NIEÜWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
O. J, HUVERS.
Dinsdag 10 Uprif.
Idïfsfc laargang.
Mr. C. Lucasse.
J. Huvers.
N. Glinderman.
Jhr. Mr. A. F. de
Savornin Lohman,
Mr. Th. Heemsberk.
C. J. Huvers.
lo. 80. 1894.
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg
PRIJS DER ADVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en WJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02 5.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De candidaten der centrale anti
revolutionaire kiesvereenigingen zijn:
Voor Middelburg:
Voor Elontenisse:
Voor Oostburg
Voor Goes:
Voor Z i e r i k z e e
En van de kiesvereeniging „Het volk
achter de kiezers moet er in" te Goes
De Standaard publiceert! de namen
van die candidaten, welke door het Centraal
Comité worden aangewezen. Uit die lijst
blijkt dat voor Kampen mr. Mackay wordt
aanbevolen, terwijl voor Goes mr. Lohman
werd losgelaten en aanbevolen wordt de heer
candidaat der kiesvereeniging „Het volk
achter de kiezers moet er in".
Voor de overige districten beveelt het
Centraal Comité aan de candidaten der
centrale antirevolutionaire kiesvereeni
gingen.
9 April '94.
Het volk achter de Kiezers moet er in.
Vrijdag hield de antirevolutionaire kies
vereeniging „Het volk achter de kiezers
moet er in" in de „Prins van Oranje" een
openbare vergadering onder voorzitterschap
van ds. Kapteyn, die het woord verleende
aan den heer C. J. Huvers.
De heer Huvers zette indenbreede zijn
Btandpunt uiteen, hetwelk hij reeds had
toegelicht in een aan al de kiezers toege
zonden manifest: „Waarom ik als candidaat
optreed in het district Goes".
Daarin zegt de heer Huvers onder meer
„Veertig jaren lang, van 1848-1887
hebben we geleefd onder een kiesrecht zoo
beperkt, dat het nauwelijks den naam van
kies recht dragen mocht. In die veertig
jaren is onze natie ontgroeid aan het eng-
sluitend gewaad dat haar de leden dekte.
In 1887 hield de onmogelijke toestand
eindelijk op te bestaan, waarbij menig lei
der der verkiezingen, menig man met het
vertrouwen zijner medeburgers in ruime
mate bedeeld, eenmaal zelfs een minister
des Konings geen kiezer was. In 1887
kwam er eindelijk eene uitbreiding die het
kiesrecht aan duizenden schonk, maar toch
nog duizenden liet staan huiten de barrière,
waar binnen alleen toegelaten werd de
gezeten werkman en die boven hem staat.
Intnsschen is de stroom der democratie
gezwollen en gewassen. Woelingen en on
rust in het buitenland en in ons eigen land
kwamen ons meermalen vermanen. Zonder
sparen worden eischen gesteld, die men
gaarne afwijzen zou, indien men maar ge
voelen kon dat ze onbillijk waren.
Maar dat zijn ze nn eenmaal niet.
Ieder onzer gevoelt misschien met mij,
iets van het klemmende van het betoog
van dr. Knyper, verleden week in de
Depntaten-vergadering toen hij zeideer is
een tegemoetkoming in de geestelijke noo-
den der natie, door ijver voor evangelisatie
en school er is een tegemoetkoming
in de stoffelijke nooden, verre boven onzen
lof verheven, philantropie, maar er is geen
gelijk recht ook voor den mmderon man
in het politieke leven. Vrij en frank staan
velen en tegenover hen vele gehondenen.
De eisch tot gelijkheid dringt door met
onbedwingbare kracht, en, ook dit beeld
van dr. Kuyper wensch ik hier, treffend
en juist als het is, te herhalen, als het ijs
kruit in onze rivieren dan werpt men geen
dam midden in den stroom, maar men zendt
er een ijsbreker op los, die de ijsdam
scheuren doet en alzoo de stroom geregeld
voort doet gaan.
Treedt met vertrouwen uw volk tege
moet en de dwaasheden die nu, door het
tegenhouden van den stroom, in kracht
winnen, zullen in minder dan geen tijd voor
de proef bezwijken. Laat de holle theoriën,
waarmee nu menigmaal het volk opgezweept
wordt, doen hooren ter plaatse waar de
belangen des volks kunnen bepleit worden
en als sneeuw voor de zon, als was voor
het vuur, zal menige illusie smelten voor
de macht der praktijk.
Neemt het gewicht af van de veiligheids
klep uwer Staatsmachine, en de stoom zal
ontsnappen vóór de machine springt.
Nog is de profetie van de naderende
revolutie, door wijlen den minister Mod
derman gedaan, niet vervuld, misschien,
waarschijnlijk zelfs is het thans aangeboden
middel tot kiesrechtuitbreiding een der oor
zaken die eene uitbarsting in uw vaderland
kunnen voorkomen.
Hebt gij nooit gehoord van de jammer
lijke toestanden inï Opsterland en Schoter-
land?
Mag dat zoo blijven?
Kent gij den toon aangeslagen in ver
gadering en pers door de revolutionairen?
Is u de toestand der werklieden in de
hoofdstad van ons land onbekend
Ziet gij in dat alles niet de symptomen
van de zich ontwikkelende ziekte
Hoort gij in dat alles niet het naderen
van het opkomend on weder?
Merkt gij niet het bruisehen van den
stroom die, als de Banjir op Java, alles
dreigt te verzwelgen?
Is het niet gelijk aan de lawine op da
hergen, eerst een eenvoudige sneeuwbal,
later gansche dorpen verpletterend?
Gij vraagt mij of ik genoeg enthusiast
hen om te meenen, dat Kiesrechtuitbreiding
dsze gevaren bezweren zal. O neen, ik hen
het geheel eens met dit woord van da
Casta.
,,'t Geheim van allen zegen,
Oranje en Neerland! hoort
Is in Gods vrees gelegen,
Zijn dienst, Zjjn geest, Zjjn woord I"
Maar gelijk ziel en lichaam, even zoo
is geestelijk en stoffelijk leven nauw aan
elkander verwant. Wij leven voor tweeër
lei vaderland, het hemelsche en het aard-
sche. Ea in dit aardsche vaderland heb
ben we rechtvaardigheid te betrachten,
en zooveel mogelijk den weg te effenen
die leiden kan tot aller welzijn.
Op dien weg staan hinderpalen, en die
hinderpalen kunnen voor een groot of klein
deel opgeruimd worden, door de leuze, in
navolging van de deputaten-vergaderkig,
door onzen veldheer als parool in dezen
verkiezings-strijd aangeheven. En dat perooi
luidtHet volk achter de kiezers in eens
er in
De heer Huvers critiseerde hierop de
houding van de meerderheid der Kamer
leden, die nit onkunde of met opzet het
er op toelegden de wet-Tak te doen vallen.
Zij waren als de ruiter die met zijn rug
naar den kop van het paard, in dolle vaart
doordraaft.
Het was geheel overbodig na aanneming
van artikel 3 om den welstand- en woning-
census in artikel 4 te berde te brengen.
De aanneming van artikel 3 met 80
tegen 17 stemmen had daarbij het
Grondwettig bezwaar geheel weggenomeii.
Een groote dwaasheid was het amende
ment De Meijier. Dit amendement zou in
zijne toepassing tot de allerdolste uitvoerin
gen hebben geleid. Velen die thans kiezer
zijn zonden geschrapt zijn geworden.
Na de pauze trad ds. A. Li'ttooij op
herinnerend aan eene geschiedenis uit de
eerste christen-gemeente.
Eenmaal was Petrus conservatief in den
slechten zin van het woord en Paulus
daarentegen radicaal in den goeden zin
van het woord.
Petras wilde het volk dat daar stond
achter het uitverkoren volk, m. a. w. de
heidenen, niet toelaten, tenzij deze zich
eerst het kenteeken der besnijdenis eigen
maaktendaarbij beriep hij zich op Israels
heilige grondwet op het Woord Gods en
beweerde dat de heidenen zich aan de be
snijdenis niet behoefden te onderwerpen,
maar alleen door het geloof burgers werden
van het godsrijk.
Zoo kan er dus onder broederen verschil
van opvatting zijn.
Bij een zoodanig verschil nu moest het
volk kiezen of het wilde of niet, het moest
kiezen tusschen Petrus en Paulus. Het ge
val was moeielijk, maar er was niets aan
te doen. Met te zeggen „daar kunnen wij
niet over oordeelen" kwam men geen stap
verder. Men moest. Ook Groen van Prin-
sterer heeft, toen Kenchenius tegenover
velen zijner broederen stond, gezegd dat
het volk kiezen moest tusschen hem en hen.
Een tweede opmerking is deze, dat het
niet aanging om zich tegen Paulus en voor
Petrus te verklaren, en dat men als volk
nit de Joden, aan dezen apostel der Joden
zoo gebonden was en zooveel verplichting
had. Bij een verschil als tusschen hen
bestond, viel dat geheel weg, ten minste
het moest wegvallen, en de vraag: Wie
van hen staat op den bodem van recht
en waarheid moest de beslissing geven. Dus
niet voor-of tegeningenomenheid.
Spreker herinnerde ook aan den strijd
tusschen de Noordelijke en Zuidelijke Sta
ten van Noord Amerika en dien welke
ten tijde van Willem den Zwijger plaats
had, ten hetooge dat de broederstrijd, ge
lijk die thans gevoerd wordt, plichtmatig
en door de omstandigheden geboden is.
Op vele plaatsen is de broederkrijg uit
gebroken en niet het minst in de Goesche
antirevolutionaire kiesvereeniging, tegen
welker gedrag spreker in den naam des
Heeren protesteert.
Zij toch koos een candidaat met een
grondwettig bezwaar, waardoor zij de
minderheid drong een candidaat zonder
bezwaren te stellen, welken zij gevonden
hadden in den heer C. J. Huvers.
Deze laatste candidatuur beantwoordt
aan de uitspraak der deputatenvergadering,
waar 198 afgevaardigden voor de verst
mogelijke uitbreiding van stemrecht zich
verklaarden, terwijl 6 om allerlei gezochte
redenen er tegen stemden. Deze zijn alzoo
in het conservatieve vaarwater terechtge
komen en vinden steun bij de redactie der
Nieuwe Rotterdammer en andere conservatie
ve bladen, terwijl de overige, op enkele na,
die zich neutraal houden, zich aan de zijde
scharen der radicalen in den gezonden zin.
Spr. ziet in de Grondwet geenerlei be
zwaar tegen de door mr. Tak voorgestelde
uitbreiding. Het staatssubsidie aan de Vrije
Scholen is ten allen tijde door de vrienden
der Nieuwe Rotterd. Crt. bestreden wijl
't streed met de Grondwet. T.cli was die
Grondwet geen bezwaar om de schoolwet
in dien zin te wijzigen.
De brief van Lohman aan de Kiesver
eeniging was twijfelachtig en zijn standpunt
is dan ook onverdedigbaar. Spr. acht hem
hoog, doch zou hem het. vertrouwen niet
kunnen schenken, waarover men schrijft.
Als eerlijk, consequent man zuu hij im
mers moeten tegen stemmen.
Wie zegt dat kietrechtuitbreiding het
socialisme in de hand werkt? Niet de soci
alisten in de Kamer Domela Nieuwenhuis'
historie als Kamerlid bewijst zulks-maar
de socialisten in het land, daar is het om
te doen.
Gunt ook hun een vertegenwoordiger
of meerdereen het volk is tevreden en
de regeering loopt immers van de enke
len in de Kamer geen gevaar.
Spr. eindigt met dit dilemma te stellen,
dat men kieze voor of tegen finale kies
rechtuitbreiding nu reeds zonder grond
wettig bezwaarvoor Petras of voor Pau
lus voor het beginsel der Noordelijke- of
dat der Zuidelijke Staten.
De spreker werd enkele malen warm
toegejuicht.
Van de gelegenheid tot debat werd geen
gebruik gemaakt.
Ds."Kapteijn dankte ds. Littooij voor
zijne hulp en waarschuwde tegen herhaling
der scène, toen een motie der kiesvereeniging
niet werd uitgevoerd en waardoor nu dit
struikelblok op onzen weg geworpen is.
Ds. Oosten sloot de vergadering met
dankzegging.
Vergadering van den gemeenteraad
van Ierseke, op Vrijdag 6 April, des avonds
te 6 uur.
Tegenwoordig 6 leden. Afwezig de heeren
Van Oeveren, Joos Sandee, Cupèry en van
Harmeien. Voorzitter de burgemeester.
De notulen der vorige vergadering wor
den gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen kennisgeving van den heer
J. J. Verhuist dat hij zijne benoeming tat
onderwijzer aanneemt en den len Juni in
functie zal treden.
De voorz. deelt mede dat het rioleeren
der Noordzandstraat, enz. bij openbare aan
besteding gegund is aan den Iaagsten in
schrijver voor f 1390.
De heer Sinke vraagt, of daaronder ook
de levéring der keien is begrepen en of die
levering ook publiek is aanbesteed. Op
heide vragen krijgt hij een ontkennend
antwoord. De levering is onderhands ge
gund aan denzelfden leverancier, die de
keien voor de Damstraat heeft verschaft, en
wel om zekerheid te hebben van goede
kwaliteit en van gelijksoortigheid aan de
keien der Damstraat.
De heer Sinke meent, dat deze handel
wijze niet strookt met den geest der ge
meentewet. B. en W. hadden nader mach
tiging moeten vragen aan den raad. Ook is
z. i. het belang der gemeente niet behartigd.
Of die keien gelijk zijn aan die der Dam
straat doet minder ter zake als zij maar
goed zijn, en als die leverancier zoo graag
leverde, zou hij ook wel ingeschreven heb
ben, en dan waarschijnlijk tegen een lageren
prijs dan nu. Hij stelt een motie van af
keuring voor. Hierover staken de stemmen.
Nu wordt aangeboden een verslag van
de vereeniging voor kostelooze verpleging
van minvermogende ooglijders in Zuid-
Holland. De voorzitter wil aan deze ver
eeniging eene kleine toelage geven.
De heer Klos merkt op, dat de koste
loosheid zich alleen bepaald tot de lijders
uit Znid-Holland en de heer Sinke, dat
men dan eerder de inrichting te Middelburg
kan steunen.
De voorz. wist niet dat de laatste bestond
en trekt zijn voorstel in.
Ingekomen van Ged. Staten kennisgeving
dat aan de gemeente ean buitengewoon
rijkssubsidie ad f2000 is toegekend.
Verder van een ingezetene, die vroeger
reeds in zijn hoofd, omslag is verminderd
een verzoek, om van de 12e naar de 8e
klasse te worden teruggebracht, daar zijn
inkomen niet meer bedraagt dan ongeveer
fllOO, gelijk hij wil bewijzen.
B. en W. stellen voor dit verzoek niet
ontvankelijk te verklaren, daar het bij
Ged. Staten te huis behoort. Aangenomen
zonder hoofdelijke stemming.
Nog is ingekomen een verzoek van de
heide klerken ter secretarie om verhooging
van salaris. Op voorstel van B. en W.
wordt hierop afwijzend beschikt.
Een persoon op de kiezerslijst voorko
mende wordt daarvan afgevoerd omdat hij
onderstand heeft genoten van het Burgerlij k
Armbestuur.
Tot leden van het stembureau worden
gekozen de heeren Cupérij en Saner.
Eenige wijzigingen in de hegrooting voor
1894 worden goedgekeurd.
Bij de laatste rondvraag vraagt de heer
Sinke naar den afloop van de verpachting
der peroeeltjes bij de haven.
De voorz. antwoordt, dat er twee maal
eene publieke verpachting is gehouden, maar
B. en W. hebben die telkens opgeheven,
omdat zij een indruk kregen dat er af
spraken gemaakt waren tusschen de gega
digden, waardoor de opbrengst verre hene
den de raming zou blijven. Later zijn 7
perceelen tegen f 20 en een tegen f 15 on
derhands gegund. Eenige pachters worden
nog verwacht, andere hebben geen grond
noodig.
De heer Sinke merkt op dat de pachters
ditmaal geen hooge som konden betalen.
Men kan, zoo noodig, de perceeltjes beter
gratis geven, dan in 't geheel niet, daar
men in 't laatste geval ook de kaairechten
der pannen derft. Ook vervreemd men som
mige pachters, die nu op een steiger plaats
vinden van de kaai. Een en ander is niet
in het belang der gemeentekas. Maar ge
dane zaken hebben geen keer.
De heer Saner verzoekt daarna, dat er
toegezien zal worden op een sloot in Polen
die een ware stankboel oplevert.
De voorz. beaamt dat er reden tot klagen
is, maar hij ziet geen middel tot verbete
ring, dan rioleering.
De heer Sauer acht dit niet strikt noodig.
Yerhreeding der sloot zou al veel helpen,
maar dit zou de gemeente een paar honderd
gulden kosten.
Het resultaat der bespreking is, dat men
het polderbestuur om medewerking zal ver
zoeken.
De heer Schipper vraagt om aftuining
van twee gemeenteputten. De voorz. ant
woordt, dat dit reeds in de bedoeling lag.
In geheime zitting wordt het kohier van
den hoofdelij ken omslag opgemaakt.
De Gemeenteraad van Aagtekerke
benoemde 6 April tot Wethouder S. Bos-
selaar, in plaats van K. Melis, naar elders
vertrokken.
Door den Minister van oorlog is o. a.
bepaald dat de 4 veldbataljons van het
3e regiment infanterie van 3 tot en met 10
September a. s. oefeningen zullen hebben
onder leiding van den regiments-comman
dant te Bergen op Zoom en daarna zullen
deelnemen aan de veldoefeningen, op groote
schaal, der 2e divisie infanterie, van 1019
September d. a. v. De bataljons uit Zeeland
zullen alzoo op 3 September het garnizoen
verlaten en den 19 dier maand aldaar
terugkeeren.
De miliciens der lichting 1891 komen
van 20 Augustus21 September 1894 onder
de wapenen.
Met ingang van 1 Mei a. s. zijn
verplaatst de kommiezen bij 's rijks belas
tingen der 3e klasse 0. Fortuin van Sluis
naar Hansweert en der 4e klasse T. Beun
van Zuiddorpe naar Sluis, J. van Beveren
van Hulst naar Zuiddorpe, J. F. de Zutter
van Sluis naar Hulst, B. J. ten Bolcum
van Koewacht naar Sluis, L. van der Linde
van HontenisseTiaar Ter Neuzen en J. Smid
van Koewacht naar Hontenisse.
De 14e jaarvergadering van het Chr.
werkliedenverbond „Patrimonium", zal
Maandag 7 Mei en volgende dagen in het
„Paleis voor Volksvlijt", te Amsterdam
worden gehouden.
Behalve de gewone werkzaamheden
komen in behandeling o. a. de volgende
voorstellen
Van het Verbondsbestuur ten eerste het
concept sociaal-program en ten tweede het
voorstel om de volgende jaarvergadering
in Aug. 1895 te houden.
Van de afdeelingen zijn volgende voor
stellen ingekomen
Almeloo om aan de regeering dringend
te verzoeken verhooging van invoerrechten
op bewerkte arttkelen, opdat de Nederlan-
sche landbouw en industrie niet te gronde
gaan.
Heerenveen en Aengwirden om hij de
regeering er op aan te dringen, dat in de
Rijks-gebouwen zooveel mogelijk turf als
brandstof worde gebruikt en den gemeente
besturen te adviseeren dit in de scholen
te doen.
De stembriefjes na de verkiezing tq