Het eenige exemplaar. IMXJIT.SZAKItiV. Ingezonden Stukken. BKimVLSSKLhNG. Afloop verkoopingen enz. 23 Men schrijft ons nit Middelburg: Met (le werkzaamheden aan het s. s. La- woe schiet men flink op. Nog slechts enkele dagen en ook dat schip verlaat weder het dok en is dit dus het 2e schip der Rotter- danische Lloyd dat alhier door de nieuwe eigenares, de Maatschappij „de Schelde" te Vlissingcn werd verlengd. Ook deze be drijvigheid was ongetwijfeld een der oor zaken dat de werkeloosheid hier ter stede niet zulke groote proportiën aannam als in den vorigen winter en blijkt het nu al meer en meer in welke goede handen de exploitatie van het dok is, dat vroeger meestal weinig te zien en te doen gaf. Naar ons toch nog werd medegedeeld wordt als tie schip van de Lloyd in het dok verwacht het s.s. Gelderland, dat wel geene verlenging zal ondergaan, maar eene belangrijke reparatie aan het voorschip, dat door eene aanvaring op een zijner reizen zoodanig moet hebben geleden, dat eene vernieuwing van steven enz. noodzakelijk is. Toch moet, zijn wij wel ingelicht, de verlengingsgeschiedenis nog niet geëindigd zijn. Middelburg. In het verslag omtrent de weegbrug van den heer Meeuwse, zie ons vorig no., staat een vergissing. Het moet zijn Weegbrug Kinderdijk 474 kilo (Jeronimus) Weegbrug Oostkerkplein 484 kilo (Meeuw- se) en Weegschaal van denzelfde eveneens 484 kilo. Vanwege de homoeopatische vereeni- ging, afd. Gouda, is in beginsel besloten, pogingen aan te wenden, om een zieken huis te stichten. Eenigo dames hebben het plan gevormd hiervoor gelden bijeen te brengen door het houden eener loterij, waartoe prijzen zullen worden ingezameld. Door de ruim 101-jarige weduwe A, Van Heesch te Os is vergunning aange vraagd tot verkoop van sterken drank in het klein. Moge haar bezadigde leeftijd de Ossche drinkebroers in toom houden. Het schijnt dat de justitie tegen De Jong eene nieuwe instructie heeft geopend ter zake zijner vermoedelijke oprichting van den café-houder Kramer op de Martelaars gracht te Amsterdam, wiens dochter De Jong voorgaf te zullen trouwen en van wien hij aan het Contraal-station eene som gelds ter leen ontving om daarmede nog even stadwaarts te gaan, na welke transactie de heer Kramer den aanstaanden schoon zoon nimmer terugzag. Gisteren werden de heer Kramer en diens dochter door den rechter-commissaris opnieuw gehoord. Den luitenant kapelmeester der dienst doende schutterij te Assen was dezer dagen bij de herinnering van zijn 25 jarigen dienst aan het hoofd van genoemde schut terij een aangename verrassing bereid. Hij ontving namelijk van wege den ge meenteraad bericht dat zijn tractement met drie gulden 's weeks was verminderd wegens de slechte tijden. Een landbouwer te Vrijhoeve Kapelle heeft onder den steenen vloer zijner woning, welke vloer door ratten bleek te zijn op gegraven, verscheidene zilveren munten uit de vorige eeuw en een gouden gesp ge vonden. Een ongeluksfamilie. Een landbouwer te Lattrop, die bezig was met snoeien, had het ongeluk uit den boom te vallen, waarbij hij een rib brak en twee andere gekneusd werden. Onlangs kwam zijn zuster in aanraking met eene dorschmackine en ver loor daarbij het levenzijn vader viel voor jaren van den zolder en moest zulks met den dood betalen; zijn moeder, dieeenigs- zins ziekelijk was, werd dood op haar stoel gevonden; zijn broeder, die gepasseerd jaar bezig was kersen te plukken, viel uit den boom, hij greep zich echter aan een der takken, en werd gelukkig op zijn geroep gered. Deze heeft zich dan ook bepaalde lijk voorgenomen geen boom weder te snoeien of te vellen of ander gevaarlijk werk te verrichten. TTit Enum (Gr.) wordt gemeld Bij eene oude vrouw die mot hare meid en eene zuster van de meid even buiten ons dorp woont, hebben een viertal mannen eer- gisternaclit ontzettend huis gehouden. 't Was ongeveer 11 uur 's avonds, toen er bij genoemde vrouw aan het raam werd getikt. Op het roepen van de meid werd van buiten geantwoord „Is dat de stem van den man of van de vrouw De meid, reeds eenig kwaad vermoedende, antwoordde „De stem van den man." Ijlings verlieten de beide zusters het bed en vluchtten om hulp te roepen. Tot hun schrik ontdekten zij, dat al de deuren van buiten vastgemaakt waren. De inbrekers zetten daarop hun werk voort. Door het raam konden zij geen toegang verkrijgen, daar de blinden met ijzeren pinnen waren vastgemaakt. Zij gingen nu langs de voordeur, die opengebroken werd en alzoo toegang verschafte. In de gang gekomen, losten zij een pistool schot, zeker om de in wonenden schrik aan te jagen. Mot de growtsto brutaliteit werd nu 't gekeele huis doorzocht, alles ging door hunne handen. De beide voorkamers, de achterkamer en de kelder werden geheel on derstboven gekeerd. Geen stuk bleef op zijn plaats. Niets was onaangeroerd gebleven: hoeden, portretten, flessclien, kleeren, alles lag in de grootste wanorde op en door elkaar. Trouwens, de inbrekers hebben van ongeveer 1131/2 uur, (dus een groot deel van den nacht) zich daar opgehouden. De oude, 85-jarige vrouw lag in de kamer te bed en moest alles aanzien, zonder er iets tegen te kunnen doen. Met de grootste kalmte ledigden de ongenoode gasten nog een karaf met sterken drank tot aandenken lieten zij de glaasjes, waarin nóg suiker was, staan. Geldswaarde konden zij echter niet veel bemachtigenslechts 15 gulden aan specie was aanwezig, wat ze dan ook meenamen. Wel zijn ze ver trokken met bijna al het goud en zilver der bewoonster en van de meid; een en ander was nog al van vrij aanzienlijke waarde. Toen de meid en hare zuster, die gedu rende het bezoek der dieven op het hooi hadden gezeten, na hun vertrek naar buiten wilden, vonden zij alle deuren nog gesloten, Zpodat op hun geroep de buren hen moesten bevrijden. De Parijsche studenten zijn geen haar beter dan de Brusselsehe. Hun brutaal partij trekken voor Zola den schrijver der meest verderfelijke vieze romans, strekt ten bewijze. Professor Brunetière, tot lid van de Academie gekozen, terwijl Zola afgewe zen werd, kon Woensdag zijn college niet geven aan de Sorbonne, tengevolge van het wangedrag der studenten. Om twee uur reeds was dc zaal stampvol met be langstellenden uit het publiek, vooral dames. Toen om half drie Brunetière binnen kwam, werd hij ontvangen met gejouw van de studenten en eenige toejuichingen van de dames. Weldra zag hij van de po ging af, om zijn college te geven. Na zyn vertrek begaven de studenten zich tot bij het Instituut, roepende: „Weg met Brune tière, Leve Zola Dat is Wilhelm Keizer Wil helm heeft in eene rede, door hem op het diner van den Provincialen Landdag van Brandenburg gehouden, jeene episode uit de geschiedenis van ons land in herin nering gebracht. De keizer had gewezen op hetgeen zijne voorvaderen, in het bijzonder de Groote Keurvorst, voor hot vaderland der Bran denburgers hebben gedaan dat zij daar toe in staat waren, is een gevolg geweest van het wederkeerig vertrouwen tusschen vorst en volk, welk vertrouwen rust op de erkenning van allen, dat het Hohen- zollernsche vorstenhuis een plichtgevoel heeft, hetwelk het put uit het bewust zijn, dat het door God in deze positie ge plaatst is on Hem alleen uit eigen geweten rekenschap heeft te geven van datgene, wat het doet tot welzijn des lands. Hierop ging dc keizer als volgt voort: „Koesteren wij alzoo liefde jegens ons vader land. Prenten wij de jeugd in, vreugde te gevoelen in ons vereenigd groot Duit- sche rijk, waarvan Brandenburg ten slotte de hoofdzetel is! En vermogen wij dat niet uit eigen opvatting, zoo mogen wij van andere volken leeren. Ik wijs hierbij op het ons door stam on godsdienstig ge loof verwante volk der Nederlanders, bij wie do Groote Keurvorst zijne jeugd heeft doorgebracht om datgene, wat hij bij hen heeft geleerd, later voor het groote geheel van toepassing to maken, en bij .wie in hét volksbewustzijn alles, wat het vorsten huis voor Nederland heeft gedaan, vast geworteld is. Dat vloeide voort uit de eenvoudige, treffendo gebourtenis, die zich voordeed, toen eens eeno Nederlandsche boerin met hare kleine kinderen in een huis kwam, waar in den muur de gaten der kogels te zien waren van het moord dadig schot, waardoor Willem van Oranje gevallen is. Toen de oude vrouw daar ter plaatse was gekomen, wendde zij zich tot hare kinderen, wees hen met den vinger op de gaten en zeide„Dat is Willem Nu, hetzelfde willen ook wij doen! Zien wij terug op het jaar 1866, op het jaar 1870. Dan kunnen ook wij zeggen: „Dat js Wilhelm!"" Een oud vrouwtje Sarah Edward ge- heeten die te Londen in een zeer ar moedig kamertjohad gewoond, ontbood een klein meisje, zekere Mary Gorden, die aan de vrouw nu en dan eenige kleine dien sten had bewezen. Na het kind gekust te hebben, zeide het oude vrouwtje „Gij zijt zeer vriendelijk voor mij geweest, en daar om wil ik u een geschenk geven", en overhandigde haar een zeer vuil en vettig stukje papier. De kleine die tenminste een zesstuiverstuk had verwacht, stak het stukje papier eenigszins teleurgesteld in haar zak en dacht er niet meer aan voor [den vol genden dag, toen zij vernam dat het oude vrouwtje overleden was. Zij toonde het pa pier toen aan haar vader, een werkman, die bemerkte dat het een zeer gehavende 50 pondbanknoot f 600was van het jaar 1853. Door de Engelsehe bank werd de banknoot zonder eenig bezwaar terstond tegen contanten ingewisseld. Dezer dagen is te New-York ge arriveerd de Prinses Eveline Colonna, doch ter van den Amerikaanschen zilvermijn koning Mackay, die huwde met den Prins van Colonna, teneinde den titel van prinses te veroveren. Zij slaagde volkomen maar te Parijs is reeds een akte om echtscheiding voor de rechtbank aanhangig en de prinses is heimelijk uit de stad gevlucht met hare drie kinderen, tegen welker vertrek eene rechterlijke verhindering was uitgevaardigd door haar prinselijken gemaal. De prinses Colonna-Mackay, is slechts oen der vele ongelukkige Amerikaansche meisjes, die zich lieten inpalmen door buitenlandsche prinsen en andere getitelde heeren die het alleen gemunt hadden op de millioenen van de Amerikaansche schoonen, welke later hunne dwaasheid duur moesten be talen, wanneer zij tot de ervaring kwamen dat zij behalve den adellijken titel een nietswaardigen losbol hadden gehuwd, die hun het leven ondragelijk maakte zoodra zij hun doel en de Amerikaans he dollars hadden bereikt, Te Michigan City (Indiana N. A.) is een gansch gezin, bestaande uit 8 personen gestorven door het eten van spek dat met trichinen bezet was. Weer heeft de speelbank te Monte- Carlo twee slachtoffers geëisclit. Een juf frouw aldaar, die kamers verhuurt, viel het op dat zij een van haar huurders in twee dagen niet had gezien. Zij liet de deur van zijn kamer openbreken en vond hem aan een vensterkozijn hangen. Op de borst had hij een briefje met het veelzeggend opschrift „Monte-Carlo. Al weer een." Bijna tegelijkertijd vonden boeren aan een boom het lijk van een goed gekleed onbe kende, met twintig cents op zak en een toegang-kaartje voor de speelbank. Andere kenteekenen ontbraken geheel en tot nog toe heeft men den naam van den ongelukkige niet kunnen vaststellen. Dezer dagen werden te Londen op eene veiling eenige juweelen te koop aan geboden, die eertijds aan Maria Stuart hadden toebehoord en door deze aan een harer ge trouwe hofdames ten geschenke gegeven waren. Het was een geheel stel, bestaande uit eene broche, oorringen en een collier. Het laatste, dat een prachtig stuk was, be staande uit 14 goudrosetten, geëmailleerd en afgezet met paarlen, robijnen en sma ragden, bracht de som van 365 pd. ster ling op. Op dezelfde veiling kwam ook nog een ander historisch sieraad ton verkoop, en wel de gordel, welke indertijd door Napoleon I aan Maria Louise ten geschenke was aange boden en door deze bij de voltrekking van haar huwelijk gedragen was. Deze gordel was geheel van goud en met paarlen en onyx afgezet. Hij bevond zich nog in het oorspron kelijke fijne marokko-lederen étui met het daarop gedrukte keizerlijke wapen en bracht een som op van 200 pd. sterling. De ijverigste Engelsehe boekenverzame laar was graaf Johan George Spencer, die in 1758 geboren werd en in 1834 stierf. In zijn fraai slot te Althorf in Hamptons- hire bracht hij de groote en kostbaarste particuliere bibliotheek van Europa bijeen. Om een uitgebreiden catalogus van deze uitgezochte boekenverzameling te laten maken, stelde hij in 1810 den geleerde Thomas Dibbin, bekend door zijne biblio- graphische werken, tot bibliothecaris te Althorf aan. Toen Dibbin bij hem kwam, leidde hij hem zelf door de boekenzalen rond en toonde hem zijne zeldzame schatten. Met een gewichtig air nam hij uit eene kast een zeer oud werk. „Dit boek is een unicum", zeide hij, „een Martialis, in 1473 gedrukt .door Sweynheim en Pannartz. Er is geen tweede exemplaar van". „U vergist u", antwoordde Dibbin. „Op mijn groote bibliographische reis door Europa heb ik een tweede exemplaar van deze Martialis-uitgaaf gezien." „"Waar?" vroeg Spencer verrast. „Te Bome." „In da bibliotheek van het Yaticaan of in eene andore boekenverzameling?" „Ik zag het boek bij een antiquaar Angelo Chivacci, die in de smalle straat bij het paleis van het Spaansche gezantschap woont." „Zijt ge er zeker van, dat gij u nier vergist „Ik ben er zeker van." „Is het exemplaar, dat gij daar gezien hebt beter dan het mijne?" „Dat kan ik niet met zekerheid zeggen. Het was in elk geval goed geconserveerd. Beide exemplaren zijn misschien evenveel waard." „Gij kendet toch de zeldzaamheid van het boek „Zeker." „Waarom hebt gij het dan niet gekocht?" „Omdat mijne beurs eene zoo aanzien lijke uitgaaf helaas, niet gedoogde." „Wat vroeg Chivacci „Vijfhonderd pond sterling (6000 gulden). Hij was goed op de hoogte van de zeld zaamheid der uitgaaf." „Dit was niet te veel", zeide Spencer. „Ik zelf heb mijn exemplaar duurder be taald. Deze uitgaaf is dus geen unicum hm, hm Weet gij watik ga mor gen naar Rome." „Hoe u wil zelf „Ik heb geen rustik moet het tweede exemplaar van dit werk volstrekt hebben Ik hoop dat geen ander mij reeds voor geweest is Inderdaad reisde de graaf onverwijld naar Italië. Te Romo aangekomen, bekommerde hij zich daar om niets anders, dan om den ouden Martialis. Hij ging direct naar den antiquaar Chivacci en vond het exemplaar nog in diens bezit. Hij kocht het voor den gevraagdeu hoogen prijs en keerde daarna onmiddellijk met zijn kostbaren buit naar Engeland teaug. Toen hij weer in zijn slot te Althorp aangekomen was, ging hij naar de biblio theek en toonde Dubbin triomfantelijk het tweede exemplaar van de oude Martialis- uitgaaf. Het was in den herfst, en recht koud. Een groot vuur flikkerde vroolijk op den haard. „Ik heb het boek gevonden," zeide hij. „Help mij nu eens om te onderzoeken, welk van deze beide exemplaren er het best uitziet 1" Na een lang, nauwkeurig onderzoek kwa men de beide boekenkenners tot de over tuiging, dar, het eerste exemplaar in beter conditie verkeerde dan het tweede. „Uitstekend riep Spencer vergenoegd. „Ik hen blij, dat wij beiden dezelfde mee ning zijn toegedaan En met groote koelbloedigheid wiorp hij het te Rome zoo duur gekochte tweede exemplaar in de vlammen van het haard vuur. „O, graaf, wat doet u daar riep Dubbin verschrikt. „Een zoo kostbaar boek werpt u in het vuur „Ik had tot nu toe den roem, in mijne bibliotheek het eenige exemplaar vau den Martialis van 1473 te bezitten, en wil dezen roem niet verliezen, daarom vepbrand ik het tweede exemplaar," zeide Spencer, ter- wijl hij met de tang in het vuur woelde. „Zoo zoonu is het weg! Nu is mijn eenig exemplaar met recht onwaardeerbaar Arrondissements-Revhtbank te Middelburg Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens wederspannigheidJ. S., 29 j., en C. v. d. B., 25 j., stokers, llansweert, ieder tot 14 d. gev. straf wederspannigheid en overtreding der drank wet M. de J., 21 j., en D. P. v. H., 23 jarbeiders Goes, ieder tot 3 d. gev. straf en den len bovendien tot f3 h. s. 3 d. h. huisvredebreuk en wederspannigheidP. V., 25 j., werkman, Kloetinge, tot f5 b. s. 5 d. h. beleediging van een ambtenaarG. B., 40 j., landbouwer, Arnemuidcn, tot f 10 b. s. 2 d. h., enD. de R., 23 jmolenaarsknecht, 's Heerenhoek, tot f5 b. s. 5 d. h., en mishandeling: C. W., 17 j., slager, Ar- nemuiden, tot 4 m. gev. straf en J. D., 23 j., timmerman, Kloetinge, tot f3b. s. 3d. h. Allen in de kosten. Door A. R. en J. F. B. v. E., gedeti neerd te Middelburg, is hooger beroep aan- geteekend tegen het door de arrondissements rechtbank aldaar op den 23 Februari jl. ten hunnen lasten gewezen vonnis, waarbij zij ter zake van afpersing worden veroor deeld ieder tot eene gevangenisstraf van zeven jaren en zes maanden, terwijl door den heer officier van justitie mede tegen voormelde uitspraak hooger beroep werd aangeteekend. Het O. M. bij het gerechtshof te 's Gra- venhage eischte bevestiging van het vonnis der Middelburgsche rechtbank, waarbij twee arbeiders uit Retrancliement veroor deeld werden, de een tot 1 jr, gevangenis straf wegens jachtwetovertreding en weder stand, lichamelijk letsel toebrengendede ander tot 9 maanden wegens wederspannig- met recidive, bedreiging en beleediging, Beklaagden ontkenden ten deele en beweer den dat het gebeurde plaats had op Belgisch grondgebied. Uitspraak 15 Maart. Mijnheer de Redacteur Daar de indeeling der miliciens weder aanstaande is, en het buiten veler weten omgaat dat in de meeste garnizoenen zich welingerichte Militaire Tehuizen bevinden, is het, dukt mij, niet overbodig, hieraan nog eens te herinnerenook voor hen, wier betrekkingen reeds in het leger dienen. Misschien bij velen onder ons volk nog te weinig bekend, wil ik trachten u eenigs zins ermede op de hoogte te brengen, ten einde uwe belangstelling en steun voor die inrichting op te wekken. De lezer wordt dan verzocht, mij te volgen in een der Tehuizen, welke, naar de sterkte van het garnizoen, grooter of kleiner zijn. Aansckelling is onnoodig, want voor be zoekers en belangstellenden zyn de deuren steeds geopend. Door een gang of vestibule gaande, treden we een zindelijke ontvang- of koffiekamer binnen. De eenvoud trekt ons aan. De muren zijn helderwit; het schilderwerk is frisehttm de wand kangen een paar keu rige schilderyen, een spiegel en staan een of meer bustes van de Koninklijke familie in het midden der kamer een groote leestafel, ter zijde kleinere tafeltjes met stoelen en dicht bij den ingang een welin- gericht buffet. (Natuurlijk wordt er geen sterke drank verkocht.) De huisvader en diens vrouw zijn daar om u te verwelko men en willen li gaarno omtrent een en ander inlichten. Zij toonen u spoedig oen welvoorziene boekenkast, verschillende nuttige spelen, een welluidend orgel emz. en deelen u mede dat des avonds bij warme kachel en helder lamplicht menig uurtje gonoeglijk en nuttig door de militairen wordt doorgebracht. Daarna worden wij gebracht in een ruimere zaal, waar gelegenheid is tot het houden van grootere samenkomsten. Le zingen en voordrachten op godsdienstig zoowel als op historisch en ander gebied, hebben hier bij afwisseling plaats. Ook oefent men zich hier in den zang, in het juistschieten met. het kamerschietgeweer of in welsprekendheid. In sommige Tehui zen vindt men een jongelingsvereeniging, of bestaat gelegenheid tot beoefening van muziek, schermen, gymnastiek enz. De godsdienstige besprekingen worden gewoon lijk in een afzonderlijk lokaal gehouden. Ge ziet, er is nog al verscheidenheid, en dat is goed ook, want jonge menschen, vooral militairen, moeten worden bezigge houden. De een wil gaarne dit, de ander dat bijwonen, en zoo is er voor allen wat, en hoe meer er komen, des te liever. Steeds keersckt er een goede en vriendschappelijke toon, en het geheel ademt een Christelij- ken geest. Mij dunkt, ik hoor u zeggen„Hoe gelukkig dat er zulko inrichtingen zyn, waar de militair in vrije uren zyn toevlucht kan nemen, om beschut te zyn tegea <1# hem omringende gevarenzeker, -zorika die Tehuizen druk bezocht Ware dit maar zoo. Wel wordt door de besturen veel gedacht en gedaan om iiJ(,. zoekers te winnen doch het gros der'mili. tairen komt slechts bij enkele gelegenheden Dit moest niet zoo zijn en spruit veelai voort uit onkunde en verkeerde beoordeelin-, Ik geloof evenwel dat velen uit de» burgerstand ons hierbij kunnen helpen. I5 de eerste plaats de jongelingen zeiven, die in dienst treden, gij moeten zich niet laten weerhouden door slechte kameraden maar het Tehuis geregeld bezoeken, voor zoover de dienst zulks veroorlooft, en het beschouwen, voor wat het,waarlijk is, nl. een vergoeding voor het gemis van het ouderlijk dak. Ouders en betrekkingen moeten de hunnen niet alleen aanraden deze nuttige inrichting te bezoeken maar zich ook op de hoogte laten houdenverder hun belangstelling toonen, en den Militairen Bond, die hieraan groote behoefte heeft, financieel steunen, (Voor f2.'sjaars wordt men lid van den Bond. Giften zijn mede zeer welkea, Penningmeester is Z. Ex. de generaal 111» Marle, Parkweg 142, Amsterdam.) Voorts kunnen ook besturen van Christe- lijke jongelings-, zang-, en onthoudersver- eenigingen, maar vooral ook heeren predi kanten deze zaak veel helpen bevorderen en steunen. De eersten of ook wel d# ouders moeten niet verzuimen, de namen hunner leden die in dienst zullen treden op te geven aan het bestuur van het Mili taire Tehuis, in de plaats waar zij in garni zoen koiiien, de laatsten zullen zeker niet ongenegen zijn en worden vriendelijk uitge- noodigd deze aangelegenheid met een enkel woord bij hun gemeente aan te bevelen. Moge er van dit schrijven een zegen uitgaan tot vooruitgang van den Bond, tot heil van ons leger R.' In een onzer vorige nummers deelden wij zeer kort mede dat Van Deth, door wiens verhalen volgens ds. Vermaas deader van vast geloof liep, tot den geref. kerkeraad te Amsterdam had gezegd, dat hij met God en Zijn dienst had gebroken en merkten toen op waar is hier de door ds. Vermaal ontdekte ader van dat vaste geloof? Ds. Vermaas zond ons hierop een zm lang antwoord, dat voor de grootste helft een opsomming bevat van de zonden ran Van 't Lindenhout, wiens naam wij immen in 't geheel niet genoemd hadden. Do andere helft van het antwoord komt neor op het volgende. Waardeeren doetdi. Vermaas v. D. eigenlijk niet, want hij kent hem niet. Den ader des geloofs ottdekta hij alleen in de verhalen betreffende v. Deths veel bewogen leven. Het verschrikkelijke antwoord aan 's mans kerkeraad kan gegeven zijn op een oogenblik van donkerheid der ziel, waarin de vraag op hare plaats is: „Waar is nu uw geloof?" Een antwoord dat wij zouden verwacht hebben, wanneer het onze bedoeling ware geweest eene vraag te stellen en niet slechts eene opmerking te maken hoe men zich in iemands „vaste geloof' vergissen kan. (Red.) BIERVLIET. Zooals wij in het vorige nummer meldden is Maandag door B. en W. aanbesteed de keibestrating van de kom der gemeente tot aan de plaats in het vorige bericht aangeduid, en werd aan Fidéle Baesen te Brugge het werk gegund voor f25800 met Quenastkeien, 6e soort. De totaal uitslag der besteding was al' volgt Er was ingeschreven voor het werk mei er.. Quenastkeien 6e soort. b. Lessinesche keien c. Quenast of Lessinesche d. Ben Ahin keien e. Quenast of Lessinesche 5e poort. f. Ben Ahin of Fooz Wépion 6e g. Dezelfde 5e Inschrijvers de heerenfl. de Jong |e Ammerstol f 31200 a, J. van de Ven te .Middelburg f28000 a, F. de Meijer te oen1 33500 b. M. van der. Hoek te Terneuwn f28180 b, P. Monjé te Breskens f31490 c, Omon te Aardenburg,f 29950 c. G. W. Metser te liinneken f27993c, L. F. Willem? te Selzaete f26480 c, I. Douw te Zierikzee f 32400 c, f29800d, A. van der Straaten Bergambacht f 26000 d, A. Spinette te A denne f 24290 d, F Baesen te Brugge P258W 0 f 32000 e, f 23600 fen f 29900 g. Voorts was nog ingeschreven op volgens later op te zenden monster of am voorwaarden door: J. Jansen tu Tenieu 124875. 1 25500, f34000, f33500, in ven»» lende soorten, M. D. de Putter, te Terne f28700, B. den Exter van den Brin Krabbendijke f27800, en C. J. C. HoogenbU* (directeur van de Nederlandsche aannem 1 b maatschappij) te Gouda t 26245, on??Pf.n.,r MIDDELBURG. Van wege den direc«w der registratie en domeinen voor Ae en Noord-Brabant is nog aanbestee maken eener koibestrating op den h°o in den pas bedijkten polder Biervliet, 3193 M- Inschrijvers J. A. Boogaart A< burg f32500, F- de Meijer f30769, v.d- - f29800, J, de Jonge Biezelinge Willems 129450, G. Buijk Gent 1 Monjé f28747, Beasen f28700, v-d'n^0p.,tter v. d. Ven f 28600, Metsers f 28540, W fft f28500, v. d. Straaten f27900, v- f26300, Hoogendijk f26240, J8,'®e„ IC. de Vos f24000, Spinette 123500- d MIDDELBURG. Donder dagayona hujg door not. Loeff publiek geveild lo 11)ier Loskade. Kooper dhr. F. J- J0o- voor f 5703; 2o id. Londensche1 kam per dhr. L. Baart alhier voor f 4-UJ- yü©- ZUIDZANDE. De hofstede van J-UB

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 2