NIEUWSBLAD
¥00R ZEELAND.
HISTORISCH
NIEUWEJAAR.
ORDEN-VLAKE
orbootdienst
igendienst.
)he Havendienst,
V-
1-
1-
1,30
1-
1-
„TELEGRAAF."
tramdienst
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKÈRK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Wederom stellen wij, en wel
in het no. dat M A A JN D A G 1
JANUARI a. s. verschijnt,
voor belangstellenden de ge
legenheid open 0111 tegen den
piijsvan25 CENTS (mits niet
grooter dan 6 regels druks)
hun nieuwjaarsgroet aan Fa
milie, Vrienden of Begunsti
gers als advertentie te doen
opnemen.
Uit een levensschets.
Schetsen over Middelburg.
OMBOOTDIENST
MIDDELB.-ROTTERDAS
volgens stadsklokken.
December,
tgezonderd Zondags, v. V.
lb 8,30, v. Rotterdam 8.1i
Donderdag 21, Maandag
n dienst.
NIBUSDIENST
)IJKSCHE VEER—GOES
uitzondering van Dinsd
6.45f, 1.5f en 5.-
Station) 8.21f, 2,54f, (g
Des Dinsdags vertrek V
trek Goes (Slot Oosten
idags geen dienst.
vich-tijd.
dus 20 min. na kloktijd,
A GELIJKS.
vm. 4;50, 8.50, nam. 12
onmiddellijk na aankon
ondeerenden trein van
2,17 en 5.14 u.
vm. 7,11,1.55 en 8.5 u.
onmiddellijk na aankon
30 12,50, nm. 3.25 en 6.IE
voorm. 5.50 6.10 6.
20 8.50 via keersluis 9.'
0.40 11 11.20 en 11.50,
nam. 1 spoor. 1.201.
20 spoor 3.40 4 4.20
spoor 6.10 6.30 7.20 7.1
isluis: voorm. 6 6.30 6.1
30 9.50 10.10 10.3010.
12.
sluis: nam. 1.101.301.1
1.10 3.30 3.50 4.10 4.!
3.20 6.40 7.30 8 en 8.1
l^urCTIIMIl.lLIIHI 1 TjITtTTWgfT
MBOOTDIENST
deiburg en Zierikzee.
Zierikzee Spoorweg Goe
'■rdamsche tijd.)
December.
smid.
1-
Zierikzee
'smorg. 'smi
Van
Zat.
Zond.
Maan.
Dinsd.
Woens. 27 7,50
Dond, 28 6 30
Vrijd. 29 7,50
Zat. 30 7,50
Zond. 317,50
23 7,50
24 7,50
25 7,50
26 7,50
1,3
L3
1,3
1,3
%-
1,3
1,31
RGEN-OP ZOOM'THOLEI
■Zoom naar Tholen, 5,30
3.05f, 5.30, 7.40f.
ar Bergen-op-Zoorn 6.10
3.50-j-, 6.15, 8 30f
irgen-op-Zoom n. Halsterei
steren naar TholeD 15 rain
t altijd.
lecember.
van
>,30
3,30
3,30
Antwerpen
Zond. 24'smorg. 5,3
Vrijd. 29 6,-
Zond. 31 '2,31
s-Maldeghem,
an Greenwich.)
iar Draaibrug 6,23, 8,28
7'13- K
naar Maldeghem o.oi
4, 2,35, 5,20, 8,26
naar Draaibrug'U
6,35.
naar Breskens<VU|
5,28, 7,40.
Sluis: 5,31, 6.09,
2,32, 5,25, 7.40, 8,24,
taibr.5.51, 6.29, 8.15.
5.01, 7.20, 8.3, 8.43,
;e: 8,5,10,13, 2,58, 6.55.
Sluis6,12.28, 5,8.
DIENST.
It A iu v
*fMIDDELBURG.
Zeilm.c
i, 12,30,
5,55,
JVjU Dunw-
4,50, 6,-,
0, 1.15, 2,-.2e
6,55, 7,45, 8,30
aar
10,15,
,20, 5,
en 11,
11
igeuiZeilmarkt):
6.-, 7,—' 7>W
■Vlissingen(Z'
Ln 138' M. De hoofdkerk te Straatsbi
142 M.De groote Egyptische pyr*m
M De hoofdkerk te Keulen 15J M.
Eitelto'ren te Parijs 3G0 M. -
Te Amsterdam deden roet eers
kerstda» een paar honderd werkloozen
wandeling door de voornaamste strate
stad toen zy 't door een onbekende oo'
te kwaad kregen met een afdeelrog
Daar zij weigerden door te loopen
de werkloozen met de sabel uiteenged(|
waarbij Geel, een der leiders, aan de
gewond werd. Een politieagent wei
wond door stokslagen. Beiden we
het gasthuis opgenomen. Op andere pis
der stad werd de politie met steene
worpen. Een steenengooier, door de
gesnapt, werd door het volk ontzet.
In een druk bezochte vergader:
Akersloot is besloten met ingang vatT r
niet meer te geven aan of te koopej^"
1 bedelaars en venters in lu
Dotufecifiiij 28 cDtfcemlÏM.
Mfsfc laaiptiij.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
enj
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
CS* Advertentiën voor het
no. van I Januari kunnen niet
later te Middelburg ingewacht
worden dan Zaterdag 9 uur
's morgens en te Coes li uur
's morgens. Door dezen maat
regel kunnen al onze abonnés
ons blad op nieuwjaarsmorgen
ontvangen.
DE UITGEVERS.
Als naar gewoonte zal ia datzelfde no.
van ons blad een Nienwjaarswensch voor
komen BIJ DEN AANVANG VAN HET
JAAR 1894 enz. onder welken een ieder
tegen betaling van 10 CENTS zijn naam,
beroep en woonplaats kan doen zetten.
DE UITGEVERS.
ADVERTENTIEN en NAMEN voor den
Nienwjaarswensch worden ingewacht uiter
lijk tot Zaterdagmorgen 30 December 11 uur
bij den Drnkker-Uitgever, Lange Vorststraat
C 220.
Goes, G. M. KLEMEERK,
Het Nienwjaarsno. wordt D. V. Maandag-
ockiend 1 Januari 1894 by al onze abonné's
bezorgd.
In onderstaande levensschets van mr.
Keuchenius in een radicaal blad «De Amster
dammer» komt zooveel nieuws, zooveel
FEUILLETON.
HET BLOEMPJE VAN JESSE.
De Middelburgsche Rederijkerskamer het
bloempje van Jesseonder de zinspreuk: in
minnen bloeyende, wordt door alle geschied
schrijvers gehouden voor de oudste kamer
van Rethorijke in ons vaderland.
Voor haar waren waarschijnlijk reeds
talrijke kamers in Vlaanderen onistaan en
tot bloei gekomen. De Antwerpsche Kamer
de Molieren dagteekent van 1400, die van
Dixmuiden, de Heilige Geest genaamd, van
1394, die van Kortrijk onder de wonderlijke
zinspreuk God voed veel zotten is van 1427
en die van Middelburg wordt gerekend van
1430.
Tegenover het stadhuis was het gildehuis
der Rederijkers gelegen.
Van de dagen hunner opkomst af, tegen
het einde der Middeneeuwen, oefenden deze
dichterlijke gezelschappen in Frankrijk
Troubadours, in Engeland Meistreels, in
Duitschland Meister Zingers, en in Vlaande
ren Rederijkers geheeten, een belangrijken
invloed uit. Zij vormden den grondslag van
de in onze dagen zoo sterk ontwikkelde
publieke meening.
Onder de geestelijken in kloosters en
abdijen verblijfhoudende bevonden zich
de geleerden der Middeneeuwen. Hunne
wetenschap bepaalde zich natuurlijk
mees a tot de Godgeleerdheid, die zij uit-
Se gebrekkige vertalingen der vi'one knoop
Lvangelien, uit den Rijmbijbel van Jari*1 dei=e,ve
van Maerlant of uit eenige Latijnsche barenden van
schriften of getijdeboeken haalden, [jamhetd en
en daar ontstonden vernuften die z'ge bezitten,
toelegden op spreken en rjjmen. Die spreki'oende male
moois, zooveel waars, zooveel nuchters voor
dat zoowel voor den persoon die beschreven
wordt als voor hem die zoo onbevangen kijk
op zijn leven heeft, pleit dat wij niet
aarzelen haar, door overneming in ons blad
voor den belangstellende aan de vergetelheid
te onttrekken.
(Op 7 jarigen leeftijd naar Nederland
gezonden om zijne studiën, promoveerde hij
reeds) op 19 jarigen leeftijd te Leiden tot
doctor in de beide rechten en had het reeds
op 28 jarigen leeftijd gebracht tot lid van
het Hoog Gerechtshof van Ned. Indië.
Op 32 jarigen leeftijd werd hij Secretaris-
Generaal bij het Departement van Koloniën,
waarop hij vijf jaar later werd benoemd
tot lid van den Raad van Indië, in welk
college hij een overwegenden invloed uit
oefende, en vice-president werd, een waar
digheid, welke slechts door die van gouverneur-
generaal in aanzien wordt overtroffen.
Na deze schitterende ambtsloopbaan betrad
in Augustus 1866 Mr Keuchenius, met
verlof in Nederland teruggekeerd, het tooneel
der politiek als lid van de Tweede Kamer
voor het hoofd kiesdistrict Arnhem ter
vervanging van Mr. Graaf van Zuylen van
Nyevelt. Veel zou in deze positie onmiddellijk
van hem worden gevorderd, vooral omdat
zijn eigen partij in het parlement haar
banier had laten zinken, den onderwijsstrijd
scheen te hebben opgegeven en zijn vroegere
geestverwanten Graaf van Zuylen en Mr.
Mijer zelfs hadden zitting genomen in het
conservatieve kabinet Heemskerk. Geen won
der dat hij opzag tegen de laak die hem
wachtte. «Zonder u zoe schreef hg aan
Groen van Prinsterer heb ik den moed
niet de vertegenwoordiging der christelij k-
historische richting in de Kamer op mij te
nemen omdat ik er de talenten toe mis en
baar te lief heb om haar door mijne
persoonlijkheid1) aan besmetting over te
leveren.» Weldra zou blijken dat Keuchenius
zichzelf had onderschat. Al dadelijk na
zijn verschijning in de Kamer richtte hij
tot de ministers van Binnenlandsche Zaken
(He'emskerk), van Koloniën (Mijer) en van
Butenlandsche Zaken (Van Zuylen) eene
interpellatie waarbij hij hun de vraag stelde
of zjj homogeen waren met betrekking tot
de erkenning van de gemoedsbezwaren
reisden het land rond, hielden zich
bezig met, voor eenige belooning ware of
verdichte gebeurtenissen aan de huizen der
grooten op te zingen.
Uit zulke beginselen ontstonden de
Rethorijkers, die de voornaamste Bijbelsehe
geschiedenissen vooral, zooals het lijden des
Heeren, in de Kerken of op de Kerkhoven,
den volke eerst voorzongen, later met spel
en zang vertoonden.
Naar mate de beschaving toenam, kwamen
er ook leeken bij, en deze namen welhaast
de plaats der geestelijken in, wier gebreken
zij met de misbruiken der Roomsche Kerk
in hunne spelen zoo levendig teekenden,
dat de Rederijkerskamers kunnen geacht
worden een zeer belangrijk deel in de
voorbereiding tot de Kerkhervorming gehad
te hebben.
En tot verbreiding der godsdienstige
begrippen van de Reformatie droegen zij
buiten de Kerk, wel het meeste bij.
De aanzienlijke en beschaafde standen in
ons vaderland, werden in de zestiende eeuw,
vooral door het lezen van den Bijbel en
door de Schriften der Hervormers tot andere
gedachten gebracht, de kleine burger daar-
entegen en het volk haalden voor een goed
deel hunne meeningen door de spelen der
rederijkers.
Gelijk het dagblad in onze dagen kan
geacht worden de publieke opinie te leiden,
zoo was die leiding in de Hervormingsdagen
in handen van de Rederijkers.
^33JO-Cilcaovo Aöviirr --1 J
bij dhr. Wortman. W-,
Maandag 8 Januari.JJe
Seroosherke, bij dhr. Maaot
ter inlevering voor de landbouw 'et
Serooskerke van 50000 kilo supdier
bevattende 14 percent phosphorzulom
in water tusschen 1 en 15 Ftb de
die de onderwijswet bij vele landgenooten
had doen rijzen. Hoewel deze interpellatie
weinig praktisch gevolg had deed zij
onmiddellijk zien welk soort van man de
nieuwe afgevaardigde voor Arnhem 'was.
De redevoering waarmede hij zij ne vragen
toelichtte had iets buitengewoons :«het is een
wapenkreet zoowel als een geloofsbelijdenis
schreef in die dagen een beoordeelaar
in de Arnliemsche Courant en het geloof
van Keuehenius is een zeer militant geloof.
Het is een oudtestamentisch geloof dat het
beloofde land te vuur en te zwaard veroveren
wil». Spoedig daarna zou echter deze in
veler oog zoo zonderlinge man toonen dat
hij niet alleen voor zijne richting maar
ook voor onze conslitutioneele rechten een
uitnemend wachter was. En zoo iemand was
toendertijd meer dan noodig want de
corruptie was groot.
Het zwaartepunt onzer politi *k lag in die
dagen (1866) in het Koloniale vraagstuk. De
cultuurwet was verworpen en de Minister
Fransen van de Putte had met zijne
ambtgenooten zijn ontslag genomen. Als
Kabinetsformeerder en Minister van Koloniën
trad in zijne plaats op Mr. P. Mijer. Deze
beloofde in de Staten-Generaal eene be
vredigende oplossing van het koloniale
vraagstuk en een nieuw ontwerp van wet
nopens de cultures te zullen voorbereiden,
maar op den eigen dag vaD de aannpming
zijner begrooting na aflegging dezer fraaie
beloften vernam men dat dezelfde heer Mijer
zich als Minister had laten vervangen door
den als politiek persoon geheel onbekenden
heer Trakranen en twee dagen later dat
de afgetreden Minister was benoemd tot
Gouverneur-Generaal van Nederlandsch
Indië 1
In scherpe bewoordingen kwam mr.
Keuchenius tegen deze diep onzedelijke
daad op. Hij richtte daartegen zijn bekende
motie van afkeuring en brandmerkte haar
als eene miskenning van de roeping van
hel Kabinet, van de eischen van het oogen-
blik van de belangen van Ned.-lndië, van
den eerbied voor de Volksvertegenwoordi
ging en als een lokaas voor politieke immo
raliteit.
Groot was de indruk en groot waren de
gevolgendie Keuchenius' motie teweeg-
Rederjjkers meer en rneer met schromelicke
ketterie vermengde spullenbegonnen te
vertoonen. De eene Kamer maakte het al
erger dan de andere, en het ergste van alle
Kamers uit het Noorden maakte het die
van Middelburg op dien len Augustus van
het jaar 1539.
Het geheele f pel dat toen opgevoerd werd
was een aeen stichtelyk sermoen jegens de
dwalingen der kercke en de hypocrisye der
geestelijcken, en overtuigde het volk, dat
al wat de Roomsche kerk leerde, menschelijke
leeringe wa«, en dat alleen goddelijke leeringe
d. i. de Bjjbel moest geloofd en gehoorzaamd
worden.
Op de Markt dan was op dien Zomerdag
een tooneel opgeslagen bestaande uit drie
verdiepingen. Op de bovenste, dat moest
de hemel verbeelden, stond de Zaligmaker,
de Medicijn der sielen, op de tweede zat
«Elck bysonder» dat was de mensch in het
gewaad eener non, in een dicht priëel onder
een boom, waarop te lezen stond de boom
der Schriftuere, de onderste verdieping
stelde de hel voor, kenbaar aan den daarop
afgebeelden vuurspuwenden draak.
Het spel vangt aan met een aanspraak
van den in den hemel zittenden Zaligmaker
tot E'ck bysonder beneden hem.
Hij zegt:
Coemt tot my, die moede syt, onder den
troone,
Ende beladen, ick sal u vertroosten diner
loone.
Elck bysonder heft, bij het hooren van
die vriendelijke noodiging een lofzang aan.
Ilij houdt vervolgens een gesprek met den
Ileere, die hem Zijn Woord in zijn eigen
taal geeft, met eene waarschuwing tegen
menschelijke leeringen en eene opwekking
tot standvastige getrouwheid.
bracht. Buiten den Minister trad niemand
op om Mr. Mijer te verdedigen en met 39
tegen 23 stemmen wer.l de motie aange
nomen. De woede van het Kabinei kende
geen perken, alle ministers stonden onmid
dellijk van de regeeririgstafel op verlieten
bij wijze^van demonstratie de vergaderzaal en
reeds den volgenden dag was het besluit
geteekend waarbij de Tweede Kamer der
Staten-Generaal werd ontbonden. De regee
ring liet den koniug zelfs een proclamatie
uitvaardigen aan zijne geliefde landgenooten
en onderdanen", waarbij de houding der
Kamer werd gelaakt en waarvan op last
van minister Heemskerk alle kiezersdoor
tusschenkomst van de burgemeesters, bij
hun stembiljet een exemplaar ontvingen met
randjes van rood wit en blauw Niet
lang daarna vond mr. Keuchenius toen hij
op een middag uit de Kamer thuiskwam,
zonder van iels te wetenop tafel een
brief.het was zijn ontslag als lid en waar
nemend vice-president van den Raad van
Nêarlands Indië de wraak ran Minister
Heemskerk op den man die zich had dur
ven verzetten tegen zijn immoreele politiek
In Mei 1868 vertrok Keuchenius daarop
als ami t doos burger weder naar Indië, waar
hij als advocaat een praktijk zocht en als
hoofdredacteur van het N. Bat. Handelsblad
de christelijke koloniale politiek trachtte to
verbreiden, totdat hij in 1879 weder optrad
als kamerlid voor het hoo'd-kiesdistrict Go-
rinchem ter vervanging van den Heer Be-
gram. Later hadden ook de districten Mid
delburg, Amersfoort en laatstelijk Goes de
eer hem als hun afgevaardigde naar s lands
raadzaal te mogen zenden en werd zijn ka
merlidmaatschap slechtsjafgebroken doorzijne
benoeming tot minister van koloniën in
1888, een ministerschap waaraan de liberale
Eerste Kamer door afstemming zijner be
grooting in Februari 1890 ontijdig een einde
maakte. -Wij zeggen «.ontijdig» want op
grond van zijn karakter en zijne antece
denten mochten wij van Keuchenius ten
aanzien van het Aljeh-, het koffie- en het
opium-vraagstuk meer verwachten dan v in
alle andere Indische specialiteiten Hij toonde
trouwens reeds dadelgk iets te willei doen
door het koffieloon der ihlanders eenigszins
te verhoogen.
Daarna volgt het tweede bedrijf.
Op de onderste verdieping verschijnt
Menschelijke leering-». Deze roept zijne
dienaren Eigen Wysheid en Natuurlijke
begeerte, g< last hun naar Elck bysonder te
gaan, en dezen tot afval van 't geloof te
verleiden. De trawanten van Menschelijke
leeringgaan heen naar liet priëel en
knoopen een gesprek met Elck bysonder
aan. Hij verzaakt het Woord Go is. De
boom der Schrifture wordt voor ieders oog
omgehouwen en het priëel verwoest. Dieper
daalt Elck bysonder en komt in de hel waar
«Menschelijke leering» hem ontvangt en
hulde bewijst.
En nu volgt het derde bedrijf.
Liefelijk en zacht klinkt een stem uit den
hooge. «Medicijn der sielen» verschijnt,
dreigt Menschelijke leeringmet zware straf
en gebied een ander opkomend personage
Geloof t) geheeten om Elck bysonder uit
de handen zijner vijanden te verlossen. Het
Geloof gehoorzaamt en nade;t tot hem die
op het hooren zijner stem roept
Eylacen wa's dat, o God der genade!
en zegt
Och tot mijn yerste lief wil ik nemen
mijn keeringe.
Nu begint het Geloof haar te onderwijzen
uit de Heilige Schrift, toont haar het zondige
en schandelijke van «Menschelijke leering»
aar. en wekt haar op tot berouw pn be
keering. Eensklaps vertoont zich der zielen
medicijn aan 't, kruis hangende in den hemel
en noodigt Elck bysonder opnieuw tot hem
te komen. Het Geloof dringt haar die roepstem
te gehoorzamen. Zij wil wel, maar wil toch
eerst de zaligheid door goede werken
verdienen.
't Geloof echter zegt
Gedurende heel zijn politieke loven streed
Keuchenius met mannenmoed en
onbuigzame cons quentie voor zijne Chris
telijke begiuselen, waartoe liet onderwijs
vraagstuk en de vaccine-kwestie hem de
ruircute gelegenheid boden, terwijl zijne
adviezen op koloniaal gebied steeds getuigden
van bewonderenswaardige kennis. Meer dan
andere Kamerleden* gaf hij ook dikwijls
blijk van rechtvaardigheidszin en van onver
schrokkenheid tegenover de macht van
aanzien en geld. Hij was de eenige die
in de dagen van du T o u r's ministerschap
dorst uitspreken dat niet de majesteit van
het recht maar de majesteit van het on
recht ten troon zat. Hij was de eenige
in de Kamer die zich over de publieke
opinie durfde heenzetlen door op te komen
voor den heer Dom el a Nieuwen huis
toen deze in de gevangenis was geworpen,
de eenige ook die hem de hand reikte toen
de heer Nieuwenhnis uit de cel als afge
vaardigde voor Schoterland de Kamer brn-
nentrad. Hij eindelijk was het ook; die den
moed had om de geldaristocratie te trotseeren
in den feilen strijd dien hij aanbond tegen
het Billiton-schandaal. Toen de gouverneur,
generaal 's Jacob zich er trouweloos toe
geleend had om met schending van wet en
verordening in 1882 heimelijk een suppietoire
concessie aan de Billiton-Maatschappij te
gunnen en de directie der Maatschappij
reeds een circulaire aan de aandeelhouders
had gericht waarin hun van deze welgelukte
operatie de blijde boodschap werd gebracht
toen was het Keuchenius die, de machtigen
trotseerende, onverwacht met groote behen
digheideen spaak in 'twiel stak, waarvan
het gevolg was dat de Kamer het contract
nietig verklaarde en zich hare geheele vrij
heid van handelen voorbehield tegen dat in
1892 een nieuw contract moest worden
gesloten.
Toeo het tijdstip der onderhandelingen
over dit nieuwe contract was aangebroken,
trof de Billiton Maatschappij als Minister
van Koloniën en vertegenwoordiger van den
Staat niemand minder dan mr. Keu
chenius zeiven tegenover zich. Streng hand
haafde hij al dadelijk de rechten van den
Staat door onmiddellijk te verklaren van geen
onderhandelingen te willen hooren zoolang
«Al d'wercken hoe deuchdetyik vermaert
En selle in Gods aenschyn niet staende ge-
dueren,
Niet dat ghy meynt redetijcke creaturen
Dat men u goe wercken misprijst,
't Beste were is b&rmharticheid in liefden
gebeuren,
D'welk uit Gods word door 't gheloove rijst.
Dit rederijkersspel eerst in Middelburg
vertoond, ging van Kamer tot Kamer, van
stad tot stad, en maakte een ongeloofieijkeu
opgang.
De ijver der Rederijkerskamers sloeg
weldra tot ongeregeldheid over, en het
werd in liet begin der zeventiende eenw
reeds noodig geoordeeld den inhoud der
openbare spelen dóór de overheid te doen
overzien, alvorens ze toe te laten. In 1646
zeggen heeren Staten van Zeeland, dat zij
onderricht waren, dat in verschelde Quar-
tieren dezer Provincie, vele insolentiën en
dartelheden gepleegd werden in Rethorijk-
en batement-spelen, loopen in zotskappen,
schandaleuse vertooningen, ongeschikte en
onnuttepropoosten en andereligtveerdigheden,
die ook zelf op den Rustdag des Heeren niet
nagelaten worden, waardoor de Vroomen
geërgert en bedroeft, vele zoo oude als
jonge luiden verwilderd en woest, en alzoo
Gods toorn over land en steden gebragt
werd.
Alzoo knaagde ook aan den wortel van
dieD boom der poëzie en der Schrift uren een
worm. En die worm sloopte het leven in
een jaar dat ons onbekend gebleven is, maar
dat men veilig op de tweede helft der zeven
tiende eeuw stellen kan.
Slechts eenige gildepenningen en een
blazoen zijn de overblijfselen van hel bloempje
van Jesse, dat eenmaal ifn oud Middelburg
bloeide en de geesten beheerschte.