Het eenige exemplaar.
IMXJIT.SZAKItiV.
Ingezonden Stukken.
BKimVLSSKLhNG.
Afloop verkoopingen enz.
23 Men schrijft ons nit Middelburg:
Met (le werkzaamheden aan het s. s. La-
woe schiet men flink op. Nog slechts enkele
dagen en ook dat schip verlaat weder het
dok en is dit dus het 2e schip der Rotter-
danische Lloyd dat alhier door de nieuwe
eigenares, de Maatschappij „de Schelde" te
Vlissingcn werd verlengd. Ook deze be
drijvigheid was ongetwijfeld een der oor
zaken dat de werkeloosheid hier ter stede
niet zulke groote proportiën aannam als
in den vorigen winter en blijkt het nu al meer
en meer in welke goede handen de exploitatie
van het dok is, dat vroeger meestal weinig te
zien en te doen gaf. Naar ons toch nog
werd medegedeeld wordt als tie schip van
de Lloyd in het dok verwacht het s.s.
Gelderland, dat wel geene verlenging zal
ondergaan, maar eene belangrijke reparatie
aan het voorschip, dat door eene aanvaring
op een zijner reizen zoodanig moet hebben
geleden, dat eene vernieuwing van steven
enz. noodzakelijk is. Toch moet, zijn wij
wel ingelicht, de verlengingsgeschiedenis
nog niet geëindigd zijn.
Middelburg. In het verslag omtrent
de weegbrug van den heer Meeuwse, zie
ons vorig no., staat een vergissing.
Het moet zijn
Weegbrug Kinderdijk 474 kilo (Jeronimus)
Weegbrug Oostkerkplein 484 kilo (Meeuw-
se) en Weegschaal van denzelfde eveneens
484 kilo.
Vanwege de homoeopatische vereeni-
ging, afd. Gouda, is in beginsel besloten,
pogingen aan te wenden, om een zieken
huis te stichten. Eenigo dames hebben het
plan gevormd hiervoor gelden bijeen te
brengen door het houden eener loterij,
waartoe prijzen zullen worden ingezameld.
Door de ruim 101-jarige weduwe A,
Van Heesch te Os is vergunning aange
vraagd tot verkoop van sterken drank in
het klein. Moge haar bezadigde leeftijd de
Ossche drinkebroers in toom houden.
Het schijnt dat de justitie tegen De
Jong eene nieuwe instructie heeft geopend
ter zake zijner vermoedelijke oprichting van
den café-houder Kramer op de Martelaars
gracht te Amsterdam, wiens dochter De
Jong voorgaf te zullen trouwen en van
wien hij aan het Contraal-station eene som
gelds ter leen ontving om daarmede nog
even stadwaarts te gaan, na welke transactie
de heer Kramer den aanstaanden schoon
zoon nimmer terugzag. Gisteren werden de
heer Kramer en diens dochter door den
rechter-commissaris opnieuw gehoord.
Den luitenant kapelmeester der dienst
doende schutterij te Assen was dezer dagen
bij de herinnering van zijn 25 jarigen
dienst aan het hoofd van genoemde schut
terij een aangename verrassing bereid.
Hij ontving namelijk van wege den ge
meenteraad bericht dat zijn tractement met
drie gulden 's weeks was verminderd wegens
de slechte tijden.
Een landbouwer te Vrijhoeve Kapelle
heeft onder den steenen vloer zijner woning,
welke vloer door ratten bleek te zijn op
gegraven, verscheidene zilveren munten uit
de vorige eeuw en een gouden gesp ge
vonden.
Een ongeluksfamilie. Een landbouwer
te Lattrop, die bezig was met snoeien, had
het ongeluk uit den boom te vallen, waarbij
hij een rib brak en twee andere gekneusd
werden. Onlangs kwam zijn zuster in
aanraking met eene dorschmackine en ver
loor daarbij het levenzijn vader viel voor
jaren van den zolder en moest zulks met
den dood betalen; zijn moeder, dieeenigs-
zins ziekelijk was, werd dood op haar stoel
gevonden; zijn broeder, die gepasseerd jaar
bezig was kersen te plukken, viel uit den
boom, hij greep zich echter aan een der
takken, en werd gelukkig op zijn geroep
gered. Deze heeft zich dan ook bepaalde
lijk voorgenomen geen boom weder te
snoeien of te vellen of ander gevaarlijk
werk te verrichten.
TTit Enum (Gr.) wordt gemeld
Bij eene oude vrouw die mot hare meid
en eene zuster van de meid even buiten ons
dorp woont, hebben een viertal mannen eer-
gisternaclit ontzettend huis gehouden.
't Was ongeveer 11 uur 's avonds, toen
er bij genoemde vrouw aan het raam werd
getikt. Op het roepen van de meid werd
van buiten geantwoord „Is dat de stem van
den man of van de vrouw De meid, reeds
eenig kwaad vermoedende, antwoordde
„De stem van den man." Ijlings verlieten
de beide zusters het bed en vluchtten om
hulp te roepen. Tot hun schrik ontdekten
zij, dat al de deuren van buiten vastgemaakt
waren. De inbrekers zetten daarop hun
werk voort. Door het raam konden zij geen
toegang verkrijgen, daar de blinden met
ijzeren pinnen waren vastgemaakt. Zij gingen
nu langs de voordeur, die opengebroken werd
en alzoo toegang verschafte.
In de gang gekomen, losten zij een pistool
schot, zeker om de in wonenden schrik aan
te jagen. Mot de growtsto brutaliteit werd
nu 't gekeele huis doorzocht, alles ging door
hunne handen. De beide voorkamers, de
achterkamer en de kelder werden geheel on
derstboven gekeerd. Geen stuk bleef op zijn
plaats. Niets was onaangeroerd gebleven:
hoeden, portretten, flessclien, kleeren, alles
lag in de grootste wanorde op en door elkaar.
Trouwens, de inbrekers hebben van ongeveer
1131/2 uur, (dus een groot deel van den
nacht) zich daar opgehouden.
De oude, 85-jarige vrouw lag in de
kamer te bed en moest alles aanzien,
zonder er iets tegen te kunnen doen. Met
de grootste kalmte ledigden de ongenoode
gasten nog een karaf met sterken drank
tot aandenken lieten zij de glaasjes, waarin
nóg suiker was, staan. Geldswaarde konden
zij echter niet veel bemachtigenslechts
15 gulden aan specie was aanwezig, wat
ze dan ook meenamen. Wel zijn ze ver
trokken met bijna al het goud en zilver
der bewoonster en van de meid; een en
ander was nog al van vrij aanzienlijke waarde.
Toen de meid en hare zuster, die gedu
rende het bezoek der dieven op het hooi
hadden gezeten, na hun vertrek naar buiten
wilden, vonden zij alle deuren nog gesloten,
Zpodat op hun geroep de buren hen moesten
bevrijden.
De Parijsche studenten zijn geen haar
beter dan de Brusselsehe. Hun brutaal
partij trekken voor Zola den schrijver der
meest verderfelijke vieze romans, strekt ten
bewijze. Professor Brunetière, tot lid van
de Academie gekozen, terwijl Zola afgewe
zen werd, kon Woensdag zijn college niet
geven aan de Sorbonne, tengevolge van
het wangedrag der studenten. Om twee
uur reeds was dc zaal stampvol met be
langstellenden uit het publiek, vooral dames.
Toen om half drie Brunetière binnen
kwam, werd hij ontvangen met gejouw
van de studenten en eenige toejuichingen
van de dames. Weldra zag hij van de po
ging af, om zijn college te geven. Na zyn
vertrek begaven de studenten zich tot bij
het Instituut, roepende: „Weg met Brune
tière, Leve Zola
Dat is Wilhelm Keizer Wil
helm heeft in eene rede, door hem op het
diner van den Provincialen Landdag van
Brandenburg gehouden, jeene episode uit
de geschiedenis van ons land in herin
nering gebracht.
De keizer had gewezen op hetgeen zijne
voorvaderen, in het bijzonder de Groote
Keurvorst, voor hot vaderland der Bran
denburgers hebben gedaan dat zij daar
toe in staat waren, is een gevolg geweest
van het wederkeerig vertrouwen tusschen
vorst en volk, welk vertrouwen rust op
de erkenning van allen, dat het Hohen-
zollernsche vorstenhuis een plichtgevoel
heeft, hetwelk het put uit het bewust
zijn, dat het door God in deze positie ge
plaatst is on Hem alleen uit eigen geweten
rekenschap heeft te geven van datgene,
wat het doet tot welzijn des lands.
Hierop ging dc keizer als volgt voort:
„Koesteren wij alzoo liefde jegens ons vader
land. Prenten wij de jeugd in, vreugde
te gevoelen in ons vereenigd groot Duit-
sche rijk, waarvan Brandenburg ten slotte
de hoofdzetel is! En vermogen wij dat
niet uit eigen opvatting, zoo mogen wij
van andere volken leeren. Ik wijs hierbij
op het ons door stam on godsdienstig ge
loof verwante volk der Nederlanders, bij
wie do Groote Keurvorst zijne jeugd heeft
doorgebracht om datgene, wat hij bij hen
heeft geleerd, later voor het groote geheel
van toepassing to maken, en bij .wie in
hét volksbewustzijn alles, wat het vorsten
huis voor Nederland heeft gedaan, vast
geworteld is. Dat vloeide voort uit de
eenvoudige, treffendo gebourtenis, die zich
voordeed, toen eens eeno Nederlandsche
boerin met hare kleine kinderen in een
huis kwam, waar in den muur de gaten
der kogels te zien waren van het moord
dadig schot, waardoor Willem van Oranje
gevallen is. Toen de oude vrouw daar ter
plaatse was gekomen, wendde zij zich tot
hare kinderen, wees hen met den vinger
op de gaten en zeide„Dat is Willem
Nu, hetzelfde willen ook wij doen! Zien
wij terug op het jaar 1866, op het jaar
1870. Dan kunnen ook wij zeggen: „Dat
js Wilhelm!""
Een oud vrouwtje Sarah Edward ge-
heeten die te Londen in een zeer ar
moedig kamertjohad gewoond, ontbood een
klein meisje, zekere Mary Gorden, die aan
de vrouw nu en dan eenige kleine dien
sten had bewezen. Na het kind gekust te
hebben, zeide het oude vrouwtje „Gij zijt
zeer vriendelijk voor mij geweest, en daar
om wil ik u een geschenk geven", en
overhandigde haar een zeer vuil en vettig
stukje papier. De kleine die tenminste een
zesstuiverstuk had verwacht, stak het stukje
papier eenigszins teleurgesteld in haar zak
en dacht er niet meer aan voor [den vol
genden dag, toen zij vernam dat het oude
vrouwtje overleden was. Zij toonde het pa
pier toen aan haar vader, een werkman, die
bemerkte dat het een zeer gehavende 50
pondbanknoot f 600was van het jaar
1853. Door de Engelsehe bank werd de
banknoot zonder eenig bezwaar terstond
tegen contanten ingewisseld.
Dezer dagen is te New-York ge
arriveerd de Prinses Eveline Colonna, doch
ter van den Amerikaanschen zilvermijn
koning Mackay, die huwde met den Prins
van Colonna, teneinde den titel van prinses
te veroveren. Zij slaagde volkomen maar
te Parijs is reeds een akte om echtscheiding
voor de rechtbank aanhangig en de prinses
is heimelijk uit de stad gevlucht met hare
drie kinderen, tegen welker vertrek eene
rechterlijke verhindering was uitgevaardigd
door haar prinselijken gemaal. De prinses
Colonna-Mackay, is slechts oen der vele
ongelukkige Amerikaansche meisjes, die
zich lieten inpalmen door buitenlandsche
prinsen en andere getitelde heeren die het
alleen gemunt hadden op de millioenen
van de Amerikaansche schoonen, welke
later hunne dwaasheid duur moesten be
talen, wanneer zij tot de ervaring kwamen
dat zij behalve den adellijken titel een
nietswaardigen losbol hadden gehuwd, die
hun het leven ondragelijk maakte zoodra
zij hun doel en de Amerikaans he dollars
hadden bereikt,
Te Michigan City (Indiana N. A.)
is een gansch gezin, bestaande uit 8 personen
gestorven door het eten van spek dat met
trichinen bezet was.
Weer heeft de speelbank te Monte-
Carlo twee slachtoffers geëisclit. Een juf
frouw aldaar, die kamers verhuurt, viel het
op dat zij een van haar huurders in twee
dagen niet had gezien. Zij liet de deur
van zijn kamer openbreken en vond hem
aan een vensterkozijn hangen. Op de borst
had hij een briefje met het veelzeggend
opschrift „Monte-Carlo. Al weer een."
Bijna tegelijkertijd vonden boeren aan een
boom het lijk van een goed gekleed onbe
kende, met twintig cents op zak en een
toegang-kaartje voor de speelbank. Andere
kenteekenen ontbraken geheel en tot nog
toe heeft men den naam van den ongelukkige
niet kunnen vaststellen.
Dezer dagen werden te Londen op
eene veiling eenige juweelen te koop aan
geboden, die eertijds aan Maria Stuart hadden
toebehoord en door deze aan een harer ge
trouwe hofdames ten geschenke gegeven
waren. Het was een geheel stel, bestaande
uit eene broche, oorringen en een collier.
Het laatste, dat een prachtig stuk was, be
staande uit 14 goudrosetten, geëmailleerd
en afgezet met paarlen, robijnen en sma
ragden, bracht de som van 365 pd. ster
ling op.
Op dezelfde veiling kwam ook nog een
ander historisch sieraad ton verkoop, en wel
de gordel, welke indertijd door Napoleon I
aan Maria Louise ten geschenke was aange
boden en door deze bij de voltrekking van
haar huwelijk gedragen was. Deze gordel
was geheel van goud en met paarlen en onyx
afgezet. Hij bevond zich nog in het oorspron
kelijke fijne marokko-lederen étui met het
daarop gedrukte keizerlijke wapen en bracht
een som op van 200 pd. sterling.
De ijverigste Engelsehe boekenverzame
laar was graaf Johan George Spencer, die
in 1758 geboren werd en in 1834 stierf.
In zijn fraai slot te Althorf in Hamptons-
hire bracht hij de groote en kostbaarste
particuliere bibliotheek van Europa bijeen.
Om een uitgebreiden catalogus van deze
uitgezochte boekenverzameling te laten
maken, stelde hij in 1810 den geleerde
Thomas Dibbin, bekend door zijne biblio-
graphische werken, tot bibliothecaris te
Althorf aan.
Toen Dibbin bij hem kwam, leidde hij
hem zelf door de boekenzalen rond en
toonde hem zijne zeldzame schatten.
Met een gewichtig air nam hij uit eene
kast een zeer oud werk. „Dit boek is een
unicum", zeide hij, „een Martialis, in 1473
gedrukt .door Sweynheim en Pannartz. Er
is geen tweede exemplaar van".
„U vergist u", antwoordde Dibbin. „Op
mijn groote bibliographische reis door
Europa heb ik een tweede exemplaar van
deze Martialis-uitgaaf gezien."
„"Waar?" vroeg Spencer verrast.
„Te Bome."
„In da bibliotheek van het Yaticaan of
in eene andore boekenverzameling?"
„Ik zag het boek bij een antiquaar
Angelo Chivacci, die in de smalle straat
bij het paleis van het Spaansche gezantschap
woont."
„Zijt ge er zeker van, dat gij u nier
vergist
„Ik ben er zeker van."
„Is het exemplaar, dat gij daar gezien
hebt beter dan het mijne?"
„Dat kan ik niet met zekerheid zeggen.
Het was in elk geval goed geconserveerd.
Beide exemplaren zijn misschien evenveel
waard."
„Gij kendet toch de zeldzaamheid van
het boek
„Zeker."
„Waarom hebt gij het dan niet gekocht?"
„Omdat mijne beurs eene zoo aanzien
lijke uitgaaf helaas, niet gedoogde."
„Wat vroeg Chivacci
„Vijfhonderd pond sterling (6000 gulden).
Hij was goed op de hoogte van de zeld
zaamheid der uitgaaf."
„Dit was niet te veel", zeide Spencer.
„Ik zelf heb mijn exemplaar duurder be
taald. Deze uitgaaf is dus geen unicum
hm, hm Weet gij watik ga mor
gen naar Rome."
„Hoe u wil zelf
„Ik heb geen rustik moet het tweede
exemplaar van dit werk volstrekt hebben
Ik hoop dat geen ander mij reeds voor
geweest is
Inderdaad reisde de graaf onverwijld naar
Italië. Te Romo aangekomen, bekommerde
hij zich daar om niets anders, dan om den
ouden Martialis. Hij ging direct naar den
antiquaar Chivacci en vond het exemplaar
nog in diens bezit. Hij kocht het voor den
gevraagdeu hoogen prijs en keerde daarna
onmiddellijk met zijn kostbaren buit naar
Engeland teaug.
Toen hij weer in zijn slot te Althorp
aangekomen was, ging hij naar de biblio
theek en toonde Dubbin triomfantelijk het
tweede exemplaar van de oude Martialis-
uitgaaf.
Het was in den herfst, en recht koud.
Een groot vuur flikkerde vroolijk op den
haard.
„Ik heb het boek gevonden," zeide hij.
„Help mij nu eens om te onderzoeken, welk
van deze beide exemplaren er het best
uitziet 1"
Na een lang, nauwkeurig onderzoek kwa
men de beide boekenkenners tot de over
tuiging, dar, het eerste exemplaar in beter
conditie verkeerde dan het tweede.
„Uitstekend riep Spencer vergenoegd.
„Ik hen blij, dat wij beiden dezelfde mee
ning zijn toegedaan
En met groote koelbloedigheid wiorp hij
het te Rome zoo duur gekochte tweede
exemplaar in de vlammen van het haard
vuur.
„O, graaf, wat doet u daar riep Dubbin
verschrikt. „Een zoo kostbaar boek werpt
u in het vuur
„Ik had tot nu toe den roem, in mijne
bibliotheek het eenige exemplaar vau den
Martialis van 1473 te bezitten, en wil dezen
roem niet verliezen, daarom vepbrand ik
het tweede exemplaar," zeide Spencer, ter-
wijl hij met de tang in het vuur woelde.
„Zoo zoonu is het weg! Nu is mijn
eenig exemplaar met recht onwaardeerbaar
Arrondissements-Revhtbank te Middelburg
Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens
wederspannigheidJ. S., 29 j., en C. v. d.
B., 25 j., stokers, llansweert, ieder tot 14
d. gev. straf
wederspannigheid en overtreding der drank
wet M. de J., 21 j., en D. P. v. H., 23
jarbeiders Goes, ieder tot 3 d. gev. straf
en den len bovendien tot f3 h. s. 3 d. h.
huisvredebreuk en wederspannigheidP.
V., 25 j., werkman, Kloetinge, tot f5 b.
s. 5 d. h.
beleediging van een ambtenaarG. B., 40
j., landbouwer, Arnemuidcn, tot f 10 b. s.
2 d. h., enD. de R., 23 jmolenaarsknecht,
's Heerenhoek, tot f5 b. s. 5 d. h., en
mishandeling: C. W., 17 j., slager, Ar-
nemuiden, tot 4 m. gev. straf en J. D., 23
j., timmerman, Kloetinge, tot f3b. s. 3d. h.
Allen in de kosten.
Door A. R. en J. F. B. v. E., gedeti
neerd te Middelburg, is hooger beroep aan-
geteekend tegen het door de arrondissements
rechtbank aldaar op den 23 Februari jl.
ten hunnen lasten gewezen vonnis, waarbij
zij ter zake van afpersing worden veroor
deeld ieder tot eene gevangenisstraf van
zeven jaren en zes maanden, terwijl door
den heer officier van justitie mede tegen
voormelde uitspraak hooger beroep werd
aangeteekend.
Het O. M. bij het gerechtshof te 's Gra-
venhage eischte bevestiging van het vonnis
der Middelburgsche rechtbank, waarbij
twee arbeiders uit Retrancliement veroor
deeld werden, de een tot 1 jr, gevangenis
straf wegens jachtwetovertreding en weder
stand, lichamelijk letsel toebrengendede
ander tot 9 maanden wegens wederspannig-
met recidive, bedreiging en beleediging,
Beklaagden ontkenden ten deele en beweer
den dat het gebeurde plaats had op Belgisch
grondgebied.
Uitspraak 15 Maart.
Mijnheer de Redacteur
Daar de indeeling der miliciens weder
aanstaande is, en het buiten veler weten
omgaat dat in de meeste garnizoenen zich
welingerichte Militaire Tehuizen bevinden,
is het, dukt mij, niet overbodig, hieraan
nog eens te herinnerenook voor hen,
wier betrekkingen reeds in het leger dienen.
Misschien bij velen onder ons volk nog
te weinig bekend, wil ik trachten u eenigs
zins ermede op de hoogte te brengen, ten
einde uwe belangstelling en steun voor
die inrichting op te wekken.
De lezer wordt dan verzocht, mij te volgen
in een der Tehuizen, welke, naar de sterkte
van het garnizoen, grooter of kleiner zijn.
Aansckelling is onnoodig, want voor be
zoekers en belangstellenden zyn de deuren
steeds geopend.
Door een gang of vestibule gaande, treden
we een zindelijke ontvang- of koffiekamer
binnen. De eenvoud trekt ons aan. De
muren zijn helderwit; het schilderwerk is
frisehttm de wand kangen een paar keu
rige schilderyen, een spiegel en staan een
of meer bustes van de Koninklijke familie
in het midden der kamer een groote
leestafel, ter zijde kleinere tafeltjes met
stoelen en dicht bij den ingang een welin-
gericht buffet. (Natuurlijk wordt er geen
sterke drank verkocht.) De huisvader en
diens vrouw zijn daar om u te verwelko
men en willen li gaarno omtrent een en
ander inlichten.
Zij toonen u spoedig oen welvoorziene
boekenkast, verschillende nuttige spelen,
een welluidend orgel emz. en deelen u mede
dat des avonds bij warme kachel en helder
lamplicht menig uurtje gonoeglijk en nuttig
door de militairen wordt doorgebracht.
Daarna worden wij gebracht in een
ruimere zaal, waar gelegenheid is tot het
houden van grootere samenkomsten. Le
zingen en voordrachten op godsdienstig
zoowel als op historisch en ander gebied,
hebben hier bij afwisseling plaats. Ook
oefent men zich hier in den zang, in het
juistschieten met. het kamerschietgeweer of
in welsprekendheid. In sommige Tehui
zen vindt men een jongelingsvereeniging,
of bestaat gelegenheid tot beoefening van
muziek, schermen, gymnastiek enz. De
godsdienstige besprekingen worden gewoon
lijk in een afzonderlijk lokaal gehouden.
Ge ziet, er is nog al verscheidenheid,
en dat is goed ook, want jonge menschen,
vooral militairen, moeten worden bezigge
houden. De een wil gaarne dit, de ander
dat bijwonen, en zoo is er voor allen wat,
en hoe meer er komen, des te liever. Steeds
keersckt er een goede en vriendschappelijke
toon, en het geheel ademt een Christelij-
ken geest.
Mij dunkt, ik hoor u zeggen„Hoe
gelukkig dat er zulko inrichtingen zyn,
waar de militair in vrije uren zyn toevlucht
kan nemen, om beschut te zyn tegea <1#
hem omringende gevarenzeker, -zorika
die Tehuizen druk bezocht
Ware dit maar zoo. Wel wordt door de
besturen veel gedacht en gedaan om iiJ(,.
zoekers te winnen doch het gros der'mili.
tairen komt slechts bij enkele gelegenheden
Dit moest niet zoo zijn en spruit veelai
voort uit onkunde en verkeerde beoordeelin-,
Ik geloof evenwel dat velen uit de»
burgerstand ons hierbij kunnen helpen. I5
de eerste plaats de jongelingen zeiven, die
in dienst treden, gij moeten zich niet
laten weerhouden door slechte kameraden
maar het Tehuis geregeld bezoeken, voor
zoover de dienst zulks veroorlooft, en het
beschouwen, voor wat het,waarlijk is, nl.
een vergoeding voor het gemis van het
ouderlijk dak.
Ouders en betrekkingen moeten de hunnen
niet alleen aanraden deze nuttige inrichting
te bezoeken maar zich ook op de hoogte
laten houdenverder hun belangstelling
toonen, en den Militairen Bond, die hieraan
groote behoefte heeft, financieel steunen,
(Voor f2.'sjaars wordt men lid van
den Bond. Giften zijn mede zeer welkea,
Penningmeester is Z. Ex. de generaal 111»
Marle, Parkweg 142, Amsterdam.)
Voorts kunnen ook besturen van Christe-
lijke jongelings-, zang-, en onthoudersver-
eenigingen, maar vooral ook heeren predi
kanten deze zaak veel helpen bevorderen
en steunen. De eersten of ook wel d#
ouders moeten niet verzuimen, de namen
hunner leden die in dienst zullen treden
op te geven aan het bestuur van het Mili
taire Tehuis, in de plaats waar zij in garni
zoen koiiien, de laatsten zullen zeker niet
ongenegen zijn en worden vriendelijk uitge-
noodigd deze aangelegenheid met een enkel
woord bij hun gemeente aan te bevelen.
Moge er van dit schrijven een zegen
uitgaan tot vooruitgang van den Bond, tot
heil van ons leger
R.'
In een onzer vorige nummers deelden
wij zeer kort mede dat Van Deth, door
wiens verhalen volgens ds. Vermaas deader
van vast geloof liep, tot den geref. kerkeraad
te Amsterdam had gezegd, dat hij met God
en Zijn dienst had gebroken en merkten
toen op waar is hier de door ds. Vermaal
ontdekte ader van dat vaste geloof?
Ds. Vermaas zond ons hierop een zm
lang antwoord, dat voor de grootste helft
een opsomming bevat van de zonden ran
Van 't Lindenhout, wiens naam wij immen
in 't geheel niet genoemd hadden.
Do andere helft van het antwoord komt
neor op het volgende. Waardeeren doetdi.
Vermaas v. D. eigenlijk niet, want hij kent
hem niet. Den ader des geloofs ottdekta
hij alleen in de verhalen betreffende v. Deths
veel bewogen leven. Het verschrikkelijke
antwoord aan 's mans kerkeraad kan gegeven
zijn op een oogenblik van donkerheid der
ziel, waarin de vraag op hare plaats is:
„Waar is nu uw geloof?"
Een antwoord dat wij zouden verwacht
hebben, wanneer het onze bedoeling ware
geweest eene vraag te stellen en niet slechts
eene opmerking te maken hoe men zich in
iemands „vaste geloof' vergissen kan.
(Red.)
BIERVLIET. Zooals wij in het vorige
nummer meldden is Maandag door B. en W.
aanbesteed de keibestrating van de kom der
gemeente tot aan de plaats in het vorige
bericht aangeduid, en werd aan Fidéle
Baesen te Brugge het werk gegund voor
f25800 met Quenastkeien, 6e soort.
De totaal uitslag der besteding was al'
volgt
Er was ingeschreven voor het werk mei
er.. Quenastkeien 6e soort.
b. Lessinesche keien
c. Quenast of Lessinesche
d. Ben Ahin keien
e. Quenast of Lessinesche 5e poort.
f. Ben Ahin of Fooz Wépion 6e
g. Dezelfde 5e
Inschrijvers de heerenfl. de Jong |e
Ammerstol f 31200 a, J. van de Ven te
.Middelburg f28000 a, F. de Meijer te oen1
33500 b. M. van der. Hoek te Terneuwn
f28180 b, P. Monjé te Breskens f31490 c,
Omon te Aardenburg,f 29950 c. G. W. Metser
te liinneken f27993c, L. F. Willem? te
Selzaete f26480 c, I. Douw te Zierikzee
f 32400 c, f29800d, A. van der Straaten
Bergambacht f 26000 d, A. Spinette te A
denne f 24290 d, F Baesen te Brugge P258W 0
f 32000 e, f 23600 fen f 29900 g.
Voorts was nog ingeschreven op
volgens later op te zenden monster of am
voorwaarden door: J. Jansen tu Tenieu
124875. 1 25500, f34000, f33500, in ven»»
lende soorten, M. D. de Putter, te Terne
f28700, B. den Exter van den Brin
Krabbendijke f27800, en C. J. C. HoogenbU*
(directeur van de Nederlandsche aannem 1 b
maatschappij) te Gouda t 26245, on??Pf.n.,r
MIDDELBURG. Van wege den direc«w
der registratie en domeinen voor Ae
en Noord-Brabant is nog aanbestee
maken eener koibestrating op den h°o
in den pas bedijkten polder Biervliet,
3193 M- Inschrijvers J. A. Boogaart A<
burg f32500, F- de Meijer f30769, v.d- -
f29800, J, de Jonge Biezelinge
Willems 129450, G. Buijk Gent 1
Monjé f28747, Beasen f28700, v-d'n^0p.,tter
v. d. Ven f 28600, Metsers f 28540, W fft
f28500, v. d. Straaten f27900, v-
f26300, Hoogendijk f26240, J8,'®e„
IC. de Vos f24000, Spinette 123500- d
MIDDELBURG. Donder dagayona hujg
door not. Loeff publiek geveild lo 11)ier
Loskade. Kooper dhr. F. J- J0o-
voor f 5703; 2o id. Londensche1 kam
per dhr. L. Baart alhier voor f 4-UJ- yü©-
ZUIDZANDE. De hofstede van J-UB