NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Ho. 107. 1894.
dinsdag 12 fuut.
Mfsfe faargang.
CHRISTELIJK- sr
HISTORISCH
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
uitwonende: eigenaars.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
Zij die zich met 1 Juli a. s
op ons blad wenschen te abonneeren
ontvangen de tot dien datum verschijnende
nummers, gratis.
Onder het ministerie Mackay is er veel
gesproken over de treurige omstandigheid
dat zoovele groote grondeigenaars hun pach
ters in de provincie laten zwoegen om de
pachtsommen bijeen te krijgen en dat zij
die pachtsommen buiten de provincie in
ontvangst nemen om ze ook 'buiten de pro
vincie te besteden.
Gesproken ook over het stuitende feiti
dat zulk een groot grondeigenaar, door bui
ten de gemeente te gaan wonen, niet alleen
zijn geld buiten de gemeente brengt, doch
ook de arme bewoners, waarvan velen eerst
hunne pacht met moeite hebben opgebracht,
met de gemeenteschulden laten zitten en
geen cent bijdragen in de gemeente-belas
tingen.
Het is met name de minister Godin de
Beaufort geweest, die zich deze zaak heeft
aangetrokken. En hadden de liberalen den
politieken levensdraad van het kabinet
Mackay niet al te ontijdig afgesneden, dan
zou dit kwaad van de uitwonende eigenaren
zeker al eenigermate hebben kunnen ge
keerd zijn.
Immers een wetsvoorstel in dien geest
was klaar, en wachtte slechts op de be
handeling. Doch met zooveel andere flinke,
goed voorbereide hervormingen, werd ook
deze verbetering, dank zij het roomsch-
liberaal verbond van 1891, van de baan
geschoven. En de nieuwe regeering, het
kabinet Tak, het ministerie „van den hoek
steen", dat het ministerie „van het chris
telijk bewustzijn" verving, liet bij zijn
jongste heengaan ook dezen onbetaalden
post op de rekening achter.
De verkeerde toestand is misschien nog
voor een zeker anntal jaren bestendigd.
Het is de schaduwzijde der parlementaire
ministeriën dat zij elkander zoo spoedig
opvolgen; dat zij zoo kort na elkander
opkomen en weder verdwijnen, en bij elke
persoonswisseling de nieuwe vertooning ge
ven van den arbeid van Penelope, Ulysses'
schrandere gade die, om hare minnaars op
te houden, iederen avond het werk waar
aan zij bezig was, ongedaan maakte, door
los te rafelen wat zij des daags aan het
weefgetouw had tot stand gebracht.
Gelukte het 't ministerie Tan Houten het
ministerie „van den breeden grondslag",
het ontwerp zooals minister Godin de
Beaufort het naliet om het door den mi
nister Tak te zien intrekken, weder uit
het stof op te rakelen, om er eene wet
tot voorziening in den nood door uitwo
nende eigenaren veroorzaakt, uit te distil
leren, Friezen en Zeeuwen, zouden er zich
tegelijk over verblijden.
Ook de Zeeuwen.
Want gaat Friesland door deze treurige
wanverhouding langzaam maar zeker den
weg van Ierland op; ook Zeeland is bezig
zijn laatste krachten uit te putten, mede
door de omstandigheid dat een steeds groo-
ter deel van den Zeeuwschen bodem in
handen van uitwonende eigenaren, ja wat
log erger is, in handen van Belgische grond
eigenaars, in handen van buitenlanders
k»mt.
Voor eenige jaren op het 39ste
Landhuishoudkundig Congres te Goes
legde de heer G. A. Vorsterman v. Oyen
Bit Aardenburg den vinger op deze wond.
Thans deed hij het weer, ditmaal in het
Weekblad van Zeeuwsch-Vlaanderen Wes
telijk deel.
Hij zegt:
De ongunstige toestand onzer provincie
't algemeen, en van hare zuidelijke streek
ln 't bfjzonder is gevolg van het overgaan
van den grondeigendom in de handen van
Buitenlanders.
En in plaats nu, dat 's lands regeering
oorzaken van ons verval tracht weg
nemen, worden jaar op jaar nieuwe maat
delen genomen óm ons van Nederland te
vervreemden
Een groot deel van de gronden in ons
district zijn in handen van Belgische heeren.
De vermogensbelasting wordt ingevoerd.
Buitenlanders betalen daarin niet; ook
niet van de eigendommen, die zij hier be
zitten.
De grondbelasting wordt verminderd.
Daarvan proüteeren de buitenlanders ook.
IjKomt hier nu grond te koop en koopt
een Nederlander, dan wordt hj opgepikt in
de vermogens- en in de grondbelasting beide.
Koopt een Belg, dan betaalt hij alleen
in de verminderde grondbelas
ting. Hij heeft dus alles voor op een
ingezetene.
Is er dorltreffender maatregel uit te
denken, om den grond te vervreem
den en de opbrengst voor den
Staat te verminderen?
In de gemeentebelasting betaalt hij geen
cent, of 't zijn eenige opcenten op gebouwde
en ongebouwde eigendommen.
Opcenten op 't personeelv r 1
Hoofdelyke omslag: vrij!
Nu hebben we, em 'tspel te volmaken,
de bedrijfsbelasting gekregen en de Belgische
kooplui, die vroeger een patent noodig
hadden, om hier graan te koopen en veel
zijn ook v r ij
Noord Beveland gaat bijna geheel over in
de handen van buitenlandersop Tholcn
hebben zij uitgestrekte bezittingen, in Zuid
Beveland krijgen zij vasten voet en tot
zelfs in Schouwen zijn zij doorgedrongen.
Vermogensbelasting betalen ze niet
grondbela ting veel te weinig; iets bijdra
gen in de gemeentelijke huishouding doen
zij niet; het geld, dat het land opbrengt,
wordt geheel in het buitenland verteerd
Moet Zeeland een tweede Ierland worden
Moet de Staat helpen om het zóo ver
te brengen
En komt nu op sommige poldervergade
ringen I
Daar hebben de vele weinig beta
lende Belgische eigenaars de meerderheid
en de weinige veel betalende Neder
landers moeter,, nota bene! in hun eigen
land bij den vredmdeling zoete broodjes bak
ken, om iets goeds tot stand te brengen1
Zoo is het n'en déplaise aan wie
'taangaat en dat schreeuwt ten hemel
Wij schrijven dit niet om op te zetten
tegen de Belgen, maar eenvoudig om het
duidelijk te maken, in vveike slechte c >ndi-
ties wij verkeeren. Wy verlangen men
lette daarop geene bevoorrech
ting met gelijkstelling zijn we
tevreden, daar, waar we nu in ons oigon
land tegenover den vreem leling nagenoeg
in alles achteruitg;steld worden; waar het
ons onmogelijk gemaakt wordt om by den
aankoop van vaste goederen (vergeef ons de
herhaling) met den vreemdeling te concur-
reeren; waar onze kooplui inde bedryfsoe-
lasting moeten betalen, terwijl vreemdelingen
de meeste zaken doen en vrij zÜn van be'
lastingwaar we thans vaak afhangen van
de genade van buitenlanders 1
Wij onderschrijven de klacht van het
Weekblad.
Het eens zoo welvarende Zeeland gaat
door dit voortwoekerende kwaad van het
groot grondbezit der buitenlandsche eigena
ren een donkere toekomst tegemoet.
De landbouw heeft een harden strijd te
strijden om staande te blijven en telkens
bezwijkt een onzer nijveren in deze wor
steling.
Het schoone devies van den worstelenden
leeuw die den kop boven water houdt, moge
op onze landbouwcongressen de verheugde
gasten bezielen; in practijk gebracht doet
zij ons den treurigen toestand zien waarin
de worstelende, telkens teleurgestelde, steeds
fel bestreden landbouw onder der tijden
druk verkeert.
Zeelaad draagt van zijn meekrapbouw,
schoon in de laatste jaren weder een wei
nig opgeleefd, nog slechts de rijke herin
nering mede de graanprijzen worden steeds
lager; en de bietenbouw, die dit alles
vergoeden moet, vertoont het beeld van
een middelmatig loonenden knechtendienst
door de eens zoo fiere Zeeuwen, voor de
Noord Brabantsche industrieëlen, die de
markt beheerschen en den landbouwer binden
aan niet altijd even aangename bepalingen.
Wij herhalen onzen wenseh dat het
nieuwe ministerie zich doordringen moge
van dit gewichtige sociaal belang, en
maatregelen neme tot bescherming van den
Zeeuwschen landbouw, eer het, gelijk in
Friesland dreigt, te laat zij.
De 20 jarige Ida Wells, eene negerin uit
Zuid Amerika, vertoeft thans in Engeland om
bij de Engelsche natie, die reeds zoo vaak voor
ging om den verdrukten recht te doen, te kla
gen over de schandelijke manier van doen dat
in Amerika en vooral in de Zuidelijke
Staten voor de geringste kleinigheid
de Negers door de blanken worden gelyncht,
dat wil zeggen zonder vorm van proces
door het woedende volk op de gruwzaam
ste wijze worden vermoord, en dat niet zelden
onschuldig, alleen uit haat tegen het Ne
gerras.
Miss Wells is uit de staat Tenessee ge
boortig en woont te Memphis. Zij had
in een der aldaar verschijnende bladen een
heftig artikel geplaatst over de feestelijk
heden die deze heidenscke mensohenmoorden
vergezellen. Het volk hierop boos ge
worden vernielde de drukkerij va*
het blad vermoordde den redacteur en
zochten de schrijfsterdeze was gelukkig
te New York en werd per telegram gewaar
schuwd dat zij weg moest blijven. Het
volk stond dan ook bij aankomst van iederen
trein uit New York te wachten aan het
station, gereed om haar te verscheuren.
Miss Wells besloot toen den oceaan over
te steken en de Engelsche broeders te be
zielen voor haar bede om aan de schande
lijke moorddaden te helpen paal en perk
stellen.
De eenvoudige wijze, waarop zij overal
de lotgevallen harer stamverwanten vertelt,
maakt veel indruk.
Zij verhaalde hoe in 1882 in de Zuidelijke
Staten meer dan vijftig negers werden ge
lyncht en dat dit getal in het vorige jaar
alleen 169 bedroeg.
De eenvoudige aanklacht eener blaake
vrouw is voldoende om een neger te doen
ophangen.
Wordt zij bijv. beschuldigd van echt
breuk, dan beschuldigt zij daarvan den een of
anderen neger en dan wordt deze door
haar familieleden opgehangen. Dan laten
zij een portret van den gehangene maken
en doen mededeeling van het feit bij de
rechtbank in dezen vorm: „Door onbekende
personen gelyncht geworden".
In Johnsville zoo verhaalt zij werd
onlangs een neger beticht een blanke te
hebben neergeschoten. Bewijzen waren
er niet en de neger ontkende. Om hem
nu tot bekentenis te brengen, hingen zij
zijn 16 jarigen zoon voor zijn oogen op
toen dit niet hielp doodden zij ook zijn
10 jarig dochtertje en toen de man ook
daarna nog zijn onschuld staande hield, hin
gen zij ten slotte ook hem op.
De onmiddellij ke oorzaak van het artikel
dat miss Wells tegen het lynchen schreef
en waardoor zij van haar vaderland berooid
werd, was de volgende Drie harer broeders
hadden een kruidenierswinkel geopend en
deze was weldra zeer beklant. Dat konden
de blanke kruideniers niet goed verdragen.
Met een aantal vrienden drongen zij op
een dag den winkel van hun zwarte collega's
binnen en vernielden en plunderden alles,
wat in dien winkel te vinden was. Daarbij
ontstond een gevecht, waarin van vuur
wapenen gebruik werd gemaakt, en drie
blanken licht gewond werden. Dadelijk
werden alle aanwezige negers, een dertigtal,
waaronder de zwarte kruidenier, in hech
tenis genomen en naar de gevangenis ge
sleept. Op het herhaalde aandringen der
bevolking werden de drie broeders ten slotte
aan t waalf burgers uitgeleverd, dïe ben buiten
de stad brachten en hen, „als waarschuwing
voor zwarten om niet impertinent te zijn",
opknoopten. Daarmede was de zaak even
wel niet afgeloopen. Er ontstond een al-
gemeene negerjacht, waaraan zelfs knapen
van nog geen vijftien jaren, met geladen
revolvers deelnamen.
De wijze waarop de doodstraf aan negers
wordt voltrokken, verschilt nog al naarmate
der omstandigheden. Zoo werd in April
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel
meer 10 cent.
verleden jaar een zwarte landlooper verbrand
alleen omdat hij geen voldoende middelen van
bestaan kon aanwijzen en verdacht werd een
blanke te hebben doodgeschoten.
In Texas werd verleden jaar in Februari
een neger aangehouden, die naar men zeide
een kind vermoord had. De man werd op
een wagen gezet en door de stad gereden.
Dat was een heel feestde scholen werden
gesloten en de kinderen kregen vacantie
om naar de executie te gaan kijken. Wel
15000 mensehen waren op de gerechtsplaats
bijeen en juichten den vader en den broeder
van het vermoorde kind toe, die den neger
gloeiende ijzers in den hals, in het gezicht
en in de oogen drukten, en hem ten slotte
met petroleum overgoten en in brand staken.
Toen het vuur eindelijk uit was, stortte
het volk zich op de asch en beenderen van
het ongelukkige slachtoffer, om die als her
innering aan den sehoonen feestdag mede
te nemen.
Doch de meest gebruikelijke manier is
ophangen. Onlangs stelde een Amerikaansch
spotblad Judgede zucht der bewoners van
de Zuidelijke Staten, om te lynchen op de
kaak, door in een gesprek tussehen een man
uit het Zuiden en een fabrikant uit het
Noorden, den eerste te laten zeggen
„Wij zorgen toch maar'trouw, dat de in
dustrie bij jelui in het Noorden bloeien kan."
„Hoe zoo vroeg de ander.
„Wel, je bent immers tonw-fabrikanten
wij gebruiken heel wat touw, voor stroppen!"
Een strop die eens gebruikt is, wordt da
delijk in kleine stukjes gesneden, en als
souvenir mede naar huis genomen. Zij
hebben dus een grooten voorraad touw
noodig
Het zwarte volk is nog niet wat het
wezen moetook na de afschaffing der
slavernij blijft de neger een verachte.
Het is best mogelijk dat deze vrouw
overdrijft.
Doch een feit is 't dat vele negers in
Noord-Amerika, vooral in de Zuidelijke
staten, als slachtoffers der lynchwet vallen.
Het heeft zeker veler aandacht getrok
ken, als men Amerikaansche bladen leest,
dat daar in bijna ieder nommer der krant
een verhaal van een volksoploop of van een
voltrokken volksgericht voorkomt, waarvan
de slachtoffers negers zijn. Moestmen al deze
berichten geloovea, dan kroeg men van de
negers allicht een voorstelling dat zij hot
meest verstokte en liederlij leste booswich
tenras ter wereld vormen.
Het is goed dat eindelijk stemmen opgaan
om de Yankees van hun gruwelijk kanni
balisme af te brengen.
Het zal echter de vraag zijn of het pres
tige van de Noord-Amerikaansohe staten,
en de steun der Europeesclie natiën de
Zuidelijke staten zal kunnen bekeeren.
Het vrijheidlievende Amerikaansche volk
wil ook zijne vrijheid gehandhaafd zien om
wreed, om eigen rechter te zijn om een
haat tegen negers te hebben, in éen woord
om de lynchwet op de misdadigers toe te
passen.
Spanje heeft zijn stierengevechten; En-
land zijn bookmakers Monaco zijn bank
Amerika zijn lynchwet. H«t een bestrijden
en 't ander oogluikend toelaten, daar vooral
wil de luchthartige Amerikaan niet aan.
Toch is het noodig dat hoe eer hoe beter
aan deze barbaarsche, ongerechtige gewoonte
een einde kome.
Moge miss Well's beroep op het medegevoel
van andere natiën met een algemeen protest
tegen een wetgeving die dergelijke schan
dalen duldt, bekroond worden
De Regentes weet heldenmoed te waar-
deeren. Zij heeft twee personen die bij de
jongste spoorwegramp te Barendrecht zich-
zoo flink geweerd hebben, daarvan een
blijk gegeven, door den een den commies
der posterijen du Celliee te benoemen
tot ridder in de orde van Oranje Nassau en
den ander den machinist D. Pigge van
de Hollandsche Spoorweg-Maatschappij.
de gov din medaHle te verleenen, die aan
genoemde orde is verbonden.
Jammer dat de zaken in den lande zoo
langzaam geschieden. Ware toch deze
koninklijke beslissing vroeger gekomen, de
natie zou er meer dan thans notitie van
genomen en er zich in verblijd hebben.
De aanleiding tot de onlusten op Lombok
ligt in de vervolging die de Sassaks (de
oorspronkelijke bewoners) te verduren heb
ben van de zijde der Balineezen. Deze
laatsten zijn heidenen; de Sassaks mohame-
danen. Nu worden zij door de heidensche
hoofden op Lombok verdrukt en deze ver
drukkers, die op Lombok verre in de
minderheid zijn, worden door hunne heiden
sche broeders op Bali gesteund. De moha-
inedanen hebben onze hulp ingeroepen.
De heidensche bevolking op Bali doet
veel aan de lijkverbranding. Dit is het
punt van hun godsdienst. Volgens hunne
leer die der zielsverhuizing kan men
alleen door het verbranden van het doode
lichaam, den persoon wiens dit lichaam
eens was, in den hemel van Indra en van
daar in den hemel der hemelen krijgen.
Aan de lijkverbranding op Bali worden
groote feesten verbonden, welke dienen om.
de ziel van den verbrande te troosten dat
hij nog eens naar de aarde mag terugkeeren
en weder een menschelij k lichaam aannemen
zal. Deze terugkeer naar de aarde een
artikel uit der Balineezen geloofsbelijdenis
is het hoogste goed dat, voLgens hen, voor
de zaligen is weggelegd.
Nederland moest in plaats van oorlogs
schepen, er eenige zendelingen kunnen
henen zenden, wie weet welke schoone
overwinningen er voor ons te behalen
zouden zijn.
Lombok, ook Sélaparrang geheeten, is
een eiland van den Oost-Indischen Archipel
op 9° Z. B. en 115° O. L. van Greenwich.
Het grenst in het noorden aan de Soenda-
en in het zuiden aan de Indische Zee en
is in het Westen door straat Lombok van
Bali en in het Oosten door straat Alles
van Soembawa gescheiden. Het heeft een
oppervlakte van 103 vierk. geogr. mijlen.
Van het Westen naar het Oosten loopen
er twee bergketens op. Tot de hoogste
toppen behoort de Piek van Lombok 3800
Ned. el hoog.
Men verbouwt op Lombok rijst, djagoeng,
aard- en peulvruchten, katoen, suikerriet,
indigo, tabak en koffie.
Het aantal inwoners wordt op ruim 100.000
geschat, meest inboorlingen, die den naam
van Sassaks dragen. Zij houden zich hoofd
zakelijk bezig met den landbouw, maar ook
met het weven van katoen, het bewerken
vanmitalen tot sieralen, oet vlechten van
manden, enz. Het eiland is verdeeld in
drie districten, bestuurd door Balineesche
vorsten (Ida's, Dewa's of Goesti's). Aan
hen zijn |de dorpshoofden ondergeschikt,
doch het opperbestuur is in handen van
twee Balineesche vorsten, gevestigd te Ma-
taram en te Barang-Asam. Hunne verhou
ding tot het Nederlandsche Gouvernement
is dezelfde als die der vorsten van Bali.
De voornaamste plaatsen zijn er Ampenan
de belangrijkste handelsplaats, aan den mond
der Djangkok of Rivier van Ampenan
Lombok en Segara, beide aan de Baai van
Lombok Laboean Hadji en Pidjoe aan de
Baai en rivier van denzelfden naam.
Dinsdagochtend kwam de jmstitie van
Roermond te Vlodrop, inzake den jongsten
moord nogmaals een onderzoek insteUen
in de woning van den reeds in hechtenis
genomen verdachte, een strooper, wiens bijzit
met een paar kinderen mee naar Herkenbosch
zijn genomen om aldaar in verhoor geno
men te worden.
Ook hier blijkt weer, hoe de zonde
van moord met tal van andere misdaden
roof, ontucht, dronkenschap samen
hangt.
Maar 't is tegelijk een roepstem te meer
aan de Overheid