ZENDING. LANDBOUW. Gemengde Berichten. Leestafel. dé opvolger was van den beminden en beroemden dr. H. Q. Janssen. De heer van Riet was tegelijk met ds.v.E. candidaat, en wel bij het prov. kerkbestuurin Gelderland werd bevestigd in zijn eerste standplaats Dubbeldam den 14 Febr. 1869 en dient sinds 3 October 1875 de gemeente van Retranchement. Terugblik op den Zendings- arbeid in 1893. De Nederlandsche en de Utrechtscbe Zendingsvereenigingen zonden beide een tweetal broeders uit, deels naar nienwe arbeidsvelden. Ook 't personeel der Rijn- sclie Zending en dat van't Ned. Zendeling genootschap werden eenigszins vermeerderd. Een zoon van den Director der Utr. Z.V. ging naar Zuid Celebes, ten einde door Bijbelvertaling zoo mogelijk hier voor de Zending baan te breken. De Gereformeerde Kerken zonden bun' eersten zendeling-arts uit, in den persoon van Dr. Scbeurer. Daarentegen ontviel aan de N. Z.V. Br. Dijkstra, te Tjeribon, door den dood, en werd Br. Van Alphen op Soemba door de Ger. Kerken ontslagen. Enkele BB. met name van de Salatiga-Zending werden door krankheid verhinderd, geregeld hunnen ar beid te verrichten. Gevoelig werd de Zending, met name die der Ger. Kerken, getroffen door 't overlijden van mr. P. J. Elout van Soeterwoude en van mr. L. W. C. Keuchenius. De grijze Directeur van 't oudste Zendingsbuis te Rotterdam, de beer Van Neurenburg, gaf zijn taak als zoodanig in andere handen over. 't Hulpgenootschap der Zending van de Broedergemeente, te Zeist, vierde de ge dachtenis van zijn lOOjarige werkzaamheid. Een pas verschenen statistiek over de uitbreiding des Christendoms in onze Oost, van de band van Br. N. D. Scbuurmans, rustend Zendeling, geeft aan, dat 't getal Christenen in Indië ongeveer 285000 be draagt ongerekend de pl. m. 30000 roomscben op Flores en in de Minaliasa dat is ternauwernood 1 pCt. der gebeele bevolking een beschamend cijfer, 't Getal zendelingen is 95 daaronder ook die der Rijnscbe zending begrepen. Wat doen eigen lijk onze gemeenten en vereenigingen nog weinig Eene nieuice roepstem„uit den schoot der aarde" (Ds. Lion Cachet) kwam dezer dagen tot onze zendingskringen, nl. om een leeraar onder de 1500 dwangarbeiders in de kolen mijnen bij 't meer van Singkarab (Soematra). Deze roepstem ging uit van een ambtenaar, aldaar voor den aanleg van een spoorweg werkzaam. Moge zij gehoord worden Onze zendingslectuur werd o. a. vermeer derd met vr. e. r. jxruyr, trescnieaems van liet Ned. Zendelinggenootschap. Ds. H. Dijkstra, Het Evangelie in onze Oost II. Ds. H. G. Schneider, „Toto", een bezoek aan Paramaribo enz. 't Boeiend reisverhaal van ds. F. Lion Cachet verscheen nog slechts tot de 3e afl., terwijl Nijlands „Schetsen uit Insn- linde" voltooid werden.Eerstdaags verschijnt daarbij eene verkleinde uitgave der Zen- dingskaart. Met name dit werk is een ware aanwinst, niet 't minst voor onze christelijke onderwijzers, maar ook voor allen die in Indië en de Zending belang stellen. „De Macedoniër" hield op te verschijnen, of liever smolt samen met „De vrije Kerk". We beschouwden in 't bovenstaande slechts de materiëele zijde van de ge schiedenis onzer .Zending in 't verloopen jaar.'t Is moeilijk ook van hare geestelijke aanwinsten en verliezen de balans op te maken. Geschiedt 't zaaien voor een deel in 't openbaar 't ontkiemen des zaad korrels geschiedt in 't verborgen en de vrucht wordt eigenlijk slechts gemaaid ten jongsten dage wat wij hier zien is hoog stens een opwassen en een rijp worden. Dit mochten onze Broeders op den Zendings akker ook in 1893 niet zelden waarnemen; wij verblijden ons met hen. Hoe ging 't met de belangstelling voor de Zending, in de Gemeente Zooals 't vorige jaren ging een deel der Christenen gevoelt ook ten deze de roeping en haar gewicht de massa blijft houd. 't Is ei genlijk ontzettend Christenen, oorspron kelijk uit de Heidenen, die voor de pre diking onder de Heidenen geen hart heb ben. Wij gelooven al ontzeggen wij aan kerkelijke vraagstukken eene gewich tige beteekenis niet dat 't te wenschen ware, dat men ten onzent er meer naar streefde, te letten eerstens op wat ons ver- eenigt, daarna op wat ons onderscheidt (maar niet scheiden mag). Onder Tt geen ons die den naam „Christenen" dragen veree- nigt, tellen wij niet in de laatste plaats, de roeping om 't Evangelie te prediken aHen creaturen. Groeie in dit jaar in de Gemeente 't be sef, dat er geen tijd voor broederstrijd is, zoolang 3/s der menschheid nog omzwerft, zonder kennisse van God en van Zijnen Christus. Nederlandsche Zendingsveree- niging. Br. S. Van Eendenburg doopte te Soe- kaboemi 5 Chineezen, onder weike vooral één, Jap Sam Jang, op zijn verzoek Petrus bijgenaamd, eene aanwinst voor de Gemeen te schijnt. Hij is een gegoed handelaar, die vrij- en kloekmoedig zijn Heiland be lijdt, overal, waar hij daartoe gelegenheid vindt. Zijn wandel is daarmede in goede overeenstemming. Met vrouw en dochter ontving hij 't toeken des Vorbonds. Hij en ook de andere dorpelingen hadden vrij wat wederstand 't hoofd te bieden gehad, eer zij toetraden evenwel zij waren staan de gebleven. Te Tjiandjoer werd 't bouwvallig kerkje door een nieuw vervangen. Hiertoe ver leende ook de adsistent-resident ongevergd zijne medewerking, zoodat Br. Van Een denburg mag schrijven: „ik ondervond bij den bouw de hulp van God en menschen en was daarin zeer voorspoedig.'* Bij de ingebruikneming sprak ook Br. Albers, die vroeger te Tjiandjoer arbeidde en die zich hartelijk verblijden mocht in den zegen, door zijn vroegere Gemeente genoten. De BB. Pennings en Alkema kwamen, na voorspoedige reis, waarop zij vaak ge legenheid hadden, 't Evangelie hunnen me dereizigers te brengen, 20 Nov. in Indië aan. De N.Z.V. verkocht in 1893 voor f6IO postzegels en briefkaarten. f Utrechtsche Zendingsvereeni- g'ng 1. Mansinam. Nieuw-Guinea De berichten, welke Br. Van Hasselt zond, melden, dat op zijne standplaats den verloopen zomer vele ziekten (influenza enz.) heerschten, waaraan enkelen stierven. De Guineesche berichten zijn in den regel niet zeer bemoedigend. Wie geen zendings- nieuws begeert, dan waarin van groote uitbreiding der Gemeenten sprake is, moet deze laten liggen wie daarentegen zich eenigszins de zelfverloochening van gedul dig werken en wachten wil voorstellen, vindt op het veld daartoe stoffe te over. 2. Boeroe. Br. Storm doopte in de 1ste helft des vorigen jaars 51 personen. Hij voegt aan het bericht toe „hoe zou ik mij verblijden, wanneer ik eens van eenigen kon vermel den, dat zij met den Heiligen Geest ge doopt warenOok 't slachtoffer van 't koppensnellen (zie 't vorig bericht) was een doopcandidaat, die rustig en stil met ande ren leefde. De moordenaar bleef verbor gen. In Mei kwamen eenige aardschud- dingen voor. De Boeroeneezen zorgen slecht voor hunne kinderen. Niet zelden komen zij zonder voedsel genoten te heb ben naar school met 't verzoek om de school te verzuimen en voedsel te gaan zoeken. Eenigen tijd openbaarde zich te Mefa een geest van lichtzinnigheid een aantal gemeenteleden maakten zich aan drankmisbruik schuldig. Ernstig hierover bestraft, maakten zij allerlei verontschul digingen, ja gaven zelfs te kennen, „dat mijnheer baas was in de kerk, maar daar buiten niets te zeggen had." Doch een der lidmaten antwoordde op dit zeggen „Mijnheer is hier toch gekomen, om ons te leeren, en als wij verkeerd doen, be hoort mijnheer 't ons toch te zeggen." En- Keie nieuwe goeroes (Helpers) worden aan gesteld. 3. Hahnaheira. Uit een schrijven van Br. Van Dijken, den ijverigen en getrouwen arbeider van Duma nemen wij eene levendige beschrij ving over van 't leven der Alfoeren daar omtrent. Hij meldt: (Aug. j.l.) „De stille tijd is op Galela weer voorbij De rijstoogst is afgeloopen, de schuren zijn goed gevuld, de feesttrom staat gereed de offerpotten bevinden zich op de tafels, oud en jong trekt de beenen in de maat en straks danst alles om en bij het altaar. Door het zaaien en het oogsten wordt bij de Alfoeren het jaar in twee deelen ver deeld. In de eerste helft loopen allen weg en doet ieder zijn eigen werk, binnen de grenzen van zijn eigen akker, in de tweede helft bestaat er geen grens meer, dan is elke woning een feestterrein, waar de trommelslag tot deelneming uitnoodigt. Zoo was 't voor 30 jaren, zoo is het nog en als men op Galela geen Duma ontmoette zou men twijfelmoedig worden." Weer eennieuw evangelisatiemiddel werd beproefd 2 jeugdige mannen met 't Evan gelie rondgezonden, om hieruit voor te lezen en te spreken, waar maar hoorders te vinden waren. Bij sommigen wordt hier door belangstelling gewekt „maar ook het uitlachen en bespotten ontbreekt niet en de meeste vrouwen zijn bevreesd, dat de geesten door 't lezen zullen vluchten. Het Bchijnt, dat men van het groote getal geesten er nog niet één kan missen. Wij hopen echter", schrijft v. D., „met deze wijze van christianiseeren voort te gaan. Te Duma gaat alles gelukkig voorspoe dig. De arbeid ging niet zonder moeite, maar toch geregeld voort. Een blijvende smart is, dat van Duma geen kracht uit gaat op de bevolking daarbuitendaar loopen stootende bokken in de weide." Br. Van Dijken heeft thans 32 kleintjes in zijne woning, die later wellicht een zegen voor de Gemeente kunnen worden. He laas, dat de meesten, plm, 13 jaar gewor den, hunkeren naar de hcidensche feesten en alle hoop teleurstellen. Toch zal ook deze arbeid „niet ijdel zijn in den Heere". t Java-Comité. Bondowoso. Br. Van der Spiegel mocht een paar jongelingen doopen, van wie hij hopen mag, dat zij waardige leden der Gemeente zullen worden. Te Bondowoso is een opgewekt godsdienstig leven onder de Mohammedanen en dus is iedere uitbreiding der Gemeente eene overwinning, niet zonder strijd ver kregen en dies des te heerlijker en kost baarder. Opmerkelijk is 't, dat hier ook de leeraar van den Islam de samenkomsten der Gemeente bezoekt, benevens eenige inlandsche ambtenaars, o. a. de Javaansche dokter. De genoemde leeraar zei, nadat y. d. S. hem enkele Bijbelsche platen ge toond had: „Nu gelooven we ook wat mijnheer zegt als de geschiedenis niet be stond, bestonden ook de platen niet. Na tuurlijk moeten volken, die nog op den trap der ontwikkeling van een kind staan, ook als kinderen geleid worden. Maar zijn niet kinderen veelmalen ontvankelijker voor de zaden des Evangelie's dan ouderen Soember-Pakem. Waar ook Br. Dekker van eenigen zegen mag spreken, wijst hij tevens op de tegen werking door de Mohammedaansche goe- roe's, die door allerlei verhalen en voor stellingen trachten, 'tvolk van de blanken afkeerig te maken. We stippen dit o. a. aan, als een nierrw voorbeeld van 't gevaar, dat in den Islam gelegen is voor onze macht in Indië. En desniettegenstaande is men eerst in den laatsten tijd niet 't minst door den invloed van wijlen mr. Keuchenius begonnen, dit in te zien, terwijl men vroeger steeds 't Christendom als staatsgevaadlijk en 't Mohammedanisme als onschadelijk beschouwde. Onze Zending in Egypte. 1. Kerk en Colportage arbeid van den heer J. H. Spillenaar. Br. Spillenaar moest in Sept. eene operatie aan den linkervoet ondergaan in 't hospitaal te Kaïro. Leed hij veel nog veel grooter en droeviger lijden zag hij rondom zich bitter gevolg van den dienst der zonde, die de ziel verwoestend, ook 't lichaam verderft. Hij mocht ooh hier voor enkelen een bode des Evangelies zijn. Zeer roemt hij den ijver en de toewijding der diakonessen. Na zijn herstel vierde de Gemeente een gezegend Avondmaal. Hierbij zat ook eene nieuwe linge aan, de schoonmoeder van den Arabi- schen onderwijzer, die vroeger in de duister nis des on- en bijgeloofs verzonken was en aan toevallen leed, die onwillekeurig doen denken aan die der gedaemoniseerden in den tijd van 's Heeren aardsclie leven. De Heiland, Die toen de onreine geesten gebood, genas ook haarna aarzeling en strijd, trad zij met beslistheid tot de Gemeente toe eene verhooring des gebeds van hare dochter, die uitriep, toen hare moeder aan Spillenaar haren wensch te kennen gaf „Och Heere, Gij alleen weet, hoe lang ik dit voor mijne moeder begeerd heb." Op een colportagereis werd Br. Sp. be zocht door een Kopt, die zich beroemde, den Heere lief te hebben terwijl hij be dwelmd was van het bierdrinken. Toen Sp. hem berispte, beriep hij zich op 1 Tim. 5 23 en op 's Heilands eerste wonder te Kana en zei„als ik 's avonds minder dan tien glazen bier drink, dan word ik ziek." Heeft Egypte alleen zulke belijders Ach, dat 't zoo ware 2. De Scholen arbeid van den heer A. de Vlieger. De school te Calionb, die pl. m. 90 leer lingen telt, gaat geregeld voort die te Barrage, een plaats waar vele ambtenaren wonen, en veel wanorde en onzedelijkheid heerscht, werd in een kruitmagazijn, dat nu voor bergplaats van hout diende (en waarin 't „spookte den 18den Sept. 1.1. goopend met 70 leerlingen. De Egyptische ambtenaren hebben met de meeste welwil lendheid geholpen, om een geschikt gebouw te verkrijgen. De Vlieger deelt nog eene merkwaardige bijzonderheid mee, betreffende de afwisseling die Egypte biedt. Bij 't Zendingshuis ligt een stuk lands, dat in 't begin van 1893 onder water stond vervolgens eenige maanden tot marktplein diende vervolgens geploegd en met maïs bezaaid werd 12 Juli. Deze stond een maand later 1 M. 60 cM. hoog en werd 18 Sept. geoogst. Toen werd 'tNijlwater over 't veld ge bracht en 22 Sept. vingen de leerlingen der school er verscheidene groote visschen. Het Hoofdbestuur van de Holl. Maat schappij voor Landbouwheeft overwogen wat gedaan kan worden ter verbetering en bevordering van het landbouwcrediet op korten termijn. Het beschouwt het als vergeefsche moeite bij regeering of volks vertegenwoordiging aan te dringen op op richting van staatswege van credietinstel- lingen en acht Eigen Hulp onder die omstand-gheden wel 't best wat de Neder landsche landbouwers in 't oog moeten houden. Een hernieuwde poging, om het crediet ten plattelande door bemiddeling eener centrale, krachtige Bank te organiseeren, komt het hoofdbestuur niet raadzaam voor en daarom vestigt het de aandacht op de zoogenaamde coöperatieve spaar- en voorschot kassen volgens liet stelsel van Raifeisen, Het meent dat langs voormelden coöpera tieven weg verbetering in den toestand van den landbouw is te brengen. Ook op de groote voordeelen, die coöpe ratie ook met andere doeleinden kan hebben voor den landbouw, zooals op gezamenlijken inkoop van zaaizaden, meststoffen enz, en op de coöperatieve verkoop-vereenigingen. Naar men meldt, zou men er in ge slaagd zijn, den naam te ondekken van het stoomschip, dat de vorige week hij dikken mist do Hnllboot Minister Tak van Poortvliel'annvoeT. 't Blijkt te zijnliet stoom schip Regalia, te Londen thuis behoorende, doch thans te Sunderland liggende. Te Oudvosmeer keerde verleden week een gezin dat eenige jaren geleden naar Argenfinië vertrok, van daar terug, na armoede geleden te liehhen, hier haast onbekend. Door behulp van een Duitscher te Rosario werden de noodige middelen bijeengebracht om liet gezir, bestaande, uit vader en drie kinderen, wijl moeder in het vreemde land is gestorven, te doen terugkomen. Dit is het derde gezin uit die gemeente, dat daartoe in de gelegen heid werd gesteld de beide andere, het eene uit vrouw en vier het andere uit vrouw en twee kinderen bestaande, hadden hun hoofd en kostwinner in den vreemde verloren. Hoedekenskerke. Het Rijkstelegraaf- kantoor met telefoondienst alhier blijft tot nader bericht gesloten. Middelburg. Heden Maandag kwam alhier gesleept aan het ss. Laicoe (ex-Zuid Holland) in rep. zijnde bij de Koninklijke Maatschappij „de Schelde" te Vlissingen om in het Prins Hendrikdok te worden gezet en alsdan verlengd te worden. Het schip is in 1882 op eene Engelsche werf gebouwd en zal, naar wij reeds meldden, ongeveer 36 voet langer gemaakt worden en verder een zelfde verandering ondergaan als het s s. „Batavia." Krabbendijke. Onder de stroop- lustige menschen in onze omgeving mag ook de 16 jarige Jantje H. geteld worden die reeds drie maal werd bekeurd voor den wildstrik. Eenige dagen geleden liep hij zijn vierde verbaal op wegens verboden jagen. Dit manneke, van beroep tevens bode op Bergen op Zoom, moest voor den heer Goossen uit den Fredericapolder een geweer ter reperatie daarheen medenemenhij achtte zich daardoor maar bevoegd om den aangrenzenden polder af te jagen. Hij werd gesnapt en het geweer, waarmede hij een boodschap moest gaan doen, werd in beslag genomen. Hansweert. Door den Rijksveldwach ter en den Gemeenteveldwachter alhier is proces verbaal opgemaakt tegen zekeren J. S. wegens diefstal van chocolade uit een winkel alhier. Deze persoon wordt ook nog ver dacht van andere diefstallen. Zierikzee. De heer J. van Oversteeg sprak donderdagavond in de Chr. School te Zierikzee voor de Geref. Jongelings- vereeninging „In Gods Woord zij önze kracht", over „De zegen van Jafeth", (En God breide Jafeth uit"). Spreker behandelde daarbij verschillende zaken. Onder meer zette hij uiteen dat God, wiens eere we in alles hebben te zoeken, de gave der kun sten aan Jafeth heeft toevertrouwd, en dat de Chr. J.V. meer zegeningen ge niet op het terrein der (al)gemeene dan op dat der bijzondere genade; dat ze dus bijv. geen zending mag drijven, wijl dit is het werk der kerk. Op het laatste punt weerspraken hem enkele vrienden die de zondagscholen, „gedreven" door de C. J. Y., warm ver dedigden. De spreker weerlegde hen en de heer Mulder, hoofd der chr. school eindigde met dankzegging. Brouwershaven. Ook de C. J. V. alhier ontving Zaterdagavond bezoek van den heer Boot, die veor de vrienden, den oor sprong, het doel, de samenbinding en den groei der J. V. en de roeping der kerk tegenover dezelve uiteenzette. Van de gele genheid tot debat werd geen gebruikgemaakt. Zekere G. te Meersen (L,) die het bovenhuis zijner woning bewoonde, kreeg twist met zijn huurder, die in het beneden gedeelte resideerde. De twist liep hoog en C. ontving duchtige oorvijgen. Nu zon C. op wraak en om zijn ongemakkelijken huis bewoner te verdrijven. Buiten diens wetens metselde hij op zijne kamer eene plaat dwars in den schoorsteen van zijn huurder, Probatum est. Telkens vulde zich nu de onderkamer met eene dichte wolk van rook en de huurder, die niet tegen die rookkuur bestand bleek te zijn, besloot tot eene spoedige verhuizing, tot groot pleizier van C., die in zijn nopjes was over zijn wel- gelukt plan. Te Kortezwaag viel een 14 jarige zoon eener weduwe door een mis- sprong van eene in beweging zijude kar en werd door het voertuig verpletterd.— Te Amsterdam verdronk een jongen, die zijn 15jarigen broeder die te water geraakt was, redden wou. Ook de broeder schoon door andeaen gered, zal aan de gevolgen sterven. Een venter die in een krankzinni gengesticht is verpleegd geweest, heeft Za terdag op den weg te Üdenhout een oude vrouw met een kogel dwars door het hoofd geschoten. De 'vrouw was terstond dood. Het grootste spoorwegstation. Londen zal weldra het grootste spoorwegstation der wereld bezitten. De verbouwing van het Liverpoolstreet- station nadert hare voltooiing. Het zal een oppervlakte van 15 acres beslaan. De werken hebben 2 jaar geduurd. Bijna 100.000 M3. gronds moest uitgegraven worden. Acht nieuwe lijnen en acht nieuwe perrons, waarvan vier eene lengte van 500 Eng. voet hebben, en een vijfde een van 700 Eng. voet, zijn aangelegd, en onder één kap vereenigd, met een rangeerterrein van 90 bij 210 Eng. voet. Yoor de over kapping zijn gebruikt 15000 tons ijzer. Het station zal door booglampen, de kantoren zullen door gloeilampen worden verlicht de krachtige stroom hiervoor henoodigd, zal tevens de beweegkracht voor kranen en dergelijke werktuigen leveren. Een toegeeflijk abuis. Dokter zus, en Notaris zoo, woonden in een dorp als goede gehuren naast elkaar. In een stikdonkeren nacht, terwijl de regen bij stroomen viel, èn gurewindvla- gen de buien vergezelden, werd er hevig bij den Notaris gescheld. Ontsteld springt deze ten bedde uit, opent het raam en vraagt wat er gaande is. ,,'t Komplement en of mijnheer dadelijk mee wil komen naar Graslust, de baas ia erg naar," riep een boerenknecht hem toe. In dit hondenweer was het niet erg prettig een wandeling van ruim een uur te maken, doch geld verzoet den arbeid en 't zat er bij deu boer aan. Door deze gedachte getroost, kleedde de Notaris' zich en in een dikke jas gedoken vergezelde hij den boodschapper. Na ruim een half uur zwijgend naast elkander te hebben gegaan hield de knecht even halt, stopte zijn pijp, en sloeg vuur door middel van een tondeldoos. Bij het aanblazen nam hij de gestalte van den notaris even op, en zei twijfe- lend: ,,'k Zou haast zeggen: je lij kent me wel wat klein voor den Dokter." „Dokter 1" riep de Notaris woedend, „moet je daar wezen, die woont naast me, waarom schel je mij dan op, ik ben de Notaris." „Neem me niet kwalijk mijnheer", was het antwoord, „maar ik ben in 't dorp nog niet zoo goed bekend, vergissen is menschelijk." Een ellendige grap. Donderdagavond werd groote onsteltenis te Neuilly-sur-Seine veroorzaakt door een geweldigen slag, die zelfs te Parijs gehoord zou zijn. In de nabijheid van een villa, aan eene dame behoorende, die op het oogenblik te Nizza vertoeft, was een bom gesprongen, naar het aanvankelijk heette. Spoedig echter bleek, dat de „bom" niets anders was geweest dan een doodgewoon sardinesblikje waarin eenig los kruit, welks ontbranding geen noemenswaardige schade kon veroor zaken. Blijkbaar zijn dan ook slechts „grappenmakers" aan het werk geweest. Intusschen sprongen alle ruiten van een serre, tot de villa behoorende, en schrikten twee dames, die de villa juist passeerden, zóó hevig, dat zij ondersteund naar hare woning gebracht moosten worden. Ook te Parijs worden de laatste dagen allerlei „grappen" op hetzelfde gebied uit gehaald. Zoo legt men groote blikken bus- s en neer, waaraan een lont bevestigd is en die ook overigens den indruk maken van ontpfoffingswerktuigen. Wordt zoo'n bus ontdekt, dan verzamelt zich, op een eer biedigen afstand natuurlijk, een groote me nigte men ziet elkaar verschrikt aan, be kijkt dan weder het geheimzinnige voor werp, bespreekt het geval tot eindelijk een flink persoon op de „bom" afgaat. Maar dan wordt ook hij toch behoedzaam, beziet het ding van alle kanten, totdat hij een deksel ontdekt. Dan vat hij moed on neemt de bus op. De menigte, eerst een weinig genaderd, deinst verschrikt terug. Maar de flinke zal het leverenhij opent de bus en er komt een doodgewone pot met bloemen uit Een verdwijnende stad. Men herinnert zich de ramp van Schnei- demiic waar de bodem ondermijnd werd door een ondergrondsche verschuiving tenge volge van wateraandrang. Een dergelijke ramp treft thans het stadje Eisleben. Het gevaar is daar zóó groot, dat de overheid, naar aanleiding van een rapport van ingenieurs betreffende den toestand, de plaats ten spoedigste door de bevolking laat ontruimen. De bodem wordt langzaam maar zeker ondermijnd door on' deraardsche stroomen reeds stortten ve- scheidene huizen gedeeltelijk in en andere staan op instorten. Te Eisleben men weet het is in 1543 de groote Lüther overleden. Christophilus, het Jaarhoekje van het Nederlandsch Jongelingsverbond, over 1894, verdient een uitvoeriger bespreking dan die waarmede wij in een onzer voorgaande nommers op dit jaarboekje de aandacht ves tigden. Daartoe bevat het te veel schoone bij dragen. Wij noemen slechts die van dr. Daubanton, ds. v. d. Brugghen, ds. ten Kate, P. J. Kloppers, Prof. A. F. de S. Lobman, ds. v. Melle en W. v. Oosterwijk Brnijn. De portretten van dezen laatste en G. Willi ams, twee der vaders van de Chr.Jonge- lingsvereenigingen, sieren het. Veel zorg blijkt ons ook aan den Kalender besteed. Een bekwame hand schijnt hier aan het werk te zijn geweest. Data en te behandelen onderwerpen, en voor iedere maand een ge vleugeld woord, het is met zorg bijeen gezocht. Voorts vindt men er alles in wat betrek king heeft op de geschiedenis en den tegen- woordigen toestand van den Bond, en een opgaaf der Militairen Tehuizen, van welke door onze jongelingen weldra weer een vruchtbaar gebruik moge gemaakt wórden- Het aantal jongelingsvereenigingen bij het Verbond aangesloten bedraagt 195, met .een totaal van 5539 leden. Voeg hierbij het Friesch Verbond met 89 afdeelingen en 1620 leden het Luthcrsch Verbond met 9 afd. en 256 ledenhet Gereformeerd Verhond met 190 afd. en ongeveer 4500 lodenen 182 C. J. V. die tot geen der genoemde Bonden hehooren. De redactie zorgde voor eenen degelijke" inhoud en de uitgever op de bekende wijze voor eene keurig nette uitvoering. Wordt er vaak geklaagd dat deaigevaai- digden onzer J. V. op de jaarfeesten in den regel met overbekende voordrachten aan komen, wat de feestelijke stemming maar

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1894 | | pagina 2