NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH Ho. 101. 1894. Dinsdag 29 Mei. Hcfifsfe laargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Neutraliteit en Mislukking. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02 s. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. H. „Er waren er," zoo sprak het Handels blad na de vergadering der openbare onderwijzers in die dagen, „er waren er die met hun onderwijzerstitel ongeveer een indruk maakten als een kleinen jongen met den hoogen hoed van zijn vader. En dat wij zeggen kunnener waren er is al erg ge ,oeg waar het mannen geldt, wien zulk een uiterst moeilijke, buitengewoon gewich tige taak is opgedragen .als de gedeeltelijke vorming ran onze aanstaande Staatsburgers. „Daarom meenen wij het ernstig te moe ten betwijlelen of allen die de akte behalen, wel geschikt mogen worden geacht als volksopvoeders. Kennis alleen is niet vol doende voor een onderwijzer. Slechts een be schaafde kan anderen beschaven. „En toen wij in de Utrecbtsche vergade ring va i Nederlandsche onderwijzers die be denkelijke uitingen van halfbeschaafdheid waarnamen, vroegen wij ons afVanwaar komt dat En wij herinnerden ons de zoo genaamde „volksvergaderingen", die wij zoo vaak moeten bijwonen, en waarin wü niet zelden leerlingen van normaal- en kweek scholen aanstaande onderwijzers - met open mond en starende oogen zagen luisteren naar de woorden van zulk een half beschaafde die als een striemende regen hun oogen verblindde en hun zinnen verbijsterde. „Maar wij herinnerden ons ook do eenvou dige goedmoedige boerenjongens, waarnaast schrijver dezes eens op de banken van een plattelands lagere school zat. Het onver biddelijke: „te veel menschen" dat in elk bedrijf, ook in den landbouw, zoovelen doet afwijzen, en de rustelooze zucht naar meer die in onzen tijd alles opdrijft, zij hadden ook dezen er toe gebracht het bedrijf hunner vaderen voor iets anders te verlaten. Doch in dezelfde omgeving bleven zij nog lang, en toen zij die verlieten om gedurende weinige jaren niets dan wat elementaire en zeer al- gemeene kennis op te doen, toen ver leerden zij wel den eerbied voor het oude, maar een nieuwe eerbied kwam daarvoor niet in de plaats. „Toch kregen zij hun akte. Zij wisten im mers wat ze bü het examen weten moesten „Ze wisten wat ze weten moesten. Maar met hun karaktervorming, met hun be schaving waren ze nog niet ver gevorderd. Accumulatoren van kennis waren ze, die straks her- en derwaarts zouden worden gebonden, om dat beetje kennis te doen overspringen in de hersenen van opgevoede kinderen en niets dan de kennis. „Waarom wordt bij onze akte-examens zoo weinig streng geoordeeld, waar het de mate van beschaafdheid van den candidaat geldt? En wanneer men die bij het exa men niet voldoende kan beoordeelen, waar om doet men het dan niet bij het optre den in de praktijk, waartoe men die kwee- kelingen in sraat stelt? „Waarom laat men het toe, dat half be schaafden, wier uitingen wij hierboven beschreven, de opvoeding der kinderen te band nemen „Niet in de mate van kennis, maar in bet gebruik daarvan is de beschaafdheid ge iporon Hier geeft dus een liberaal de reden op Waarom hij niet meer gelooft dat kennis macht is. Hij weet het nog wel, lezer. De leus Was tot nog toe geweest Bouw scholen en gij kunt de gevangenis sen opruimen. Breng kennis aan en gij kweekt geluk- mge menschen. Kennis is macht. En ziedaar - ook hierin faalde de Neutrale theorie. De kennis heeft opgebla zen gemaakten de liefde die stichten moest, is niet aangeleerd. En staat het zelfs met die kennis wel zooi gunstig Bommigen beweren dat ook op dit punt BeefteU^ra^6 sc'100^ ideaal niet geleverd Drie liberalen mogen het getuigen. a'r, Yan Arirel profeteerde kort geleden „De Zutfensehe Courant vnnrF'' me? me^ Bet openbaar onderwijs oortgaan als tot dusver, dan zal de b ij z o n- Hfir,e-Sc Bot van de openbare w i n- bBuiLi1? .sympathie ook bij hen, die in «osei lijnrecht tegenover haar staan, doch terwille van de p r a c t ij k voor hun kinde ren het godsdienstonderwijs op den koop toe zullen nemen. Doelende op Bet weinig praktische der openbare school zei het liberale Gemeen teraadslid, thans directeur der Hoogere Burgerschool, Dr. H. Blink te Nieuwer- Amstel Ik zie den tijd niet ver meer, dat m«n in de openbare scholen bordjes moet ophan gen, waarop te lezen staat: hier wordtook l6zen en schrijven geleerd. De heer Blink duidde hiermee aan, dat de ouders het niet maer kunnen merken, als een uithangbord het hun niet vertelt. Een ander liberaal, de heer T y d e m a n, vergissen wij ons niet, schoolopziener te Breda drukt in de Tweede Kamer zijn oordeel aldus uit: het lager onderwijs werpt niet die vruch ten af, welke men ervan mocht verwachten en eischen; noch de belangrijke sommen daaraan besteed, noch de uitnemende oplei ding van onderwijzers aan de rijkskweek scholen, noch jde verbetering van de metho diek van leervakken en leermiddelen, geven waarborgen voor de goede resultaten van het lager onderwijs. Deze geven geen stof tot tevredenheid. Daarom wilde hij den leerplicht ingevoerd zien. Of die het onpractische onderwijs kan verhelpen Ook op het punt van bezadigdheid heeft de neutrale principe niet gezegepraald. Yan het onderwijzersblad De Bode denkt ook aan de walgelijke taal van Be Volksonderwijzer schreef een liberaal blad De Nieuwe Rotterdamsche Crt. dat de opstellers heel wat kwaad hebben gesticht en standenhaat aankweeken. In 1889 schreef meester Tiemersma uit Groningen: Als God werkelijk God is dan verdelge Hij professor Hecker die met zijn rijmpjes zoo voor de liberale candidaten gewerkt heeft, en anders is Hij zwakker dan deze. En meester Robertas uit Kielwindeweer beklaagde zich dat de neutraliteit hem verbood onzen Willem den Zwijger een sehobbert te noemen. Zoo draagt ten slotte de openbare school ook het koren mee op den roomschen molen. Reeds in 1881 schreef dr. v. d. Wijok, een eerlijk liberaal, omtrent dit punt: „Indien de antirevolutionairen er niet tegen waakten en door hun vrije scholen het Protestantseh bewustzijn wakker hiel den zou, in naam van den eisch der neutrali teit, de Protestantsche opvatting onzer ge schiedenis langzamerhand allerwegen dood gezwegen worden". Thans spuwt een openbaar onderwijzer op Oranje's graf, zonderdat een protestant zijn stem tegen deze heiligschennis laat hooren. Toen 25 jaar geleden pastoor Brouwers de nagedachtenis van prins Willem op min der ergerlijke wijze bezwalkte, stond de natie overeind en kreeg Groen van Prin- sterer allen lof dat hij het voor den gesmade had opgenomen. De natie moet wel diep gezonken zijn, nu zelfs de blos van zwijgende verontwaar diging achterwege blijft bij de ontdekking van zooveel bederf in de school waaraan zij is vastgehecht. En wie draagt hiervan nu de schuld? De liberale of, wilt ge, de „anti-clericale" partij. Dit is van oude dagen door vriend en tegenstander toegegeven. Eenige dagen geleden schreef het radi cale Dagblad voor NederlandZie Amsterdammer van 20 Mei „De liberale party heeft onder de lens Scheiding van Kerk en Staat het is ge noeg bekend niet gelpk het behoorde, den neutralen Staat, maar den anti clericalen Staat willen invoeren, en juist om haar doel te bereiken, d. i. om een soort van clericalen, die zp niet beminde, onder den duim te houden, den bloei van het bp zon der lager, middelbaar en hooger onderwijs op alle manieren tegengewerkt. Onder de bekende leus in de Staat, - anticleri- caal als hij was, zelf liberaal of ge matigd orthodox minder in den geloove dan wel in de liefde kerkelijk geworden; en zoo ziet men dan ook dat de conserva tief liberale partij geen hartelpker vrienden en medehelpers heeft gevonden dan juist de Bronsveldianen Dit laatste moge waar zpn maar scheiding van kerk en staat de „Brons veldianen", althans Bronsveld zelf, hebben van ouds met ons dezelfde grieven tegen de „openbare" school gehad. Het is slechts om oorzaken, buiten die school gelegen, dat zij er thans niet meer zoo als vroeger de aandacht op vestigen. De aandacht op vestigen. Dit deed met name in 1871 dr. Brons veld op zoo talentvolle wijze. Toen schreef hp „Dat is uwe ergste zonde, o liberalen, dat gp scholen hebt gesticht, waarin niet alleen de Bijbel, maar ook onze nationali teit is verloochend". Dit schreef hij in 1871. En hoe staat het nu met den eerbied voor nationaliteit Bovengenoemde meester Robertas, na in een vergadering te Veendam zich beklaagd te hebben dat hij Willem van Oranje „geen sehobbert mocht noemen", werd door den veldwachter geverbaliseerd. Zonder eenigen zweem van schaamte, nog minder van berouw over hetgeen gebeurd is, schrpft hij in het socialistische blad De Arbeider hiervan geen proces te ver wachten, wpl hij gelooft „dat zelfs geen politieagent stom genoeg kan zijn van zoo iets proces-verbaal op te maken.'''' En op zulk een taal wordt zelfs ter nanwernood meer acht geslagen, men is er reeds lang aan gewoon geraakt. Had de natie maar geluisterd naar de waarschuwing van dr. Bronsveld, toen hij in 1871, zulke, volgens mr. Groen v. Prinsterers eigen zeggen, zulke echt Ne- derlandsche gedachten schreef. Dr. Bronsveld schreef onder meer Ons volk kent zijn verleden niet mezr. Hoe langer hoe minder is het geslacht, dat de scholen bezoekt, bekend gemaakt met het waarachtig karakter van onze ge schiedenis, met het verband tusschen de Hervorming en de wording van onze Ne- derlandsche natie. Honderden en duizenden hebben een voorstelling gehoord van de opkomst der Nederlandsche republiek, waarin Alva van zijn roode bloedvlekken zooveel mogelijk was gereinigd en er even onschuldig uit zag als een plattelandsch veldwachter, waarin Filips' grimmigheid en sombere ketterhaat was verbleekt tot Spaansche antipathieën tegen Vlaamschen vrijheidszin waarin de Beeldstormers van alle gods dienstige geestdrift waren beroofd en ge tooid met vlammende Jakobpnen-mutsen cn eindelpk de ernstige gestalte van den geloofsheld Willem van Oranje terugge bracht tot de proportiën van een modernen democraat, die dweept met de vage be grippen van vrpheid en verdraagzaamheid. En onze jeugd heeft die kleurlooze ver halen, onder duizend vreezen door den ang- stigen onderwijzer mcègedeeld, vervelend gevonden en er niet naar geluisterd. Zp kan geen geestdrift gevoelen voor die povere figuren en heeft niets leeren begrp- pen van den waren aard onzer grootsohe worsteling tegen het Roomsche Spanje. Zp weet niet meer, dat het niet alleen Neertandschmaar ook gereformeerd bloed was, dat onzen vaderen door de„aderen" heett gevloeid, en dat de groote beginselen der Hervorming het aanzpn hebben gege ven aan den Nederlandschen Staat. Dat is uw ergste zonde, o liberalen, dat gp scholen hebt gesticht, waarin niet alleen de Bijbel maar onze nationaliteit is ver loochend, en dat gij een geslacht hebt op gekweekt, dat niet weet hoe het geloof aan het evangelie de hefboom is geweestdie de looden macht van Spanje hoeft afge wenteld van onze roemrijke provinciën". En eindelijk: „Wil men onze nationaliteit handhaven, dan zal men het gereformeerde karakter van ons volk weer dienen te herstellen en daarin alleen zou de waarborg gevonden zijn tegen annexatie van welken aard ook en van welke zpde dreigend 1" Nog in 1894 voegt het ons dit woord van dezen Utrechtschen doctor in 1871 te beamen. En het wordt ook zelfs door warme vrienden van het neutrale onderwijs beaamd. Immers het liberale Handelsblad, dat voor de „neutrale" Staatsschool steeds pal heeft gestaan, vond voor deze „neutrale" manier om de geschiedenis te behandelen of beter gezegd te mishandelenden fraaien naam van geschiedenis in de grondverf uit. Geen wonder dat door een onzer liberale schoolbladen de raad is gegeven de geschie denis als leervak op de „openbare" school te schrappen en door een ander te ver vangen. Wp voor ons zouden liever de school waar de volkshistorie dusdanig in de grondverf werd afgeleverd door de vrpe school vervangen zien. Want ook op dit terrein zagen wij de neutraliteit mislukken. De heer ds. J. W. Felix uit Utrecht opende dezer dagen de samenkomst der Confessioneele Yereeniging met een rede, waarin hp het tegenwoordige tpdperk op kerkelpk gebied, een „tpdperk van geeste- lpke tering" noemde en vooral met het oog op misdaden van predikanten die aan het licht getreden waren het volgende opmerkte „Zeker, de predikanten weten het uitmun tend goed te zeggen, welke weg tot Zalig making leidt, maar zijn zp zei ven wel be keerd Gaarne wonen zp zelve in gewelfde huizen, maar om de breuke Sions bekom meren zij zich dikwerf niet. Er wordt door hen mooi en soms langs gebeden, maar is dat werkelijk een staan voor den levenden God? Waar rook nit den schoorsteen komt, daar moet ook vuur wezen. En nu wijzen zoo vele treurige dadenontucht, zieleverder- ving, doodslag, er op welke rook dikwpls opstpgt uit de sohoorsteenen van de getui gen der waarheid. En waar zulk een rook opstijgt, daar moet een verterend vuur bran den. Bp sommigen? Neen, bij allen in beginsel. De dampkring van Staat en Kerk is vergiftigd wp ademen die lucht in, wp zijn er mede besmet, soms zonder dat wp het bemerken. Door onze zelfgemaakte tocht schermen kunnen wp ons niet beveiligen. Wp kunnen alleen gered worden door per soonlijke bekeering. Het ootmoedig gebed is noodig. We moeten ons hart en niet alleen onze kleederen scheuren. Wp moeten staan tusschen het voorhof en den altaar evenals de priesters, en we moeten biddende daar staan, bidden op de rechte wijze, ons verootmoedigende over onze zonden dan zal ware reformatie noodig zijn." Yan de 100 leden der tweede kamer zijn er thans 97 gekozen. In 3 districten, Alkmaar, Eist en Utrecht moet nog een verkiezing plaats hebbben. Twee in plaats van als minister opgetreden oud-leden en een ten gevolge van de vernietiging der eerste verkiezing waarbp de beide candi daten elk een stem ontvingen en twee briefjes te veel in de bus waren gevonden. De verhouding is nu 49 tegenstanders van Taks plannen en 48 voorstanders. Niet onmogelijk dat de Kamer op het doode punt komt. Voor de regeering een prikkel te meer om niet te dralen met hare kiesrechtvoor- stellen. Deed zp het toch, eene toevallige meerderheid zou haar allicht eene nederlaag kunnen bezorgen, die ons voor de tweede maal, maar nu na een kortstondig optreden, van een ministerie zou herooven, dat naar een zoo breed mogelijken grondslag voor het kiesrecht zocht. De verkiezing van den heer Donner te Katwijk heeft ons ongemeen verblijd. De heer Donner toch is een van die nuchtere voorstanders van Tak's plannen geweest, welke niet blind was voor de kolossale gebreken die Taks wetsontwerp aankleefdenook was hp schoon niet op den bodem staande van het nog niet weerlegde „manifest" een tegenstander van artikel 4, de wpl het beginsel van huismanskiesrecht daarin ontbrak en de indraging er van door den minister ver boden was. Toch was de heer Donner voorstander van finale kiesrechtsuitbreiding. Yan den beginne af was zijne uitwerping dan ook eene vergissingeene vergissing te meer te betreuren dewpl zpne politieke tegenstander zich na diens verkiezing bp de antrevolutionare club aansloot. De vergissing is echter hersteld, en waar verwacht wordt dat de heer Donner zich bp de „georganiseerde" antirevolutionaire club zal aansluiten, daar zp 't hem gegeven, geestelpk verbindingslid dier beide te zijn. Immers zijne beschouwingen over Pers en Kamerclub bezorgden hem eens den titel „eonvervatief". Zoo iemand zou allicht de man der verzoening kunnen zpn. Wp willen het hartelpk hopen. Dezer dagen namen wp nit „De Reddings bode", met vermelding der bron, een be richt op, omtrent drie spotters in een her berg te Maassluis die dronken het avond maal bedienden waarbp een plotseling dood viel, en de ander krankzinnig werd. Dit nu blijkt een sprookje te zpn ge weest, hetwelk door ds. de Groot en ds. Lagerwey in de Prot. N. Brabander tot zpne rechte verhouding is teruggebracht. Zp toch schrpven Ten stelligste kan worden tegengesproken dat dit schadelijke (feit) te Maassluis heeft plaats gehad. Een paar maanden geleden is een jongen, van Rijn genaamd, die reeds vroeger blijken van waanzin had gegevên (ook zijn moeder moet daaraan geleden hebben) plotseling krankzinnig geworden. In dien toestand, zegt men, moet hij aan zijne moeder verhaald hebben, op die wpze het Avondmaal te hebben gehouden. Het praatje deed dadelijk de ronde in de stad, de herbergier werd genoemd en de vrienden, met wie hjj dat feit zou hebben bedreven, doch 't onderzoek, door de politie ingesteld heeft 't verhaal niet bevestigd. De her bergier heeft 't verhaal in herhaalde adver- tentiën als logen en laster gekenmerkt en f 50 uitgeloold voor hem die 't kon bewijzen; hjj verklaart zelfs de bedoelde personen niet in zijn huis gezien te hebben. De jongen (Van Rijn) was stapel gek en heeft getracht zich onder den trein te werpen. Na twee dagen is hp naar een gesticht overgebracht; hij was razend. Dat een jongen stom geworden en ten ander gevlucht is, bahoort g-heol tet het gebied der fabelen. Men zou geneigd zijn te vrugen: wat men er toch aan heeft om zulke sensatie- berichten de wereld in te zenden. De Reddingsbode zal misschien wel kun nen opgeven uit welk blad 't door hem is overgenomen. 28 Mei '94. Verkiezingen voor de Tweede Kamer. Te 's Gravenhage gekozen mr. Ppnacker Hordpk lib. V. met 2922 van de 5864 geldige stemmen. De heer Bevers kath. T. had er 2911. Bp de verkiezing op 11 Mei werden 5033 geldige stemmen uitgebracht en ver kregen de heeren Bevers 2094, Ppnacker Hordijk 1697 en mr. A. J. W. van Royen (L tegen) 1224 stemmen. Te Sneek gekozen mr. Th. Heemskerk anir. Y. met 1280 van de 2427 geldige stemmen. De heer Van Gilse lib. V. had er 1147. Bp de verkiezing op 11 Mei werden 2444 geldige stemmen uitgebracht en ver kregen de heeren Van Gilse 857^ Heems-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 1