NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. lö. 70. 1894. Donfafaij 15 Ilftiitf. ilclifsfe laappftg. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De Personeele Belasting. )o( elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele «ummers0,02®. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 ccrft. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 April a. ep ene bied «bonneeren, ontvangen het tot op dien ditum gratis. De minister van financiën heeft er voor gezorgd dat door de drukte die de Kieswet bracht, de natie hare belastingen niet zou vergeten. Na de vermogensbelasting, die anderhalf miljoen heneden zyne raming bleef, heeft de gewillige liberale meerderheid hem gemachtigd een bedrijfsbelasting in te voe ren. Een bedrijfsbelasting, die velen druk ken zal, en vooral in de kringen der kleine burgerij de menschen dwingen zal hunne uitgaven voor Christelijke instellingen be langrijk in te krimpen. Met hoe weinig warmte de natie, de burgerman, de huismoeder de afschaffing of vermindering van zout- en zeepaccijns begroette, mag als bekend verondersteld worden. Het ingezonden stuk van den heer v. d. H. in een onzer vorige nommers ver tolkte vrij w«l de gevoelens. Maar nu zal de natie een vergoeding worden aangeboden in den vorm van eene vermindering van den aanslag op het Personeel. Laat ons nagaan of dit zoo zijn zal. Allereerst een woord over de Personeele Belasting. Zij is een omslag over ieder op zich zelf wonend persoon of over ieder gezin. Zij is eigenlijk een verteringsbelasting en wel van een drukkend soortdrukkend te meer door de opcenten. De wet op de personeele belasting dag- teekent van 1821, en werd na dien tijd vele malen veranderd. Nemen wij een belastingbiljet ter hand. Deze belasting wordt geheven naar de volgende zes grondslagen 1 de huurwaarde 2 deuren en vensters 3 haardsteden 4 meubelen 5 dienstboden en werkboden 6 paarden. Hoe is de tegenwoordige heffing? Wij nemen den len grondslag. De huurwaarde. Niet de hnnr, de huurprijs, maar de waarde, waarop het Rig k, door zijne schattors, de huur van een hnis, heeft geschatis hier de maatstaf. De belasting naar de huurwaarde bedraagt vijf percent van deze. Zoodat als uw huis tegen f100 huurwaarde is geschat de huishuur kan hooger of lager zijn gij voor de huur f 5 aan het rijk hebt af te staan. Dit geldt voor de gansche woning van den belastingplichtige, ook voor die kamers, waar hij zelden of nooit een voet in zet. Ook voor den grond tot zijn huis behoorende, en niet tot uitoefening van zijn beroep bestemd. De 2e grondslag. Deuren en vensters. Daarvan is belasting verschuldigd wanneer zij hetzij voor, hetzij achter, in de buitenlucht uitkomen en grooter zijn dan 30 vierkante palm (decimeter). Yoor ieder bewoond huis wordt ten minste een deur en een venster in rekening gebracht. Wonen er in de kom van de gemeente binder dan 3000 zielen dan is de belasting 41 eent per deur en venster. Yan 3000 «°°0 zielen 50 cent. Yan 8000 tot 000 zielen 55 cent, enz. n de dorpen betaalt men dus 44 cent; te broes, Zierikzee, Terneuzen 50te Middel burg en Ylissingen 55 cent. De 3de grondsla De haardsteden, g- Yoor alle schoorsteenen, vuurhaarden, stookplaatsen ovens uitgezonderd die in een huis aanwezig zijn, wordt personeel betaald. Yoor alledus ook voor die, welke niet gebruikt worden. Deze belasting is progressief. Dat wil zeggenhoe meer schoorsteenen gij hebt, hoe meer belasting gij voor eiken schoorsteen betalen moet. Een schoorsteen wordt tegen 35, twee schoorsteenen elk tegen 70 cent berekend; drie schoorsteenen elk tegen f 1,20vier schoorsteenen elk tegen f 1,80 vijf schoor steenen elk tegen f2,50. Een zeer hatelijke belasting, evenals die op de vensters. De 4e grondslag. Meubilair. Alle meubels, doch geen winkelvoorraad, gereedschappen, hoeken, muziekinstrumenten worden belast naar één percent der waarde. Wordt de waarde der gezamenlijke meu bels op f 300 geschat, dan betaalt de be lastingschuldige dus f 3, tenzij hij naar een hij de wet vastgesteld tarief wil betalen; dit komt somwijlen goedkooper uit. Hij vrage er den klerk op het belastingkan toor maar eens naar. a De 5de grondslag. Dienstboden. Yoor deze zoo zij hoven de 18 jaren zijn wordt f5; zijn zij beneden de 18 jaren f 3 belasting betaald. Vergissen wij ons niet, dan wordt men van belasting voor de dienstboden van 20 jaar oud en daaronder zoo er slechts eene is vrijgesteld als men meer dan drie inwonende kinderen heeft. Dit geldt ook, als men slechts ééne dienst bode heeft van niet ouder dan 15 en niet jonger dan 65 jaar. Zooals men hoven zien kan, is een dienst bode den Staat f 5 waard zijn er in het zelfde gezin twee dienstboden, dan vordert hij f 7.50zijn er drie, dan moet men f 9 voor elk der drie afzonderen. Zij nog opgemerkt dat landbouwers f2 betalen voor elke werkbode knecht of meid, voorzoover zij niet afzonderlijk wonen. De 6e grondslag. Paarden. Alle paarden zijn belast, uitgezonderd jonge paarden, hij welke de laatste melk tand. nog niet vervangen is door een snijtand. De fiscus kent slechts twee soorten van paardenweeldepaarden en paarden voor het bedrijf. Ook hier is progressie te he speuren. Voor één weeldepaard betaalt men f25 voor twee dito f 55 voor drie f 60, enz., behoudens bepaalde omstandigheden. Landhouwpaarden zijn echter vrij. Wil de landhonwer een of meer paarden voor rijtuigen op veeren of riemen gebrui ken dan betaalt hij niet het tarief voor weeldepaarden, maar een verminderd tarief. Yoor 2 paarden 10 H. A. bouwl. en voor 1 paard 4 H. A., elk gerekend tegen 2 H. A. weiland, geldt het verminderd tarief, zijnde f 10 voor één paard, en f 25 voor twee. De opcenten. Deze vooral zijn het die, ook in onze pro vincie, het personeel zoo drukkend maken. Het is inderdaad niet te veel gezegd voor de meesten, ook in onzen nijveren middelstand, is de belasting zoo hoog opge voerd, dat het haast niet meer kan. Dit is een opmerking, die men allerwe gen hoort en vooral in plaatsjes waar men hij de overgroote uitgaven voor het lager onderwijs, zich de weelde veroorlooft er ook nog een middelbare school op na te houden, in den vorm van een gemeente hoogere burgerschool. Wij beleven op het gebied van handel en landbouw, industrie en goede zeden, be lastingen en wetgeving inderdaad benarde tijden. Bijna den toestand als dien Oudaen of een zijner medewerkers in 1758 in zijn „Korte Staet van Zeelandt" aldus omschreef 't Kantoor is geldeloos 's Lands zenuw magteloos De Staten radeloos De borgers neeringloos En d' Ampten tallelooi 't Verkoopen straffeloos De guiten toomel'oos De lasten eindeloos De kooplui werkeloos De wagters zorgeloos Een yder hopeloos In somma alles hoos. Voor wie den goeden ouden tijd boven den tegenwoordigen verkiest, is deze klacht van meer dan anderhalve eeuw terug niet uitlokkend. Het zou ook wel niet anders kunnen. Reeds duizend jaren voor onze jaartelling was het door den wijzen spreukendichter uitgesproken, dat er niets nieuws is onder de zon. En zoo wij het uit zijn spreukenhoek niet reeds wisten, zouden wij uit hoven- staande ouderjaarsche beschrijving van onzen tegenwoordigen geldelijlten en zedelijken staat waarbij nu nog de halveering van de zilverwaarde komt, gerust de leer puttenVraag niet naar de oude dagen, want gij zoudt in deze niet naar wijsheid vragen. Houden wij ons maar hij het tegenwoor dige en rekenen fer op dat ieder© dag zoo in het verleden als in de toekomst genoeg heeft aan zijn eigen kwaad. Maar wij hadden het over de opcenten op ons Personeel. Wij herinnerden aan den druk dier op centen. Een druk die hij de wijziging, door minister Pierson voorgesteld, zal worden bestendigd. Te Goes bedragen zij 68, waaronder 20 voor het Rijk 18 voor de Provincie en 30 voor de Gemeente. Hier komen nog hij zegelrecht en kos ten van taxatie, enz. Vrijstelling van de belasting op de drie eerste grondslagen huurwaarde, deuren en vensters, en haardsteden, wordt verleend als het huis of het afzonderlijk bewoonde gedeelte er van een huurwaarde heeft la ger dan zekere som. Yoor de dorpen f 18; voor de steden f 67. Vermindering op het belastingbiljet in den onverstaanhren wetstijl „remissie volgens artikel 1 der wet vau 24 April 1843, Staatsblad no. 15" genoemd, wordt ook genoten. En wel Vermindering met 2/3 deel wanneer in de dorpen de huurwaarde f 18 tot f 21 be draagt. Vermindering met een derde deel als de huurwaarde in de dorpen van f 21 tot f24 beloopt. Yoor de steden moet de huurwaarde hooger zijn om in deze voorrechten te deelen doch in ieder geval moet daar de huurwaarde heneden de f100 wezen. Al de aangeslagenen die remissie genie ten, betalen ook gee* belasting voor het meubilair en missen althans dit jaar nog het kiesrecht. Welke verbetering zal nu bij de wijziging der wet op het personeel worden ingevoerd Vooraf merken wij op dat de opbrengst van het Personeel jaarlijks 18 miljoen gul den bedraagt, waaronder 13 miljoen voor de gezamenlijke gemeenten, en 4 miljoen voor het Rijk. Nn wil het Rijk van die 4 miljoen na genoeg de helft laten valle Met die f 1,800,000 worden de geza menlijke belastingschuldigen bevoordeeld. Het meest de laagst aangeslagenen. Hot meest ook die van het platteland en de kleine steden. De remissie, dat wil zeggen de hoven omschreven vermindering, die de belasting plichtigen vrijstelt voor me*bil«ir, zal he* in dat geval ook vrijstellen voor schoor steenen, deuren en vensters. Voorts wordt geen belasting meer ge heven voor huizen van minder dan f 27 huurwaarde op het platteland, tot f140 huurwaarde in de groote steden. Gezinnen van zes personen en meer mo gen op de huurwaarde voor ieder lid van het gezin 12Va percent korten. Bedraagt dus de huurwaarde f 5 dan kost de belas tingplichtige voor zich en zijn vrouw en vier kinderen 6 X 12Vs f 75 van de f 100 dus f 3,75 van de f 5 die hij voor huurwaarde schuldig is. Dit geldt alleen voor woningen met minder dan f 500 huurwaarde. In de groote steden voor woningen met minder dan f 700 of f 600 al naar gelang der grootte. Men ziet het: met deze gunstige bepa ling zijn voornamelijk de kleine plaatsen gebaat. Zonderling is echter wel 's minister rege ling, dat de opcenten zullen blijven geheven worden van de onverkorte belastingsom. En onbillijk schijnt het ons toe dat de winkelstand in grootere steden zoo weinig in de ontlasting deelt. En tereurstelling wekt de ervaring dat cok deze verlichting van een deel der belastingplichtigen nog zoo weinig ingrijpend is. Immers een aftrek, of geheele vrijstelling voor groote gezinnen, geldt nog slechts de huurwaarde, het vermindert de belasting som van een eenvoudig burger als bijv. te Goes die ongeveer f 30 betaalt, met hoogstens f 5. In ieder geval wordt de vrijstelling niet opgewogen door de bedrijfsbelasting voor het geval deze als beroepsbelasting haar intrede doet. Over de voordeelen van de bedrijfsbelas ting tegenover het afgeschafte patent zul len belanghebbenden weldra kunnen oor- deelen. Doch in elk geval, bevredigen doet de jongste ministriëele regeling niet. Te minder nu de minister voorstelt bfet meubilair met 20 opcenten te verhoogen. Vermelden wij nog dat de success' iTochten zullen worden verhoogd om het tekort van lVs miljoen te dekken, dat na deze wijzi ging der personeele belasting overblijft. W ij wenschen geen hard oordeel te vellen. Toch mogen wij de verschillende ope- ratiën van dezen minister gadeslaande wel vragen aan de eerzame liberale partij o Gij, die den vorigen minister van finan ciën vervolgdet met de leugen dat hij niets uitvoerde, wat zegt gij van uwe antire volutionaire tegenvoeters, dat zij met zoo veel zachtzinnigheid den Sysiphus-arbeid des tegenwoordigen ministers aanzien Vragen of de natie niet beter was met Godin de Beauforts zoegenaamden weinig doenden dan met Piersons weinig afdoen- den arbeid Gissen doet missen. Daarom houden wij de men &egfs, die ons ter oore komen in zake de oorzaak der Vrijdag ingetreden crisis, maar voor ons. Toch moet er iets gebeurd, zoo iets van kuiperij gepleegd of afspraak gemaakt of pressie uitgeoefend zijn, die èn tot de indie ning èn tot de aanneming èn tot de intrek king van de wetswijziging door den heer de Meijier en den minister hebben geleid. Iets zekers zal echter de natie wel niet spoedig te weten komen. Minister Tak had een schooner lot ver diend dan dit. En al zien wij niet voorbij dat hij het voornamelijk geweest is die het ministerie Mackay heeft afgebroken, zooveel werk van zijn antirevolutionairen ambtsvoorganger in de snippermand wierp, zooveel dat ons volk ten zegen had kunnen zijn, met één penne- sfcreek ongedaan maakte en het grootsche werk van den grooten Bergansius, met voor steller en al heeft ter zijde gesteld toch is minister Taks bestuur in eenig opzicht on s ten goede gekomen. De gereformeerde gemeentescholen zullen nooit vergeten dat onder zijn bestuur de koninklijke besluiten zijn uitgekomen tot vernietiging der beslui ten van gedeputeerden, die dezen scholen de subsidie wilden onthouden. Evenmin zullen wij vergeten dat de indie ning zijner kieswet een rechtvaardige daad was. In dit stadium van den strijd zien wij dan ook dezen liberalen minister noode heengaan en zouden temeer zijn heengaan betreuren, wanneer wat men mogelijk acht jhr. Roëll, zijn geestverwanten tegenvoeter tevens hem moest opvolgen. Van een man die, hekrompener dan de grondwetgever, zelfs het kiesrecht onthou den wilde aan die duizenden niet-bedeelden welker gezin een keer geneeskundige hulp heeft gehad, van zulk een man ware geen grondwetsherziening of kiesrechtnit- breiding in den mildst mogelij ken geest te verwachten. De beoordeelingen van enkele bladen over het gebeurde loopen nogal uiteen. De Amsterdammer slaat de liberale vrien den van Tak onder den historiscben naam van Kappeijnianen hekend om de ooren. Inmiddels is opnieuw gebleken, met hoe veel recht wjj indertijd, ondanks Tak's voor uitstrevende redevoering, het Kappeynia- nisme bestreden hebben, in naam der ge avanceerdheid. De liberalen die het meest hebben toege bracht tot den val der wet, het zijn Tak's oude vrienden, mede zóó geavanceerdde heeren v. Houten, v. d. Kaay en de Meijier. De Nieuwe Rotterdammer wreekt zich op minister Tak De houding van minister Tak is moeilijk te qualificeeren. Hij heeft, een wet ingediend die de gewichtigste volksbelangen raakt. Een amendement van bevriende zijde wordt ingediend. Hem wordt intrekking beloofd als hij het er met mee eens is. Den vol genden dag komt de Kamer tor beslissing bjjeen. En daar verschijnt de minister van binnenlandsche zaken in de Kamer met de machtiging tot intrekking in den zak. Hij heeft die machtiging gevraagd en verkregen zonder den ministerraad er in te kennen, buitendien raad om. Slechtseenigeminuten vóór de vergadering der Kamer vertelt hij aan zijn ambtgenooten dat het amendement- De Meyier voor hem onaannemelijk is. En in de Kamer leest hij de verklaring van de intrekking der wetsontwerpen voor, door hem zeiven, buiten medewerking zijner ambtgenooten, gesteld. „Te constateeren valt dus dat de daad van de intrekking der kieswet is geweest eene daad van den minister Tak, niet eene daad van het Kabinet. „Het voorbeeld is eenig in onze parlemen taire geschiedenis en zal, hopen wy, ook eenig blijven. Het toont eene geringschatting van de ambtgenooten, eene miskenning van hunne rechten, die nooit werd geëvenaard. Het bewijst een gemis aan constitutioneelen zin, dat men bij een constitutioneelen minis ter niet zou verwachten. De Telegraaf wijt 't aan de liberale party, al wier leden immers in 1891 gekozen werden op het vooruitstrevende program der Liberale Unie. „Wat wilde de meerderheid der natie, toen in 1891 de verkiezingen gehouden werden „De natie wilde dat het kiesrecht zou worden uitgebreid, zoover de Grondwet dit toelaat; daarom vaardigde zij personen af, die verklaard hadden dit te willen en het programma der Liberale Unie te aanvaarden. „Zijn er teekenen die er op wijzen, dat er verandering gekomen is in dezen wensch van de meerderheid der natie? „Neen, het tegendeel is waar. De aan vullingsverkiezingen, die sedert gehouden zijn, ook na de indiening van het wetsont werp-Tak, toonen duidelijk aan, dat de meerderheid, die .voor deze wet is, steeds aanJnietetis veranderd dan het gevoelen van enkele kamerleden, die thans in do Kamer zijnde, anders stemmen dan zij als candidaat beloofd hadden".

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 1