fh \m '»4
I,
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
urg.
If' r
6 l06J6
106. 1894.
Safetdag 9 lunt
Hcfifsfp laacgang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
HET HUISGEZIN.
Amsterdam, 5~J\^
'sleeningen.
Vorig
fVs 8W/S 8
3 1(:,,7/a 101$
L876
11
amaii
5
5
5
v. 11000 5
Lug,
uli
let.
k. 1S44
4 m. coup. 3
t ticket
18-89
820
'54
e larie
e
1-625
Id
Hope
Botich
'69
5
5
5
5
Z.R. 4
7a ivz%
3i/5 1023/ xomf
3i/„ 1007/°
5 1001/°
78% 783/.
79
97% 9;U
93Ve __/2
22Vs -
21% 21»/,
«JV, -
S6 #5
100
ieh
4
4
4
4
4
3
5
4
4
5
4
4
6
95% «51/.
95% »»Vj
95% -
99l/2 996/
993/, 991/|
903/
*9% -
1031/j 1033
6l% 61J/J
911/4 903/.
953/, 953/g
21
261/, 271/,
1051/O
102% l02S/8
Obi. 6 5«3A
4% 703/, -
41/, 701/4 -
4 64
4»A 18% -
6 4l»/4 42
3?s/4 37%
Hedelijke Leen'ngen.
31/2 lOO'A
81/2 100% -
r 8i/s 100% 1003/,
ncièëlt Otiderneming*n.
96 «3
- 997/, -
41/2 - -
4 1016/, 102
4% - -
4 1013/, -
A aud. 871/,
41/, -
4 1021/4 -
31/2 «91/, --
41/a 1023/, 103
5
1831/, 131
95
4 102 -
41/, 1021/, -
511/, 51
4 96 9«
2081/, 20S1/,
10
41/3 1031/s 103
>nd.
Ibr.
dito
6 2 l/a 621/s
41/2 99
tgleeningen.
Aand.
>blig.
1000
lOSi/g 103i/a
i 267/g -
31/2 103»/, 103»/,
81/, 1007/,
231/2 23
1801/j 1791/2
59
09'A
59
S
45%
8
50V4
135
I. f.
165
5
112 V»
41/s
99
0
4
96
8
62%
5
104%
Obl.
41/2
98
5
108
5
104
4
93
5
105»/4
5
110%
5
101%
5
108%
8
84%
5
69%
Oblig. 4
94%
J.T.O
5
7/s,
13 /s
)blig.
6
102
5
84
5
103
5
IO21/4
Ibl.
5
85
lito
7
111%
A.
19%
876/s
4
98%
1113/8
101V4
84
T. A.
lig.
A.
TW/Ü
- 131/4 1*
89 -
6 1023/s 102»A
- 14% 15%
6 1031/4
5
aatschappijen.
185
81/, 100
4 92
48
g- 41/3 100
Leeningen
100
100
and.
100
100
fl.
0
3 1081/a
3 108
3 1033/4
897/s
21/g 101%
21/2 101%
120
e.
£r.
e
100
4
5
100
100
100
100
100
400
119
llSl/2
1571/3
158
140
159
143
39
27%
108%
90
IOH/4
101
119%
118%
141%
•ss'/s
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 Juli a. s.
op ons blad wenschen te abonneeren,
ontvangen de tot dien datum verschijnende
nummers, gratis.
Het kan niet ontkend worden dat tegen
den eisch antirevolutionair in uw huisge
zin veel gezondigd wordt.
Niet altijd met bewustheid. Vaak on
opzettelijk. Ook niet altijd met zijn zin.
Soms tegen zijn zin zondigt de christen
tegen dit gebod.
Ook hier staan de zorgen des levens, de
aard van het beroep, de verhouding in het
huwelijk, de zwakke gezondheid, of tegen
werking van die hem steunen moesten, den
opvoeder vaak in den weg.
Toch ontslaat hem dit niet van zijne dure
roeping. En het moet zijn ernstig streven
zijn ook in dit opzicht naar het Woord
Gods te leven.
Vooral nu rondom ons alle banden van
gezag verscheurd worden de orde der din
gen wordt omgekeerd de revolutie op den
troon zit, en bet beginsel der gehoorzaam
heid al meer te loor gaat, is bet zaak dat
wij in onze christelijke,in onze gereformeer
de gezinnen al meer op de handhaving der
rechte verhoudingen en van den Christe-
lijken levenstoon aandringen.
Slechts door inspanning en zelfverlooche
ning kan het den christelijken huisvaders
gelukken op die wijze de kern te helpen
bewaren, die haar invloed kan doen gelden
op de geheele natie.
En «och hoe ver is het er van daan
dat onder ons het ideaal der christelijke
opvoeding reeds zou bereikt zijn.
Op den jongsten te Goes gehouden Zen
dingsdag heeft ds. Contant een spreker
die over het algemeen zijn hoorders het
best heeft „voldaan" harde waarheden
gezegd aan het adres van gereformeerde
huisvaders en ambtsdragers.
De spreker lichtte slechts een tipje op
van den sluier die het heiligdom des huis-
gezitis verbergt. Hij wees slechts enkele
zonden aan, waaraan de christeneu, de
calvinisten van onzen tijd zich schuldig
maken.
Zonden die het bewijs geven van een
ingeslapen wereldliefde van een uitvallen
uit de oude vastigheid der vaderen.
En het misbruik heersebt in alle standen
der christenheid, zoowel bij de aanzienlij
ken als bii de geringen, en bij de lnatsten
vaak het minst.
De vader is het hoofd van het gezin.
De Heere heeft iets van de majesteit zijner
ambten op onze christelijke huisvaders ge
legd, opdat zij profeet, priester en koning
w hun gezin zouden zijn. Profeet door
rijn kinderen te leeren en hen voor te gaan
in een godzaligen wandel. Priester om als
hun voorbidder op te treden in verschillen
de omstandigheden; om de huiselijke gods
dienstoefeningen voor en na het eten te
leiden, om Gods Woord met ben te lezen
en te bespreken. Koning om zijn gezag te
toonen, gehoorzaamheid van hen te vorde-
7enhen op te voeden in de vreeze des
Heeren, hen te leiden en te beschermen.
Van deze hun verleende rechten doen
rij nooit stralfeloos afstand.
En toch, hoe vaak matigt zich de moe
der des gezins een deel dier rechten aan,
°f ziet zich genoodzaakt ze van haren echt
genoot over te nemen.
Hoe treurig wanneer de moeder de taak
der voorbidding, van de leiding der huise
lijke godsdienstoefeningen op de schouders
moet nemen.
Nog treuriger wanneer de moeder te
klagen heeft, dat het hoofd des gezins zich
2°o weinig met de opvoeding inlaat; haar
maar „voor alles" laat zorgen en de kin
deren minder het gezag van den vader
"au de straf der moeder vreezen.
Dat is een omkeering van de orde der
Een wegwerping van een onver-
din»
yreemdhaar rechteen prijs geven van een
MStbaar pand den vader toevertrouwd.
Arm huisgezin wanneer de moeder het
dan niet met vaste hand bestuurt.
Het wordt de anarchie teu buit.
Wel zoo diep te beklagen is het huis
gezin waar de moeder haar best doet het
vaderlijk gezag te ondermijnen, of haar
heerschappij ten koste van zijn gezag te
vestigen.
Dit nu is eene tactiek geheel in strijd
met de ordinantiën Gods, eene taktiek die
zich niet minder wreekt in ontaarding der
kinderen en verdwijning der tucht.
Het is overklaarbaar dat iets dergelijks
ook in christelijke gezinnen gevonden wordt.
En toch, de voorbeelden er van zijn bekend,
zeker wel een gevolg van de wanverhou
ding tussehen 'de ouders onderling. Immers
waar de liefde het cement des huwelijks
niet aanwezig is; daar ontbreekt ook de
rechte samenwerking.
Maar ook in tal van gezinnen waar
dat cement wel aanwezig, en het Woord
Gods in eere is, zijn nog zoovele kleinig
heden die afbreuk doen aan het vaderlijk
gezag die zoo licht te vermijden, kleine
vossen die zoo gemakkelijk te verdrijven
zouden zijn.
Nooit mag bijvoorbeeld bij liet kind de
gedachte post vatten dat het eigenlijke hoofd
van het gezin de moeder isdat vader
slechts af en toe mag| optreden, wanneer er
een buitengewone afstraffing moot geschie
den; dat vader en moeder niet eenzelfde
lijn trekkendat vaders woord geen ge
zag zou hebben of dergelijke.
Nooit mag ook de schijn gegeven worden,
alsof moeder eigenlijk de besturing van liet
gezin niet aan kan of voor de gevolgen er
van terugdeinsten slechts uit zwakheid
de hulp van vader wordt ingeroepen.
En toch hoe vaak gebeurd dit niet.
Menige moeder ondermijnt haar eigen
gezag door die gedurig herhaalde bedrei
ging ik zal bet uw vader zeggen.
Het komt ook niet zelden voor dat een
door den vader opgelegde straf door moeder
wordt verkort of teniet gedaanof dat
zij den vader belet een rechtmatig tucht
middel toe te passen.
Zoo wordt gaandeweg aangekweekt een
geest van verzet tegen liet vaderlijk gezag;
een zekere eigenwilligheid die niet rekent
met bet gebod.
En de vader, als wilde hij op die wijze
nog iets van zijn gezag redden, eindigt
met de wenschen zijner kinderen steeds
in te willigen, of die te voorkomen.
Tegen nog een ander misbruik dient ge
waarschuwd.
Er wordt zoo vaak over bepaalde per
sonen in het bijzijn der kinderen gespro
ken, zonder inachtneming van den eerbied
dien dezen aan bedoelde personen verschul
digd zijn.
Men noemt den naam van den onderwij
zer op een wijze, als ware de man een straat
jongen. Men critiseert hem of licht zijn
gemoed over hem, in bet bijzijn van diens
leerlingen.
Het kan niet anders of dit moet beden
kelijke gevolgen hebben. Het zedelijk
overwicht van den onderwijzer of welken
ambtsdrager ook, wordt op die wijze ver
zwakt en ook buitensbuis de band der
gehoorzaamheid verbroken; de geest der
revolutie bevorderd.
Zou men niet kunnen besluiten de namen
van hen, onder wier leiding naar Gods
bestel onze kinderen geplaatst zijn van
de eenvoudigste helpster op de bewaar
school tot den kundigsten patroon of
meesterknecht in de werkplaats in het
bijzijn onzer kinderen met onderscheiding
te noemen, of onze critiek op hunne han
delingen niet in het bijzijn onzer kinderen
uit te spreken? Het zou het gezag dezer
menschen zeer verhoogen, en een weinigje
steun van onze zijde is voor hen geene
weelde.
Omgekeerd hebben ook onderwijzers en
leeraren alles te vermijden wat het vader
lijke gezag krenken kan.
Huis en school moeten harmonisch samen
werken. En in huis zij er tussehen de
ouders overeenstemming; eenheid bij de
opvoeding; een opvoeding naar een vast
planeene openbaring van den band der
volmaaktheid; een onvoorwaardelijk buigen
voor het gezag van Gods Woord.
Door zeiven te gehoorzamen, mag men
ook gehoorzaamheid vragen.
En in de oefening van gehoorzaamheid
moeten de „kinderen der gemeente" immers
uitblinken. En voorts niet wie zich-
zelven prijst, maar wien een ander prijst,
die is beproefd.
Woensdag a. s. rijdt een extra-trein naar
Nijmegen. Men leze de adv.. rtentie in dit
nommer.
Voor velen een goedkoope gelegenheid
om kennis te maken met „Neerbosch"
of de gemaakte kennis te vernieuwen,
De Weesinrichting verdient nog altijd
onze belangstelling en onzen steun.
Gideon schrijft naar aanleiding van de
rechtzaak der Amsterdamsche valsche
munters
Weerzin vervult een ieder die de rechts
zaak dezer lieden heeft gevolgdweerzin
tegen de schrandere bollen, die hunne gaven
op zoo zondige wijze misbruikten. Weerzin
tegen de geürigen, v» aarvan velon uit kroe
gen en bordeelen waren bijeengescharreld
en die met stuitende brutaalheid hunne
eigene schande bloot legden of die der be
schuldigden trachtten te dekken.
Weerzin tegen het bedrijf der advocaten,
die tegen deze schandelijke misdaden nog
vergoelijkend durfden pleiten, en verzach
tende omstandigheden aanvoerden ten
gunste van hen, die in wellust en zingenot
hunne plannen hadden uitgebroed en in
brasserij en dronkenschap volvoerden
hunne huisgenooten nog lieten deelen in
de winsten die ze in de huizen der on
tucht op zoo schaamtelooze wijze hadden
behaald.
Dat zelfs een Christen-rechtsgeleerde zich
vinden liet om in de bank der verdedi
gers plaatste nemen, laat zich onzesinziens
zoo moeilijk verdedigen.
En toch is het geschied, dat een der
beschuldigden verdedigd werd door mr. Th.
Heemskerk. Deze christen-advocaat bij uit
nemendheid werd zelfs om zijn heftige be
strijding van den eisch van het Openbaar
Ministerie, door den Ambtenaar van het
Openbaar Ministerie niet onzacht op de
vingers getikt.
Aangenomen dat zijn cliënt de minst
schuldige was, moest dan toch waarlijk een
christen rechtsgeleerde zich komen leenen
om het voor iemand op te nemen, die
dan toch van dit vieze complot had afge
weten, of van terzijde er aan had mee
gedaan
Wij zijn verblijd dat het de Amsterdam
sche Justitie gelukt is, deze bende achter
slot te krijgen.
Moge de Justitie nu ook verder slagen
in het zoeken naar de daders van de ver
schillende moorden, die in den laatsten tijd
hebben plaats gehad.
Er werd toch nog altijd te vergeefs
gezocht naar den moordenaar van de dienst
bode te Meliskerkevan de weduwe te
Gouda van de dienstbode te Amsterdam
van de oude juffrouwen te Haarlem, en
vele anderen.
Wij hebben wel eens gevreesd dat door
loslating van het ontzag voor GodsWoord,
ook de Justitie niet meer zoo vlot slagen
kan in het opsporen van misdaden.
Zij hebben mijne wet verlaten, wat
wijsheid zouden zij nog hebben
Dit woord geldt ook en vooral van hen
die in de eerste plaats die wetde gerech
tigheid Gods als maatstaf moesten doen
gelden bij de handhaving van het recht.
Maar dat dan toch onze weinige christe
lijke, gereformeerde advocaten die wij nog
hebben, zich niet laten gebruiken, om, waai
de justitie zoo gelukkig was de misdaad
uit te vorschen, haar tegen te werken
in haren eisch om de gerechte straf toe te
passen op de vertreders van de Neder-
landsehe strafwet, maar meer nog van de
wet Gods.
Ds. Felix had in de Gereformeerde Kerk
aan ds. Gispen eenige verwijtingen gericht
over diens democratische gevoelensen 0. a.
gewezen op het feit dat in Amerika ook
dergelijke christenen zijn en dat ook de
Schotsche kerkhervormer John Knox er
zoo een was; doch dat niemand minder
dan Bilderdijlc die democratie van Knox
heeft afgekeurd. Bilderdijk toch zegt van
hem(Br. IV, 101):
„Het Engelsche Presbyterianisme is uit
blinde geestdrift van den dollen en koppigen
Knox ontstaan, en te vuur en te zwaard
doorgedreven, en bet hing van den beginne
af samen met de dolle democratie en
vorstenhaat".
Ds. Gispen antwoordt op deze bemerking
in De Bazuin onder meer het volgende
„Zulk een zachtmoedig oordeel van den
zachtzinnigen meegaanden Bilderdijk over
den dollen en koppigen Knox doet altijd
weldadig aan. Maar we zijn dankbaar dat
degenen, die zich aan het woord van Groen
van Prinsterer houden omtrent Dr. Kuyper,
nu eens in ander gezelschap komen. We
hebben zoolang reeds in bet gezelschap
verkeerd van Voltaire, Loyola, Domela
Nieuwenhuis, Fortuijn enz., dat het een
aangename afwisseling is eens een ander
gezicht te zien.
„In Schotland zullen we wel nooit komen.
Maar zoo dat ooit gebeurde en men vroeg
ons: wat zijn bij u toch die Calvinisten
die van sturen in democratische richting
spreken, wie is toch die Dr. Kuyper, dan
zouden we kunnen zeggen, dat zijn geest
verwanten van dien dollen en koppigen
John Knox, die daar boven op bet kerk
hof te Edinburg begraven ligt, dien vorsten-
bater en dollen democraat, die in de
kerken van Schotland nog al naam heeft,
en wiens gedachtenis in geheel Schotland,
ja in alle Gereformeerde kerken op de ge
heele wereld, in hooge eere wordt gehou
den
„Maar in ernst gesproken, wij vinden het
kenmerkend, dat Ds. Felix in het thans
aan de orde zijnde geschil Bilderdijk op
roept. Bilderdijk, die zelfs tot de ontdek
king is gekomen, dat hij nog van adel was,
hij en zijn tweede vrouw; Bilderdijk, die
de absolute monarchie liefhad en met volks
rechten spotte Bilderdijk, die af keerig was
van den Presbyterialen kerkvorm en nooit
met de Gereformeerde kerk en hare orde
ningen op goeden voet geleefd heeft.
„Waarlijk, dit vinden wij kenmerkend.
Zou hier ook iets van conservatisme achter
zitten
Het bederf zit in de hoogste stan
den. Sinds het eerste kaïnerlid Pincoffs als
de grootste oplichter openbaar werd en
dezen aard ook zelfs in het uitgeslapen
Amerika niet verloochent, behoeft men
zich over niets meer te verwonderen.
Wel vervult afgrijzen ons als wij lezen
wat mannen als ds. Thijm en ds. Barger
in de gevangenis bracht, en van welke
handelingen nog andere christenmannen wor
den verdacht. Wel schrikt men van feiten
als die in het leger openbaar werden,
feiten tegen de zeden waaraan zelfs offi
cieren niet vreemd zijn; maar in onze
afgaande 19e eeuw is alles mogelijk.
Daarom schrikt men ook niet eens meer
op, als men hoort wat nu weer te Roer
mond moet zijn voorgevaUen. Daar wordt
sinds 24 Mei vermist de heer S.. wethou
der, lid der staten van Limburg, bestuur
der van tal van vereenigingen, toongever
op elk gebied, vriend en vereerder der gees
telijkheid, invloedrijk en bemiddeld staats
man, voorzitter der roomsche kiesvereeni-
ging, beheerder van vele gelden en goederen
van armen en die vele dagloonen van
werklieden onder zijne berusting heeft.
Deze man schijnt er van door te zijn.
Er van door met achterlating van drie
ton schuld en tekorten in zijn kas. Wat te
onaangenamer klinkt, wijl hij kort geleden
een kostelijken maaltijd gaf, waarbij alle
geestelijke en burgerlijke grootheden aan
zaten, onder anderen de commissaris der ko
ningin jlir. Ruys van Beerenbroek.
Neerbosch.
Het is opmerkelijkfdat de bon 'vivants
en de sociaal democraten in den lande,
elkander de hand reiken om te trachten
dat „roofnest" van de aarde te doen ver
dwijnen.
Men zou de adressen inziende, die men
aan de regeering richt, zich daarvan kun
nen overtuigen.
Inmiddels gaan van Deth's vriend en voort
met hun gif uit te storten op personen die
Neerboscb in bescherming nemen. Een jong
modern dominétje in het land van Gronin
gen, dr. Bahler heeft nu weer beweerd
dat op het gebied der zedelijkheid Van Deth
een onbesproken naam heeft en dr. v. Gheel
Gildemeester niet.
Het classicaal bestuur van Groningen,
spottende met de instelling der kerkelijke
tucht, heeft den zacbtsten vorm van tucht
op den lasteraar toegepast en hem dr.
Bahler eene berisping thuisgezonden.
Doch het classicaal bestuur van 's Gra-
venhage heeft het anders overlegd. Het
heeft dr. Bahler uitgenoodigd zijne beschul
digingen tegen ds. Gildemeester te komen
bewijzen. Zijn de geruchten waar, 'die in
Haagscbe kringen omtrent dr. v. G. Gil
demeester in omloop zijn, dan moet bij
kerkelijk behandeld worden. En zoo niet,
dan dient dr. B. vervolgd te worden we
gens laster.
Ds. Gispen leeft in de veronderstelling
dat wij het kamerlid den heer Donnereen
plaats hebben toebedacht in de „Lolman-
groep" daar wij vermoedden dat hij zich
zou aansluiten bij de „z. g. georganiseerde
antirev. Kamerclub."
Zij 't ons vergund den geachten briefschrij
ver op te merken dat wij onder georgani
seerde dat „z. g." is van ds. Gispen
antir. Kamerclub de „Rugper-groep" ver
staan ter onderscheiding van de antirevo
lutionaire kamerclub zonder meer, waarvan
de heer Lohman voorzitter is.
Ds. Gispen heeft blijkbaar onze bedoeling
niet begrepenen ons dus juist het omge
keerde doen zeggen van hetgeen wij meenden.
Wij stelden op den voorgrond dat de heer
Donner de club Kuyper zal komen ver
sterken.
Ds. Gispens conclusie omtrent den heer
Donner zal na deze toelichting wel vervallen
zijn toch zouden wij hem wel wiHen vragen
wat toch wel „de jongste verkiezing te
Goes" met deze dingen te maken heeft.
De Nederlandsche consul te Melbourne
heeft een belangrijk schrijven gericht tot
den minister van buitenlandsche zaken.
In dit schrijven, opgenomen in de jongste
aflevering der Consulaire Verslagenwijst
hij op het gevaar dat onzen uitvoerhandel
van de zijde van Australië dreigt.
Australië schijnt het land der toekomst
te zijn, gelijk het ook in de laatste jaren
reeds zoo buitengewone kracht ontwikkelt
op handelsgebiedgevolg mede van de
vluggere vervoermiddelen.
Het gevaar is dus wel degelijk groot.
Reeds tracht men de Nederlandsche boter
van de wereldmarkt te verdrijven. Maar
onze aanzienlijke uitvoer niet alleen van
boter, maar ook van kaas, van rnndvee
en schapen, van vruchten en groenten,
zal een gevaarlijken knak krijgen door de
concurrentie van Australië.
Het schijnt noodig, eer het te laat is,
op dit gevaar de aandacht te vestigen.
De vorige week Zaterdag arriveerden
te Londen uit Australië twee booten met
ongeveer 21 duizend kisten van 56 Engelsche
ponden met boter.
Men maakt ons opmerkzaam dat onze
opgave betreffende de oudste leden van de
nieuw samengestelde Tweede Kamer zeer