NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 96. 1894.
Soujfecdftd 17 ilei.
Icfifsfp Iftiirpiid.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IJK.
VADERTJE STAAT.
m. a. k.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95.
Enkele nummers 0,02E.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel
meer 10 cent.
Cortgene 22 Mei, Wissekerke 23 en 24
Mei, Colijnsplaat ook voor Cats 25 en 26
Mei, Zierikzee ook voor Kerkwerve, 4, 5,
6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 Juni
Een orthodox man in Beveland of Wal
clieren die het voorrecht heeft vele zonen
te hebben, spandeert nooit alles aan één
zoon. Als zijn oudste zoon hem f500.
'sjaars kost, dan moet hij zeker zijn dat
ook de andere zonen gelijke som zullen
kunnen bezitten, anders is zijn rechtvaar
digheidsgevoel niet bevredigd.
Mocht vader het vergeten dan zouden
de zonen het hem wel even herinneren.
De zonen van het groote huisgezin, dat
de Staat heet, doen even zoo. De Staat is
ter kwader ure begonnen voor vader te
spelen en nu komen de zonen gelijke rech
ten eischen.
Gij geeft zoo zeggen de jongste zonen
de radicalen en de sociaal-democraten
gij geeft aan enkele uwer zonen veel
geld en groote voorrechten en wat doet
gij voor ons? Gij hebt gelijkheid voor
de wet gedecreteerd en waarom dan onge
lijkheid behouden Gij hebt het stands
verschil in naam opgeheven en inderdaad
behouden.
Waartoe dient het toch dat gij voor een
advocaat, een dokter, een dominé vele hon
derden guldens jaarlijks betaalt en voor
den ambachtsman niets Heeft de maat
schappij soms meer belang bij rechts- of
andere geleerden dan bij ambachtslieden
Waarom moet voor iederen leerling van
gymnasium of hoogere burgerschool een
hoop geld bijgepast worden terwijl het
kind van den arbeider niets krijgt? Zoo
danig kind kan op de school voor on- en
minvermogenden gaan en omdat de ouders
de paar centen verdienste niet missen
kunnen op twaalfjarigen leeftijd, gebrekkig
toegerust, de wereld in.
Men begint vader aan zijn plicht te her-
innersn. Schoolbaden en voeding op school
behoort in ieder geval gegeven te worden.
En onderwijs voor den ambachtsman Ken
nis is macht. Zonder kennis is de toestand
van den ambachtsman onmogelijk. Burger
dagschool, burger avondschool, goed en
wel, maar op verre na niet genoeg. Laat
in iedere plaats van beteekenis een atelier
verrijzen, systeem Louis Blanc, en 't is niet
genoeg dat daar de toekomstige ambachts
man onderwezen wordt, maar hij moet daar
ook verdienen, opdat zijne ouders den jeug
digen werkman niet weg nemen, omdat zij
de verdiensten niet missen kunnen.
'tis tegenover de bevoorrechte kinderen
niet meer dan een staaltje van vaders plicht.
De een alles en de ander niets, liet zal den
'inwilligen vader aan 't verstand gebracht
worden, dat het zoo niet blijven zal.
Als de nieuwe kieswet komt
Want die komt toch, ook al had minister
fioëll haar heden in zijne openingsrede
niet in 't vooruitzicht gesteld 1 en als die
doorwerkt tot de gemeenteraden, dan zal
de gemeenteraad van onze stad of van ons
dorp doen als zijn confrère te Parijs of te
"Mnt-Denis: eenige duizenden francs votee-
r®n uit de algemeene kas ten behoeve van
de werkstakingen, of van ambachtsonder-
Vfijs of van werklieden-pensioen.
Dan zal vader zijn plicht doen
Ziedaar nu de bevestiging van de waar
heid dat niet alleen voor het lichamelijk
®aar ook voor het maatschappelijk leven
de natuur de beste arts is.
De Israëlieten dienden de afgoden, de
middeneeuwsche volken knielden voor de
hooggeborenen, en de volkeren der negen-
lende eeuw knielen voor den Staat.
D, men ziet zoo laag neder op die volken
r oudheid, die bogen voor afgoden en heer-
lers en ziet niet dat men kruipt en buigt
eJi strijkt en plooit voor vadertje Staat om
^)ne gunste deelachtig te worden. Wie
Jaeger de hand uitstak kreeg een aalmoes
an "et klooster, maar werd dan ook gere
kend tot de pariah's het uitvaagsel der
maatschappij te behooren. Wie nu de hand
naar den Staat uitsteekt om door hem be
deeld te worden schijnt tot de weidenkenden
of om een classiek woord te bezigen tot het
„denkend deel" te behooren.
Vadertje Staat houdt er een bureau de
bienfaisance op na, hij heeft een welput
waarboven de schatkist zich vult als de
petrolemnbronnen in Pensylvanië de tanks
vullen.
Zonder bezwaar.
Natuurlijk dat men langzamerhand gaat
inzien dat het zoo niet kan. De eischen
worden bespottelijk en zijn reeds nu voor
geen vervulling meer vatbaar.
En nu roepen de conservatieven welhou
watwij hebben al veel te veel gegeven.
Wij hebben dat volkje al van een hoop
belastingen ontslagen, en de lasten op onze
schouderen genomen. Wij hebben al een
groot aantal van die luidjes met ons gelijke
rechten gegeven en nu nog een geduchts
stap verder Dank u.
Wij passen.
Eu de liberalen zeggen maar dat is nooit
onze bedoeling geweest. Daar is een prin
cipieel verschil tusschen ons en de radica
len en de sociaal-democraten. Zie maar, ze
zijn van ons uitgegaan en schelden ons uit.
En de antirevolutionairen zeggenwij
hebben het u wel voorspeld. Gij hebt ge
daan wat gij, zonder groote schade voor
het volksleven, niet doen mocht. Gij hebt
het particulier initiatief gedood en een
natie gekweekt die onafhankelijk op Vader
Staat is gaan leunen, en nu als verwende
kinderen komt dwingen.
Is het uw taak het onderwijs ter hand
te nemen Is het uw werk voor hygiëne
van ziel en lichaam uwer onderdanen te
zorgen En waarom dan ook niet voor
voedsel en kleeding en woning en genot
te zorgen
Indien uwe maatschappij er belang bij
heeft dat er een stand van geleerden zij,
waarom dan ook niet een stand van werk
lieden zonder welke gij niet leven kunt
Weet gij wel dat als alle mijnwerkers
op zekeren dag het werk staken uwe heele
maatschappij onherroepelij k in de war loopt
En als al uwe geleerden, die onze kas zoo
veel geld kosten het werk staken, zou het
ons meer gemak dan last veroorzaken.
Zoo daagt de morgen voor het beginsel
dat door ieder oprecht antirevolutionair in
leer en leven is behartigd.
Het particulier initiatief. De leer van
het: roeit met de riemen die ge hebt. De
overdreven eischen, welke te voldoen on
mogelijk is, zullen het tegenovergestelde
beginsel in eere brengen.
De zon die men had gemeend dat in het
üosten zou opgaan, komt in het Westen
te voorschijn.
Maar het morgenrood verschijnt toch!
Dezer dagen publiceerde de Standaard
het bericht dat het oud-kamerlid en tot
voor korten tijd lid van het Centraal Co
mité baron Brantsen v. d. Zijp zijn abon
nement op het blad had opgezegd.
Voor eenige jaren plaatste dit blad een
dergelijk bericht toen mr. Huber zijn abon
nement had opgezegd. De redactie meende
echter dat door deze daad van mr. Huber
deze heer toch niet had opgehouden antirevo
lutionair te zijn en beval hem dan ook weer
aan als candidaat voor de tweede kamer
in Harlingen.
Of thans deze concessie ten opzichte van
baron Brantsen nog gelden zou laten wij
in het midden; doch met /genoegen kan
thans geconstateerd, dat het abonnement
van baron Brantsen door een werkman
uit Ouderkerk is overgeuomen.
De Standaard publiceert ook van dezen
man het schrijven, 's Mans naam wekt wel
eenige hope bij allen wien het herstel van
eendracht en broederzin in de antirevolu
tionaire partij ter harte gaat.
Hij heet Spoormaker.
Nomen sit omen.
Zij hij de man die hot rechte spoor aan
geeft, waarlangs verzoening en eerherstel
ling mogelijk is, zoowel aan den rechter-,
als aan den linkerzoom der antirevoluti
onaire partij.
De Graafschapper herinnert aan wat
Groen van Prinsterer indertijd gezegd heeft
in betrekking tot onzen tegenwoordigen
minister van binnenlandsche zaken.
Dat oordeel klinkt niet malsch en 't was
toch niet te veel gezegd.
Groen schreef:
„Wij maken ons geene illusies de
geest van Van Houten is de anti-christe
lijke geest van de toekomst de geest
van de onfeilbare wetenschap tot staats
godsdienst verheven, die straks te vuui-
en te zwaard wat voor haar „ongeloof"
is, bestrijdt en verdelgt."
Blindheid in Zeeland.
Wij ontvingen Zaterdag een brochure
van den heer dr. Bijlsma overde oorzaken
der blindheid in Zeeland. Nu de Mid-
delburgsche Courant reeds Vrijdag een
breed resumé bevatte van de mededeelingen
van genoemden oog- en oorarts, kunnen
wij volstaan met daarnaar te verwijzen,
en het slot van des heeren Bijlsma 's me
dedeelingen over te nemen „Het getal
blinden in Zeeland kan lager worden.
Immers verschillende gevallen van cata
ract blijken voor genezing vatbaar te zijn
sommigen en daaronder die niet op de
blindenlijst der volkstelling hebben gestaan
en er, naar ik hoop, niet op zullen komen
zijn reeds geholpen; anderen kunnen nog
geholpen worden wanneer hun de noodige
verpleeggelden worden verschaft. Blind
heid ten gevolge van pokken, mazelen,
roodvonk kan men grootendeels voorko
men tijdig ingrijpen bij glaucoma kan
veel kwaad beletten.
Verblijdend is reeds liet verschijnsel
dat ik bij hen die na 1868 geboren zijn,
geen blindheid meer heb aangetroffen ten
gevolge van evengenoemde kinderziekten,
met uitzondering van èen geval van diph-
teritis uit Yerseke en een van mazelen
in Tolen".
16 Mei '94.
Coes. Wij vestigen de aandacht op
onderstaand agendum voor den a. s. Zen
dingsdag. Belangrijke onderwerpen komen
daar aan de orde. Wie zich den eersten
Provincialen Zendingsdag van het vorige
jaar herinnert, zal niet nalaten ook dit
maal er heen te gaan en anderen tot deel
neming op te wekken. Het ontbreekt onder
de gereformeerden in Zeeland nog maar al
te veel aan zendingsijver. Reeds een kwart
eeuw geleden klaagde hierover de zende
ling J. L. Zegers in zijn afscheidswoord
aan de J/iddelburgsclie gemeente.
Strekke ook deze zendingsdag tot her
nieuwing van den waren zendingsgeest,
waartoe de Heer der Gemeente, van wiens
voortdurende werkzaamheid ook het jongst
gevierde pinksterfeest weer sprake gaf, de
sprekers moge sterken en bezielen.
Tweede Kamer. Nadat de heer v.
d. Schrieck als oudste lid in jaren dooi
de Regentes te Soestdijk beëedigd was, begaf
hij zich weder naar Den Haag, waar hij
de leden der tweede Kamer den eed af
nam. Vooraf echter waren de beide Ka
mers der Staten Generaal in vereenigde
zitting onder voorzitterschap van mr. v.
Naamen, den door de Regentes herbenoem
den oud-voorzitter der eerste Kamer, geopend
bij welke plechtigheid de ministers, daar
toe bij Koninklijk besluit gemachtigd, de
openingsrede bij monde van den minister
van buitenlandsche zaken, uitspraken.
Minister Roell hield de volgende rede
Mijne heerenDe Koningin-Weduwe
Regentes van het Koninkrijk heeft ons op
gedragen deze zitting van de Staten-Gene-
raal in naam der Koningin te openeji.
De uitslag der jongste verkiezin
gen voor de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal, raadzaam geoordeeld om tot
eene bevredigende regeling van het
kiesrecht te komen, heeft het vorig Kabinet
aanleiding gegeven tot het verzoek van zijn
taak ontheven te mogen worden en het
ministerie dat in zijn plaats met de leiding
van 's lands zaken werd belast, ziet zich
daartoe geroepen als gevolg van buitenge
wone verkiezingen, met het oog op een
bepaald staatkundig vraagstuk uitgeschreven.
Bij de bepaling der taak die het nieuw
opgetreden kabinet zal hebben te ver
vullen, staat regeling van het kiesrecht op
den voorgrond die regeling zal, wil zij
aan rechtmatige wenschen voldoen, op
brecden grondslag moeten worden gebouwd
en behoort, naar het oordeel der regee
ring voor de tweede kamer der staten-
Generaal de provinciale staten en
de gemeenteraden gelijktijdig te ge
schieden. Een herziening der wet op
de personeels belasting, reeds lang in
uitzicht gesteld, is te meer noodig ge
worden na de invoering van de belasting
op bodrijfs- en andere inkomsten.
Een nadere regeling van dc verhouding
tusschen rijks- en gemeente financiën, ge
paard met wijziging der bepalingen omtrent
belastinghefling door de gemeenten, is
mede te beschouwen als een dringende
eiseh des tijds waaraan zal worden voldaan.
Aan deze hoogst gewichtige, ofschoon
beperkte taak, wenscht de regeering in 't
bijzonder hare krachten te wijden, andere
ontwerpen van wetgeving zullen mede naar
mate 's lands belang dit vordert worden
voorbereid en ingediend, waarbij echter
rekening zal worden gehouden met de nood
zakelijkheid, dat daardoor hetgeen in de
eerste plaats moet worden afgedaan niet
worde vertraagd.
Moge, onder Gods zegen, onze gemeen
schappelijke arbeid strekken tot heil van
het vaderland.
Door de Koningin-Weduwe, Regentes van
het Koninkrijk daartoe gemachtigd, ver
klaren wij deze zitting der Staten-Generaal
in naam der Koningin te zijn geopend.
- In eene te Rotterdam gehouden bui
tengewone algemeene vergadering van aan
deelhouders van het antirevolutionair dag
blad „De Nederlanderis met algemeene
(72) stemmen tot hoofdredacteur benoemd
de heer Jhr. mr. A. F. de Savornin Lob
man, oud-minister van binnenlandsche za
ken, die de benoeming heeft aangenomen.
De heer J. v. Boven werd nu terstond
tot len redacteur benoemd 2e redacteur
is de heer Bultadministrateur de heer
J. Wierema, uitgever de heer Ter Weeine.
Tot directeur werd benoemd de heer Joh.
T. de Lange. Het aandeelen-kapitaal be
draagt f 30,000.
De heer Lobman ter vergadering aan
wezig als aandeelhouder, had echter aan
de stemming geen deel genomen, dewijl
blijkens mededeeling van den voorzitter
den heer Van der Kooy, de vergadering
een keus had te doen uit een voordracht
waarop ook de naam van den heer Loh-
man voorkwam. Nadat de benoeming had
plaats gehad en de heer L. dezelve had
aangenomen, zeide de voorzitter onder an
deren tot hem
Bane, Hooggeachte Heer Lobman, onze
„Nederlander" met U aan het hoofd, zich
als „Christen Nederlander" een weg door
geheel ons vaderland.
Op staatkundig terrein zijt gij reeds vele
jaren algemeen als anti-revolutionair bekend,
dus weten wij, hoe ons blad staatkundig
zal zijn, zij op sociaal terrein ons ideaal
in overeenstemming met zooals wij lezen
„Want alzoo is het de wil van God,
„dat gij, weldoende, den mond stopt aan
„de onwetendheid der dwaze menschen."
- De nieuwe hoofdredacteur van De
Nederlander heeft heden zijn arbeid be
gonnen.
In het hoofdartikel („Onze roeping") zet
hij het standpunt uiteen dat De Nederlan
der in de rij barer zusters zal innemen.
Haar dool toch zoo schrijft hij „is
niet in de eerste plaats partijvorming maar
propaganda van een beginsel.
„De liberale bladen behoeven thans hun
beginselen niet meer te verdedigen, want
deze zijn reeds gemeengoed geworden. Hon
derd jaren lang is in hooge en lage school,
in groote en kleine pers de voortreffelijk
heid en onaantastbaarheid van die begin
selen verkondigd het levend geslacht heeft
ze met de moedermelk ingezogen wie met
die beginselen niet instemt, telt eenvoudig
niet meewordt op wetenschappelijk
en politiek gebied gemeenlijk dood ver
klaard, en is, in der liberalen oog, op
zijn best een zielkundig raadsel.
„Daarom geven zoo min hoogleeraren als
journalisten zich tegenwoordig de minste
moeite, om hun beginselen tegen aanvallen
te verdedigen, en bepalen zij zich tot, hot
afweren van die gevolgtrekkingen die door
eigen geestverwanten gemaakt worden, doch
hun minder welgevallig zijn.
„Er is echter een tijd geweest toen het
anders was toen de liberaal geen gelegen
heid liet voorbijgaan om den grondslag zij
ner beginselen en de juiste toepassing er
vau aan te toonen.
„Het schijnt soms, alsof wij. antirevolu
tionairen ons reeds in denzelfden gelukki
gen toestand wanen te zijn alsof ons volk,
voor zoover het zich afwendt van de re
volutie, zich reeds volkomen bewust is van
den aard en het wezen dier revolutie, en
de gevolgtrekking er van doorziet. Toch
zou menig antirevolutionair verlegen staan
„Ware partijvorming ons doel" zoo
gaat het blad voort dan ware het anders.
„Evenals in den oorlog moet dan van de
volgelingen blinde gehoorzaamheid worden
geëischteigen opinie komt niet te pas.
llij is de beste soldaat, die in de onfeil
baarheid van zijn chef het grootste ver
trouwen stelt. Op de middelen die tot hot
doel leiden komt het minder aan, al geeft
men aan de eerlijkste do voorkeur; inden
oorlog kan men het niet altijd zoo nauw
nemen. Het verzwijgen van iemands te
genspraak; een weinig woord-verdraai en
soms; persoonlijke verdachtmaking; het
bezigen van partijnamen; hot afbreken
van karakters dat alles kan dienst doen
ter bereiking van hot beoogde doel. Want
wat baat het, zoo denkt men, of zekere
groep al voortreffelijke politieke beginselen
belijdt, wanneer zij niet de macht bezit
om ze in toepassing te doen brengen? Er
moet althans eenig vooruitzicht blijven op
de verovering van het regeeringskasteel,
anders verliest hot volk den moed.
„Het klinkt inderdaad zeer fraai, en men
verkrijgt er den bijval der menigte mee.
Maar men verkrijgt er niet mee een 'anti
revolutionair volk.
„De „taktiek" laten wij gaarne over aan
anderenaan lien b. v. die eiken dag aan
hun lezers precies weten mede te deelen,
waarom A. of B. in de Kamer zus of zoo
heeft gestemd welke weg thans moet wor
den ingeslagenhoe onbeholpen alle staats
lieden zijn, die een anderen weg bewandelen
dan zij zeiven. Doch wij betreuren het,
dat ons volk zooveel verneemt van taktiek
en leiding en politiek overleg, terwijl de
warme bezieling voor onze beginselen te
loor gaat of verzwakt
„In onze oogen is hot reeds jammer ge
noeg, dat er zoo vaak, ook op practisoh
terrein, gestreden moet worden, dat elk
oogenblik ons volk tot een verwoeden strijd
bij de stembus wordt opgeroepen.
„Wij verheugen ons, dat er alsdan leiders
gevonden worden om ons volk ook daarbij
voor te gaan. Mits die lei dors in over
eenstemming handelen met onze beginselen,
volgen wij hen gaarne en danken wij hen
voor hun noodigen, moeielijkcn en toch
vaak ondankbaren arbeid.
„Maar ten slotte is dit in onze oogen
niet de hoofdzaakniet ons volk moet
komen tot macht, maar ons beginsel. En
daartoe is de strijd bij de stembus vaak
al een zeer ongeschikt middel."