ZENDING.
LANDBOUW.
Gemengde Berichten.
Leestafel.
dé opvolger was van den beminden en
beroemden dr. H. Q. Janssen.
De heer van Riet was tegelijk met ds.v.E.
candidaat, en wel bij het prov. kerkbestuurin
Gelderland werd bevestigd in zijn eerste
standplaats Dubbeldam den 14 Febr. 1869
en dient sinds 3 October 1875 de gemeente
van Retranchement.
Terugblik op den Zendings-
arbeid in 1893.
De Nederlandsche en de Utrechtscbe
Zendingsvereenigingen zonden beide een
tweetal broeders uit, deels naar nienwe
arbeidsvelden. Ook 't personeel der Rijn-
sclie Zending en dat van't Ned. Zendeling
genootschap werden eenigszins vermeerderd.
Een zoon van den Director der Utr. Z.V.
ging naar Zuid Celebes, ten einde door
Bijbelvertaling zoo mogelijk hier voor de
Zending baan te breken. De Gereformeerde
Kerken zonden bun' eersten zendeling-arts
uit, in den persoon van Dr. Scbeurer.
Daarentegen ontviel aan de N. Z.V. Br.
Dijkstra, te Tjeribon, door den dood, en
werd Br. Van Alphen op Soemba door de
Ger. Kerken ontslagen. Enkele BB. met
name van de Salatiga-Zending werden door
krankheid verhinderd, geregeld hunnen ar
beid te verrichten. Gevoelig werd de
Zending, met name die der Ger. Kerken,
getroffen door 't overlijden van mr. P. J.
Elout van Soeterwoude en van mr. L. W.
C. Keuchenius. De grijze Directeur van
't oudste Zendingsbuis te Rotterdam, de
beer Van Neurenburg, gaf zijn taak als
zoodanig in andere handen over.
't Hulpgenootschap der Zending van de
Broedergemeente, te Zeist, vierde de ge
dachtenis van zijn lOOjarige werkzaamheid.
Een pas verschenen statistiek over de
uitbreiding des Christendoms in onze Oost,
van de band van Br. N. D. Scbuurmans,
rustend Zendeling, geeft aan, dat 't getal
Christenen in Indië ongeveer 285000 be
draagt ongerekend de pl. m. 30000
roomscben op Flores en in de Minaliasa
dat is ternauwernood 1 pCt. der gebeele
bevolking een beschamend cijfer, 't Getal
zendelingen is 95 daaronder ook die der
Rijnscbe zending begrepen. Wat doen eigen
lijk onze gemeenten en vereenigingen nog
weinig
Eene nieuice roepstem„uit den schoot der
aarde" (Ds. Lion Cachet) kwam dezer dagen
tot onze zendingskringen, nl. om een leeraar
onder de 1500 dwangarbeiders in de kolen
mijnen bij 't meer van Singkarab (Soematra).
Deze roepstem ging uit van een ambtenaar,
aldaar voor den aanleg van een spoorweg
werkzaam. Moge zij gehoord worden
Onze zendingslectuur werd o. a. vermeer
derd met
vr. e. r. jxruyr, trescnieaems van liet
Ned. Zendelinggenootschap.
Ds. H. Dijkstra, Het Evangelie in onze
Oost II.
Ds. H. G. Schneider, „Toto", een bezoek
aan Paramaribo enz.
't Boeiend reisverhaal van ds. F. Lion
Cachet verscheen nog slechts tot de 3e
afl., terwijl Nijlands „Schetsen uit Insn-
linde" voltooid werden.Eerstdaags verschijnt
daarbij eene verkleinde uitgave der Zen-
dingskaart. Met name dit werk is een ware
aanwinst, niet 't minst voor onze christelijke
onderwijzers, maar ook voor allen die in
Indië en de Zending belang stellen. „De
Macedoniër" hield op te verschijnen, of
liever smolt samen met „De vrije Kerk".
We beschouwden in 't bovenstaande
slechts de materiëele zijde van de ge
schiedenis onzer .Zending in 't verloopen
jaar.'t Is moeilijk ook van hare geestelijke
aanwinsten en verliezen de balans op te
maken. Geschiedt 't zaaien voor een deel
in 't openbaar 't ontkiemen des zaad
korrels geschiedt in 't verborgen en de
vrucht wordt eigenlijk slechts gemaaid ten
jongsten dage wat wij hier zien is hoog
stens een opwassen en een rijp worden.
Dit mochten onze Broeders op den Zendings
akker ook in 1893 niet zelden waarnemen;
wij verblijden ons met hen.
Hoe ging 't met de belangstelling voor
de Zending, in de Gemeente Zooals 't
vorige jaren ging een deel der Christenen
gevoelt ook ten deze de roeping en haar
gewicht de massa blijft houd. 't Is ei
genlijk ontzettend Christenen, oorspron
kelijk uit de Heidenen, die voor de pre
diking onder de Heidenen geen hart heb
ben. Wij gelooven al ontzeggen wij
aan kerkelijke vraagstukken eene gewich
tige beteekenis niet dat 't te wenschen
ware, dat men ten onzent er meer naar
streefde, te letten eerstens op wat ons ver-
eenigt, daarna op wat ons onderscheidt (maar
niet scheiden mag). Onder Tt geen ons
die den naam „Christenen" dragen veree-
nigt, tellen wij niet in de laatste plaats,
de roeping om 't Evangelie te prediken
aHen creaturen.
Groeie in dit jaar in de Gemeente 't be
sef, dat er geen tijd voor broederstrijd is,
zoolang 3/s der menschheid nog omzwerft,
zonder kennisse van God en van Zijnen
Christus.
Nederlandsche Zendingsveree-
niging.
Br. S. Van Eendenburg doopte te Soe-
kaboemi 5 Chineezen, onder weike vooral
één, Jap Sam Jang, op zijn verzoek Petrus
bijgenaamd, eene aanwinst voor de Gemeen
te schijnt. Hij is een gegoed handelaar,
die vrij- en kloekmoedig zijn Heiland be
lijdt, overal, waar hij daartoe gelegenheid
vindt. Zijn wandel is daarmede in goede
overeenstemming. Met vrouw en dochter
ontving hij 't toeken des Vorbonds. Hij
en ook de andere dorpelingen hadden vrij
wat wederstand 't hoofd te bieden gehad,
eer zij toetraden evenwel zij waren staan
de gebleven.
Te Tjiandjoer werd 't bouwvallig kerkje
door een nieuw vervangen. Hiertoe ver
leende ook de adsistent-resident ongevergd
zijne medewerking, zoodat Br. Van Een
denburg mag schrijven: „ik ondervond bij
den bouw de hulp van God en menschen
en was daarin zeer voorspoedig.'* Bij de
ingebruikneming sprak ook Br. Albers, die
vroeger te Tjiandjoer arbeidde en die zich
hartelijk verblijden mocht in den zegen,
door zijn vroegere Gemeente genoten.
De BB. Pennings en Alkema kwamen,
na voorspoedige reis, waarop zij vaak ge
legenheid hadden, 't Evangelie hunnen me
dereizigers te brengen, 20 Nov. in Indië
aan.
De N.Z.V. verkocht in 1893 voor f6IO
postzegels en briefkaarten. f
Utrechtsche Zendingsvereeni-
g'ng
1. Mansinam. Nieuw-Guinea
De berichten, welke Br. Van Hasselt
zond, melden, dat op zijne standplaats den
verloopen zomer vele ziekten (influenza
enz.) heerschten, waaraan enkelen stierven.
De Guineesche berichten zijn in den regel
niet zeer bemoedigend. Wie geen zendings-
nieuws begeert, dan waarin van groote
uitbreiding der Gemeenten sprake is, moet
deze laten liggen wie daarentegen zich
eenigszins de zelfverloochening van gedul
dig werken en wachten wil voorstellen,
vindt op het veld daartoe stoffe te over.
2. Boeroe.
Br. Storm doopte in de 1ste helft des
vorigen jaars 51 personen. Hij voegt aan
het bericht toe „hoe zou ik mij verblijden,
wanneer ik eens van eenigen kon vermel
den, dat zij met den Heiligen Geest ge
doopt warenOok 't slachtoffer van 't
koppensnellen (zie 't vorig bericht) was een
doopcandidaat, die rustig en stil met ande
ren leefde. De moordenaar bleef verbor
gen. In Mei kwamen eenige aardschud-
dingen voor. De Boeroeneezen zorgen
slecht voor hunne kinderen. Niet zelden
komen zij zonder voedsel genoten te heb
ben naar school met 't verzoek om de
school te verzuimen en voedsel te gaan
zoeken. Eenigen tijd openbaarde zich te
Mefa een geest van lichtzinnigheid een
aantal gemeenteleden maakten zich aan
drankmisbruik schuldig. Ernstig hierover
bestraft, maakten zij allerlei verontschul
digingen, ja gaven zelfs te kennen, „dat
mijnheer baas was in de kerk, maar daar
buiten niets te zeggen had." Doch een
der lidmaten antwoordde op dit zeggen
„Mijnheer is hier toch gekomen, om ons
te leeren, en als wij verkeerd doen, be
hoort mijnheer 't ons toch te zeggen." En-
Keie nieuwe goeroes (Helpers) worden aan
gesteld.
3. Hahnaheira.
Uit een schrijven van Br. Van Dijken,
den ijverigen en getrouwen arbeider van
Duma nemen wij eene levendige beschrij
ving over van 't leven der Alfoeren daar
omtrent. Hij meldt: (Aug. j.l.)
„De stille tijd is op Galela weer voorbij
De rijstoogst is afgeloopen, de schuren zijn
goed gevuld, de feesttrom staat gereed
de offerpotten bevinden zich op de tafels,
oud en jong trekt de beenen in de maat
en straks danst alles om en bij het altaar.
Door het zaaien en het oogsten wordt bij
de Alfoeren het jaar in twee deelen ver
deeld. In de eerste helft loopen allen weg
en doet ieder zijn eigen werk, binnen de
grenzen van zijn eigen akker, in de tweede
helft bestaat er geen grens meer, dan is
elke woning een feestterrein, waar de
trommelslag tot deelneming uitnoodigt. Zoo
was 't voor 30 jaren, zoo is het nog en
als men op Galela geen Duma ontmoette
zou men twijfelmoedig worden."
Weer eennieuw evangelisatiemiddel werd
beproefd 2 jeugdige mannen met 't Evan
gelie rondgezonden, om hieruit voor te
lezen en te spreken, waar maar hoorders
te vinden waren. Bij sommigen wordt hier
door belangstelling gewekt „maar ook
het uitlachen en bespotten ontbreekt niet
en de meeste vrouwen zijn bevreesd, dat
de geesten door 't lezen zullen vluchten.
Het Bchijnt, dat men van het groote getal
geesten er nog niet één kan missen. Wij
hopen echter", schrijft v. D., „met deze
wijze van christianiseeren voort te gaan.
Te Duma gaat alles gelukkig voorspoe
dig. De arbeid ging niet zonder moeite,
maar toch geregeld voort. Een blijvende
smart is, dat van Duma geen kracht uit
gaat op de bevolking daarbuitendaar
loopen stootende bokken in de weide." Br.
Van Dijken heeft thans 32 kleintjes in
zijne woning, die later wellicht een zegen
voor de Gemeente kunnen worden. He
laas, dat de meesten, plm, 13 jaar gewor
den, hunkeren naar de hcidensche feesten
en alle hoop teleurstellen. Toch zal ook
deze arbeid „niet ijdel zijn in den Heere".
t
Java-Comité.
Bondowoso.
Br. Van der Spiegel mocht een paar
jongelingen doopen, van wie hij hopen mag,
dat zij waardige leden der Gemeente zullen
worden. Te Bondowoso is een opgewekt
godsdienstig leven onder de Mohammedanen
en dus is iedere uitbreiding der Gemeente
eene overwinning, niet zonder strijd ver
kregen en dies des te heerlijker en kost
baarder. Opmerkelijk is 't, dat hier ook
de leeraar van den Islam de samenkomsten
der Gemeente bezoekt, benevens eenige
inlandsche ambtenaars, o. a. de Javaansche
dokter. De genoemde leeraar zei, nadat
y. d. S. hem enkele Bijbelsche platen ge
toond had: „Nu gelooven we ook wat
mijnheer zegt als de geschiedenis niet be
stond, bestonden ook de platen niet. Na
tuurlijk moeten volken, die nog op den
trap der ontwikkeling van een kind staan,
ook als kinderen geleid worden. Maar zijn
niet kinderen veelmalen ontvankelijker
voor de zaden des Evangelie's dan ouderen
Soember-Pakem.
Waar ook Br. Dekker van eenigen zegen
mag spreken, wijst hij tevens op de tegen
werking door de Mohammedaansche goe-
roe's, die door allerlei verhalen en voor
stellingen trachten, 'tvolk van de blanken
afkeerig te maken. We stippen dit o. a.
aan, als een nierrw voorbeeld van 't gevaar,
dat in den Islam gelegen is voor onze
macht in Indië. En desniettegenstaande is
men eerst in den laatsten tijd niet 't
minst door den invloed van wijlen mr.
Keuchenius begonnen, dit in te zien,
terwijl men vroeger steeds 't Christendom
als staatsgevaadlijk en 't Mohammedanisme
als onschadelijk beschouwde.
Onze Zending in Egypte.
1. Kerk en Colportage arbeid van den
heer J. H. Spillenaar.
Br. Spillenaar moest in Sept. eene operatie
aan den linkervoet ondergaan in 't hospitaal
te Kaïro. Leed hij veel nog veel grooter
en droeviger lijden zag hij rondom zich
bitter gevolg van den dienst der zonde, die
de ziel verwoestend, ook 't lichaam verderft.
Hij mocht ooh hier voor enkelen een bode
des Evangelies zijn. Zeer roemt hij den
ijver en de toewijding der diakonessen. Na
zijn herstel vierde de Gemeente een gezegend
Avondmaal. Hierbij zat ook eene nieuwe
linge aan, de schoonmoeder van den Arabi-
schen onderwijzer, die vroeger in de duister
nis des on- en bijgeloofs verzonken was en
aan toevallen leed, die onwillekeurig doen
denken aan die der gedaemoniseerden in
den tijd van 's Heeren aardsclie leven. De
Heiland, Die toen de onreine geesten gebood,
genas ook haarna aarzeling en strijd,
trad zij met beslistheid tot de Gemeente
toe eene verhooring des gebeds van hare
dochter, die uitriep, toen hare moeder aan
Spillenaar haren wensch te kennen gaf
„Och Heere, Gij alleen weet, hoe lang ik
dit voor mijne moeder begeerd heb."
Op een colportagereis werd Br. Sp. be
zocht door een Kopt, die zich beroemde,
den Heere lief te hebben terwijl hij be
dwelmd was van het bierdrinken. Toen
Sp. hem berispte, beriep hij zich op 1 Tim.
5 23 en op 's Heilands eerste wonder te
Kana en zei„als ik 's avonds minder dan
tien glazen bier drink, dan word ik ziek."
Heeft Egypte alleen zulke belijders Ach,
dat 't zoo ware
2. De Scholen arbeid van den heer A.
de Vlieger.
De school te Calionb, die pl. m. 90 leer
lingen telt, gaat geregeld voort die te
Barrage, een plaats waar vele ambtenaren
wonen, en veel wanorde en onzedelijkheid
heerscht, werd in een kruitmagazijn, dat
nu voor bergplaats van hout diende (en
waarin 't „spookte den 18den Sept. 1.1.
goopend met 70 leerlingen. De Egyptische
ambtenaren hebben met de meeste welwil
lendheid geholpen, om een geschikt gebouw
te verkrijgen.
De Vlieger deelt nog eene merkwaardige
bijzonderheid mee, betreffende de afwisseling
die Egypte biedt. Bij 't Zendingshuis ligt
een stuk lands, dat in 't begin van 1893
onder water stond vervolgens eenige
maanden tot marktplein diende vervolgens
geploegd en met maïs bezaaid werd 12
Juli. Deze stond een maand later 1 M.
60 cM. hoog en werd 18 Sept. geoogst.
Toen werd 'tNijlwater over 't veld ge
bracht en 22 Sept. vingen de leerlingen
der school er verscheidene groote visschen.
Het Hoofdbestuur van de Holl. Maat
schappij voor Landbouwheeft overwogen
wat gedaan kan worden ter verbetering en
bevordering van het landbouwcrediet op
korten termijn. Het beschouwt het als
vergeefsche moeite bij regeering of volks
vertegenwoordiging aan te dringen op op
richting van staatswege van credietinstel-
lingen en acht Eigen Hulp onder die
omstand-gheden wel 't best wat de Neder
landsche landbouwers in 't oog moeten
houden.
Een hernieuwde poging, om het crediet
ten plattelande door bemiddeling eener
centrale, krachtige Bank te organiseeren,
komt het hoofdbestuur niet raadzaam voor
en daarom vestigt het de aandacht op de
zoogenaamde coöperatieve spaar- en voorschot
kassen volgens liet stelsel van Raifeisen,
Het meent dat langs voormelden coöpera
tieven weg verbetering in den toestand
van den landbouw is te brengen.
Ook op de groote voordeelen, die coöpe
ratie ook met andere doeleinden kan hebben
voor den landbouw, zooals op gezamenlijken
inkoop van zaaizaden, meststoffen enz, en op
de coöperatieve verkoop-vereenigingen.
Naar men meldt, zou men er in ge
slaagd zijn, den naam te ondekken van
het stoomschip, dat de vorige week hij
dikken mist do Hnllboot Minister Tak van
Poortvliel'annvoeT. 't Blijkt te zijnliet stoom
schip Regalia, te Londen thuis behoorende,
doch thans te Sunderland liggende.
Te Oudvosmeer keerde verleden
week een gezin dat eenige jaren geleden
naar Argenfinië vertrok, van daar terug,
na armoede geleden te liehhen, hier haast
onbekend. Door behulp van een Duitscher
te Rosario werden de noodige middelen
bijeengebracht om liet gezir, bestaande,
uit vader en drie kinderen, wijl moeder
in het vreemde land is gestorven, te doen
terugkomen. Dit is het derde gezin uit
die gemeente, dat daartoe in de gelegen
heid werd gesteld de beide andere, het
eene uit vrouw en vier het andere uit
vrouw en twee kinderen bestaande, hadden
hun hoofd en kostwinner in den vreemde
verloren.
Hoedekenskerke. Het Rijkstelegraaf-
kantoor met telefoondienst alhier blijft tot
nader bericht gesloten.
Middelburg. Heden Maandag kwam
alhier gesleept aan het ss. Laicoe (ex-Zuid
Holland) in rep. zijnde bij de Koninklijke
Maatschappij „de Schelde" te Vlissingen om
in het Prins Hendrikdok te worden gezet
en alsdan verlengd te worden. Het schip
is in 1882 op eene Engelsche werf gebouwd
en zal, naar wij reeds meldden, ongeveer 36
voet langer gemaakt worden en verder een
zelfde verandering ondergaan als het s s.
„Batavia."
Krabbendijke. Onder de stroop-
lustige menschen in onze omgeving mag
ook de 16 jarige Jantje H. geteld worden
die reeds drie maal werd bekeurd voor
den wildstrik. Eenige dagen geleden liep
hij zijn vierde verbaal op wegens verboden
jagen. Dit manneke, van beroep tevens bode
op Bergen op Zoom, moest voor den heer
Goossen uit den Fredericapolder een geweer
ter reperatie daarheen medenemenhij
achtte zich daardoor maar bevoegd om
den aangrenzenden polder af te jagen. Hij
werd gesnapt en het geweer, waarmede hij
een boodschap moest gaan doen, werd in
beslag genomen.
Hansweert. Door den Rijksveldwach
ter en den Gemeenteveldwachter alhier is
proces verbaal opgemaakt tegen zekeren J. S.
wegens diefstal van chocolade uit een winkel
alhier. Deze persoon wordt ook nog ver
dacht van andere diefstallen.
Zierikzee. De heer J. van Oversteeg
sprak donderdagavond in de Chr. School
te Zierikzee voor de Geref. Jongelings-
vereeninging „In Gods Woord zij önze
kracht", over „De zegen van Jafeth", (En
God breide Jafeth uit"). Spreker behandelde
daarbij verschillende zaken. Onder meer
zette hij uiteen dat God, wiens eere we in
alles hebben te zoeken, de gave der kun
sten aan Jafeth heeft toevertrouwd, en
dat de Chr. J.V. meer zegeningen ge
niet op het terrein der (al)gemeene dan
op dat der bijzondere genade; dat ze
dus bijv. geen zending mag drijven, wijl
dit is het werk der kerk.
Op het laatste punt weerspraken hem
enkele vrienden die de zondagscholen,
„gedreven" door de C. J. Y., warm ver
dedigden. De spreker weerlegde hen en de
heer Mulder, hoofd der chr. school eindigde
met dankzegging.
Brouwershaven. Ook de C. J. V.
alhier ontving Zaterdagavond bezoek van
den heer Boot, die veor de vrienden, den oor
sprong, het doel, de samenbinding en den
groei der J. V. en de roeping der kerk
tegenover dezelve uiteenzette. Van de gele
genheid tot debat werd geen gebruikgemaakt.
Zekere G. te Meersen (L,) die het
bovenhuis zijner woning bewoonde, kreeg
twist met zijn huurder, die in het beneden
gedeelte resideerde. De twist liep hoog en
C. ontving duchtige oorvijgen. Nu zon C.
op wraak en om zijn ongemakkelijken huis
bewoner te verdrijven. Buiten diens wetens
metselde hij op zijne kamer eene plaat
dwars in den schoorsteen van zijn huurder,
Probatum est. Telkens vulde zich nu de
onderkamer met eene dichte wolk van rook
en de huurder, die niet tegen die rookkuur
bestand bleek te zijn, besloot tot eene
spoedige verhuizing, tot groot pleizier van
C., die in zijn nopjes was over zijn wel-
gelukt plan.
Te Kortezwaag viel een 14
jarige zoon eener weduwe door een mis-
sprong van eene in beweging zijude kar
en werd door het voertuig verpletterd.—
Te Amsterdam verdronk een jongen,
die zijn 15jarigen broeder die te water
geraakt was, redden wou. Ook de broeder
schoon door andeaen gered, zal aan de
gevolgen sterven.
Een venter die in een krankzinni
gengesticht is verpleegd geweest, heeft Za
terdag op den weg te Üdenhout een
oude vrouw met een kogel dwars door het
hoofd geschoten. De 'vrouw was terstond
dood.
Het grootste spoorwegstation. Londen
zal weldra het grootste spoorwegstation der
wereld bezitten.
De verbouwing van het Liverpoolstreet-
station nadert hare voltooiing. Het zal een
oppervlakte van 15 acres beslaan.
De werken hebben 2 jaar geduurd. Bijna
100.000 M3. gronds moest uitgegraven
worden. Acht nieuwe lijnen en acht nieuwe
perrons, waarvan vier eene lengte van
500 Eng. voet hebben, en een vijfde een
van 700 Eng. voet, zijn aangelegd, en onder
één kap vereenigd, met een rangeerterrein
van 90 bij 210 Eng. voet. Yoor de over
kapping zijn gebruikt 15000 tons ijzer.
Het station zal door booglampen, de kantoren
zullen door gloeilampen worden verlicht
de krachtige stroom hiervoor henoodigd,
zal tevens de beweegkracht voor kranen
en dergelijke werktuigen leveren.
Een toegeeflijk abuis.
Dokter zus, en Notaris zoo, woonden
in een dorp als goede gehuren naast elkaar.
In een stikdonkeren nacht, terwijl de
regen bij stroomen viel, èn gurewindvla-
gen de buien vergezelden, werd er hevig
bij den Notaris gescheld.
Ontsteld springt deze ten bedde uit, opent
het raam en vraagt wat er gaande is.
,,'t Komplement en of mijnheer dadelijk
mee wil komen naar Graslust, de baas ia
erg naar," riep een boerenknecht hem toe.
In dit hondenweer was het niet erg
prettig een wandeling van ruim een uur
te maken, doch geld verzoet den arbeid
en 't zat er bij deu boer aan. Door deze
gedachte getroost, kleedde de Notaris' zich
en in een dikke jas gedoken vergezelde
hij den boodschapper.
Na ruim een half uur zwijgend naast
elkander te hebben gegaan hield de knecht
even halt, stopte zijn pijp, en sloeg vuur
door middel van een tondeldoos.
Bij het aanblazen nam hij de gestalte
van den notaris even op, en zei twijfe-
lend: ,,'k Zou haast zeggen: je lij kent me
wel wat klein voor den Dokter."
„Dokter 1" riep de Notaris woedend,
„moet je daar wezen, die woont naast me,
waarom schel je mij dan op, ik ben de
Notaris."
„Neem me niet kwalijk mijnheer", was
het antwoord, „maar ik ben in 't dorp
nog niet zoo goed bekend, vergissen is
menschelijk."
Een ellendige grap. Donderdagavond
werd groote onsteltenis te Neuilly-sur-Seine
veroorzaakt door een geweldigen slag, die
zelfs te Parijs gehoord zou zijn. In de
nabijheid van een villa, aan eene dame
behoorende, die op het oogenblik te Nizza
vertoeft, was een bom gesprongen, naar
het aanvankelijk heette. Spoedig echter
bleek, dat de „bom" niets anders was
geweest dan een doodgewoon sardinesblikje
waarin eenig los kruit, welks ontbranding
geen noemenswaardige schade kon veroor
zaken. Blijkbaar zijn dan ook slechts
„grappenmakers" aan het werk geweest.
Intusschen sprongen alle ruiten van een
serre, tot de villa behoorende, en schrikten
twee dames, die de villa juist passeerden,
zóó hevig, dat zij ondersteund naar hare
woning gebracht moosten worden.
Ook te Parijs worden de laatste dagen
allerlei „grappen" op hetzelfde gebied uit
gehaald. Zoo legt men groote blikken bus-
s en neer, waaraan een lont bevestigd is en
die ook overigens den indruk maken van
ontpfoffingswerktuigen. Wordt zoo'n bus
ontdekt, dan verzamelt zich, op een eer
biedigen afstand natuurlijk, een groote me
nigte men ziet elkaar verschrikt aan, be
kijkt dan weder het geheimzinnige voor
werp, bespreekt het geval tot eindelijk
een flink persoon op de „bom" afgaat. Maar
dan wordt ook hij toch behoedzaam, beziet
het ding van alle kanten, totdat hij een
deksel ontdekt. Dan vat hij moed on neemt
de bus op. De menigte, eerst een weinig
genaderd, deinst verschrikt terug. Maar
de flinke zal het leverenhij opent de
bus en er komt een doodgewone pot
met bloemen uit
Een verdwijnende stad.
Men herinnert zich de ramp van Schnei-
demiic waar de bodem ondermijnd werd
door een ondergrondsche verschuiving tenge
volge van wateraandrang.
Een dergelijke ramp treft thans het
stadje Eisleben. Het gevaar is daar zóó
groot, dat de overheid, naar aanleiding van
een rapport van ingenieurs betreffende den
toestand, de plaats ten spoedigste door de
bevolking laat ontruimen. De bodem wordt
langzaam maar zeker ondermijnd door on'
deraardsche stroomen reeds stortten ve-
scheidene huizen gedeeltelijk in en andere
staan op instorten.
Te Eisleben men weet het is in
1543 de groote Lüther overleden.
Christophilus, het Jaarhoekje van het
Nederlandsch Jongelingsverbond, over 1894,
verdient een uitvoeriger bespreking dan die
waarmede wij in een onzer voorgaande
nommers op dit jaarboekje de aandacht ves
tigden.
Daartoe bevat het te veel schoone bij
dragen. Wij noemen slechts die van dr.
Daubanton, ds. v. d. Brugghen, ds. ten Kate,
P. J. Kloppers, Prof. A. F. de S. Lobman,
ds. v. Melle en W. v. Oosterwijk Brnijn.
De portretten van dezen laatste en G. Willi
ams, twee der vaders van de Chr.Jonge-
lingsvereenigingen, sieren het. Veel zorg
blijkt ons ook aan den Kalender besteed.
Een bekwame hand schijnt hier aan het
werk te zijn geweest. Data en te behandelen
onderwerpen, en voor iedere maand een ge
vleugeld woord, het is met zorg bijeen
gezocht.
Voorts vindt men er alles in wat betrek
king heeft op de geschiedenis en den tegen-
woordigen toestand van den Bond, en een
opgaaf der Militairen Tehuizen, van welke
door onze jongelingen weldra weer een
vruchtbaar gebruik moge gemaakt wórden-
Het aantal jongelingsvereenigingen bij
het Verbond aangesloten bedraagt 195, met
.een totaal van 5539 leden. Voeg hierbij
het Friesch Verbond met 89 afdeelingen en
1620 leden het Luthcrsch Verbond met
9 afd. en 256 ledenhet Gereformeerd
Verhond met 190 afd. en ongeveer 4500
lodenen 182 C. J. V. die tot geen der
genoemde Bonden hehooren.
De redactie zorgde voor eenen degelijke"
inhoud en de uitgever op de bekende wijze
voor eene keurig nette uitvoering.
Wordt er vaak geklaagd dat deaigevaai-
digden onzer J. V. op de jaarfeesten in den
regel met overbekende voordrachten aan
komen, wat de feestelijke stemming maar