VOOR ZEELAND. n* s;| s CHRISTELIJK- NÏEÜWSBLAD HISTORISCH BIJVOEGSEL. Mfsfr Jaargang. vsA -* 99. 1894. fflonitectfag 24 fllci. &g VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Amsterdam, 22 Mei. eningen. Vorig -Va 891/, 891/ 8 100% 1011/* '0% 1023/ 3Vs i02v" 3% 100% 5 100 5 ÏZVf 721/a 99 54 5 5 I5Z.R. 4 4 ipa 4 itach. 4 fl- 77 79% 79% 79% 781/? 92% 237/8 21 Va 21% 41/s 30% ai 5 73V} 5 116 5 4 4 8 6 5 4 4 5 4 4 1151/j 78% 73i/ 1001/ 100% 8b6/8 -Obl. 48% 1043/' 6<% 91% 95% - 2H/ 23% 25% 2«% 105% _/8 102% l02 59 68% 4% 68 4% 7"3/g 4 64% 64% 43/, 183/, 6 405/g 40% 36% 37% lelijke Leening en. 3% 100 8% 100 100 8% 100% 100% "èele Ondernemingen - 9?7/8 94% - 159% 4% - - 4 102 10131 4% - - 4 101% 101 86 4% - - 4 102 3% 99% - 4% 11)2 120 120 94 4 102 4% x01% - - 48 48 4 953/, 216 i0 4% 102% nd. 3 5 82% e2% 4% 987/8 '.eningen. ld. - 1085/u 3 ü7 3% 01% 3% 101 233/, 180 59 8 451/8 3 50% 137 165 5 143 41/s 993/8 4 957/„ 8 63% 5 1041/a 4% 9S% 103% 105% 987/8 5 5 4 5 5 5 5 3 5 Iblig. 4 .0 5 987/8 108% 967/s 96% 23% 180% 59 45 50% 1427/a 99% 63% 104% lOó7/» 8- 113% l027/8 1057/8 82 75 1% 102% 843/, 103% 103 89 111 21% 90 4 99% 45 - 13% 89 6 10 i |A. 7 111 6 1071/a - 16% 6 1033/, 5 schappijen. - 185 - 3% 997/8 4 92 52 4% 100 \ningen. 3 112 3 106% 3 1013/s - 881% 21/a 1°° 21/2 100 100 124 112% 103% 81% 75$ 95V4 14% 4 5 119 118% 103 1027/g 111% 43% 13% 103 16 997/u 53 83 101 101 1181/8 161 100 162% 100 157V2 llOl/a 300 160 100 145Va - 100 400 koken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Vergadering van den Middelhurgschen Gemeenteraad van Woensdag '23 Mei 1894. •"5% 26% 35% Na voorlezing en vaststelling van de notulen der vorige vergadering doet de Voorzitter mededeeling van de ingekomen stukken, die deels voor kennisgeving aan genomen, deels om hericht en raad geren- voiecrd worden naar de betrokken Collegiën. Zooals onze lezers zich zullen herinneren was in de voorlaatste vergadering een door geldleening te dekken crediet toegestaan van f 14000, ter bestrating der Groote Markt met keien, die tegen een prijs verre beneden dien der markt waren over te nemen. In de laatste vergadering echter werd bij monde van den Wethouder van Fabricage de mededeeling ontvangen dat na ontvangst van een paar wagons dier keien, proefondervindelijk gebleken was, dat ze niet aan het doel beantwoorden, weshalve een nieuw voorstel zoo spoedig mogelijk den Raad zon hereiken. Dientengevolge was een nieuw voorstel van B. en W. ingekomen. Uit dat voor stel blijkt dat proeven genomen zijn met Athkeien en de soort Ben Ahinkeien, waarmede vroeger de St. Janstraat bestraat is. B. en W. stellen voor tot de bestra ting met laatstgenoemde keien over te gaan; wel stijgen de kosten dan tot f 19250, maar de f 5250, waarmede het toegestaan crediet van f 14000 overschreden wordt, kunnen gevonden worden uit den verkoop van de oude keien, enz. De Athkeien zijn veel sierlijker, maar men verlieze niet uit hot oog dat, bij bestrating met deze, het crediet met f 4500 zal moeten verhoogd worden. In deugdzaamheid wegen beide soorten tegen elkander op, zoowel van de eene als van de andere kan men den duur op minstens 100 jaren schatten. De heer de Stoppelaar opent de rij der sprekers. Afwezig, zegt hij, was ik bij de indiening van het primitieve voorstelte genwoordig geweest, zou ik er echter mijne adhaesie aan betuigd en het aangevraagde crediet volgaarne gevoteerd hebben. In den tegenwoordige» stand der zaken ben ik niet van zienswijze veranderd, te zeer door drongen als ik ben van de noodzakelijk heid van het werk. Beschouw ik echter de proeven met de beide soorten keien genomen, dan kan ik niet nalaten op het verschil van fraaiheid tusschen die beide soorten te wijzen. De proef met de Athkei levert het bewijs dat wij een in alle op zichten voldoend plaveisel zullen erlangen; die met de Ben Ahinkei daarentegen leert 0:1s dat, moge de deugdzaamheid al niet minder zijn, het plaveisel zal vormen eene bonte sekakeering van kleuren, die het oog minder aangenaam aandoet. Het geraamde verschil in kosten is te gering om in deze niet naar het volmaaktste te streven. In ieder geval ga ik met het voorstel van B. en W. mede, doch blijkt mij uit de verdere disenssiën dat meer leden tot eene bestra ting met de Athkei overhellen, dan reser veer ik mij een nader daartoe strekkend voorstel in te dienen. De heer A. P. Snouck Hurgronje merkt op dat hij vroeger zich tegen het voorstel verzet heeft om. redenen van tinancieelen aard. Nog zijn die redenen niet voor hem opgeheven. Hij betwist niet de wensche- lijkheid van de bestrating van het markt plein, maar die noodzakelijkheid wettigt niet bet toestaan van een zoo groot crediet. Punten die zoo diep ingrijpen, behooren zyns inziens bij het behandelen der begroo- hng te huis. Be heer Tak wil evenmin iets afdingen op het weasckelijke van eene verbetering u markt. Toch kan hij niet met het voorstel mede gaan. Vooreerst is hij wel meid mede te werken tot eene leening v"or nuttige zaken, maar zijn die niet drin- genit noodzakelijk, dan zal hij er zich steeds e kracht tegen blij ven verzetten. Boven in de voorgestelde bestrating bevalt hem niet, want een verhoogd plein in het mid dengedeelte der markt zal leelijk staan, en de soort van keien die men voorstelt is evenmin aanlokkelijk. Naar zijn mee ning kan men niet beter doen dan langza merhand het werk aanvatten en vervolgen, het over verscheidene jaren verdeelend. Eene leening is dan onnoodig en zijn grootste bezwaar zal opgeheven zijn. De heer W. H. Snouck Hurgronje moet toegeven dat de finaneieele kwestie in deze aangelegenheid zeer op den voorgrond treedt. Toch moet zij wijken voor de dringende noodzakelijkheid van de verbe tering der markt, de tegenwoordige toestand is onhoudbaar. Het is waar de kleur der keien is niet fraai, daarom beaamt hij ook ten volle het gesprokene door den heer de Stoppelaar, waar deze de bestrating met Athkeien prefereert. De heer van der Swalme is van hetzelf de gevoelen als de vorige spreker, alleen voor zoover het voorstel van B. en W. aangaatde finaneieele zijde van de kwes tie weegt echter te zwaar bij hem om ver der te gaan dan de strekking van hun voorstel. De heer E. P. Schorer wil evenmin de duurste soort keien gebruiken. Hij is te zeer overtuigd van het noodzakelijke der herstelling om het voorstel van B. en W. onaannemelijk te verklaren, vooral wanneer hem een bevredigend antwoord kan gege ven worden, op zijne vraag of de som van f 3800, die in het voorstel voor den verkoop van oude keien is uitgetrokken, berust op eene raming of op eene absolute zekerheid. De heer den Bouwmeester antwoordt den heer Schorer dat die som, primitief eene raming, thans eene absolute zekerheid geworden is. Het opbreken der markt zal vijfhonderd duizend oude keien opleveren, waarvan drie honderd duizend voor f 3000 aan andere gemeenten zijn toegezegd voor de resteerende twee honderd duizend is reeds f 1000 geboden en reeds meerdere aanbiedingen hebben er voor plaats gehad, zoodat veilig kan worden aangenomen dat de oude keien, in stede van de geraamde f3800, minstens f4000 a 5000 zullen op brengen. De heer de Stoppelaar dient nn een voorstel in om de markt te bestraten met athkeien, te dien einde het toegestane cre- driet met f 4500 te verhoogen en de ter mijn van aflossing met twee jaren te ver lengen. De heer van Dunne zou met hst voor stel de Stoppelaar kunnen medegaan, wan neer de gemeentefinanciën het toelieten. Nu echter kan hij er zich niet toe leenen, daal de finantiën reeds ver genoeg voortgeschre den zijn op het hellend vlak, waarop dolle sprongen iri zake onderwijs, enz. ze gevoerd hebben. De heer Brevet is van oordeel dat de zaak bij het behandelen der volgende be grooting ter tafel moet gebracht worden. De heer Koole kan, nu eenmaal een be drag van f 14000 is toegestaan, zich neer leggen bij het voorstel van B. W. Ver der gaan acht hij ongemotiveerd; men klaagt wel over de kleur der voorgestelde keien, en hij moet toegeven dat de bestra ting die er voor proef mede gedaan is, op een groot krentenbrood gelijkt. Hij schrijft dit echter grootendeels er aan to dat die proef bestrating zeer oneerdeelkundig gedaan is, want veel, zoo niet alles, zou verholpen zijn geworden, wanneer men vooraf de stee- nen gesorteerd en kleur bij kleur gevoegd had. De heer A. P. Snouck Hurgronje dient een voorstel in om de bestrating der markt aan te houden tot bij het behandelen der volgende begrooting. De heer Tak stemt hiermede gaarne in. Naar zijne meening krijgt men bij het be handelen der begrooting een volledige exposé van den toestand der gemeente-finaneiën en is dit juist de geschikte tijd om zaken van zoo diep ingrijpenden aard te regelen. Nadat de heer den Bouwmeester er op gewezen had dat bij aanneming van het voorstel Hurgronje de bestrating een jaar werd verschoven, terwijl het onzeker was dat de aanbiedingen voor de oude keien zoo langen tijd gestand worden gedaan, wordt het verworpen met 9 tegen 7 stem men, die der heeren A. P. Snouck Hurgronje, W. J. Sprenger, Brevet, Tak, E. G. Spren- ger, van Dunné en van Hoek. Een gelijk lot trof het voorstel de Stop pelaar, waarvoor zich, behalve de voor steller, verklaarden de lieeren Gratama, W. H. Snouck Hurgronje, v. d. Harst, de Waal, Tak en den Bouwmeester, terwijl ten slotte het voorstel van B. en W. werd aangenomen met 11 tegen 5 stemmen, die der lieeren F. G. Sprenger, Brevet, van Dunné, A. P. Snouck Hurgronje en Tak. Op een adres van C. Mak om vergun ning, het bestaande inrij hek aan de scheeps timmerwerf te vervangen door twee nieuwe draaihekken van grootere afmeting en eene veldsmidse te mogen plaatsen, was door B. en W. gunstig geadviseerd en vereenig- den de leden zich zonder discussie of hoof delijke stemming met dat advies. Van A. Lantskeer was namens M. W. van Vollenhoven ingekomen een verzoek om aansluiting van eene te bouwen woning in Serooskerke aan de duinwaterleiding. B. en W. adviseeren het verzoek toe te staan, onder voorwaarde dat de levering van water uitsluitend geschiede volgens meter, naar het tarief bepaald voor niet industrieele doel einden, met een minimum van f 25 's jaars. De heer van der Swalme kan zich met het advies vereenigen, te meer daar de familie Lantskeer bij het tot stand komen der waterleiding, veel in het belang der- zelve gedaan heeft. Ook de heer Tak kan zich op dien grond er mede vereenigen. Hij wil echter zijne toestemming niet beschouwd zien als eene vergunning die hij voorkomende gelegen heden ook aan anders zal verleend worden. Verleden jaar heeft men nog afgewezen een dergelijk verzoek van een ander inwoner van Serooskerke, en bij den huidige» toe stand waarin de waterleiding nog verkeert, zou hij het niet geraden aeliten aan inwo ners buiten de gemeente aansluiting te ver- leenen. De heer W. J. Sprenger merkt op dat B. en W. alleen tot een gunstig advies gekomen zijn door de overweging, dat de Raad reeds aan inwoners van de naburige gemeente Koudekerke hetzelfde voorrecht schonk. Op eene vraag van den heer Schorer wie de uitbreiding van het buizennet moet bekostigen, antwoordt de heer IV. J. Spren ger, dat de afstand van de hoofdleiding naar de woning minder dan 10 meters be draagt, waarom B. en VV. geen aanleiding er in vonden voor het leggen dier leiding iets ten laste van adressant te brengen. Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming vereenigde de Raad zich nu met hot advies van B. en W. Achtereenvolgens worden nu zonder eenige aanmerking of stemming goedgekeurd a een voorstel van B. en W. tot het doen maken van nieuwe werken aan de stadsmestvaalt, begroot op f 1014.74; b de rekening der p'aatselijae gezond heidscommissie over 1893, in ontvang en uitgaaf f 54.26 c, twee staten van oninbare posten in komstenbelasting over 1892 en 1893, res pectievelijk ad f2.88 en f499.72. d het kohier hondenbelasting 1894 ten bedrage van f 1021.50; e een concept besluit tot af- en over schrijving van f 128.13 (onvoorziene uit gaven) op de gemeentebegrooting van 1893 f een voorstel van B. en W. tot af wijzende beschikking op een nader adres van de gemeentevroedvrouw S. Corstanje geb. Pasveer, om verhooging barer jaarwedde, Ook het Burg. Armbestuur adviseerde af wijzend, onder mededeeling, dat tengevolge cener nieuwe regeling de heide gemeente vroedvrouwen voortaan gelijke diensten zullen presteeren. Tengevolge van eene opmerking van den heer van Dunné in de laatste zitting be treffende het gevaar verbonden aan den in- en uitgang der nieuwe school op het Oostkerkplein, in welks onmiddelijke na bijheid een particulier weegtoestel gevestigd is, hebben B. en W. een rapport ingezonden dat een nieuwe in- en uitgang zou te maken zijn over erfpachtsgrond in de Verwerijstraat, waarvan de kosten geraamd worden op f 675, doch dat zij dien in- en uitgang moeten ontraden, daar zij vreezen dat het Oostkerkplein toch de lievelings plek voor de spelende jeugd zal blijven; immers op de breedere Wal gebeurt hetzelfde, niet die straat heeft de jeugd voor hare spelen uitgekozen, maar zij begeeft zich naar de aangrenzende Groenmarkt. Dat er eenig gevaar bestaat willen zij niet ont kennen, maar ook hier zal de orde hand having door de politie' die de kinderen van het plein naar de speelplaats zal zenden, dat gevaar wel tot een minimum reduceoren. De heer van Dunné verklaart geen be paald voorstel te zullen doen, maar wijst toch op het slecht gekozen motief in het rapport. Immers even goed als de politie de kinderen van het plein langs den tegen woordige» in- en uitgang naar de speel plaats zal zenden, kan zij dit doen langs een te maken in- en uitgang in de Verwe rijstraat, met dit verschil dat vele der kin deren, bij het bestaan van den laatsten in- en uitgang, niet eens het Oostkerkpleiu zullen genaken. Nalat de Voorzitter op eene vraag van den heer van der Swalme had medegedeeld dat de erfpacht op 31 December 1907 ex pireert, verklaarde niemand zich tot het doen van een voorstel bereid en werd de zaak als afgedaan beschouwd. Aan de orde zijn de volgende benoe mingen lo een lid van het Burgerlijk Armbe stuur. De voordracht bestond uit de heeren D. Hildernisse en A. P. van de Kamer, waarvan de eerste benoemd werd met 13 stemmen tegen 3, welke op den laatste waren uitgebracht 2o een lid in de Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. Voorgedragen waren de heeren mr. F1. J. Sprenger en Joh. A. Leopold. De eerste werd benoemd met 11 stemmen, terwijl 5 stemmen aan den tweede ten deel vielen. De heer de Stoppelaar verlaat de verga dering. Ter tafel komen nu voorstellen van B. en W. tot vaststelling verordeningen lager onderwijs. Zooals onze lezers zich zullen herinneren liep de kwestie over het punt of de school op het Oostkerkplein zou zijn èén school met één hoofd voor 600 leerlingen, dan wel twee scholen met twee hoofden, elk voor 300 leerlingen. De schoolautoriteiten en speciaal de Inspecteur van het lager on derwijs, hierop gehoord, verklaarden zich voor twee scholen met twee hoofden, met dien verstande echter dat, om aan finanei eele bezwaren tegemoet te komen, de hoofden ook met ééne klasse zouden belast worden zoodat twee onderwijzers minder noodig waren, waardoor het finantieel verschil tot een zeer gering minimum beperkt word. Ook uit een paedagogisch oogpunt achtten zij die verdeeling gewenscht,, ofschoon zij het niet raadzaam oordeelden dien maatregel ook toe te passen op de scholen A, B en C, waar tot hiertoe het stelsel van contro- leerende hoofden was gehandhaafd. De In specteur van het lager onderwijs had echter verzocht zijn gemotiveerd rapport niet pu bliek- te maken. De heer de Waal doet het voorstel den Inspecteur Eahius te verzoeken zoodanig te adviseeren dat zijn rapport in het openbaar kan behandeld worden. De heer van Dunné betreurt eveneens dat aan het rapport geen publiciteit kan gegeven worden, maar vindt het voorstel van den heer de Waal niet gemotiveerd, nu alle raadsleden kennis van het rapport hebben kunnen nemen. De heeren van Hoek en Gratama onder steunen het voorstel de Waal, dat echter verworpen wordt met 8 tegen 7 stemmen, die der heeren Koole, van Hoek, Brevet, Gratama, W. H. Snouck Hurgronje, van der Harst en de Waal. De verordeningen worden hierop conform het advies van bovengenoemde school autoriteiten vastgesteld. Hierna ging de vergadering uiteen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 5