NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND e-Gologne sr CHRISTELIJK- HISTORISCH ooning. gepaard, J? 1898. flo. 31. Düisifag 12 Decenifier. Mifsfe laarpng. UT, swicnt) is geheel de zwakste ;r op het oog ook loeilijk verteerlaar branderige soort .-O.,5 welnu wij BY'S DUNDEE, bij de bekende sden i aciet-Kolen, RIQUETTEN, 5, en iriquetten. PLAZIER, attentinctuur, per flacon 60 \\imm ip „Schelde". ILÊGRAAFV' VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Verband tusschen School en Huisgezin O laarlem, onmis- ande kinderen, O cent. NCTÜOR r flacon 35 ct. e Depothouders N te Middelburg FABERIJ DE 'OP rig Zwart Adres tr. brieven Midd elbnjg. TDIENST en Zierikzee. ee Spoorweg Goes. bhe tijd.) ser. Van at. snd. laan. insd. rjjd. kt. pnd. laan. insd. Zierikzee 'smorg. 'smid. 9 7,50 1,30 10 7,50 117,50 1,30 12 7,50 1,30 oens. 13 7,50 1,30 nd. 146,30 2,— 15 6.30 1,30 16 7,50 1,30 17 7,50 - 18 7,50 1,30 19 7,50 1,30 oen. 20 7,50 1,30 nd. 216,30 2,— jjd. 22 7,50 "1,30 lOMBOOT. Ier. -smorg. 4.u. 13'smorg. 8.— u. |er. 115den geen dienst. Van Rotterdam: at. 16'smorg. 9,30 |insd.19 9,— |ond. 21 9,30 at. 23 9,30 linsd 26 9,30 ond 28 9,30 later. 30 9,30 ["DIENST -.B.-ROTTERDAM. Istadsklokken. Ier. rd Zondags, v. Vliss v. Rotterdam 8,15® ag 21, Maandag 25 er. van Antwerpen Ind. 10'smorg. 6, i oen. 13 rijd. 15 bnd. 17 V oen. 20 rijd. 22 pnd. 24 rijd. 29 pnd. 31 6,— 6,- 2,— 4,30 5,30 6,- 2,30 elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maar. len franco p p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. CSS* Zij die zich met 1 Januari, a. s- op ons blaadje abonneeren, ontvangen het tot dien datum GRATIS. Tusschen de School en het Huisgezin bestaat zeer nauwe betrekking. De ouders ais de natuurlijke opvoeders hunner kinde ren dragen een deel der taak hun opgelegd op de school over, wijl zij om verschillende redenen niet kunnen geven, wat het leven eischt van hunne kinderen. Nu is die school echter geen bondqenoote van het huisgezin, alsof zij op zichzelf bestond en een verdrag aanging met het huisgezin, waarbij wederzjjdsche voorwaarden werden gesteld. Neen, de school heeft niets te zeggen. Immers de oudets, die overeen stemmen in het antwoord op de gewichtige vraag- Hoe heb ik mijn kind te beschouwen? en op deze tweede vraagWelk doel houd ik diecsvolgens bjj de opvoeding in het oog? die ouders dienen samen eene school op te richten. De school is namelijk eena liulpe voor het huisgezinzij ontstaat door het huisgezin de ouders zijn leden der vereeni- ging tot instandhouding der school. Die leden kiezen uit hun mid len een bestuur van vertrouwde mannen en deze zorgen voor onderwijzers, voor de gebouwen en leermiddelen en wat verder bij goed onder wijs naodig is. De onderwijzers moeten mannen zijn, die onderwijs wenschen te geven in overeenstemming met de beginselen der ouders. Het spreekt van zelf, dat de Bestuursleden geregeld de school bezoeken, opdat zij zich op de hoogte houden van de school en tevens om te weten of de onderwijzers voldoen aan de voorwaarden, die bij hunne aan stelling wederzijds werden aangegaan. De onderwijzers zijn alzoo dienaren, doch zij hebben rechten, waarom men ook altijd spreekt van eene betrekking als onderwijzer. De regeling van de lesuren, de keuze van leerboeken b. v. zijn met goedkeuring van het Bestuur aan den onderwijzer overgelaten Het benoemen van onderwijzend personeel geschiede steeds in overleg met het hoofd der school. De leden der school, welke niet de eer hebben verkoren te zijn tot Bestuurders, zijn, als al de genoemde zaken geregeld hun gang gaan, niet klaar. Ook zij hebben nog iets anders te doen, Het valt toch niet ie ontkennen, dat er veelal tusschen school en huisgezin niet zulk eene nauwe betrek king bestaat, als er behoorde te zijn. Ook zelfs niet tusschen de christelijke school en het christelijke huisgezin. En dit is te wijten aan verschillende oorzaken. In de eerste plaats is men door bet neutrale onderwijs gewend geraakt om de kinderen school ie zenden en er verder geen notitie van te nemen. De ouders leven net mee in de schoolzaken. En in de tweede plaats kan het ook zijn, dat de onderwijzer niet voldoende meeleeft in de buisgezinnen. Daardoor kent men elkander meten steunt elkander niet voldoende. En voor den onderwijzer is het dan menigmaal moeilijk met vrucht te arbeiden. Bi] den zwaren strijd, dien men jarenlang te strqden had tegen den vijand buiten ons was hetdikwjjls moeiljjk te gaan vangen ue kle,ne vossen, die zoo'n schade deden aan onzen wijngaard. Nu echter het recht aer christelijke school erkend en de strijd aanmerkelijk verlicht is, zou het wel goed zgn die schadelijke diertjes te gaan vangen. ik zal hier deze vossen niet noemen bij name. Wie een weinigje meeleeft kent vindén ^ennftn za' ze spoedig miï}Z°°,eP ?oet komen meer overeenstem- oinia tusscben school en huisgezin. De vertrr„S,,moeten..(lj onderwijzers volkomen mauwen, zq moeten hunne vrienden oveveMiof e Is noodzakelijk en waar °P de bestaat in het antwoord daar is ?[naamste vragen bij de opvoeding, arzij ook mogeljjk. Daartoe is noodig, in de eerste plaats, dat guders en onderwijzers samenleven. De onderwijzers worden ontvangen in het huis gezin als vrienden en huis en hart van der. onderwijzer moeten openstaan voor de ouders. Het is noodzakelijk, dat de onder wijzer wete uit welk huisgezin hij kinderen ontvangt, hoe de opvoeding in dat gezin is. Hij moet zijne leerlingen beter leeren kennen, dan in de school mog-lijk is, opdat hij bij de opvoeding daarmee rekening houde. In de tweede plaats moeten ouders en onderwij "irs samenspreken, opdat er meer eenheid kome. Zij moeten spreken over de opvoeding in het algemeen, maar ook over de kinderen, die aan beider zorg zijn toe vertrouwd. De ouders mocoeu zich niet schamen in vertrouwen meê te deelen de gebreken in het karakter hunner kinderen, opdat de onderwijzer ook daarmee kan rekenen. Veelal gebruikt de opvoeder, die zijne discipelen niet kent, gansch verkeerde middelen. In de derde plaats dienen ouders en onder wijzers ook samen te bidden. Daartoe is noodig, dat zij samenkomen. In enkele streken van ons Vaderland houdt men in den winter een drie of viertal vergaderingen met dat doel. Bij toerbeurt komt men in verschillende plaatsen =aam, om met elkander te bespreken onderwerpen, die het innige verband tusschen school en huisgezin kunnen bevorderen. De onderwijzers uit de omliggende p'aat- sen leiden meestal een onderwerp in en daarna volgt nadere bespreking. Na met elkander gebeden en gedankt te hebben, keert men zeker voldaan en gesterkt huis waart?. Dit moest, dunkt mij, overal ge schieden dit moest evenmin in Zeeland ontbreken. Immers het blijft altijd eene vraag of de onderwijzer tijd zal vinden voor allenoodige bezoeken. Op bet platteland bijvoorbeeld kunt ge in den winter bjj de ouders goed te recht, maar üan heeft de onderwijzer meestal avondschool en in den zomer als hij meer vrijen tijd heelt, zjjn de ouders niet te spreken. Zoo'n enkele vergadering nu is daarom zoo nuttig om onder elkander ver trouwen te wekken, om het vuur der liefde voor het christelijk onderwijs aan te wakke ren en bovenal om elkanders nooden den Heere op te dragen Waarom geschiedt dit zoo weinig in een gewichtige zaak als de opvoeding onzer kinderen D. K. Omtrent onzen hooggeschatten volksver tegenwoordiger, mr. Keuchenius, seint men ons heden Toestand achteruitgaandede krachten verminderen. De Standaard schreit: de pijnen gunnen nauweljjks een oogenblik van verademing en verweer tegen deze krankheid is er niet. Gelukkig mag getuigd, dat de geest» lijke vermogens nog geheel helder bleven, en dat de ljjder zich zeiven niet ontziet, om, vaak ten koste van hevige pjjuen, een heerlijk getuigenis af te leggen van den vrede Gods, die zijn ziel vervult. Zooals hij geleefd heelt, zoo ligt hij te sterven, onwrikbaar in het geloof aan zijn Heiland. De secretaris der commissie tot Werk verschaffing to Middelburg vraagt in De Middelburgsche Courant van Zaterdag om bijdragen in den «strijd tegen zich altijd uitbreidende behoeften en onbeperkte productie, in welken strijd menigeen moeite he ft om het hoofd boven waterte houden en behoefte heeft aan steun». Zijn bede om steun, allereerst in werk en daarna in geld, zjj niet tevergeeffs gedaan. Middelburg stond op het punt van wel dadigheid nog nimmer van achteren. In zake de Vermogensbelasting en den tegenval daarvan kwamen twee uitspraken openbaar, d.e wel waard zijn ook door omen lezerskring te worden overwogen. Zij zijn van twee mannen van christelijk historischen huize, doch van welke de een in liberale wateren is verzeild geraakt, ter wijl de andere aan de antirevolutionaire traditiën getrouw bleef, waardoor hunne inzichten en uitspraken vaak met elkaar in strijd zijn. Het zijn de heeren Bronsveld en De Savornin Lohman. Eerstgenoemde sch'-ijft in «De Stemmen vuor Waarheid en V rede»laatstgenoemde in «De Protestantsche Noord-Brabanter» wat hij in 's volks belang acht te zijn. De heer Bronsveld schrijft in zijn jongste Sternmen-Kroniek onder meer het volgende: Hij betreurt het, dat de minister van fin iriciën de niet-beziltende klasse al tc zeer in 't gevoelen heeft versterkt, dat tot eiken prjjs de vermogende meer belast moet worden. Want nu zal de leuze worden «het vermogen der natie viel tegen welnu, verhoog de percentage, waarmede gij het belast, en gij hebt uw tekort ge dekt.» Inderdaad, dat is gemakkelijk, zegt dr. B. En wanneer dan leerplicht is inge voerd, en de armenzorg grootendeels op de schouders van den g-.aat is gelegd dan zal dat peicentage wel zoo hoog worden, dat de meesten equipages gaan afschaffen, tuinbazen ontslaan, enz. En wie zorgt dan weer voor die broodeloozen Men belast niet, maar berooft, wanneer men hen, die iets of veel bezitten, dwingt een groot gedeelte van hun inkomsten af te staan voor kosteloos onderwijs, armen- verpleging en andere eischen van een te ver gedreven socialisme. Wanneer in eene administratie een tekort te voorschijn komt, dan is het een eisch der wijsheid allereerst (ie uitgaven te ver minderen. Doch dit heeft de minister niet gedaan. Integendeel, de staatsuitgaven be loven steeds grooter te zullen worden Jhr. Lohman (of liever de Protestantsche Noord Brabanter bespreekt het tekort, naar aanleiding van Braakensiek's plaat in De Amsterdammer. Maar, vraagt het bhd, hebber, wij allen niet wat met de gard verdiend? Op het punt, waarop de minister zich vergiste, het nationaal vermogen, ver gissen wij ons meestal allen. «Ieder houdt zijn buurmnn, die iets meer schjjnt te bezitten dan hjjzelt, voor rijk. En zoo worden wij een volk van rijkeluiMen bedenkt niet dat, vooral voor ons land, de bront.en van welvaart niet rreer zoo rijk vloeien als voorheendat ons erfrecht en ons familierecht niet bevorderlijk zijn aan het maken van groote fortuinen; dat de waarde van onzen grond is achteruitgegaan, en dat tegenover de groote door speculatie verkregen fortuinen precies evenveel ver dwenen of verminderde fortuinen staan.» Daarom moeten wjj, meent het blad, ook trachten als natie op bescheiden voet te leven en onze behoeften op publiek tei rrein te beperken, minder verwachten van Staats inmenging en Staatsbemoeiing. Want dit acht liet zeker, dat elke aanzienlijke ver hooging van directe belasting moet ten slotte altijd het zwaarst drukken op de middelklassen, zonder aan de minstgegoeden wezenlijke verlichting te schenken. Aan een beschrijving van de «Toevlucht voor Onbehuisden» te Amsterdam in de Zwanenburgerstraat ontleenen wij het vol gende «Op de eerste verdieping zijn 13 kamertjes ingericht voor personen, die per nacht dertig centen kunnen betalen en daarvoor dus ook het genot hebben van een goed bed, goede dekking en afzonderlijke ligging. Daarboven vindt men een tweede zaal, die echter niet is afgeschoten, maar waarop 37 kribben staan met bed en toebehooren en waarvoor 20 cents moet betaald worden. De d rde en vierde verdieping, waarop 57 personen kunnen slapen, zjjn voorzien van kribben, meer gelijk aan een soort van hangmat van zeildoekhet gebruik per nacht koöt 10 cents. Aan alle logés wordt 's morgens, wanneer zij het gebouw verlaten, bovendien nog gratis een kop koffie verstrekt. Op alle verdiepingen vindt men naast de slaapzalen en waschkamers, retirades met waterclosets en brandkraneneen brand trap loopt van de vierde verdieping tot aan de straat. De grootste zindelijkheid heerscht in alle zalen, terwijl voor voldoende ver warming en ventilatie ook des nachts is zorg gedragen. Met het oog op de logë's van deze vier verdiepingen die in meer of mindere mate nog kunnen betalen, is de volksgaarkeuken ingericht, daar kost een portie koffie, brood, boter en kaas 8 cent, soep, groenten en aardappelen met jus een portie voldoende voor de meest hongerige maag 2'J centen, gestoofd eten 10 cent, ververschingen als lagerbier, stout, mineraalwater, limonades enz. nagenoeg tegen de kostende prijzen eeri portie gehak 10 cent, een groote biefstuk met een flinke portie gebakken aardappelen 30 cent. Voor vrouwen, die echter tot nu toe van De Toevlucht weinig gebruik maken, is in een afzonderlijk gebouw een zaal ingericht om te slapen, waarvoor zij per nacht twin tig cents en vijftien cents moeten betalen, terwijl zij overdag ir. een goed verwarmd lokaal bijeen zijn. Vooralle zalen, mannen en vrouwen, kan men zich vooruit betalende, per week abonneeren. Zoo kosten b. v. de vrije kamertjes f 1.80 per wee1;. ïn den regel vervoegt een man of een vrouw meestal mannen zich niet eerder aan het gebouw, ten einde kosteloos te worden opgenomen, voordat hjj geheel is geworden een onderkomeling. Zulk een persoon moet dan ook vaak door een bad volkomen gereinigd, van kleeding en schoeisel voorzien worden. Wanneer de man des nachts weer een dak boven zijn hoofd heelt gehad, ontvangt hij, wanneer hij opstaat, zijn kop koffie. Te negen uur krijgt hij twee dikke sneden ongebuild tarwebrood en koffie. Te een uur kan hij zijn middagmaal gebruiken dat in den regel uit een goede portie gestoofd eten bestaat, waarhij des Zondags een stuk spek wordt gevoegd: te vijf uur krijgt hij weer koffie met brood, terwijl te negen uur opnieuw koffie met brood wordt verstrekt en soms ook gekookt eten, wanneer de voorraad in de keuken dit toelaat. De wezenlijk onbel uisden, zij, die geen dak boven het hoofd hebben, zelfs geen dubbeltje kunnen betalen, zijn of werkloozen, die in den regel een vak verstaan, of mannen die langzamerhand tot de onderste sport van den maatschappelijken ladderzijn gediald. De eersten worden ain liet werk gezet in de timmermanswerkplaats, in «ie smederij, de schoenmakerij, de kleermakerij, in de kastenmakerij enz. want men zal willen inzien, dat ei' nog al handen noodig zijn om het geheele gebouw in te richten en te onderhouden naar behooren. Op het oogenblik is men o.a. weer bezig, daar alles vol is, eiken nacht moeten er velen worden afgewezen fwee nieuwe zalen met 120 slaapplaatsen voor volkomen onbehuisden in te richten en te meubelen, waarmee men met het oog op den winter spoedig hoopt gereed te zijn. De mannen die geen vak verstaan, meestal personen die het vroeger goed gehad hebben, worden gebezigd voor huishoude'jjke ver richtingen, voor koffie uit te zoeken en het vervaardigen van vuurmakers. Daaronder vindt men allerlei slag van lieden: een vroeger makelaar in effecten zit even ijverig zijn partij koffie uit te zoeken als het kind van den armsten arme, die nooit iets geleerd heeft. De theorie van velen, dat iemand die zijn werk goed verstaat, wei werk kan vinden, werd o m. weersproken door een werkloozen beeldhouwer, die borden voor broodsnijden vervaardigde, met een rand van beeldhouw werk, door hem zelf geteekend. Hij deed een treurig verhaal van de overvoerde arbeidskrachten, van de weinige verdiensten, die een beeldhouwer in de hoofd stad geniet. Het huisgezin telt ongeveer 600 personen per dag, een huisgezin dat men elk uur aanzienljjk zou kunnen vermeerderen, als men maar geld en ruimte had. In zake de besprekingen in de tweede en eerste kamer vermelden wij nog het volgende De heer Lucasse sloot zich aan bjj hetgeen gezegd is om schadevergoeding aan personen, die in preventieve hechtenis zijn geweest, althans wier onschuld is geconsta teerd. De bekende circulaire des Ministers keurt spr. af. Zij getuigt niet van vertrouwen in het beleid der ambtenaren van het O. M. Wel wenscht spr., dat men riiet te spoedig tot verbaliseereo zal overgaan, maar eene waarschuwing doe voorafgaan. Voorts wees hij op de noodzakelijkheid om strenge bepalingen in het Ie» en te roepen tegen ontduiking van de Drankwet. De heer Walter kwam er tegen op, dat de geneesheeren bjj officiëelen doodschouw van kinderlijken geen declaratie kunnen indienen voordat de aard van het feit bewezen is, heigeen lang kan duren. Dergelijke kosten moesten z. i. als justitie- kosten worden beschouwd. In de eerste Kamer interpelleerde de heer Fokker over de voornemens d .-r Regeei ing met de sluis en marinehaven te Vlissingen, daar een aarden dam schijnt te worden gelegd voor de nog onvoltooide sluis. De minister van Waterstaat verklaarde, dat 3V2 ton gemoeid kon zijn met verbe tering der sluis, waartoe hij zich niet verantwoord rekent. Ten einde het water- keerend vermogen der sluis te waarborgen, wordt, in afwachting van latere plannen, een aarden wal gelegd. De heer Fokker betreurde het, dat de Regeering de sluis niet voltooit en dat de toegang tot de marine-haven daardoor onmogelijk blijft, wat voor Middelburg en Vlissingen een groot bezwaar is. De Boodschapper is overtuigd niet te zijn vooruitgeloopen op de beslissing der commissie in zake Neerbosch. Nu, wjj hebben haar ook niet genoemd. De door ons aangewezen fout schuilt te Appiogadam. Wjj wenschen daaraan niet mee te doen. Doch ook den aandrang om v. Deth voor den rechter te dagen hanger.be het onderzoek zullen wjj niet steunen. De commissie moet v. Deth logenstraffen. Wanneer mannen als Zeijdner en Hoek en Gheel Gildemeester en Kater de leugens irr Van Deths brochure als met den vinger aanwijzen v. Melle en v. Oosten de be zwaren tegen een rechterlijke vervolging uiteenzetten, dan hebben wij voor ons geen verdere aansporing noodig om de besehuldi gingen Van Dethts niet te overschatten. Eerst nadat het rapport der commissie dat spoedig kome! zal gesproken hebben, zullen wij kunnen beoordeelen of er nog plaats overblijft voor rechterlijke vervolging. De roomsche bladen zijn in de wolken orer den door anderen te volgen overgang eener kleine familie v. Bylandt van de pro testantsche tot de roomsche kerk. Zjj wijzen daarbij en hierop hebben 2ij recht op de hopelooze verdeeldheid der protestantsche «secten», die den bekeer lingen de oogen moet hebben geopend. Nu gunnen wij Rome gaarne haar bljjd- schap en niet minder alle bekeerlingen die van de protestantsche kerk tot haar over komen op een beweeggrond als die van deze familie v. Bylandt. Zulken vinden bjj haar toch ook het ideaal niet. De door en door wereldscl.e levensioon die vele roomsche gezinnen en streken ontsiert, zal dezulken wel ontnuchteren en tenzij zij nimmer schijn van wezen leeren onderscheiden - evenals jhr. Daehne tot de «protestantsche» kerk terug voeren. Want hoe de roomsche kerk op haat-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1