NIEUWSBLAD
¥00R ZEELAND.
toomschip „ScheldJ
Mecifatj 9 (DeceiiiGec.
v-
Schelde.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
1898. lo. 80.
IRDEN-VLAKE.
V-
l,-
l-
„TELEGRAAF."
orbootdienst
he Havendiensf,
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
GEWICHTIGE ZAKEN.
December,
lsten tot den 15den
srikzee: Van
fkfifsfe lafttpng.
norg,
8,30
7,3
9,
7,-
7.30
7,30
8,30
9*en (Jjj
1?^
Dinsd.19 *"0r*'
Dond. 21
Z«t. 23
Dinsd 26
Dond 28
Znter. 30
omnibusdienst
tsdijksche veer_g0!j
met uitzondering van tv
6.45+,
is (Station) 8.21+ 2 5u
-30' Des Dinsdags v'ertJk V
vertrek Goes (Slot 0
Zondags geen dienst
enwich-tijd
M BERGEN-OP ZOOM-TRoi
en-op-Zoom naar Tholen r
135, 3.05f, 5.30, 7 4Ó+5
9 warQ SrTge"-°P'zoom 6
2.25, 3.50-J-, 6.15, 8 30+
fin Bergen-op-Zoom a Ha^
Halsteren naar Tholen 15
niet altijd.
rOOMBOOTDIENST
^N-MIDDELB.-ROTTERDAll
rt volgens stadsklokken.
December,
uitgezonderd Zondags, v.
ielb 8,30, v. Rotterdam8l[
8, Donderdag 21, Maandiw
fee» dienst.
'OOMBOOTDIENST
Middelburg en Zierikzee,
tie Zierikzee Spoorweg Goes
nsterdamsche tijd.)
December.
fur9 Van Zierikzee:
'smid. 'smorg. 'sm
1,301 Dond. 7 6,30 2,
1,— Vrijd. 8 7,50
i-
1-
1,30
1,30
1-
D
Zat.
Zond.
Maan.
Dinsd.
9 7,50
10 7,50
11 7,50
12 7,50
Woens. 13 7,50
Dond 146,30
Vrjjd.
Zat.
Zond.
Maan.
Dinsd.
15 6.30
16 7,50
17 7,50
18 7,50
19 7,50
Woen. 20 7,50
December.
van Anlvverpen
Vrijd. 8 's merged
am
r. 4 30
5,30
6,-
6,30
6,30
4,-
4,30
5,30
6,30
6,30
Zond. 10
Woen.13
Vrijd. 15
Zond. 17
Woen.20
Vrijd. 22
Zond. 24
Viijd. 29
Zond. 31
2,-
3 r
4,30
5,30
6,-
2,30
m. u. m. u.m
40 nm 11.55 3,25 0.-
0 12,25 3,55 0."
Dinsd. en Vrijd. Woerud.
en Zat
0 11,55 3,25 0,
12,15 3,45 Q,
- 8,40
9,10
lo.io 1,50 o',r
10,30 2,10 0,-
ius 20 min. na kloktijd.)
nst) DAGELIJKS.
1 vm. 4;50, 8.50, nam. '12.50
onmiddellijk na aankomst
indeerenden trein van vm.
2,17 en 5.14 u.
gendienst.
vm. 7,11, 1.55 en 8.5 u.
>nmiddellijk na aankom'
0 12,50, nm. 3 25en 6.15
voorm. 5.50 6.10 6.40
3 8.50 via keersluis 9-4"
.40 11 11.20 en H-50.
1 spoor. 1.20j-
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02 s.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
20 spoor 3.40 4 4.20 5
poor 6 10 6.30 7.20 7.50
uis: voorm. 6 6.30 6.50
5'uis; vdui iii. vr v.w- -
10 9 50 10.1010.3010.50
luis: nam. 1.101.30l-jjO
10 3.30 3.50 4.10 fVX
20 6 40 7.30 8 en
8.40
KS* Zij die zich met 1 Januari,
a. s. op ons blaadje abonneeren, ontvangen
het tot dien datum GRATIS.
Niet onbelangrijk waren de laatste algemeene
beschouwingen die dezer dagen door de tweede
kamer in hire tegenwoordige samenstelling
by de behandeling der Staatsbegrooting
werden gehouden.
Zooals de lezer weet, worden ieder jaar bjj
de bespreking der begrooting wederzijdsche
plichtplegingen gewisseld, soms ook de zwaar
den gekruist, wenschen aan de voeten der
Regeering nedergelegd, ol wenken haar ter
overweging gegeven. En wat de partijen in
de Kamer aangaat, die voelen bij die gele
genheid elkaar den tand, doen elkaar
verwijlen ol reiken elkaar de hand, al naar
de omstandigheden zijr. waaronder buiten
de Kamer van het optreden der partijen
notitie wordt genomen.
Ridders uit elk der partijen hebben ook
thans weer het woord gevoerd.
Oude en nieuwe liberalen zonden hunne
beste kampvechters uit, van de oude en de
nieuwe roomschen trad de knapste woord
voerder naar vorende antirevolutionaire
partjj zag haar bekwaamste voormannen op
de bresse.
De oud liberale partij in woordvoerders, en
de nieuwe liberale partjj in werkkrachten
rjjk, traden bij deze gelegenheid voor het
eerst tactisch tegen elkander op.
Mees en Rutgers, v. Houten en de Beaufort
werden te woord gestaan door Borgesius en
Kerdjjk.
Schaepman en Vermeulen, kerkelijke
geestverwanten, doch staatkundige tegen
voeters in menig geval, weerden de slagen
voorzoover zij op hun hoofd neerkwamen of
gaven rekenschap van de door hen ingenomen
positie.
Mackay en Heemskerk en Huber zeiden
harde waarheden aan regeeringen tegenpartij
of boden haar hun steun waar zij streelden
naar sociale gerechtigheid.
Wanneer wij zoo ongeveer weergeven wat
door de Beaufort, Goeman Borgesius, Schaep
manen Mackay bij hetdriedaagsch begroo-
tingsdebat is beoogd, dan hebben wij, zoo wij
meenen, het beginsel gegrepen waar het om
ging en waar het ook voor alle belangstel
lenden buiten de Kamer op "aankomt.
De heer de Beaufort, de aanvoerder der
oud-liberalen, die men voortaan onder den
naam van conservatieven, behoudgezinden,
dient aan te duiden, hield een breede philip-
pica, eene strafrede tegen de regeering, de
nieuw liberalen die weldra de eigenlijke
liberalen kunnen genoemd worden en tegen
de antirevolutionaire partjj.
Zijne keurig gestijleerde strafpredicatie
bracht ons de breede niet minder keurige
doch vrij wat vinniger redevoeringen van den
Haagschen conservatief mr. Wintgens te
binnen, die hjj jaarlijks bij het begrootings-
debat placht ten beste te geven, en waarin
evenmin de kushandjes aan de roomschen,
de kneepjes en deukjes aan de regeering
en da zwaardstooten of vuistslagen aan de
antirevolutionaire groep ontbraken.
Zijn aanval op de jonge garde die zich
van de oude had losgemaakt, was volko
men analoog overeenkomende met
uien van den hoofdman der in slinking
zgnde, de ontbinding naderende conserva-
'eve partij in 1873, op de ar.tirevolutio-
airen, kort nadat dezen zich uit de om-
«ntngüjBer partij hadden losgewerkt en als
tstandige antirevolutionaire groep hadden
Positie genomen.
Ook toen dezelfde klacht over scheuring
intr!'ne") 0ezeraen de met nauweljjks
uihTot°U!ieB toorn herll*alde vraag aan Je
uw nr enwat <ioet 8Ü hier, waar is
Pogram en welke zijn uwe plannen?
nienum °en-'. ge 9^ nui 4e beschuldiging, der
VuHnP toegevoegd, dat zij revolutionair
die mat v m was het Van Loon
Zich rüviassenaer ei! yan Berkhout
ver-
oarnens de antirevolutionairen
weerde.
Thans in 1893 was het Heldt die
met Goeman Borgesius en Kerdijk, den
aanval op de jongere liberalen had af
te slaan.
Doch in beide gevallen tegen den con
servatief.
Zoo repeteert zich de geschiedenis, doch
in gansch anderen vorm.
Het verschil is zelfs hier en daar nogal
opmerkeljjk.
Immers nu twintig jaar geleden telde de
antirevolutionaire groep in de Kamer haar
belijders slechts bij eenlingen. Rekent men
de «halven» mee dan bracht zij het hoog
stens tot zevenslechts gesteund door een
verspreid kiezerscorps van enkele duizenden.
Thans vertoonde die groep tot eene
partjj van driemaal zeven, vrij wat meer een
stemmige, geestverwanten uitgedijd, zich
krachtig aaneengesloten en zelfbewust op
de spits in het belang eener natie, waarvan
ruim een vijfde deel, wel georganiseerd en
uitnemend geleid, kiest voor de antirevolu
tionaire beginselen.
Toen in 1873 Jstond zjj tegenover eene
jonge, krachtige in het cijfer de sterkste,
door overheid en wetenschap meest be
gunstigde liberale partij, die met breeden
wiekslag haar voorbijgestreefd, weldra al de
zwaarte van haar overmacht op haar zou
doen aankomen.
Thans in 1893 staat daar diezelfde
liberale partij, leunende op haar stok, door
hare beste zonen verlaten, en door wie haar
getrouw bleven met verwijtingen overladen,
treurende over haar onstelbaar krachtverlies,
haar slagzwaard zwaaiende tegen hare
eigen kinderen die reeds jarenlang tever
geefs hebben getracht haar mee te zeulen
op den weg naar sociale rechtvaardigheid.
Rechtvaardigheid of was het niet
juist de antirevolutionaire partjj geweest, die
lang te voren op rechtvaardigheid had aan
gedrongen?
Had Groen niet altijd voor het volk achter
de kiezers gesproken en hadden niet Elout
en Capadose, Keuchenius en Van Loon,
Kuyper en Lohman, al dien tjjd de liberale
partij haar onrechtvaardigheid als met den
vinger aangewezen
Had niet om bij de laatste twintig
jaar te blijven had niet v. Loon reeds
in 1873 voor den verslaafden inlanderhad
niet Kufjper in 1874 het voor den onbe-
schermden arbeider; had niet Lohman
in 1875 het voor onze verdrukte scholen
opgenomen Hadden zjj niet jaren lang
de liberale politiek van het laisser faire
weerstaan
En thans in 1893 komt niemand
minder dan de heer Goeman Borgesius, op
staatkundig gebied der antirevolutionairen
felste hater de Van Loons en Kuypers
en Lohmans gelijk geven en met nog meer
talent dan zjj de politiek van het laisser
faire van het laat-maar-waaiendoch
in zijn eigen partjj bestraffen.
Zeg ons lezeris de toestand nu niet
een weinig anders dan toen de stoutste
idealist dien had durven droomen
Doch wij zouden den heer De Beaufort
hooren.
Wat had hjj?
Velerlei, doch onder meer trok de aan
dacht een klacht over de scheuring die in
zijn partjj had plaats gehad en die do
vooruitstrevenden voor hunne rekening
hadden.
Evenwel, leep staatsman als de heer De
Beaufort is, hjj trachtte deze wondeplek te
dekken met opmerkingen omtrent eenzelfde
gedeeldheid in andere partijen.
Hjj riep de radicalen en antirevolutionairen
uit hunne tent met de aanklacht dat zjj
van standpunt veranderd waren, hun
beginsel hadden verloochend, de eersten door
water in hunnen wjjn te doen, de laatsten
door het «sturen in democratische richting»
op hun program ta schrijven.
Daarbij komt dat aan die partjj in de
Kamer de wetten worden voorgeschreven
door een mandie zelf lie ver in zjj n bomvrije
kasemat blijft en zijne bevelen geeft in zjjn
Recueil Militair.
Maar die partij geeft er nietvee 1 om.
Zij stemde tegen de vermogensbelasting en
toonde daardoor dat zij van het voorschrift
haars veldheers omtrent het «sturen in
democratische richting» niet gediend was.
Of bestaat dit laatste alleen in het
aandringen op meer uitgebreid kiesrecht
Maar beoogt zij daar soms wat mee
Regeering, regeering, hoe kondt ge zoo
ter kwader uur u door haar op sleeptouw
laten nemen, met een nieuwe kieswet
Ziet gij wel dat gij uw eigen partij ver
moordt
Wat moet het nageslacht hiervan zeggen?
Zie eens aan, wat tal van wetten stelt
gij voor, die de vrijheid beperkendie
ingrijpen in eiken levenskring «van alle
ingezetenen in het belang der openbare
gezondheid, derveiligheid,der arbeidsregeling,
der persoonlijke vrijheid».
Dat is de staatsalmacht uitgeroepen.
En daar doet gjj aan mee, gij antirevo
lutionairen
Gjj liefst, die het laatst nog van uwen
Lohman hooren kondt in zjjn professorale
rede over Volk en Overheid, dat de Staat
niet voor Voorzienigheid mag spelen, dat
hjj slechts de hand heeft te houden aan de
gerechtigheid.
Antirevolutionairen voor Staatsalmacht
Neen dan blijf ik liever staan waar ik sta,
met de liberale partij. Geen staatsalmacht
maar persoonljjke vrijheid.
En dan die socialisten van alle gading,
die straat- en katheder-, die tamme en wilde,
die gemoedeljjke en practische socialisten,
zij spinnen wol bij dat drijven der nieuw-
liberalen en radicalen en antirevolutionairen
naar Staatsalmacht. Zij toch willen alles
van den Staat.
Och, eigenlijk zijt gij allen socialisten
wij oud-liberalen de anti-socialisten, de
mannen der individueele, der persoonljjke,
vrijheid.
Twee partijen zjjn er maar meer. Socialisten
die alles door den staat wil'en laten doen
en anti-socialisten die alles zoo mogelijk
zonder staatshulp willen.
Zonder staatshulp. Want, zeg [mij, o
minister var. financiën, als leerplicht en
dienstplicht en pensioneering straks geregeld
worden, waar zult gij de daartoe benoodigde
miljoenen dau van daan halen
Zonder staatshulp let wel, dat zegt de
woordvoerder der partij die eerst in Staats-
scliool en Staats kerk en Staatsinmenging
van allerlei aard; in aanranding onzer vrijheid
door vacinedwang en belastingdwang tot
onderhoud van Staatsscholen, en in onder
drukking zoo voor als na 1878, zoo voor als
na 1886, door den Staat of diens dienaren,
alle heil gezien heeft en nog ziet
Maar mjjnheer De Beaufort - zoo luidt
het antwoord van dr. Schaepman wat
wilt gij toch met uw aanval op de partijen
en uw pluimpje aan de roomsche partij
Gij klaagt, maar gij zegt niet wat wjj te
doen hebben.
Gij treedt veel te veel op als partijman,
als man van de liberale partij.
Gjj meent wel dat die partij het merg
der natie is, maar dit is toch niet zoo.
En bovendien de regeering moet niet
voor het merg alleen, zjj moet voor het
geheele volk zorgen.
Komt zij dan daardoor in botsing met
haar partij, wat nood. Als zij maar recht
doet.
Maar nu heeft de heer de Beaufort wel
heel veel kwaads van andere partjjen gezegd,
doch zjj n eigen partij als ongeveer de beste
van allemaal voorgesteld. Hij wou zeker
haar zonden door die der andere partijen
dekken.
Maar is die zonde der andere partijen
roorzoover gij den drang naar staatsbemoeiing
er voor houdt, wel zoo heel groot?
Ik ben wel voor staatsbemoeiing waar
het moet en mag. En die er met mjj voor
zijn, moogt gij daarom nog niet bij de
socialisten indeelen.
Gij hebt u dan ook vergist. Staatsbe
moeiing heeft met Staatsalmacht niets te
maken.
Men kan voor verbetering der maatschap
pelijke toestanden zijn, en krasse maatregelen
aanprijzen en toch verre zijn van den
afgodendienst van den Staat.
Gij en uwe partij, de mannen der weten
schap met hun strijd tegen het Goddelijk
gezag voorop zijt socialisten. Gij predikt
de Staatsalmacht met uwe ontkenning van
den almachtigen God.
Och, ware Lohman hier, hoe hjj het u
herinneren zou de Staatsjlmacht ligt op
gesloten in de liberale Staatsidee.
Gij rekent met de zonde niet. Ik wel.
En dan zeg ik: door de zonde blijven
de ellende en de dood in deze wereld
heerschendoch die God vreezen moeten
de ellende zooveel mogelijk lenigen. Dit
kan niet alleen door wat gij, liberalen in
de lalijnsche taal «altruisme» noemt en in
christelijk germaansch overgezet «naasten
liefde» beteekent, maar dat moet ook
geschieden doordat de Staat sommige rechts
regelen tot bescherming van den zwakke
vaststelt.
Zoo beperkt hij de vrijheid, zegt gjj.
Goed; dat moet. Immers hoe anders
zullen onze egoïsten, die hun versch brood
op Zondag willen hebben, enz voor Zondags
rust gewonnen worden?
Moet de vrijheid van den sterke om den
zwakke te verdrukken en te verdringen,
niet aan banden gelegd
Dat ben ik volkomen met u eens, waarde
doctoraldus de heer Mackay.
Maai laat ik mijnheer de Beaufort nog
even wat mogen zeggen, naar aanleiding
van zijn aanval, die hoofdzakelijk de anti
revolutionaire partjj heeft gegolden.
Is onze partjj verdeeld
Van het tegendeel gaaft gij bewijs door
de herinnering dat zij als één man stemde
tegen de vermogensbelasting. En wel als
altijd zonder wachtwoord van buiten.
Wjj stemmen hier steeds naar onze
eigene meeningen de uitdrukking «daar
neemt hjj zijn draai» is wel herhaaldelijk
den liberalen toegeroepen, nooit aan ons
adres gericht geweest.
Maar dat «sturen in democratische richting»
dan
Het is een uitdrukking die misverstand
kan wekken, doch de zaak die ze aandient,
ligt geheel op onzen weg. Bet iseen grooter
deel van het volk te doen medewerken bij
verkiezingen, uitbreiding van den volksinvloed
in antirevolutionaire richting zoo dat het
volk meer en meer in al zijn rangen en
standen ga deelnemen aan de publieke zaak.
Dus niet democratie als volksmacht gelijk
gij meent.
Overigens is het voorzichtiger de uitdruk
king niet te bezigen.
Wij zijn tegen Staatsalmacht; doeh
zullen met de nieuw-liberalen bljjven mede
werken om verbeteringen te krijgen op
sociaal gebied, zoo noodig met behulp van
den Staat, wijl deze de hoogste roeping
heefl de gerechtigheid te handhaven.
Wat maakt gij een beklageljjk figuur
met uwmoord 1 moord I nu gij meent
dat Tak u om koud helpt 1
Is dat nu die groote liberale partij, die eens
de macht naamt om zelfs den Koning naar
uw hand te zetten en ministers weg te zenden
die niet naar uwen zin, o liberale partij,
regeerden
Nog slechts twee jaren zjjn uwe vrienden,
ja liefst uwe vrienden, aan het roer en
daar ligt gjj.
Ja, in '88 toen gij minderheid werdt,
waart gij reeds krank.
Had nog maar wat minderheid willen
blijven. Hoe gjj opgeknapt zoudt zjjn.
Uwe agitatie om ziek als ge waart
aan de regeering te komen, heeft u den
dood berokkend.
En wat klaagt gjj over socialistische
onderwijzers op de school. Ook dit hadtgjj
kunnen voorkomen door van meet at u met
ons te verklaren voor het beginsel: de school
aan de ouders. Dan kunnen zjj hun kinderen
zenden naar de school die zij verkiezen. Dat
doet gij zelf ook, mijnheer de Beaufort
maar den arme hebt gjj het niet willen
vergunnen. Gij waart in den strijd voor
het vrije onderwijs altijd onze felste tegen
stander.
En ik zoo zegt de heer Goeman
Borgesius ten slotte ben ook tegen
staatsalmacht. Maar dit verzeker ik u,
mijnheer de Beaufort, als de liberale partjj,
waar ik nog niet uit ben, zooals gij beweert,
in bescherming ging nemen de vrijheid om,
onder de hoede der wet, de zwakken te
verdrukken en te exploiteerenen zich
verzetten ging tegen de poging om de vrijheid
voor een groot deel der burgers meer tot
werkelijkheid te maken, ik zou mij van
haar losmaken.
De liberale partij moet de bakens verzet
ten, nu het getij verliep. Zij droomt als
zij meent dat de groote omwenteling in de
sociale toestanden, die wij doorleven, geen
verandering behoeft te brengen in de bestaande
rechtsverhoudingen.
En gij die dit niet inziet, gij conserva
tief liberalen, gij zijt oorzaak van ile scheiding
die de liberale partij te wachten staat. Dat
gij hierover toornt op mij en mjj ne vrienden
die altijd hard vooruit gewild hebben, is
onbillijk. Gij, niet wij zijnde spelbtekers.
En nu beknort gjj ons, wijl de regeering
op uw hand niet is. Maar ik vraag u, wat
moest er \an terecht komen, als zjj even
zwak op de beenen stond als gij
En wat de vrijheid aangaat
Hoe durft gjj —althans de heer v. Houten
de onaantastbaarheid der vrijheid verde
digen en roemen in het zegenrijke stelsel
van laat-maar-waaien, waar gij immers zelf ook
wel voor vrjjheidbeperkende wetten hebt
gestemd.
Eischt dit trouwens niet het belang der
gemeenschap
Zoo is het tot nog toe door mannen uit
alle richtingen erkend. Op dit punt is sa
menwerking van alle partjjen mogelijk en
noodzakelijk.
De lezer, voorzoover hjj uit deze korte
resumptie van het debat tusschen de hoofd
leiders der partjjen kon wijs worden, heeft
zeker met genoegen gezien dat zelfs in
onze oude volksvertegenwoordiging de
drang naar een rechtvaardig bestuur, naar
bescherming van zwakken en ellendigen
naar paal-en-perk-stelling, naar loslating en
verbandzoeking zeer groot is geworden.
Gezien ook hoe wjj aan den vooravond
staan van gewichtige veranderingen, door
samenwerking van alle partijen tot stand te
brengengezien ook hoe iets van wat in
1891 ten kwade, gedacht was, allengs ten
goede gekeerd wordt.
Sociale rechtvaardigheidvermeerdering
van den volksinvloedweg met het laissez
faire! Wie watertandt er niet van, het
jarenoude program der antirevolutionaire
partjj zóó tot zijn recht te zien komen!
De boodschap van president Cleveland
aan de volksvertegenwoording der Vereenigde
Staten bevat de volgende mededeehng over
Hawaï
«Na een grondig onderzoek heeft de heer
Blount mjj zijn rapport voorgelegd. Daaruit
blijkt ondubbelzinnig dat de wettige regee-
riug van Hawaï omvergeworpen is met behulp
van onzen vertegenwoordiger bij die regee
ring en door vreesaanjaging, veroorzaakt
door de tegenwoordigheid van een gewapend
eskader der zeemacht van de V. S., welke
geland was tot dat doel, op den aandrang
van onzen gezant. Derhalve schjjnt mij
voor onze regeering de eenige eervolle weg
toe, het door onze vertegenwoordigers gedane
kwaad ongedaan te maken en, zooveel als
uitvoerbaar is, den toestand van vóór het
oogenbiik onzer gewelddadige tusschenkomst
te herstellen. Om dit doel te bereiken,
binnen de grondwettige grenzen der uitvoe
rende macht en met erkenning van al ónze
verplichtingen en verantwoordelijkheden
welke voortkomen uit alle veranderde om
standigheden, te voorschijn gebracht door
onze niet te rechtvaardigen tusschenkomst,
heeft onze tegenwoordige gezant te Honolulu
de noodige lastgevingen ontvangen».
Zulk een ruiterlijke erkenning van ongelijk