde mede dat het meisje vroeger boodschapmeisje bij zijn vrouw was geweesten op de catechisatie soms zeer vreemd deed. Hij had haar zelfs eenmaal ten aanhoore van al de catechisan ten moeten bestraffen dat zij hem met allerlei praatjes lastig viel. Bij het verhoer bekende zij gelogen te hebbenzij was tot hare daden gekomen dewijl zij den dominé zoo mooi vond en gaarne wel eens met hem uit zou willen, enz. Tegen haar werd door het O. M. twee maanden gevangenisstraf geëischt. Het Nieuwsblad voor Nederland schreef dezer dagen eene onthulling omtrent wat op 8 Maart gebeurd is tusschen minister Tak en eenige liberale leden, naar aanlei ding van zijne conciliante houding jegens het amendement De Meijier. De Nederlander meldt nu dat althans het gedeelte Waarin van eene samenspreking tusschen den minister en eenige liberale kamerleden sprake is, geheel verzonnen is. Ook dat mr. Kerdijk bij die gelegenheid tegen den minister heeft opgespeeld, is vol komen onwaar. De middelmoot van het verhaal is er nu uit; of de kop en de staart ook zullen volgen? Minister Van Houten, de schrijver van over God, Eigendom en Familie", heeft zich in genoemi werk voor het denk beeld verklaard dat niemand om zijn gods dienstige, wetenschappelijke of staatkundi ge uitwijkingen van de openbare school mag geweerd worden. De ontslagen onderwijzer Dijkstra, de anarchist uit Menaldumadeel, had mede met het oog hierop zich per adres tot ZExc. gericht met den eisch om hem recht te doen. De minister heeft echter na gehouden onderzoek, geantwoord dat het ontslag aan Dijkstra niet verleend was op grond dat adressant anarchistische beginselen is toe gedaan. Ook acht hij de vrijheid van denken door Dijkstra's ontslag niet bedreigd en vindt geen termen om van Regeerings wege tusschen beide te treden. Wij hebben onze meening over het ont slag van Dijkstra reeds ontvouwd. Wij zien in dezen anarchist het slachtoffer eener onmogelijke wet, die neutraliteit voorschrijft terwijl zij weet dat dit niet kan. En wat het ministriëele onderzoek aan gaat, de ervaring leert wat dit beteekent. Zulk onderzoek geschiedt bij den burge meester en de schoolautoriteiten, dus bij 's mans rechters evenals in het tegenover gesteld geval, wanneer een burgemeester of de schoolautoriteiten worden beschuldigd het onderzoek bij de aangeklaagden ge schiedt, en niet bij den aanklager, en niet bij eene onpartjdige commissie door aan klager en beschuldigde te benoemen. Het ware misschien beter teneinde on partijdige ministriëele beslissingen uit te lokken, dat in dergelijke gevallen de bur gemeester en de onderwijzer ieder twee personen tot het instellen van een onder zoek aanwezen en dat deze vier zich een vijfde commissielid toevoegden. Van officiëele inlichtingen weten wij alles van. Zij zijn zelden afdoende, en ves tigen meermalen den schijn van veronge lijking. Inzake de krijgsverrichtingen op Lombok luidt het eerste bericht tamelijk nietszeg gend, of om het diplomatisch uit te drukken vrij bevredigend. Het navolgende telegram is bij de regee ring ingekomen Voorspoed wensch beide Koninginnen door land- en zeemacht, te Ampenan geest driftvol ontvangen. Vijfden Juli expedities aldaar vereenigd en ultimatum gezonden. Zesden -vroeg kwamen drie hoofden be richten dat 24 uur tijd voor antwoord te kort was. Dien ochtend debarqueerde expeditie in beste orde te Ampenan zonder tegenstand, zelfs mot eenige hulp der bevol king. Lomboksche vlag door onze vlag ver vangen. Volgens bericht is vijand te Matarani en Tjakranegara verzameld en zal hij aldaar stand houden. Gezondheid zeer goed". Keuclienius"1 liefde tot deChristel jkeSchool. Wat de voorzitter van Christelijk-Na- tionaal in zijn openingswoord ter jaarver gadering daarover sprak, mag wel alge meen bekend worden, en Christenouders tot een voorbeeld zijn om, zoo de Chris telijke opvoeding hunner kinderen hun ter harte gaat, daarin niet te verflauwen. „Maar is 't u allen bekend, waaruit de liefde en strijd voor het Christelijk onder wijs voor een goed deel bij Mr. Keuche- nius moet verklaard? Laat het mij met een enkel woord mogen aanwijzen, het kan ons nuttig zijn. Als kind uit Indië naar Nederland gezonden om er opgevoed en onderwezen te worden, heeft de Heere het zoo bestuurd, dat hij in een Christelijk gezin werd opgenomen, waar vooral de vrouw des huizes eene ernstige en degelijke Christin was. God heeft haar als middel in zijne hand gebruikt, om de eerste zaden van godsvrucht in het hart van den jongen Keuclienius te strooien, die straks jongeling en man geworden, nu bij ervaring wist welk een machtige factor in het geestelijk leven van Gods kinderen het Christelijk onderwijs en de Christelijke opvoeding is. Kon het dan wel anders, of hij moest voor de noodzakelijkheid van Christelijk onder wijs en Christelijke opvoeding spreken, spreken omlat hij geloofde, en gelooven omdat hij den zegen van dat onderwijs bij ervaring voor hart en leven had leeren kennen O wel ons, zoo 't ook ons alzoo mocht vergaan dan blijft de Christelijke School onze liefde behoudeneenmaal in haar werkzaam zullen wij haar niet zoo ge makkelijk verlaten, en zullen we rusteloos en onverschrokken haarrecht en onmisbaar heid voor de gedoopte kinderen des volks bepleiten. Broeders zoo ten opzichte van die liefde voor het Christelijk onderwijs wellicht bij dezen of genen het woord des verhoogden Zaligmakers zou moeten gelden „Ik heb tegen u, dat gij uwe eerste liefde hebt verlaten," moge dan hetgeen ik u van den jeugdigen Keuclienius herin nerde, de verflauwde liefde en belangstel ling weer opwekken, en beide ten goede komen van de Christelijke School, waaraan de Christelijke natie gehecht blijkt." De werkstaking in de Yereenigde Staten houdt aan, en de vijandelijke bewegingen vergezellen haar. Het ergst is de toestand in Californië, waar de militie-soldaten zich bij de bewe ging aansloten. Overal zijn de militiemannen weerspannig en beweren dat zij gemeene zaak zullen maken met de werkstakers. Debs, de leider dezer laatsten, verwacht daarom dat de beweging zich over geheel Amerika zal uitbreiden en ook New-York zal beroeren. Ontzaglijk is de macht der werkstakers. Alle treinen zijn in hunne machten elke volgende trein brengt nieuwe gewapende werkstakers. Ook in andere plaatsen spannen zij met de soldaten samen, o ithalen hen en sluiten verbonden met hen, terwijl ook de burgerij, de openbare meening, geheel op hunne hand is. De rijke burgers voorzien hen van brood en geldmiddelen. Zeker spelen hier overleg en vrees, staatkunde en verschillende sympathieën hun roldoch men kan er ook op rekenen dat velen uit volle overtuiging deze goede zaak naar hun inzien zullen steunen. Grootendeels is dit de schuld van de spoorwegmaatschappijen zeiven. De tirannie en het egoïsme der millionnairs-spoorweg- koningen die alle lijnen en tarieven in één hand brengen, het treizend publiek scheren en het arbeidend personeel kweUen naar welge vallen, maakten wel eenige correctie noodig. En het is te wenschen dat de represaille maat regelen zullen leiden tot de zoo dringend noodige verbetering van het lot der arbei ders en van de verhouding tusschen groot en klein kapitaal. De ophooping van alle macht, van de geldmacht vooral, in ééne hand kan niet goed zijn. Ok te Chicago blijft de toestand gespannen. De overheid aldaar had een langdurig on derhoud met Debs en seinde toen om Pull- mann, den chef der groote spoorwegmaat schappij, die tot de werkstaking aanlei ding gaf. Ook daar is het spoorwegverkeer gestremd. In de groote behoefte aan levensmiddelen wordt zooveel mogelijk door de omwonende boeren voorzien, die daardoor veel geld maken van hun vee, dat zij te voet moeten vervoeren, dewijl de werkstakers alle vee- treinen laten ontsporen. Van een trein te Chicago wisten de werk stakers ruim veertig waggons te vernielen door ze in brand te steken. Wel 2000 goederenwagens werden op deze wij ze ver nield. Ook uit Kentucky, Ohio, Arkansas en Indianopolis komen dringende aanvragen om militaire hulp. Droevig zwart, niet waar, is de staatkun dige horizon. 9 Juli '94. Een brief van Dr. Kuyper. In antwoord op de motie in de verga dering op 14 Juni van de kiesvereeniging Nederland en Oranje te Rotterdam aange nomen, waarbij het vertrouwen werd uit gesproken in de leiding van dr. Knijper, heeft deze het volgende geantwoord: Aan de kiosvereen. „Neder!, en Oranje", te Rotterdam. Hooggeachte Heeren en Broederen Vergunt my u mijn vriendelijken dank te betuigen voor uwe missive, d.d. 14 Juni jl., en de daarin vervatte uitdrukking van uw hartelijke sympathie voor mijn arbeid en streven. Dat het mij pijnlijk aandeed ditmaal deze uiting niet anders te kunnen ontvangen, dan met de schaduw eener gelijktijdige af keuring, van wat ten opzichte van het dagblad „De Nederlandor" was voorgevallen, behoef ik u wel niet te zeggen. Niet in gedeeidheid, maar in eendrachtige samenwerking ligt onze kracht en niets stemt droever dan wanneer zulk een ge deeidheid uitkomt onder het initiatief van een man, dien ik steeds zoo oprecht heb liefgehad e i zoo hoog boven velen heb ge schat als den nu opgetreden hoofdredacteur van dit dagblad. Hoe warm ik dan ook uwe betuiging van sympathie waardeer, en zelfs gaarne erken in deze voor mij zoo moeilijke dagen daaraan behoefte te hebben, toch zal mijn blijdschap nog hooger gestemd rijn, als dooi de genade Ouzos Go Is mij het bericht uit Rotterdam moge komon, dat de tegenstand heeft opgehouden en bereidwilligheid tot broederlijke samenwerking ook bij de redactie van den „Nederlander" de nu zoo pijnlijke oppositie verving. U beleid en wijsheid bij kloekheid en on kreukbare trouw toebiddende en als kies- vereoniging deantirev. partij te Rotterdam veilig door de branding te sturen, heb ik de eer onder betuiging mijner hoogachting mij te noemen. Uw dw. dienaar en broeder, (w. g.) KUYPER. Goes. Vrijdagavond vergaderde de ge meenteraad onder voorzitterschap van den heer Ramondt, oudste wethouder. De voor zitter deelt o. a. mede dat F. B. de Wolf wegens krankzinnigheid is opgenomen in het gesticht Bloemendaal te Loosduinen voor rekening der gemeente. De geloofsbrief, enz. van den heer Hamer worden onderzocht door eene commissie be staande uit de heeren Ochtman, Lambrecht- sen en De Jonge. Na onderzoek brengt de heer Oehtman rapport uit en adviseert namens de commissie tot toelating, waartoe de vergadering besluit. Bij de gewone rondvraag wijst de heer Coenen er op dat de jaarlij ksche herstel ling der havenboorden juist in het warmste gedeelte des jaars geschiedt wat een af schuwelij ken scliadelij ken stank veroorzaakt. Hij vraagt of die herstelling niet in koe lere dagen kan geschieden. De voorzitter antwoordt dat dit bezwaar lijk kan, met 't oog op de scheepvaart. En wat den stank aangaat, dit is gevolg van lagen waterstand. Hij heeft den heer Adam als voorzitter der gezondheids-com missie gevraagd of 't niet wensclielijk ware dat genoemde commissie bijeenkwam tot n ader onderzoek doch dat geneemde heer dit onnoodig gevonden had, wijl men te doen had met een gewoon gistingsproces ten gevolge der warmte. De heer Adam voegt daaraan toe dat een scheikundige ontleding van het water eenvoudig zou aantoonen wat men zonder dat ook wel weet dat zich verschil lende gassen ontwikkelen die de atmosfeer ver ontreinigen, gevolg allicht van den lagen waterstand. De heer Lambrechtsen zegt dat naar hij vernam de stank steeds wordt waargent- men als het havenwater afgelaten is en het achterhaventje zijn onreine stoffen daar binnen brengt. Hij geeft in over weging het water a. s. Zondag tot het laagst mogelijke peil af te laten. De heer Ochtman voegt hieraan toe, dat zulks dan des nachts moet geschieden an-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 1