UIGEN
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
I
i
Goes.
ARTJES.
ielde.
ö>10
1894. flo.
tottiifof 1 lamtatf.
Mfsfe laargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
NIEUWJAAR.
Machines,
JAAR.
Boekbinder,
EËN,
J. VISSER,
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
'li
de Prijzen, alle soortea
hines, Graanmolens.
r-Stoomer verkrijgt
il met de minst moge-
K te A. en St. Joosland
tingen en prijsopgaven
»t directe uitvoering.
door ondergeteekends
|e NAAMKAARTJES ia
tter naar vei kieming en
ENYELOPPES, samen
fl,-,
1MK AARTJES goed kar-
100 ENYELOPPES en
)ER, samen voor f 1,—,
AAMKAARTJES, goed
nie DE WIJDE WIJDE
Ie uitgaaf met 29 platen
*1,-
eld is als een nitnemend
lekend. In prachtband
veling, terwijl duidelijke
K
Goes franco; per
Ichter 15 ct hooger.
In F. "VAN DER PE1JL,
TOOMBOOT.
imber.
1 'smorg. 6.— u.
i. 3's morg. 3. u.
lOTDIENST
)ELB.-ROTTERDAM.
is stadsklokken.
aari.
derd Zondags, v. Vlise
3, v. Rotterdam 8,15 u.
]isdag2, van Vlissingen
isdag 3 geen dienst.
EN-OP ZOOM-THOLEN
m naar Tholen, 5,30,
05f, 5.30, 7.40f.
Bergen-op-Zoom 6.10,
50f, 6.15, 8 30f.
n-op-Zoom n. Halsteren
en naar Tholen 15 min.
tijd.
M D I E N S T.
-MIDDELBURG,
iilm.i: 4,50, 6,— ,8.-
12,30, 1.15 2-.2,tó
3, 6,55, 7,45, 8,30
j-VlissingenfZeilmarkt):
15, 11,45, 12,35,1,2®
5,5, 6,-, 7,-, 7.B»
11,—
IsDIENST
CHE VEER—GOEb.
:ondering van Dinsdag»
1.5f en 5.- uur,
n) 8.21-j-, 2,54t.(S°
Dinsdags vertrek ve«
Goes (Slot Oostende
geen dienst.
lijd.
u. m. u.m n
im 11.55 3,25
1,55 3,25 O,-^
2,15 3,45 0,- g iQ
1,10 1,50 ol-
30 2,10 0,— i
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Dit nommer onzer Courant is
zoo tijdig verzonden dat het Zaterdag
avond op de plaats der bestemming kan
zijn, en dus op Nieuwejaar in de eerste
bestelling kan bezorgd worden.
G. M. KLEMKERK.
Een'jaar is kort en lang. Pa
radox Toch waarKort, ol
dunkt 'tunieteen oogenblik, 'tjaar
1893, thans ten einde Lang,
of gelijkt 't u niet een onpeilbaar
verschiet, 'tjaar 1894, dat heden
aanvangt? Kort is een jaar, gemeten
met den maatstaf der eeuwigheid,
welken Hij slechts omvat, bij Wien
duizend jaren zijn als één dag.
Lang wederom, als wij zijne verhou
ding bepalen tot den duur van ons
korte menschenleven. Yoor de we
reldgeschiedenis zijn slechts enkele
jaren «lang», voor de geschiedenis
van een individu betrekkelijk vele.
't Voorbijgegane jaar mag niet onder
de jaren geteld worden, die voor de
geschiedenis der wereld «lang» schij
nen, althans zoover wij kunnen be-
oordeelen niet. Ons oordeel kan
in dezen wel eens falen. W/ie op den
31sten December 1517 over 't toen
verloopen jaar vonnis heeft gestreken:
gedacht hij al aan den monnik
van Wittenberg - stellig giste hij
niet, dat de afgesloten jaarkring ter
wille van dezen, immer gedenkwaar
dig zou wezen, als wellicht geen
andere der Nieuwe Geschiedenis.
Doch voor 't oogenblik kunnen wij
zeggen 1893 was geen buitengewoon,
geen merkwaardig jaar. Of wilt ge
den tijd, waarin wij leven, merk
waardig noemen en wij gelooven,
dat de toekomst u daartoe recht zal
geven 1893 was zijnen voorgangers
gelijk. Geen groote oorlogen, geen
groote omwentelingen aanschouwden
wij, al bleven de volken in 't ge
weer, al nam de gisting in de
boezems eer toe dan af. De Nieuwe
Wereld vierde oen vredefeest, als
wij 't zoo noemen mogen, in de ten
toonstelling van Chicago. Die tentoon
stellingen internationaal, in den
geest van oaze eeuw, die naar 't
Cosmopolitismus jaagt behooren
gewis tot de gewichtigste en meest
teekenende gebeurtenissen in de
Moderne Kuituurgeschiedenis. Zij
hebben iets van de Olympische spe-
Jen; missen zij niet te zeer 't ideale,
t gewijde, dat deze kenmerkte Zijn
zij niet te veel speculatie, geboren
uit de noodzakelijkheid, 't werk eener
ongebreidelde concurrentie
Zij zijn zegefeesten van menschelijk
vernuft, van menschelijke volharding
helaas, dat de priesters bij deze
feesten, schier uitsluitend den volke
zeggen: Dit zijn uwe goden! Be
halve aan de aangeduide werd te
Chicago nog aan een anderen god
jfer eeuw offerande gebracht, wij
oodoelen aan die eigenaardige
humaniteit, die volgens hare leeraren
°or Mozes maar ook door Zara-
joestra, door Christus maar ook
\la 4 >errï°or boeddha gepredikt
era. t Parlement der Godsdiensten
d»fr Wfs kleine 0 licht gepaster),
4 Jerbreedering aller religiën be-
d 'p blijft een merkwaardig teeken
uJds. Wij mogen, waar wij niet
langer aan den oever van het Michi-
ganmeer vertoeven, niet nalaten,
den strijd over de opening der ex
positie op Zondag, in herinnering te
brengen een strijd, die getuigt,
dat Da Costa nog van Amerika's
Christendom zou kannen zeggen als
in 1847,dat het zout van 't Godswoord
door de vaderen beleden, op dien
bodem nog niet zouteloos geworden
is. Van 'tNoorden slaan wij het oog
naar 't Zuidenimmer treft ons de
tegenstelling tusschen het Spaansch-
en het niet-Spaansch Amerika, eene
levende aanklacht tegen den geest
van Rome, niet het minst tegen de
sociëteit van Loyola, welke niet ge
makkelijk te ontzenuwen valt. In
het Noorden: vrijheid,bepaald door
wijze wetten, als gevolg daarvan
leven, welvaart, in het Zuiden:
despotisme of anarchie «elkaar
gelijk in boosheid», met hunne
wrange vruchten. Noemt Brazilië,
ook Brazilië in 1893ge hebt het
beeld van den laatsten toestand voor
oogen. Van Amerika wenden wij
even naar Afrika den blik twee
oorlogsvelden bemerken wij daar,
waar tusschen Europeanen en Inlan
ders gekampt wordt en werd. Ge
mengd is bij znlk een aanblik immer
onze gewaarwording. Bijna altijd is
het recht in de zaak, welke tot den
strijd aanleiding gaf, aan de zijde
der inlanders, die meestal strijdeu
voor onbeperkte vrijheid op den
grond hunner vaderen. Daar staat
tegenover, dat deze inlanders hunne
vrijheid bijna immer gebruiken, ten
einde aan roof- en moordzucht bot
te vieren, dat zij, als de blanken
den strijd winnen, slechts zelden
daarbij in slechter stelling geraken,
dat zij dan niet langer den naam
«mensch» blijven onteereu, als wel
eer, dat hnnne onderwerping
dikwijls middellijk ten goede komt
aan het Koninkrijk Gods. Doch: het
doel heiligt de middelen niet, trou
wens het doel ligt ook meestal min
der hoog, en slechts blijft de dank
bare erkenning, dat de Vader in de
hemelen ook uit het kwade het goede
voort doet komen. Azië was in
het verloopen jaar van weinig belang
rijke feiten het schouwtooneel. De
enkele woelingen van de Chineezen
en Hindoe's tegen de Europeanen
zijn wellicht een zeer ongunstig
voorteeken voor eene min of meer
verra toekomst. Wij kannen, als wij
daarvan geruchten hooren, nimmer
nalaten met verontwaardiging en
vreeze te denken aan de vreeselijke
schuld, die Europa op zich heeft
geladen, toen het aan China en Indië
drank en opium opdrong ea het
wo<.rd des Levens onthield. Deze
schuld zal betaald moeten worden
er is een Nemesis in de geschie
denis, neeneen Rechter in de he
melen, tenzij bekeering en gehoor
zaamheid ook hier een vloek verkeert
in een zegen. Onze Oost wisselde
van Landvoogd. Overigens bleef er
alles bij het oudede Atjeh-oorlog
heeft de twintig jaren volgemeten
en wanneer zal het einde zijn? Mis
schien niet vóór de Kerstening der
Battalanden voltooid is en ook Atjeh
binnengetrokken wordt door de he
rauten van den Vredekoning.Omtrent
de Zending in onze Oost hopen wij
elders nog een en ander te zeggen.
Thans wenden we ons naar het
«moederlijk Europa», en sluiten den
cirkel onzer beschouwingen, waar
ons opnieuw, als in Amerika, zonen
van het Kaukasische ras bejegenen.
De groote Staten van ons werelddeel
doorleefden een jaar, dat als ieder
ander, weer nieuwe lasten legde op
de schouders der reedszwaar gedruk
te volken, doch dat overigens hunne
geschiedenis weinig verrijkte.
De adelaar van het Noorden, wei
nig den arend, die zijne jongen op
de vleugelen draagt gelijk, misbruikte
ook nu weder zijn macht tot onder
drukking van zwakken. Het kroost
van Israel had er nog al was het
minder dan een vorig jaar ge
legenheid de vergelijking tusschen
den dienst van Jenova en dien van
de volken der landen te maken en
schaamrood te erkennen, hoe dwaas
het gehandeld heeft, met zijn' Koning
af te wijzen; doch waar heeft het
dit erkend
Behalve de Joden moesten ook de
Evangelische Christenen, Luther-
schen en Stundisten geloofsvervol
ging verduren. De beschaving, welke
Peter de Groote Rusland met geweld
wilde deelachtig maken, is na ander
halve eeuw nog niet bij machte
geweest, zelfs de hofkringen boven
den geest der Middeleeuwen te ver
heffen. In Duitschland trad weder
eene militaire quaestie op den voor
grond, terwijl in het Vereenigd
Koninkrijk een merkwaardige strijd
gestreden werd merkwaardig ook
om den grijzen hoofdman voor
de vrijheid eens volks, door onder
drukking tot armoede, door armoede
tot vertwijfeling, door vertwijfeling
meermalen tot misdaad gevoerd. De
groote werkstakingen in de Engelsche
mijnen, door velen gewraakt, door
anderen, zelfs door eene kerkelijke
vergadering, min of meer aange
moedigd, gaven weer een eigenaardig
voorbeeld van toepassing van het
recht van den sterkste van den
tijdelijk sterkste, die echter telkens
ten slotte weer de zwakste wordt en
onverhoord of slechts half bevredigd,
't hoofd in den schoot moet leggen.
Zal hij, die weet over de grootste
getalsterkte te beschikken, zich dit
steeds laten welgevallen? Wie die
't gelooft Wie die niet met bange
vreeze voorziet, dat bij straks zich
wreken zal, wreken over de wezen
lijke of gedroomde tirannie, hem
aangedaan, wreken wellicht met een
nieuw Schrikbewind Voorboden
werden gezien in de dynamietaan-
slagen in Frankrijk en Spanje, wild
daarheen geworpen vonken, welke
men hoopt, dat vlammen zullen ont
steken, waarin onze maatschappij,
zooals zij thans bestaat, zal ondergaan,
doch die tot nog toe alleen de span
ning onder de volken vermeerderden
en aanspoorden tot scherper waak
zaamheid, en die dus gewis nog door
andere zullen gevolgd worden. Italië,
die schepping van den revolutiegeest
al mogen wij ook niet vergeten,
dat deze hier de slagboomen voor
't Evangelie heeft helpen verbreken.
Italië leverde een toonbeeld van
zwakheid, dat ook de sluwe Crispi
wel niet zal vermogen te vervormen
in een toonbeeld van kracht. Tegen
over de ellende in de Romaansche
anden staat nog imnaer eene Kerk,
welker hoofd, nu ja, telkens cn ook
nu weder, wijze woorden spreekt,maar
welker stelsel den weg tot wezenlijk
heil voor volken en personen verspert
en waarvan talloos velen onvoldaan
zich afkeeren, helaas tot niets beters,
dan tot verzaking van alle geloof.
Een man, wiens levensdoel 't was
dezen stroom in andere bedding te
leiden, ging dezen zomer heen, wij
bedoelen Dr. Mc. All, den stichter
der naar hem genoemde, zeer geze
gende zending onder de lagere volks
klasse in Frankrijk, in 't bijzonder
in Parijs.
I fjWaar wij den kring onzer beschou
wingen concentrisch verkleinen,
slaan wij nu 'toog op ons oude dier
bare Vaderland. De balans opma
ken over den arbeid onzer Volksver
tegenwoordiging of onzer regeering,
wij laten deze taak liever aan meer
bevoegden overalleen herinneren
wij, hoe de «hoeksteen aller blijven
de verbeteringen» wel beschouwd,
maar nog niet gelegd werd. 't Groote
verlies, dat, de laatste maand des
jaars, ons volk heeft geleden door
't henengaan van een zijner edelste
en bekwaamste representanten staat
ons allen nog zoo levendig voor oo
gen, dat wij 'tniet nader behoeven
te omschrijven. Kwam eens «bij
ïijns Dichters lijk Florence boete
doen», wij verheugen ons, als wij
ook Keuchenius' felste tegenstanders
thans den doode huldigen zien als
een edelman naar den geest, al voerde
hij geen wapenschild, dan dat met
de litt eekenen des Gekruisigden, geen
adelbrief, dan 't getuigenis des Gees-
tes in zijn binnenste, dat hij een kind
des Vaders was. De verhooring des
gebeds op zijn stervensleger is 't
beste, wat wij ons Land en Volk bij
de intrede eens nieuwen jaars kunnen
toewenschen. Benevens hem verloor
ons Volk dit jaar nog een drietal an
dere mannen van hoogen huize, wien
den smaad van Christus te dragen
eene eere waswij bedoelen den
Haagschen vriend van de mannen
desRéveils,Singendonck,metJhr.Elout
v. Soeterwoude en Baron Van Doorn
van Westcapelle. Onder de overige
gestorvenen in 1893 noemen wij hier
enkel den grijzen hofprediker Ds. C.
E. Koetsveld, in wien wij naast den
belletrist den idiotenvriend en den
vriend van onzen laatsten Koning
eerden. Helaas, dat hij zoo menig
maal geroepen werd.om aan 'tgraf on
zer Vorsten 't woord te voeren!
Verder Zendeling Dijkstra, den
ijverigen en beminden voorganger
der Gemeente te Tjeribon.
Noch maatschappelijke, noch ker
kelijke verhoudingen ondergingen
dit jaar groote wijzigingen. Nog
altijd roepen de nooden der lagere
klassen veelszins om erbarming, om
betoon der Christelijke liefde. Nog
immer is ons volk, ons Christenvolk
dat als één man pal moest staan en
in naam des Hoogsten Konings tegen
de machten uit den Afgrond zich
stellen, eene jammerlijk verdeelde
schare, den vijand, in 't bijzonder
Rome ten spot. "Wanneer zal het
anders worden en men begrijpen,
dat men den naam des Heilands
smaadheid aandoet door dat eindeloos
gekibbel, waarin zooveel onheilig
vuur openbaar wordt en zooveel nut
tige warmte verspild wordt
Op 't gebied der Philantropie trad
geene inrichting meer op den voor
grond dan de Weezenstichting te
Neerbosch. Eene brochure of zij
waarheid of onwaarheid bevatte een
treurige verschijning, trok aller oogen
op haar samenoogen, van veront
waardiging glinsterend oogen,
waarin een traan van droefenis glom
oogen,helaas ook,waaruit «Schaden
freude» telezen viel. Waar wij ookhier
aan den regel van 't Code Napoléon
ons houden, dat een aangeklaagde
voor onschuldig te houden zij zoo
lang de aanklacht niet voldingend
bewezen en zijn schuld alzoo feit
geworden is, moeten wijVan'tLin-
denhout en zijne stichting met 't
zelfde vertrouwen bejegenen, dat hij
immer bij ons volk genoot.
Niettemin hebben wij ook uit deze
geschiedenis thans reefs eenige les
sen te trekken, o. a. ook, dat wij
niet te haastig moeten zijn, met te
verkondigen, dat in inrichtingen,
waarin het Evangelie grondslag is,
geen gebeurtenissen kunnen voorko
men, als in het Haagsche krankzin
nigengesticht voor een paar jaren
voorgekomen zijn.
Wij stappen af van 't terrein des
openbaren levens, om U, lezer, nog
even bij datgene te doen stilstaan,
wat 1893 U en ons in 't dagelijksch,
huiselijk en persoonlijk leven schonk
of roofde.
Hier welkte eene roos daar ont
look eene andere.
Hier werd een blijde hope in eene
droeve teleurstelling veranderd
daar eene bange vreeze beschaamd.
Hier keerde een zondaar weder
van den doolweg daar weer ijlde
een ander in sneller pas njg dan fe
voren zijn verderf tegen.
't Rijke menschenleven in al zijn
poëzie ontrolde zich weder een vol
jaar voor onze blikken. Wat was
Uw indruk, lezer Bevredigde hij
Wij geven onzen indruk weder inde
woorden van Beets over 't «Borduur
werk Gods»
«Aan deze zij schijntlijn hij lijn
Dooréén te weemlen en te warren.»
Maar gelooven ook vast en zsker: j
Aan de andre zal 't een bloemstuk
zijn,
Omgeven met een krans van star
ren.»
En 'toog op Hem gericht, Die
alles leidt en stuurt en regelt Die
't lot der volken en der vorsten doet
drijven aan Zijnen vinger Die
alle dingen doet medewerken ten
goede, hun, die naar zijn voornemen
geroepen zijn, gaan wij met goeden
moed de toekomst tegen.
Ook 1894 zal een dag zijn, als 't
voorbij zal gegaan zijn; maar een
dag, die voor onze rekening ligt.
Wel hem, wien God de dagen tellen
leerde. Hem kwam zelfs de dood niet
ter onbekwamer ure, kwame hij dit
jaar.
Want 't kon zijn dat wij geen
Nieuwjaar 1895 beleefden.
f
«i!
;j