NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH lelde. urg. 1.- VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN BOOTDIENST. i Stad Zierikzee Zeeland. gelegen plaatsen. Juni. damsche tijd). Van Rotterdam id. 3.- 11.- Dins Woen. 6 Dond. 7 Vrijd. 8 11 Zater. 9 Zond.10 Maanll Dins. 12 Woenl3 Dond. 14 Vrijd.15 Zater.16 Zond.17 Maan.18 Dinsd 19 \Voen20 11.. Dond.21 11.. Vrijd.22 11.- Zater.|23 11. Zond. 24 11.- Maan.25 Dinsd 26 Woen27 11.. Dond.28 11.- Vrijd.29 11.- Zater.30 11.- 'smor. '8mid, 5 9.— 1.30 2.30 1.— 2.- 2.- 2.- 2.30 2.30 1.30 2.- 2.- 2.- loofdienst le, Hulst-Vlake. s 20 min. na kloktijd) ELIJKS. naar Vlake vm. 4,50. i 3.35 uur. Walsoorden vm. 7 50 15 uur. Jiidiensf. "alsoorden vm. 7, 11, onmiddellijk na aan- vm. 8,50, nm. 12,50, TKLEG RAAF". Juni. van Antwerpen 's morgens. Zaterd. 2 5.— -|Din8d. 5 7.30 101 Dond. 7 9.— 10 Zaterd. 9 9.— Dinsd 12 2.— Dond. 14 4.— Zater. 16 5.— Dinsd. 19 7.30 0 Dond. 21 9.— 0 Zond. 24 9.— Woen. 27 1.— Dond. 28 2.— Eater. 30 4.30 lOTDIENST >urg en Zierikzee. •ikzee Spoorweg Goes. .msche tijd). maand Juni. Van Zierikzee 'smorg. 'smid. Dinsd. 5 7.50 4. 4.- Woen. 6 Dond. 7 Vrijd. 8 Zaterd.9 Zond. 10 Maan.11 Dins. 12 Woenl3 Dond.14 Vrijd.15 Zater.16 Zond. 17 Maan.18 Dius. 19 Woen20 Dond.21 Vrijd.22 Zater.23 Zond. 24 Maan.25 Dins. 26 Woen27 Dond. 28 Vrijd.29 Zater.30 7.50 6.— 7.50 7.50 6.— 7.50 7.50 7.50 6.30 7.50 11.30 6.— 6. 4.— 4.— 4.— 6.— 4.— 4.— 3.— 3.30 4.— 4.— 5.30 4.— 6.30 12.- 7.— 6.30 7.50 7.50 6.— 7.50 7.50 7.50 6.30 7.50 7.50 4.- 4.— 4.— 4.— 6.— 4.— 4.— 4.— 4.— 3.— 3.30 11,45, nm. 3,25 6.2o 12,15, 3,55 6.50 •ke vm. 8,40. 9,10- Dinsdag en Vrijdag. lo. 105. 1894. 3)onfafag 7 lutu. HcHlsfe laargang. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers0,02 5. 7,10 11,55 3,25 6,20 7,30 12,15 3,45 6,40 7,40 10,10 1.50 4,50 8,10,30 2,10 5,10 Zij die zich met 1 Juli a. s- op ons blad wenschen te abonneeren. ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers, gratis. De oudste oud-leden onzer Christelijke Jongelingsvereenigingen herinneren zich den naam van den stichter der Engelsche Jongelingsvereeniging, den nu 70 jarigen „Vader" Williams, die eenige jaren geleden als afgevaardigde ter Wereld Conferentie te Amsterdam door zijn optreden zulk een aangenamen indruk op het jongere geslacht heeft achtergelaten. Deze George Williams is op het oogen- blik de held van den dag, het middelpunt vaa de feesten ter herdenking van het 50 jarig bestaan der eerste Londensche Chris telijke Jongelingsvereeniging en de ziel dei- Wereldconferentie te Londen die daarmede samenvalt. Zelfs de groote liberale Nederlandsche pers wijdt een woord aan dezen „man of business", wiens groote verdiensten zelfs door den landgenoot gedurende lange jaren niet werden erkend doch wiens on vermoeide arbeid voor de Jongelingschap thans zelfs de aandacht trok van Koningin Victoria, die hem hij deze gelegenheid haar gelnkwensch zond en hem in den adelstand heeft verheven. Dit bericht zal door 's mans vele vrienden in Nederland met blijdschap worden ver nomen. Kwam er een eerepalm toe voor onver- moeiden arbeid aan het heil van jongelin gen en aan den bloei der Christelijke Jon gelingsvereenigingen, dan is het Sir George Williams. En al hechten wij nu niet aan dergelijke voorbijgaande eerbewijzen, het feit teekent dateene Vorstin die over honderdmiljoenen onderdanen te gebieden heeft, den arbeid der Christelijke Jongelingsvereeniging weet te 'waardeeren. Heden waren duizenden afgevaardigden van Chr. Jongelingsvereenigingen uit de geheele wereld in het Exeter Hall bijeen. In 1400 kerken van het Vereenigd Ko ninkrijk werden het halve eeuwfeest en de Londensche Wereldconferentie gedacht. In de ned. herv. kerk trad op als voorganger de heer dr. P. J. Muller uit Amsterdam. Men vertolkte daar ook onze beden dat de Wereldconferentie van Christelijke Jon gelingsvereenigingen een zegen brenge voor de jongelingschap, die hoop der toekomst in alle landen. George Williams was als een arme hul- pelooze knaap in Londen gekomen. Hij werd geplaatst als kantoorbediende bij de firma Hitchcock Co. in de St. Paulskerkstraat. In deze nederige betrekking leerde de Hcere hem verstaan dat hij iets doen moest voor de zoovele jongelingen, die avond aan avond in Londens straten daarheen gingen, blootgesteld aan de verleiding eener we reldstad. In 1844 riep hij een twaalftal jongelin gen bijeen in de eetzaal der firma, bij welke bij in dienst was. Daar legde hij hun uit *at hij wilde. Zonder aarzelen werd eene fhr. J ongelingsvereeniging „tot het behar tigen van de geestelijke belangen van jon gelieden uit den handelsstand" opgericht. En nu? Het kleine plantje van 1844 is uit den P boosv van 1894 niet te herkennen. Het voorbeeld van Williams werd in den loop der jaren in overige steden van Engeland, ja ook buiten Engeland, ook in Nederland, ook in Amerika en Australië gevolgd. Er bestaan reeds 5000 dergelijke chr. 01)gelingsvereenigingen met minstens 500 mzend leden over de geheele wereld ver spreid. Exeter Hall te Londen is de vergader- ïaats der Londensche vereeniging. Een groot gebouw met lees- en studeerkamers lezingen en lesgeving in alle moge- J e vakken); een gymnastiekzaal, een bibliotheek, bureaux voor kamers, wonin gen, beroepen of betrekkingen een buffet en restauratie, een badkamer, enz. Dergelijke verenigingsgebouwen zijn er ook in meerdere Engelsche steden. Een algemeen secretaris onderhoudt de brief wisseling met deze en de leden helpen elkander zooveel mogelijk voort. Ja zelfs met een aanbeveling van het bestuur der Vereeniging gaat menig jongeling de we reld in en wordt aldus voortgeholpen. Zoo heeft de Heere den Arbeid van Sir George Williams gezegend. En ook zijn persoon deelde in dien voorspoed. Zijn patroon maakte hem later deelge noot in de zaak. En thans staat Williams aan het hoofd eener bloeiende fabriek die 500 menschen in het werk heeft. Genade en eere voor de oprechten. Die over weinigen getrouw zijn geweest, over velen zal de Heere hen zetten. Dit geldt ook voor den arbeid in de Christelij ke Jongelingsvereeniging. ■5C* Door het Bestuur der Vereen, van Ne- derl. Patroons „Boaz," is het volgende adres gezonden aan den Minister van Binnenl. Zaken Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur der Vereeniging van Nederlandsche Patroons „Boaz," bestaande uit de Heeron A. Dingemanse te Middel burg, H. H. v. Dijk te Utrecht, H. J. Hoogeboom te Kollum, W. Hovy te Am sterdam, A. E. van Kempen te Leiden, A. van Namen Hzn. te Zwijndrecht, R. K. Okma te Indijk bij Woudsend, J. G. van Schaardenburg te Dordrecht, A. W. Schip pers te Vlaardingen, D. Schut te Amster dam, H. Waller te Amsterdam, J. A. Worm- ser te Amsterdam. Dat deze Vereeniging onder meer ook beoogt lotsverbetering van den werkenden stand, en daarbij vooral het oog heeft op de droevige omstandigheid, dat zoovele arbeidersgezinnen gevestigd zijn in wo ningen, waarvan gezegd moet worden, dat ze zelfs aan de eerste en meest onmisbare vereischten van een eenvoudige maar vol doende behuizing niet beantwoorden wo ningen die niet anders dan door onbewoon baarverklaring van Gemeentewege aan hare tegenwoordige bestemming kunnen worden onttrokken. Het Bestuur heeft meenen op te merken, dat, schoon sommige Gemeentebesturen met loffelijken ijver voortvaren dergelijke per- ceelen voor bewoning ongeschikt te verkla ren en alzoo tot verbetering van dien toe stand mede te werken, andere, zoo al niet bepaald nalatig clan toch om verschillende redenen schroomvallig schijnen in het na komen van wat in dezen geacht mag wor den op hunnen weg te liggen. Het bestaan en voortdurend bewoond worden van dergelijke krotten wijst op de dringende behoefte aan geschikte woningen, en wenschelijk ware het dat Gemeentebe sturen konden goedvinden zonder aarzeling gebruik te maken van de bevoegdheid tot onbewoonbaarverklaring die hun in de Ge meentewet is verleend. Het is deze overweging welke het Be stuur voornoemd de vrijheid doet nemen zich tot Uwe Exellentie te wenden, met het eerbiedig en vertrouwend verzoek, wel te willen aandringen op het gebruik ma ken, in het belang van den arbeidenden stand, van de hoven omschrevene bevoegd heid. Aan onderscheidene Gemeentebesturen zond „Boaz" nog het volgend schrijven Het Bestuur der Vereeniging van Ne derlandsche Patroons „Boaz" (als bovenge noemd) heeft de eer zich met verschul digde hoogachting tot Uw College te wen den met het beleefd maar dringend ver zoek dat toch van Uwentwege nauwlettend de hand moge worden gehouden aan de uitoefening der bevoegdheid welke de Ge meentewet aan de Gemeentebesturen toe kent om perceelen, niet voldoende aan de allereerste en meest onmisbare vereischten van eene voldoende behuizing, onbewoon baar te verklaren. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Het Bestuur is diep overtuigd, dat een der voornaamste belemmeringen in lotsver betering van den arbeidenden stand gele gen is in het bestaan van deze zoogenaamde woningen (krotten) welke slechts door de bevoegde autoriteit aan hunne tegenwoor dige bestemming kunnen worden onttrok ken; en durft zich overtuigd houden, dat ook Uw College liet zijne wenscht te doen, opdat onze arbeiders mot hunne gezinnen niet langer het slachtoffer worden van den verkeerden toestand. Een overrompeling. Naar aanleiding van de benoeming van Mr. de Savornin Lobman tot hoofdredacteur van de Nederlanderver soheen hij den uitgever T. de Vries Dz., te Rotterdam, een brochure onder den titel „Een Overrompeling" en opgesteld dooi den heer Dk. Vink, gewezen commissaris van genoemd dagblad. Volgens deze brochure zouden eenige onregelmatigheden aan die benoeming voor afgegaan zijn, of gelijk de Standaard het noemtde heer Dk. Vink doet uitvoerige mededeeling omtrent de wijze waarop het blad „in andere banden is gespeeld". „Vele dezer mededelingen gaan", ver volgt de Standaard„zoo tot bijzonderheden, dat er geen redelijke twijfel omtrent de juistheid er van rijzen kan". De Nederlander is het antwoord niet schuldig gebleven. In het nummer van Zaterdag deelt het blad mede, dat er in die brochure vele onjuistheden voorkomen, dat voorts de overrompelde aandeelhouders ieder oogenblik op de zaak kunnen terug komen, zoodat er dus eigenlijk vau over rompeling geen sprake kan zijn en ten slotte dat de Nederlander zich geplaatst heeften nog plaatst op den bodem van het a. r. Program. In het nummer van Dinsdag komt de Nederlander nog eens terug op de brochure van den heer Vink. De redactie verklaart zich daarin „bereid om, tegenover een uit onpartijdige mannen samengestelde commis sie, aan te toonen, dat in de brochure van Dk. Vink immers geen pseudoniem? - welke brochure slechts 25 bladz. druks bevat, minstens zevenentwintig feitelijke „onjuistheden" voorkomen". Reeds zoodra ons met de jongste pink sterdagen de historie met den uitgever van de Zierikzeesche Nieuwsbode werd medege deeld, rees bij ons de vraag of hier de justitie ook de vingers kon gebrand hebben. Blijkens de rechtskundige beschouwingen in de dagbladpers, naar aanleiding van het request van genoemden heer, valt er op de wijze van optreden der justitie aldaar veel af te dingen. De Nieuwe Rotterdamsche Ct. is 't er lang niet mee eens. En ook de Nederlander de antirevolu tionaire haalt bedenkelijk de schouders op. De Nederlander schrijft Indien deze feiten juist zijn, dan werpen zij een zonderling licht op de Rechtbank te Zierikzee. Volgens dff wet zou een raadslid die ambtgeheimen schendt kunnen vervolgd wor den, en als de redacteur van een blad onder vraagd wordt of hij zijn kennis put uit directe of indirecte mededeelingen van zulk een, wegens schennis van geheimen straf baai- persoon, zou de redacteur zich misschien niet kunnen beroepen op de bepaling die iemand wegens zijn stand of beroep, vrij stelt van de verplichting om getuigenis af te leggen. Maar indien een rechter-commissans van een dagblad-redacteur de mededeeling mag eischen van de namen van eiken berichtge ver of auteur, op grond dat dit aanleiding zou kunnen geven tot het opsporen van eenig misdrijf, waar blijft dan de vrijheid van drukpers Reeds de gijzeling, nadat de redacteur ver klaard had dat zijn zegsman geen raads- 1 i d was, schijnt ons ongeoorloofd. Maar op welken grond iemand gegijzeld mag worden, wanneer de rechter-commissaris meent dat de getuige nog veel meer zal weten dan hq verklaard heeft, - dat zijn wij benieuwd te vernemen. Voorloopig komt ons de gepleegde vrijheidsborooving toe te zijn in flagranten strijd met de wet. Men kan op die wijze een hoop ge tuigen eiken dag achter slot en grendel zet ten. Wordt iemand gedurende de instructie vermoed de waarheid te vorzw.jgen, 't geen iets geheel anders is dan „weigeren getuigenis der waarheid af te leggen" - dan is daar op dat oogenblik niets aan te doen, maar moet men hem op de opon bare zitting onder eedo hooren. Liegt hij dan en kan men dat bewijzen, dan woidt hij daar voor gestraft. Wij hopen in't belang der justi tie zelve dat zulk een enorm feit als in dit stuk wordt medegedeeld blijken zal bezijden de waarheid te zijn. De rech terlijke macht is er niet, om da oppositie tegen een burgemeestorden kop in te drukken. Een feit als het bovenstaande zou, indien het waar is, geheel passen in de slechte en willekeurige rechtspleging dor vorige eeuw. Ter navolging. De welbekende godzalige Ds. Lodensteyn, Predikant te Utrecht, was bij al de uitne mende geestelijke gaven, waarmede de Heere hem had begiftigd, ook bezitter of liever rentmeester van een vrij aanzienlijk vermogen. Hij leefde naar zijn stand en vermogen op eene betamelijke wijze, doch hij was ook de vriend en weldoener der armen en gaf mildelijk aan al hetgeen in verband stond met de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Op zekeren dag kreeg hij bezoek van een paar collectanten uit Frankrijk, die hem eene gave vroegen voor hunne hulp behoevende kerken. Tot zijn spijt moest hij hen ledig wegzenden, daar zijne kas slecht was voorzien. Hij zag wel dat die mannen zeer waren teleurgesteld, daar zij zeker op eene goede gift hadden gerekend en zeide daarom Ja Mannen Broeders, ik kan u in oprechtheid verzekeren dat ik thans niet geven kan, want het kapitaal dat God mij heeft gegeven mag ik niet verminderen, want dan zou ik ten laatste moeten ophouden te geven, en van de rente houd ik jaarlijks geen cent over. En daar ik in de laatste weken vele aanvra gen lieh gehad om ondersteuning, is mijne kas op het oogenblik uitgeput. Met dit antwoord kon hij voor menschen volkomen volstaan, doch hij gevoelde geen vrede voor zijn hart en peinsde op een middel om toch iets te kunnen geven. Hij ging naar beneden, opende zijne zilverkast, waarin menig familiestuk aanwezig was, ledigde die en liet alles naar den zilversmid bren gen ter verkoop en ontving voor de op brengst eene goede som. Deze bezitting zeide hij brengt mij geen rente op endaar- om kan ik ze best missen. Hij liet de collectanten nasporen en toen zij andermaal bij hem kwamen, verklaarde hij hun hoe hij nu wel kon geven. Gelukkig zijn er ook heden ten dage nog geestverwanten van den vromen Loden steyn, die even als hij hun kapitaal met verstand beheeren, doch aan geen ver meerdering denken door opnieuw de rente te beleggen, gelijk dit hij vele kapitalisten het geval is. Onlangs verontschuldigde zich een dergelijk bezitter daarover door te zeggen Ik moet toch zorgen, dat ik aan elk mijner kinderen zooveel nalaat als ik oorspronkelij k bezat Met een kleiner kapitaal, waarop echter de zegen Gods rust, zonden die kinderen gelukkiger zijn dan met een grooter, waarbij die gemist wordt. Want het is niet in den overvloed gelegen dat iemand leeft uit zijne goederen. Prof. N. Brab. De Middelburgsclie Courant vestigt de aandacht op de verdeeldheid die zich bij de jongste verkiezingen in ben boezem der liberale partij heeft geopenbaard en geeft aan de afgevaardigden van de Liberale Unie den raad deze quaetsie goed in de oogen te zien. Het blad is van oordeel dat de fouten die daar begaan zijn alleen liggen bij de liberalen type Gleichman, en niet bij de libe ralen, type Tak. „Laat men," zoo schrijft het blad, „laat men dit vooral op de a. vergadering van de Liberale Unie duidelijk aanstippen en hieromtrent elkaar niet misleiden. Maar dat men dit doe binnenskamers. „Ter wille van de partij zelve is het gewenscht dat men elkaar onomwonden en eerlijk de waarheid zegge maar voor het vervolg kan het zijn nut hebben dat men niet voor goed elkaar den pas afsnijde om in de toekomst zij die wellicht ook verre weer saam te gaan. „Dat zou het geval kunnen zijn, wanneer men floor al het gesprokene aan de groote klok te hangen, de tegenpartij de wape nen in de handen gaf om daardoor later een verzoening in eigen boezem tegen te werken. Elke verzoening stoot zoo licht af op gekrenkte eigenliefde en zij wordt des te moeilijker, wanneer derden de wapenen be zitten om die een der partijen voor de voeten te werpen. „Beleid en takt zijn de beste middelen om in deze in eigen boezem te ageeren." Tot zoover de Middelburgsche Courant. Ons dunkt dat haar advies ook voor andere partijen dan de liberale de overwe ging waardig is. De gouverneur van de West, jhr. mr. v. Ascb v. Wijk, is in het vaderland met verlof teruggekeerd. Zijn adres is Utrecht. Reeds had hij een langdurige samenspre- king, met den minister van koloniën. Strekke het verblijf van den gouverneur liier te lande tot opbeuring van het schoone, eens zoo rijke Suriname en tot bevestiging van den, helaas niet al te vasten band tusschen het moederland en zijne koloniën. De meerderheid van het hoofdbestuur van den Bond van Nederl. Onderwijzers heeft haar zegel gehecht aan de afzetting van den onderwijzer Dijkstra. Zij grondt zich daarbij op de omstandigheid dat deze onder wijzer een anarchist„zijn mond heeft voorhij gepraat' Zij hebben niet heelemaal ongelijk die dit argument een dooddoener noemen. Er ligt toch in Opgesloten dat de open bare onderwijzer, volgens haar, wel anar chistische gevoelens mag toegedaan zijn maar dat hij die niet mag openbaren. De vraag rijst of hier niet met twee maten gemeten wordt. Immers de „openbare onderwijzers" hebben in de goede dagen van het liberalisme als verkiezingsagenten vaak goede diensten ge daan en zich buiten de school menigen groven kwinkslag ten opzichte der fijnen veroorloofdhun mond op allerlei wijze voorbijgepraat. En dit lieten de autoriteiten begaan. Ook de Gerhards en Nawijne liet men nog toe, zoolang het geen kwaad kon al thans, stil het socialisme te propageeren. Zelfs Robertus mocht zich openlijk be klagen dat hij den edelen Stamvader van het Oranjehuis geen schobbert mocht noemen. En zie nu Dijkstra minstens evenveel, of hoogstens even weinig als zij zijn mond voorbij heeft gepraat, nu staat men toe dat hij aan den dijk gezet wordt. De minderheid van genoemd hoofdbestuur staat dan ook naar ons inzien vrij wat sterker, „dat ieder onderwijzer als staats burger meeningen mag verkondigen die hij goed vindt" als hij in d.e school maar neutraal is. Wij voor ons zien reeds in de oefening der neutraliteit een huldiging van het anar chisme en verwonderen ons niet dat men langs deze lijn ten slotte hij de Dijkstra's terecht komt. Daarom zijn wij voor vrij christelijk onderwijs. Maar van het standpunt der neutrale school komt het ons moeilijk te verdedigen voor dat men hier uit eigenbelang

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 1