4,
I
NIEU
VOOR ZEELAN
CHRISTELIJK
HISTORISCH
Jhr. Mr. A. F. De
Savorniii Lobman
Jhr. Mr. A. F.
Savornïn Lokman.
EXTRA VERKIEZINGSNUMMER yan de antirev. kiesvereenigingen in het district GOES.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
n.
laldeghem,
Aan de Kiezers in liet Kies
district Goes.
Volksinvloed.
NEDERLAND
van Goes
ond -- wat door
n kiezersplichf, en
egroeten.
lesvereeniffinff
ngmeester.
Secretaris.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p p0,95.
Enkele nummers0,02".
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel
meer 10 cent.
'Si
n,
z-
i.
rrten artikelen voor
Tafel-, Dessert-, Sla-
rmessen, Trocarts en
eu wste kapperscliaai
navel- en kinder.
toren.
iiidienst
reenwicli.)
draaibrug 6,23, 8,28,
r Mald'eghem 5,31,
5,20, 8,26.
ir Draaibrug 7,45,
Breskens 6,50, 8,50,
luis 5,31, 6,0, 7,43,
12, 5,25, 7,40, 8,24.
rug 5,51, 6,29, 8,15,
7,20, 8,3, 8,43.
I-OP ZOOM-THOLEN
naar Tholen, 5,30,
5,30, 7,40.
rgen-op-Zoom 6,10,
6,15, 8,30
p-Zoom n. Halsteren
raar Tliolen 15 min.
tt D I E S T.
IDDELBURG-
narkt) 4,50, 6,
12,30, 1,15, 2,—,
5,55, 6,55, 7,45,
Vlissingen (Zeil-
10,15, 11,45, 12,35,
20, 5,5, 6,7,—,
11
IENST
VEER—GOES,
van Dinsdag'
en 5,
2,54f, (Slot
vertrek V eer
Oostende)
ering
,5f
21f,
ndags
s (Slot
n dienst
Wij liebben dit verltiezinsgnonuner
zoo tijdig verzonden, dat het, zelfs
lij de verst afivonenden, voor den
iondag, dus uiterlijk Zaterdagavond,
tau bezorgd ziju.
Mochten er onder onze vrienden
'zijn die te weten konten dat enkelen,
vooral der verst afwonenden, geen
verkiezingsnommer ontvingen, dan
verzoeken we hun dit aan den uit
gever G. M. Kleinkerk te Goes te
doen weten
Maar hierover zijn wij het toch
allen eens, van welke richting gij
ook zijt, een staatsman van zijne
bekwaamheden dient tenminste ver
vangen te worden door een, die hem
in karakter en godsvrucht, in erva
ring en belezenheid, in staatsmans
wijsheid en zeggenskracht het meest
nabijkomt.
En gij weet het dat kan op
het oogenhlik niemand anders zijn
dan de oud-minister, ons vroegere
kamerlid, de heer
Nauwelijks heeft het nieuwe jaar
zich voor ons ontsloten of de stem
bus roept ons tot het vervullen van
onzen kiezersplicht.
Het nieuwe jaar, beeld van nieuw
leven, is ook in dit opzicht niet los
te denken van zijn gestorven voor
ganger, van het oude jaar dat ons
van vergankelijkheid en van wisse
ling spreekt.
Zoo is ook deze welhaast open
stembus een predikster van den dood.
Van den dood, die ons spaaide,
maar die van onze medekiezers in het
afgeloopen jaar vele ten grave sleepte
en ons onzen bekwamen volksver
tegenwoordiger, mi'. L. W. C. Keu-
chenius, rooide.
Den 16 December 1893 is hij naar
wij gelooven mogenin zijnen Heere
en Heiland ontslapen.
Ontslapen na een vreeseljjk, met ge
duld en zelfverloochening gedragen lijden.
Vriend en tegenstander getuigden bj
zijn graf dat h j een groot man was, die
zijne rjke talenten besteed heeft ten nutte
van zijn land met eene voorbeeldige
nauwgezetheid.
Wjj voegen er bj dat hj zjn Ileiland
lief had en uit die liefde, uit het geloof,
in 's Lands Hooge Vergaderzaal vaak
getuigd en gesproken heeft.
Hem te moeten missen is velen in dit
kieBdictriot een oorzaak van groote smart
eene smart, die slechts getemperd wordt
door de herinnering aan de eer dat w j
zulk een staatsman zj het voor be-
trekkeljk korten tjd tot twee malen
toe mochten afvaardigen.
Hem te vervangen want het leven
in onze dagen staat nooit stil hem te
vervangen i» de taak die u bj dezen
*erd op de hand gezeten waarvan
u op aanstaanden Dinsdag 9 Januari
fusschen 9 en 4 uren zoo het maar
eenigszins kan zult hebben te kwjten.
Hem te vervangen is eene moeie-
'ijke en een gemakkelijke taak.
Een moeilijke taak, als wij letten
°P den persoon die vervangen moet
Worden.
Een gemakkelijke taak als wij zien
naar den man die hem vervangen
Za'' z°e gij kiezers! hem deze
waardigheid weder opdraagt.
Een grootheid van den eersten
allg was Keuchenius, en als zoo-
aillg hem te vei vangen zal
bedijk zijn.
e. zal beweren durven,
Uchenius' evenknie te zijn
De besturen der Kiesvereenigingen op
Tolen en Zuid-Beveland waren eenstem
mig ia hunne meeniag dat van de ge
legenheid gebruik moest gemaakt om dezen
onzen oud-afgevaardigde te vragen of h j
bereid was een mogelijke candidatuur
te aanvaarden.
De briefwisseling leidde tot een gun-
stigen uitslag.
De heer LOHMAN nam de candida
tuur aan en is bereid, als hj gekozen
wordt, voor zjn oude kiesdistrict, dat
hem te voren zoovele jaren heefc afge
vaardigd, weder ter tweede kamer te gaan.
Thans is h j lid van de eerste kamer,
doch dit mandaat legt hj neer zoo
hj te Goes gekozen wordt.
De liberale kiesvereenigingen, dobbe
rend tusschen do namen van hun ouden
candidaat Heyse en een nieuwen candi-
daat den heer Stigter, stelden den heer
Daniël Stigter candidaat, den bekwamen
leeraar aan de hoogero burgerschool te
Goes, en oud commandant der Goesche
schutterij.
Een man die echter, op staatkundig
gebied een nieuweling, wat talent en
kennis aangaat, voor onzen candidaat
rroet onderdoen.
De vraag zal dus zjnzult gj Stigter
of LOHMAN verkiezen.
Voor de kiesvereenigingen die den heer
LOIIMAN candidaat stelden; voor do
antirevolutionaire kiezersvoor allen die
de vreeze Gods het beginsel der wjsheid
achten op elk terrein is het antwoord
o, zoo geinakkeljk te geven.
Maar er kunnen vooral thans omstan
digheden zjn die ons bewegen, meer
of minder dan ooit onze stem aan
den heer DE SAVORNIN LOHMAN
te geven.
Er is,gelijk u bekend is, over garisch
Europa eeue beweging waar te ne
men in de richting van algemeen
kiesrecht.
Verschillende regeeringen in West
Europa, voor zoover zij het algemeen
kiesrecht nog niet hadden ingevoerd,
beijveren zich om het volle een kies
recht te geven dat het algemeen
kiesrecht zoo dicht mogelijk nabij
komt.
Ook Nedeiland deelt in deze be
weging, waaraan nu eenmaal niet
te ontkomen is.
En de minister van binnenlandsche
zaken heeft het zeer juist ingezien
een wet tot uitbreiding van het
kiesrecht tot aan de uiterst mogelijke
grens, kan op 't oogenhlik alleiding
en ontspanning geven.
Overigens kan men niet zeggen
dat met de behandeling de/er kies
wet door de liberale meerderheid
veel haast gemaakt wordt.
Reeds verliepen toch bijna ander
half jaar sinds hare indiening!
Doch genoeg.
De kiesrecutvraag beheerscht alle
andere vraagstukken.
En er is op het oogenhlik dan ook
geen enkel staatsman te bekennen
die niet voor de kiesrechtuitbreiding
zoover de grondwet toestaat, om
welke reden dan ook, zou te vinden
zijn.
Het kornt echter op de uitvoering
aan.
Nu zijn er verschillende meeningen.
De liberale partij in de Kamer,
en ook onder de kiezers, is in twee
helften verdeeld.
De eene hel It, wier wooidvoerders
deheeren Roëll en Van Karnebeek
zijn, willen van zoo groote vermeer
dering van het aantal kiezers niets
weten.
Natuurlijk om verschillende re
denen.
Maar w j moeten aannemen dat
zij, evenzeer als de anderen, die
verder gaan dan zij, zich laten leiden
door de vraag naar het landsbelang.
De andere helft in de liberale partij
is echter voor zeer groote uitbreiding,
liefst zoo ver mogelijk, dewijl zij langs
dien weg wenschen te verkrijgen
eerie andere Kamer; geschikt en be
reid om goede wetten te maken en
slechte op te ruimen.
De antirevolutionaire partij is ins
gelijks verdeeld op dit punt.
Tegen een zoo ruim mogelijke
uitbreiding vau kiesrecht, zoover als
de grondwet gedoogt, verzet in de
christelijk historische partij niemand
zich.
Maar tegen de wet van Minister
Tak de wet zooals zij daar ligt
resten hun nog ernstige, doch
nog best weg te nemen bezwaren.
De grondwet vordert van iederen
sollicitant-kiezer geschiktheid en
maatschappelijken welstand.
Nu is 't maar de vraag welke
kenmerken de gewone wetge
ver heelt uitgedacht om die ge
schiktheid te bewijzen, en een bewijs
te leveren voor maatschappelijken
welstand.
Een niet gemakkelijke vraag.
Toch heeft de minister Tak ge
meend haar op te lossen doorge
schikt te verklaren een iegelijk die
lezen en s c h r ij v e n kan.
En door maatschappelijken wel
stand toe te kennen aan alle man
die niet bedeeld wordt.
En met deze wetsuitlegging zijn
velen het niet eens.
Vele oude liberale.i niet.
Vele roomschen niet.
Vele antirevolutionairen niet.
De heer Lohman Gok niet.
Men lette ecliter wel op dit verschil.
De oud-liberalen meenen dat door
dit kenmerk van lezen en schrijven te
veel kiezers zullen komen.
Voor dit te veel is echter de heer
LOHMAN Diet bang, gelijk hij meermalen
verklaard heeft.
Integendeel, door dit kenmerk, zoo
zegt hij, beknibbelt de minister.
Nog kort geleden zeide de heer
LOHMAN
Is men eenmaal tot zoo groote uit
breiding van het kiesrecht gekomen als
nu in de lucht hangt, dan moet, gelijk
wij reeds meermalen zeiden, in beknib
beling geen heil warden gezocht.
Kon mén dus het kiesrecht algemeen
maken, mits uit één gezin alleen het
hoofd werd toegelaten, dan zouden wij
dit thans het raadzaamst achtenterwijl
dan tevens de schrijfproef zou moeten
vervallen.
En tegenover hen, die den heer LOH
MAN als een tegenstander der kieswet
schilderden, herinneren wij aan zijn
eigen uitspraak
«Tegen de Kieswet mij te verzetten,
nu, zou onstaatkundig zjjn.
«Zoo er iets goed is in het wetsont
werp, dan is het wel de poging om
knoeierijen bij de verkiezingen te keeren.»
De heer DE SAVORNIN LOHMAN
zegt daarbij aldus:
Onder de menschen die niet lezen en
schrijven kannen, zijn er velen die ik
toch nog best geschikt acht om te
zeggen wie hen in de tweede kamer,
in de provinciale staten of in den ge
meenteraad vertegenwoordigen kunnen.
Onder de menschen die niet lezen en
schrijven kunnen zijn er nog verschei
dene, die dan volgens de regeeriDg niet
stemmen mogen, maar die ik voor mij
wel geschikt acht om te kiezen, ja zelfs
wel om zelf, bijvoorbeeld in den ge
meenteraad gekozen te worden.
Mannen, door God zoodanig met ge
zond verstand, met welbespraaktheid,
met een helderen kijk op de dingen
gezegend, dat zij ook al lezen zij
gebrekkig of al hebben zij het schrijven
door do jaren verleerd, best hun stem
voor de eene of andere zaak of voc.r den
een of anderen persoon kunnen geven.
Hier komt bij dat het kenmerk of
iemand lezen of schrijven kan,
zegt de minister Tak door een amb
tenaar op 't secretarie zal worden uitge
maakt. Alle kiezers, I iezers die het nu
zijn en die welke het worden willen,
alle kiezers niet één uitgezon
derd moeten dan het volgende jaar
op 't secretarie een schrijfproef
komen afleggen.
Die niet komt, wordt nooit kiezer.
Wordt nooit kiezer, ook al
heeft hij zjjn kiesrecht al moer dan
veertig jaren uitgeoefend.
Tegen dit deel der wet heeft de heer
LOHMAN groot bezwaar.
En vele liberale staasslieden met hem.
Zoo hebben de oude liberalen en vele
antirevolutionairen ook bezwaar tegen
het door minister Tak uitgedachte ken
merk van welstand.
De minister zegtdie niet bedeeld
wordt, heeft welstand.
Dit kan niet, zeggen zij.
Het kan niet. Er zijn vele menschen,
ook onder onze landloopers, die niet be
deeld worden en toch ook geen welstand
hebben. En zouden die dan nu kiezen
mogen, omdat zij welstand hebben
En waar is in den regel bij de meer
derheid van dergelijke menschen, ook
al is hun schrijfproef geslaagd, de ge
schiktheid
Wij noemden er slechts een paar van.
Er zijn er echter nog meer.
Doch zjj raken geen beginsel, zij raken
den samenstel der jwetdoor amende
menten (wijzigingen) in de wot te bren
gen zijn ze op te heffen.
Er zijn ook liberalen en antirevoluti
onairen wij noemen weder bij v. Loh
man en Van Houten die meetien
dat een artikel dor Kieswet in strijd
met de Grondwet zou zjjn.
Er is echter geen kiesvereeniging,
geen deputatenvergadering denkbaar, die
maar zou kunnen beweren dat deze
rechtsgeleerden geljjk of ongelijk hebben.
De kiesvereenigingen plaatsen zich dan
ook op het standpunt dat zij daaromtrent
niets weten; datzy het in orde brengen
van deze zaak aan de wijsheid der
Kamerleden, aan het overleg met den
Minister moeten overlaten.
Mede van oordeel zijnde» dat de uit
breiding van het kiesrecht komen moet,
dat de wet Tak ons uit het moeras
helpt, dat, mits behoorlijke wjjziging,
aan de Kamer overgelaten, de kieswet
moet tot stand komeu, on dat dan een
nieuwe Kamer zjj zjj gelijk of anders
dan nu samengesteld de blijvende
hervormingen ter hand neme, hopen zjj
dat de antirevolutionaire partij, door de
verkiezing van den heer
versterkt, onder Gods genadige leiding,
een weg zal mogen vinden om in samen
werking met het tegenwoordige Kabinet
eene kieswet tot stand te brengen, die
beantwoordt aan de billijkheid
Wij zouden zoo zoggen: die taak is
niet onmogelijk. En van den heer Loh-
rnan weten w ij dat hij zich tegen
de kieswet, ingediend door een minister
der Koningin niet verzet.
Ook hem is het eisch van staatkun
digen zin om mede te werken, behoudens
de wijzigingen, tot het totstandkomen
dezer wet.
Liefst zoo dat het kiesrecht verleend
wordt aan huisvaders het huis-
mans-kiesrecht. Doch zoo dit niet kan
want de christelijk historische richting
is daar niet sterk vertegenwoordigd
dan een kiesrecht, het huisvaders
kiesrecht zoo dicht mogelijk nabjj ko
mende.
In dien geest werd reeds door de heeren
Mackay en Van Alphen in de Kamer
eene wijziging voorgesteld.
Ziet, deze en dergelijke bezwaien tegen
de Kieswet zijn uitgesproken,
Wij hebben lang over het kiesrecht
gepraat, kiezers!
Maar 'twas ncodig, dewijl overal
een keuze gedaan moest worden, met
het oog op de behandeling der kies
wet, die ons binnen enkele weken
wacht.
Het zou echter van gro. te opper
vlakkigheid getuigen, zoo wij a 1 1 e e n
maar met het oog op de kies
wet onze stem gingen uitbrengen.
Veel meer vraagt de christen naar
hoogere belangen.
Tot die hoogere belangen behoort
wat in onze jongste deputatenverga
dering zoo schoon geteekend werd
als verbreeding van den