Jk, Mr, A. F, De Savornin Loliman, Noord-Beveland, Iloofdkiesdistrict Goes. Jlir. Mr. A. F. de Savornin Loliman Loliman of Stigter Jlir Mr. A. F. De Savornin Lobman. Jlir. Mr. A. F. De Savornin Lohman. Jhr. Mr. A. F. De Savornin Loliman. Jlir. Mr. A. F. de Savornin Lohman. De Hollandsche Hypotheekbank DINSDAG 24 APRIL a.s. Algemeen Kiesiecht en Volksinvloed. LOHMAN den christen Staatsman of Stigter den radicaal-liberaal LOHMAN den voorstander van vrij christelijk onderwijs of Stigter den Leraar aan drie hoogere burger scholen LOHMAN den pleiter voor de christelijke histoiisehe beginselen of Stigter den tegenstander dierzelfde beginselen LOHMAN den door en door kun- digen in bet Staatsrechl doorkneden volksvertegenwoordiger of Stigter in wiens redevoering men het ken- teeken van een dergelijk volksver tegenwoordiger nog niet aanwezig acht? advertent™. .1. A. Zip en Van Teijlingen, De Antirevolutionaire Kiesvereeniging „Voor N e d e r- land en Oranje" te Goes, beveelt bij vernieuwing voor de herstemming van een lid voor de TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAAL te houden op ten dringendste aan haren candidaat, en noodigt de Kiezers tot getrouwe plichtsvervulling uit. wijlen Onze onvergetelijke Keuchenius waar het te pas kwam, zich het Evangelie des Kruises niet schaamde, en onze be langen zoowel voor School als Kerk trouw behartigde. Acht gij het dan niet onverantwoor delijk zulk een Vriend en Broeder te miskennen door hem onze stem te ont houden Zullen wij voor het aange zicht des Heeren vrij uitgaan, indien wij zulk een man verwerpen Moet dat dan nu de vrucht van onzen strijd zijn Is dit overeenkomstig Gods woord dat ons lief en dierbaar is? Wellicht zult gij zeggen „ja, maar hier is 't slechts voor drie a vier maanden zoolang de kieswet in behandeling is, is dit afgeloopen dan zullen wij den heer LOHMAN wel weder plaats geven, doch nu niet." Mijn geachte medekiezers laat u door het zoet gefluit van den vogelaar niet van de wijs brengen. Het is met een paar maanden niet afgeloopen, en zult gij het dan maar zoo in uwe macht hebben den Liberaal van het kussen te dringen en er den antirevolutionair weder op te brengen? Luistert ook niet naar het gefluister van sommigenLoliman is conservatief die dat zegt, kent hem niet, en moest zich schamen, zulk een laster uit te spreken. Is het niet opmerkelijk dat nu zulk een stem gehoord wordt en nimmer toen hij onze belangen op menigerlei gebied bepleitte inde Eerste en Tweede Kamer? Was hij niet immer de gewenschte man en is niet menigmaal de stem ge hoord L0I1MAN moeten wjj in de Kamer behouden? Heeft hij niet altijd vooraan gestaan in de gelederen om uwen vijand te be strijden Bovendien was hij het niet die met Dr. Kuijper, Lintoio de Geer, Gratama ons program heeft samengesteld Behoort ook hij niet onder de onder teekenaars van art 2 en 3, waar staat „Noch in den volkswil, noch in do wet maar alleen in God vindt de antirevo lutionaire partij de bron van het souve- rein gezag en belijdt ook op staatkun dig terrein de eeuwige beginselen van Gods Woord". Die beginselen iB LOHMAN getrouw gebleven. Hoever de grens van de uit breiding van het kiesrecht moet getrok ken worden is als zoodanig geen anti revolutionair beginsel; wie dit beweert, noeme die grens als aangegeven door het antirev. staatsrecht uit de geschrif ten van Groen en Kuyper. Daarom kiezers! nogmaals laat U niets voorpraten om den antirevolutionairen oud-afgevaardigde niet te stemmen. Niet afbreken en eloopen is onze roe ping, maar als Nehemia bouwen en ver trouwen en als trouwe antirevolutionairen eenparig onze stem uitbrengen op onzen hooggeachten oud-afgevaardigde Goes, April '94. J. DONNER. Lezenswaardig is hetgeen ds Felix schrijft in de Gereformeerde Kerk: „Het komt mij voor, dat men onder radi cale, socialistische en zoogenaamd antire volutionaire leuzen en banieren, ons arm volk tegenwoordig dringt en drijft en prik kelt, om een sprong in 't donker te wagen. Want in wat men thans finale kiesrecht- uitbreiding gelieft te noemen, kan ik niet anders zien dan algemeen stemrecht. En omdat art. 80 van de Grondwet (vol gens de geboorte geschiedenis en de uit legging der vaderen van dat artikel), dat algemeen stemrecht zoo beslist mo gelijk uitsluit, heb ik in dezen van den beginne af, aan de zijde van mijn ouden vriend De Savornin Lohman gestaan. Uitbrei ding vau het Kiesrecht tot geheel het Volk achter de Kiezers heb ik van harte begeerd, lang vóór het artikel in de grondwet was geschreven. Want ik hen niet hang voor het volk achter de kiezers, integendeel, het is mijn volk, ik hen een kind van dat volk, ik deel in alles de heerlijke geschiedenis, maar ook de zonden, de nooden, de krank heden, de geestelijke en maatschappelijke behoeften van dat volk, en beslist heb ik daarom vroeger den eisch van huismans kiesrecht onderteekend. Maar wat men nu kiezer wil maken, is niet alleen het volk achter de kiezers, maar ook het residu, het bezinksel, de droesem, die bij elke natie voorkomt, en eigenlijk het organisch volksleven meer schaadt dan be voordeelt. De radikalen, als oprechte kinde ren der revolutie, willen van geen ander volk weten, dan dat hetwelk de som is van eenige honderdduizenden of millioenen individu's, koppen, die toevallig op denzelfden grond, binnen bepaalde grenzen wonen. Van zulk eenc natie echter weet Gods Woord niet, en mag de anti-revolutionair niet weten, of hij boet zijn naam in, en loopt op 's vijands bodem over. Onze martelaar Willem I en de prinsen van Oranje, waren altijd één van hart met het volk, tegen de regenten en de Loevensteinsche factie, maar nooit waren zij demagogen, nooit begunstigden zij de Ochlokratie. Onze brave, godsdien stige, nijvere, gezeten ambachtslieden en boerenarbeidslieden worden nu opgezweept, om onbewust den droesem, de heffe door het volksvat te schudden en te schomme len, waardoor de geheele inhoud troebel wordt. En juist in onze dagen bevat die heffe zoovele gevaarlijke elementen, die gisting teweegbrengen en het vat kunnen doen springen. Alles is louter confusie, zoo hoort men van alle zijden. Het is natuurlijk. Confusie (verwarring) komt af van confun- dereeigenlijk „samengieten." Men giet antirevolutionair en radikaal, algemeen stemrecht, en Goddelijk recht, Christen dom en Atheïsme alles bij en door el kander, in de hoop dat er een tweede kamer uit de smeltkroes zal te voorschijn komen, van het allerfijnste demokratische goud." En volkomen instemming verdient wat de heer A. Brummelkamp in de Gro ninger Crt. hierop zegt: Dat niet alleen de brave, godsdienstige, nijvere ambachtslieden en boerenarbeiders, maar ook het residuhet bezinksel, de droesem der maatschappij, het kiesrecht zal krijgen, dit kan, ,dunkt ons, wanneer er een goede wil is om de quaestie op te lossen, geen werkelijk bezwaar zijn. Aangenomen dat niemand aan het eigenlijk schuim der natie het kiesrecht wil geven, is het dunkt ons slechts de vraag of dan de geheele Tweede Kamer met de Regeering incluis, niet bij machte is om door een verstaanbare formule al zulke onwaardigen uit te sluiten. Als het schuim der natie beschouwen wij menschen, die van de eene gevangenis in de andere verzeilen-bankroetiers uit koo geren en lageren stand, die stelselmatig trach ten te leven op kosten van de eerlijkheid en de vlijt van hunne medeburgers dronk aards, die niet weten wat het is nuchter te zijn landloopers, die weigeren zich tot eenigen nuttigen arbeid te begeven en der gelijke. Waarom zou men dezen ballast in het kiezersschip opnemen Waarom zou men ze niet met een flink verstaaubaar artikel 4, gesteld artikel 3 dook weer op in de nieuwe Kamer, voor goed buiten de deur zetten Uitsluitingen zullen er altijd moeten zijn. Zeggen wij te veel, Kiezorswan neer wij beweren dat juist de heer de man is oin een dergelijk wetsartikel te formuleeren, en om de te behandelen kies recht ontwerpen in zoo mogelijk christelijk historischen geest te verbeteren, wij willen hopen ze tot een goed einde te breDgen met zijn oude vrienden Kuyper, Mackay, Seret, Heemskerk en hoe de christelijke mannen met wetgevend ta lent ook heeten mogen, op wie, bjj het komend gewichtig tijdsgewricht, onze belangstellende aandacht is gevestigd. J. J. YISSER. Donderdagavond is de heer LOII- MAN te Hilversum opgetreden ter aanbeveling van den heer T. Mackay. Aan het verslag van het gespro kene ontleenen wij het volgende, dat wel geen nieuws zal bevatten voor die Goesche kiezers welke hem ge hoord hebben, doch 't misschien gaarne nog eens overlezen t„t betere kennismaking met des hoeren Lob- mans standpunt. Spr. begon met te zeggen dat, wat hem aanging de Kieswet hem niet bijzonder warm maakte. Kelt' was hij altijd een warm voorstander geweest én van volksinvloed én van de rechten des volks zooals niet alleen nit zijne woorden maar nit zijne daden was gebleken immers had hij zijn vroegere betrekking verlaten ter wille van het onderwijs, en niets was op dit oogenblik beter in staat aan het volk achter de kie zers den daaraan toekomenden invloed te verzekeren, dan het onderwijs te brengen in handen ook van dat volk. Ook uit andere daden was genoegzaam gebleken hoe hij het volk vertrouwde en wat beteekende zijn aandrang om Kamers van Arbeid in te voeren an Iers dan om o»k aan den arbeider directen invloed te verzekeren, vooral waar het diens belan gen aanging. Liet het kiesrecht hem niettemin koud, dan was het omdat de ondervindingjuist in landen waar het algemeen kiesrecht bestond, getoond had hoe weinig werke lijke invloed gegeven wordt door dat kies recht. Men maakt den menschen wijs dat zij, als allen lioofdsgewijs stemmen, zij allen invloed zullen krijgenmaar juist de massa stemmen maakt het kiezers volk machteloos. Niettemin is nu om des vredes wille- uitbreiding wenschelijk liefst zoover moge lijk het is echter onnoodig om zich des wegens aan minister Tak te verkoopen, want die groote uitbreiding komt er in allen gevalle. Tot zoover het verslag. Wij zien er bij vernieuwing uit hoe zij zich vergissen die Lohman als tegenstander van het meest uit gebreid kiesrecht voorstellen. Maar heeft de redekaveling die Maandag in de Prins van Oranje heeft plaats gehad, ons niet wat geleerd Stigter had gezegd kiesrecht, docli niet voor de grondwettig uitgestote nen. En wat zei Van der Veer daarop Wij zullen ons met deze uitbrei ding niet tevreden stellen. Ook de bedeelden moeten «er in». Volgt hieruit ook dat, gesteld Taks wet gaat er nu door, de kiesquaestie niet spoedig weer op de proppen zal komen Elders is een anarchistisch ge schrift verspreid, dat in zijn eisch om uitbreiding nog verder gaat dan Van der Veer. Is de vrees ijdel dat ook zelfs bij algemeen stemrecht de kiesquaestie de rollende steen zal blij ven, dieniet spoedig van de baan zal zijn? M. DE JONGE Jzoon. Een dezer beide candidaten hebt gij te kiezen. De vorige stemming waren U drie candidaten genoemd. Eenige leden der Kiesvereeniging, daartoe bij be sluit van de Deputatenvergadering gerechtigd, hadden, toen hun candi- daat niet bleek gesteld te zijn, een nieuwe Kiesvereenigitig opgericht, onder de zinspreuk Het volk achter de kiezers moet er in», en den heer Huvers candidaat gesteld. Velen uwer, verwonderd en ont stemd over dit blijk van verdeeld heid onder broederen, namen uit deze derde candidatuur aanleiding om uw stembiljet nu maar te laten liggen. Ofschoon wij dit besluit verklaren kunnen, mogen wij het echter niet goedkeuren. Aan den stiijd mogen wij ons niet onttrekken. Te meer mocht dit nu niet, dewijl door Hare Majesteit onze geëerbie digde Koningin Regentes een beroep op de kiezers was gedaan, en dus daardoor indirect aan u gevraagd was, wat gij dacht over de door minister Tak voorgestelde wet tot kiesrechtuitbreiding. Daarom is het zoo noodig dat nie mand der onzen aan de Stembus ontbreekt. De verhoudingen toch zijn nu gansch anders geworden. De onverkwikkelijke bijmengsels der vorige verkiezing zijn weggeno men. Van openbaren broedertwist is geen sprake meer. Onze waarde broeder Huvers bleef in de minderheid, en de Kiesver eeniging „Het volk achter de kiezers moet er in" besloot, nu het staat tusschen de heeren Lohman en Stig ter, geen candidaat te stellen. Het behoort niet tot onze bevoegd heul dit besluit te beoordeelen doch wel om te beselfen welke overwe ging tot het nemen van dit besluit heeft geleid. Eigenlijk zouden zij nu, wijl de heer Huvers uitviel, den heer Stigter moeten nemen, die ook geen grondwettige be zwaren heeft en terstond,; zonder voor behoud, de kieswet zal helpen tot stand brengen. Doch èn zij die thans voor dit geval geplaatst werden, èn zij die het van te voren voorzien hadden dat het z jo loopen moest, zeggen thaus nu de keuzo staat LOHMAN of STIGTER: wacht eens een beetje. Behalve de vraagWat dunkt u van de Kieswet mag zeker ook de vraag wel gelden Wat dunkt u van een Christus? Reeds werd in andere kiesdistricten, in vergaderingen met liberale kiezers door antirevolutionaire sprekers, voor standers der kiesrechtuitbreiding, her haaldelijk het antwoord op deze vraag gegeven. En ook in ons midden beheerscht deze vraag de quaestie waarom gestre den wordt. Die viaag geeft ons recht tot een tweede vraagWien kiest gij Wij waarschuwen u kiezers, voor wat men ia krant of strooibiljet of gesprek u zal willen doen gelooven als zou't er nu niet op aankomen hoe gij stemtwijl het alleen om de kieswet gaat en het al eender is of een man als Lohman dan wel of een liberaal hierover komt stemmen. Zoo stonden de zaken wel bij de eerste stemming. Doch nu, bij de herstemming, is dat zoo niet. Voor do eerste stemming hoopte men nog slechts dat Taks wetsontwerp een meerderheid wachttedoch thans staat het te vreezen dat die meerderheid voor Taks wetsvoordracht niet groot zal zijn, als het zelfs nog tot een meerderheid komt. Een om tandigheid die wij zeer zonden betreuren doch waar wij desniettemin mede te rekenen hebben. In dit geval wat wij ook zouden betreuren zou de Kamer voor vier jaar gekozen zijn, en staat haar de be handeling van vele belangrijke wetsont werpen te wachten. Maar dan is ons immers niet onver schillig zijn, Kiezers of wij daartoe een liberaal als den heer Stigter afvaardigen dan v el een Christen-staatsman als wien wij in dat goaal deze taak met vrijmoedigheid weder zouden mogen op dragen. Men mag het er voor houden dat alle liberalen er eveneens over zullen denken. Zij zullen allen, als éen man, op den heer Stigter, den liberalen candidaat, hun stem uitbrengen. Doch daarom stemmen wij nu ook allen alleen op ouzeil candidaat. Wissekerke. C. D. v. NOPPEN, Oud-Voorvilter der Kiesvereeni ging Noord-Bcveland De Antirevolutionaire Kies vereen igin» voor Tlioleu en St. Philipsland, heeft in hare Vergadering op 18 April 1894 voor de aanstaande herstemming op »4 APRIL e. k. met algemeene stemmen opnieuw candidaat gesteld, het Oud-Lid- wiens verkiezing met overgroots meerderheid zij vriendelijk doch drin- gend aanbeveelt. W. T. VAN DIJK, Voorzitter. W. KUIJPER ROONE, Secretaris. L. LABAN, Penningmeester. L. WILLEMSE, J. A. VAN VLIERDEN. De Antirevolutionaire Kiesvereeniging te Wemeldinge, „Vreest God, eert den Koning", handhaaft met volle vertron- wen en beveelt met den meesten aan drang aan de candidatuur van Kiezers van Wemeldinge, houdT u dus met volle vertrouwen aan den candidaat uwer Kiesveree niging en laat u geen anderen can- didaat opdringen. Namens de Kiesvereeniging J. VAN ELSACKER, President. F. WABEKE, Az. Secretaris. Voor de verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal (bij herstemming) op Dins dag 24 April eei stkomende, wordt door het Bestuur der antiievolutio naire kiesvereeniging te Colijns* plaat, bij vernieuwing aanbevolen, de door genoemde kiesvereeniging niet algemeene stemmen gestelde candidaat Het Bestuur voornoemd M. NOORDIJKE, Voorzitter. J. BREAS. M. J. CONTANT. J. ISRAEL. W. C. BARENTSEN Sesretaris. verstrekt gelden onder eerste hypothecair verhand op ongebouwde eigendommen tegen 'Ó3U percent. Agenten. OUD-MINISTER. HET BESTUUR M. DE JONGE Jz. J. DONNER. J. DE J100GH.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 2