NIEU WSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
GELIJKHEID.
Schetsen over Middelburg.
1893. !o. 28.
o
DmsfCag ei 3)cccin6cc.
Ëcfifsfe faargatig.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Onder de woorden en denkbeelden, die
in den nieuwen tijd opgang maken, behoort
ook het woord, dat we hierboven schreven
en het denkbeeld daardoor uitgedrukt.
Gelijkheid is nu wel juist geen nieuw
de.ikb^ld, want zoolang de wereld bestaat
is er al naar gelijkheid gestreefd.
Denk aan het scheppingsverhaal, waarin
het- «gij zult aau God gelijk wezen» één
van de redenen is, waarmeë de mensch ten
val wordt gebracht.
En evenals vóór meer dan zes duizeni
jaar de mensch, door het valsche denkbeeld
van gelijkheid na te jagen, viel, evenzeer
zullen er ook thans gevonden worden, wier
streven naar gelijkheid eindigt in een jam
merlijk verzinken.
Dat het denkbeeld van gelijkheid op het
eerste gezicht iets aanlokkends heeft, zal
wel niemand tegenspreren.
Het is te begrijpen, wanneer een arbeider
de moede leden, voor een karig loon afgetobd,
op een hard leger uitstrekt, dat hij dan
wel eens minder dankbaar denkt aan hen,
die wellicht zonder zich in te spannen en
te vermoeien op hun donzen peluw zich
neervlijen.
Het is te begrijpen dat een arme moe Ier,
die slechts met de grootste breite het
onontheerlijkstö voor haar kinderen bijeen
brengt, jaloersch is, als zij denkt aan de
rijke vroUw, die alles wat zij begeert haar
kroost kan Schenken.
Een soldaat wil ook wel eens comman-
deeren als een officier, tn niet - altijd ge
commandeerd worden een die dient, gevóélt
ook wel eens lust om te heers.chenin 't
kort, wie slechts met zijn persoonlijke be
geerten en wenschen te rade gaat kan het
meeroepen met hen, die ook in onze dagen
naar do. valsche gelijkheid jagen «waarom
hij zoo rijk, en ik zoo hehoeftig: waarom
heeft h\j het zoo gemakkelijk en ik zoo hard».
Men wil gelijkheid. Het standenverschil
moet de wereld uit; geen heeren en knechten,
geen vrouwen en dienstboden, maar slechts
«burgers» en «burgeressen» moet het worden.
De rijkdom moet de wereld uit, niet om
de armoe er in te laten optredenneen,
als de rijkdom er niet is kanzoo meent
- r FEUILLETON.
GEBOUWEN.
IV.
MHdelbhrgs hoofdgebouw zal ons als
maatstaf dienen tot verduidelijking van den
bouwstijl iu onze merkwaardigste gebouwen
te vinden.
Eerst liet ik u door de IJalanspoort in de
•Abdij met ons stadhuis te vergelijken liet
onderscheid zien tussctien de Romaansche
en de Gothische bouwstijl, tnsschen de
rondboog en de kruisvorm. Nu gaan we
het verschil zien-dat bestaat tusschenGothisch
en de Renais ance.
Met de Hervorming, die alles nieuw
maakte en oVeral -beweging bracht, werd
°ok een nieuwe bouwstijl geboren. De
Gothische gaf niet langer uitdrukking aan
de gedachte.
Constantijr. de Groote mocht in het kruis
in- de wolken hebben gelezenln dit kruis
lult gij overwinnen, het teeken des kruïses
moge bet symbool zijn van het overwinnend
Christendom, met dat kruis was, in het
oog van den Protestant, afgoderij bedreven.
Dat kruis van hout at steen had zich ge
plaatst tusschen God en den mensch. En
daarom weg met dat kruis.
De Renaissance kwam.
En van dien bouwstijl vindt ge in Mid-
wg menig pronkjuweel. Van de Ro-
maaioche stijl slechts éen product, een deel
er Abdij. Van de Gothische stijl mede
oechts éen vertegenwoordiger, het stadhuis,
an den stijl Louis XIV ook maar eene
otvere uitdrukking, het huis in den Langen
p welks achterdeel tot kerk der Oud-
"et°i'meerden is ingericht.
'«aar de Renaissancestijl is in Middelburg
men, de armoe er niet meer in, want we
zullen dan wel geen van allen rijk maar
ook niet arm wezen.
We zullen werken voop den kost, en de
mate van onzen geleverden arbeid, of van de
kracht die noodig was, om dien arbeid te
verrichten, zal het loon bepalen. Hoe dat
precies gebeuren zal is nog wel niet uitge
maakt, maar op zulk een kleinigheid behoeven
we de toekomst niet te laten stranden: het
denkbeeld is er, en de toepassing zal wel
volgen.
Nu gevoelt ieder aanstonds dat een vol
strekte gelijkheid niet mogelijk is; en wél
.eenvoudig omdat niet alle menschen even
groote geestelijks gaven hebben.
Er zijn menschen die tot heerschen als
het ware geboren zijn denk aan Napoleon,
denk aan zoovele mannen, die van zich deden
spreken niet alleen, maar die ook voor zich
wisten te doen buigen.
En buigen dat z d men toestemmen,
komt bij gelijkheid vo'strekt niet te pas.
En dit bezwaar is onoverkomelijk. Daarujt
zou men kunnen afleiden dat het denkbeeld
ook niet deugtmaar dat doet men liever
niet. Want deed men dat, en ging mén
vragen, hoe komt die geestelijke ongelijkheid
toch in de wereld, dan zou men tot een
slotsom moeten komen waartoe men niet
komen wil.
Wanneer iemand voortreffelijke geestesga
ven heeft kan men hem die in de eerste1
plaats niet ontnemen, of men zou hem
moeten doodenmaar hij kan zich zelf er
ook niet van ontdoen; evenmin kan men
die verzamelen, zoo als een woekeraar zijn
schatten bijeenschraaptkoopen kan men
ze ook niet; erven evenmin men kan iemand
ook bijvoorbeeld niet met groote gaven
inenten; tr.en kan ze hem niet aanhrtngen;
en toch, ze zijn er.
Vraagt men nu waar ze dan vandaan
komen, dan antwoorden wij dat hij ze van
God den Heere ontving, die hem daardoor
ongelijk maakte aan honderden medemen-
schen maar immers zij, die van de valsche
geljjkh-id droomen, erkennen God niet als
den Schepper en Onderhouder der ganscbè
aarde, en als 'den Gever ook van deze gaven.
Vandaar dat men die geestelijke ongelijk
heid maar rusten laat; haar aanvaardt als
zoo talrijk vertegenwoordigd, dat wijlen
Busken Huet in zijn Land van Rembrand,
terecht getuigen kon, dat bij een wandeling
doói; Middelburg de zestiende en zeventiende
eeuw voor u herleeft. Onder de pronk
stukken der Renaissance mogen genoenid
wordende Oostkerk, de buizen de Steéi--
rots en de Gouden Zo>>. En onder de
minder schitterende vertegenwoordigers .vin,
den hervormings-stijlde Sociêieit St. Joris
op de Balans, het poortje van de Drie
tonnekens in de Bogards'i'aat, het gerestau
reerde huis op de Markt, ingericht tot bureau
voor het vreemdelingen-verkeer.
Nog enkele aanwijzingen mogen ons in
deze schetsen zijn versrund v»n de gebouwen
die, niet door stjjl, maar door bun ouderdom
of heslemming de aandacht verdienen.
En dan valt ons oog het eerst op de
Nieuwe Kerk Van hoevele veranderingen
ook dit gebouw getuigen mag, het voldoet
nog,steeds aan zijn eerste bestemming, tot
hethouden van openbare godsdienstoefenin
gen. Met de Koorkerk, als éen gebouw
vormde ze de Abdij-kerken op 1 April 1575
werd ze als derde kerk geopend voor de
Hervormden. Zij is versierd met het praalgraf
der Everlsen en gedenksteenen voor de,
Graven van Holland en Zeeland Willem II
en Fioris V.
De Fransche of Waalsche kerk is oor
spronkelijk een kloosterkerk. Het was een
maal de kapel van het klooster der Bogardem
staande ter plaatse waar nu dt? stalhouderij
de vijf ringen te vinden is. In 1574 werd
deze kerk aan de Walen afgestaan, die er
nog.steeds godsdienstoefening ip houden. Het
archief van deze oudste der Nederlandsche
Wale-gemeenten is volledig en belangrijk.
Sinds 21 Mei 1574 zijn nauwkeurige aan-
teekeningen van leden, collecten, uitdeelingen
een ballast, dien men misschien onder de
hand wel overboord kan werpenen een
voudig de stoffelijke gelijkheid als een
begeerlijke zaak schildert.
Dat Gods Woord ons zegt«de Heere
maakt arm en maakt rijkHij vernedert,
ook verhoogt Hij», daarmede wordt, zooals
we reeds zeiden, door de apostelen der
gelijkheid eenvoudig niet gerekend, gezag
heeft Gods Wo ird niet voor hen dus daar
bekommeren zij zich niet over.
Ze willen slechts wegneming van den
ellendigen toestand waarin vele menschen
levenen door ieder te geven, waar hij
naar hunne meening recht op heeft, de
armoe de wereld uit helpen.
Zou gelijkmatige verdeeling van alle
levensbehoeften en gelijkmaking der levens
voorwaarden nu werkelijk het geluk in de
wereld brengenen zou het den toestand
afdoende beter maken
Och, laat ons er niet lang over spreken
dat kan nietvoor wie in Gods Woord
gelooven staat het vast, dat de zonde de
ellende in de wereld brengt. En zoolang
de zonde heerscht zal ogen alles kunnen
beproeven wat men wil, maar de ellende
blijft er in
Maar toch, vestigt dat roepen om gelijkheid
van levensvoorwaarden de aandacht van de
Christenen niet op een gelijkheid, die wel
degelijk bestaat, en die maar al te vaak
uit het oog wordt verloren
In één opzicht namelijk zijn wij aller)
gelijk, de arme en de rijke, de heer en de
knecht, de giondbeziiter en de arbeider;
wij allen zijn, moeten althans zijn: onzes
Heeren rentmeesters, maar wij allen.
Want niet alleen geestesgaven schenkt
God, maar ook stoffelijke rijkdommen; Hij
geeft ze aan wie hij wilmaar met een doel.
En dat doel is, dat wij hetgeen wij van
Hem, als den bezitter, ten gebruike ontvangen
gebruiken tot zijoe eere. Aan Hem
zullen we dan, ook rekenschap hebben af
te leggen van ons i'entmeestevschap.
En nu is het zekerlijk de bedoeling des
Heeren niet, dat hier groote rijkdommen
opeen worden gestapeld en ginds de arme
verkwijnt van kommer en gebrek.
Nu is het zeker de bedoeling niet dat
deze akker aan akker trekt, en zijn bezit
en kerkeraads-aotulen aanwezig.
De Engelsche kerk is mede een klooster
kerkje. Het was eenmaal kapel van het
cellebroersklooster, dat stond op de groote
ruimte r.u voor eeu deel door de soepkokerij
ingenomen. In 1592 werd deze kapel, gelijk
men zich herinnert uit de beschrijving dei-
tapijten in de Abdij, tot tapijtfabriek in
gericht. In 1629 werd het tot kerk voor de
Engel.-che gemeente ingericht, gelijk het
'nog is.
Maar ouder dan die alle is de St. Barbare-
.kapel of de Gasthuiskerk. De tijd van haar
bouw is onbekend, maar zeker is het dat
zij reeds in de eerste helft der 15de eeuw
be tond, en als Roomsche kerk dienst deed.
In 1590 werd deze kerk door de Nederduit-
sche Hervormden in gebruik genomen. In
1793 .werd zjj andermaal voor den dienst
der Roomsch-Katholieken geopend. In 1845
werd het gebouw door de toenmalige afge
scheidenen gekocht en thans is het nog
steeds -een der Gereformeerde Kerken van
Middelburg.
De Oost- of Koepelkerk, in de wandeling
took wel het Oosten genoemd, in het nieuwste
deel der stad, is gebouwd in 16471667 en
dreigde een finar.cieële ruïne voor de stad
te worden, die deze kerk op ha-e kosten
bouwen deed. Die kerk toch kostte niet
minder dan drie en een halve ton gouds en
de burgerij was met de stichting van dit
kolossale gebouw alles behalve ingenomen.
Als openbaar gebouw is het Schuttershof
zeer.-.algemeen bekend. Vroeger het Augus
tijner-klooster is dit gebouw met den Hof,
welks gevel versierd was met twee schutters-
beelden en een St. Sebastiaan te paard, in
1578 tot bijeenkomsten der s -flutters geopend.
Nu is het Schuttershof het belangrijkste
vereenigingspunt voor het openbare leven
vermee-1, zonder om te zien naar den broeder
en de zuster, die verkleumt van koude en
honger naar een bete broods.
Wanneer dat roepen om gelijkheid dan
ook luider en luider wordt, dan is het voor
ons gansch niet zonder beteekenis.
Het is zoo gemakkelijk, te zeggen «die
socialistische idééën maken de menschen
maar ontevreden» en voorts te doen als
of alles zoo goed mogelijk is.
Neen, die socialistische idééën hebben ook
ons wat te zeggen ze getuigen tegen ons,
omdat wij ons zeiven zoo vaak als bezitters
beschouwen, die nu eenmaal voorrechten
hebbenen de niet-bezitters als een men-
schensoort, dat nu eenmaal niet in gunstige
omstandigheden verkeert.
Wanneer we zóó bezitters zijn, dan treft
ons liet «wee u I» dat Christus eenmaal
tegen zulke rijken uitsprak, en het is dunkt
ons meer dan tijd dat met nadruk herinnerd
worde aan die gelijkheid van het rentmees
terschap, die met name voor de jonzen zulk
ejn groote verantwoording met zich brengt.
Aan bovenstaande beschouwing van «De
Twee Provinciën» sluit zich zoo zeer de
opmerking aan, die wij dezer dagen in een
onzer Friesche bladen lazen
Van verschillende zij len dringt men er
tegenwoordig op aan, dat er maatregelen
genomen worden om aan arbeidersgezinnen,
met den landbouw bekend, een stuk grond
in gebruik te'geven tegen eene vaste jaar
rente, zoo hoog ongeveer als een dergelijk
deel bedraagt van de huur e.ener groote
boerenplaats.
Dit dunkt ons is eene uitnemende zaak.
Zij ligt niet verre van de gedachte Gods,
neergelegd in de Mozaïsche wetgeving, dat
het groot grondbezit zou worden voorkomen
daardoor, dat iedere landbouwende familie
zijne eigene akkers had in erfelijk gebruik,
tegen een tiende der opbrengst tot onder
houd der Levitische priesterschap enz. enz.
De Friesche kerken hebben meer of minder
uitgestrekt landbezit.
Deze kerkegoederen worden verhuurd in
groote of bij kleine perceelen, maar meestal
bij publieke verhuring. Zou het nu niet
voor de hand liggen, dat de kerk, die toch
vóórgaan moet in alle goede dingen, begon
met, als ze open kwamen, hare hiertoe
in de Zeeuwsche hoofdstad.
Met het verdwijnen van het Werkhuis
op het Noordpoortplein en van het Gasthuis
in den Langendelft zjjn twee belangrijke
maar sombere monumenten van Oud-
Middelburg verdwenen.
Menig tijdgenoot heeft ze gekend.
En voorts kunnen nog enkele Woningen
in het hedendaagsche Middelburg als typen
gelden van den bouwstijl onzer vaderen.
Kleine huisjes van den gelietkoosden baksteen
of van Zeeuwsche moppen, met hooge stoe
pen, breede luifel, kleine vensters, zware
luiken en een spits toeloopend trapgeveltje.
Het eene wat grooter en het andere wat
kleiner, naar de middelen van den bouwer,
maar alle eender.
Het middelpunt van den gevel in het
laatst der 16de en in de 17de eeuw was de
gevelsteen. Die ontbrak aan geen énkelen
gevel. Gevelsteenen waren gebeeldhouwde
basreliëfs, die in den muur gemetseld werden,
ongeveer aan de tweede verdieping. Zij
dienden niet enkel tot versiering, maar ook
om het huis een naam te geven. De dry
Gistpotlen op de Pottemarkt geven er een
duidelijk voorbeeld van.. Alle dingen uit
hemel en aarde en zee werden opgeroepen
om een naam te geven. Men vond de Ark
en de Maan, de Visch en de Zwaluw, de
blinde Ezel, de Koevoet. Aan den Bijbel
waren een menigte voorstellingen ontleend,
meestal met de afbeelding er bij. Een
oostersch vorst met een harp heette den
Coninck Davit, bij een man met zaag en
passer stond Jozef was een timmerman.
Twee mannen en een ezel had tot onder
schrift dit is in den Samarylaen. Somtijds
gingen onze vaderen aan 't moraliseeren op
hunne gevels. Op Spuibrug is daarvan tot
heden een voorbeeld overgebleven. Daar
geschikte landerijen te verhuren in kleine
perceelen aan oppassende boerenarbeiders
en dit voor een zeer billijken huurprijs en
op zeer langen termijn of met recht van
inhuring op voorwaarden, waarbij de ver
betering van den grond ten bate kwam van
hem, die de verbetering had aangebracht?
Als onze wijze, practische mannen hier
over eens wilden gaan denken, was er zeker
wel iets goeds tot stand te brengen in deze
richting. De Kerk zou daardoor aan invloed
winnen.
Een gehate wet is de vorige week in den
Duitschen rijksdag ten grave gebracht. Het
is de wet, bekend onder den naam van
Jezuitenwet.
Sinds 1872 voerde deze door Bismarck
doorgedreven wet, in het Duitsche Keizerrijk
heerschappij.
Het was een wet waarhij de «staatsgevaar
lijke» daden der Jezuiten met gevangenis en
verbanning strafbaar gesteld werden.
Van deze wet. is druk gebiuik gemaakt.
Een drijfjacht op de Jezuiten werd geopend,
waardoor de zwakheid van het beginsel der
vervolgers en van het regeeringtsysteem op
bedenkelijke wijze aan het licht trad.
Het is een fout van Bismarck geweest
wat ook bij de socialistenwet gebleken is
beginselen met de sabel te wi len weerstaan
het gevaar voor den staat door uitbanning
der gevaarlijken te willen bezweren.
De Rjjksdag heeft terecht ingezien dat dit
in onzen tijd niet gaattrouwens dergelijke
vervolging heeft nooit andere uitwerking
gehad dan dat de partij der vervolgers er door
achteruitging en die der [vervolgden wies.
Er zijn hoornen die ook onderden druk
groeien.
Neen, geen autocratische maatregelen;
alleen het evangelie vermag de schadelijke
invloeden te keeren.
Dit hebben de conservatieven in Duitsch-
land te laat ingezien.
En de logge onlogische heerschappij der
overmacht het liberalisme in alle landen
is er bewijs voor moet ten slotte voor
de logica der goede beginselen zwichten.
Zoo moeten eens alle wetten vallen die bjj
'eest men In den meesten voorspoed behoeft
men den besten raad. Somtijds en niet zelden
stond er een rijmpje op zooals nog voor korten
tijd op eene hofstede in het bekende padje
van Nieuwenhove.
«Ik bouw mijn land, naar mijn verstand,
En verder moet ik wachten
Op zegen van den Heer,
En niet op eigen krachten.»
Een, naar het schijnt erg met zichzelf
ingenomen Middelburger had eens zijn gevel
volgens opschrift gemaakt tot een
Spiegel, daer de gecken
Schaemend in mogen zien hun schandelijke
vlecken.
Zijn opvolger was zoo verstandig dat hjj dit
opschrift ten spoedigste verwijderde.
De reclame was nog in hare kindsheid,
Van advertentiën of circulaires wist men'
nog niet, maar zooveel te meer van uiU
hangborden.
Tot slot van mijn schets en tot uw vermaak
ga ik u nog een anecdote van uithangborden
verhalen, die voorgevallen is op eene mij
onbekende plaats.
Men wete dan dat bij een pruikmaker een
bord uithing, waarop Absalom geschilderd
was zooals hij met zijn weelderig haar in de
takken van een boom verward raakte, en toen
zijn lastdier doorging, bleef hangen.
«Zoo moeten ze varen, die geen pruiken
drageD,» stond er onder.
Een paar huizen verder zag men bjj een
haarsnijder een drenkeling geschilderd. Een
New-foundlandsche hond schoot toe, beet in
's mans pruik en zwom er mee naar den
wal, zoodat de man verdronk en zijn pruik
gered werd.
«Zoo moeten ze varen, die pruiken dragen,»
stond er onder.