Schetsen over Middelburg. S c h o o I n i e u w s. Z e n d i li g. KiailTiSZlIilvN. Gemengde Berichten. voor verlegging. Dit van te voren uitmaken gaat niet Een volgend jaar is echter bij de eerste gelegenheid de beste, zoodra het plan de campagne zal zijn vastgesteld het denk beeld van den heer Lambrechtsen rijp voor bespreking in den boezem van het dugelijksch bestuur, en dit za' ook geschieden. De heer Lambrechtsen vraagt bij den post schoolgelden of de geraamde opbrengst der verschillende scholen voortaan ook kan gesplitst worden. Er is hier een post van f 3910, doch niemand ziet hoe die post zich over de verschillende scholen verdeelt. De heer De Jonge voegt er aan toe dat de opmerking ook de middelbare school raakt, wijl daar een dag- en een avondschool is. De voorzitter is 't daarmede eens en zal van de opmerking nota nemen. De heer Lambrechtsen heeft nog een aanmerking in betrekking tot de scheepvaart. Deze heeft somwjjlen veel ongerief van de groote daling van het waterpeil in de haven bij de overlading van het beer. De heerschipper moet met zijn vaartuig onder de onderste uitloop van de beerput blijven, daardoor moet het water 60 duim zakken, bij even hooger peil is het reeds boven de onderste uitlaag. Vroeger was dit slechts 20, dewijl bij het vorige beervaartuig een boord kan worden uitgenomen. Kan dit vaartuig niet zoo ingericht worden dat minder water behoeft uitgelaten te worden? Ook schijnt het heerschip zich wel eens te laten wachtenook dit is een groot ongerief. Een oponthoud van een halven dag is natuurlijk mogelijk in verband met het tjj; maar laatst bedioeg dat 2 dagen en het heerschip kwam niet. De heer Ochtman zegt dat deze zaak zal onderzocht wo°rden de Sasmeester heeft echter geen recht water te loozen, zoolang het beervaartuig niet in 't zicht is, en dan 2 x 24 uren lang het water op zulk een laag peil te houden is geheel buiten's mans bevoegdheid en onverstandig Het is een vaste wet niet de schipperij, maar het heerschip moet wachten. Bij den post boomen verdedigt de voor zitter zjjn denkbeeld, zoo even ontwikkkeld. De verkoop van 30 boomen zou in het gunstigste geval f 1000 opbrengendat is nog maar een derde van hetgeen wij bepaald noodig hebben. Maar hij herhaalt alleen bij een buitengewone uitgaaf. Het zijn om zoo te zeggen appeltjes voor den dor&t die men in petto houdt tegen den tijd dat men het geld voor een buitengewone uitgaaf noodig heeft. De heer Den Boer is het daarmede zeer eens; maar verzoekt het dagelijks bestuur om de doode takken aan die boomen te doen opruimen, evenals den boom aan den Polderschen weg, die door den bliksem getroffen werd. De Voorzitter zegt dat daartoe ook plan bestaat. Van de eerste opmerking zal nota genomen worden. De heer De Jonge is het ook met den voorzitter eens doch vraagt of niet althans f1000 van de f3300 kunr.en gered worden door aan Gedeputeerde Staten te vragen terug te komen op hun besluit in betrekking tot de jongste geldleening van f 21000 van Gasthuis en Burgerlijk Armbestuur. Hij herinnert er aan dat in 1886 een leening van f 104000 is aangegaan voor de over neming der gasfabriek en ter convertee.ing van diie oude leeningen. Gedep. Staten keurden die leening goed mits jaarlijks uitloting geschiede van 4 aandeelen. Nu bleek later nog 121000 noodig voor verbouwing, welke som, volgens beding van gedeputeerde staten moet worden terugge geven in denzelfden tijd als de 104,000 zoodat thans 5 aandeelen dus f 1000 meer jaarlijks moet worden uitgeloot. Komen nu Ged. Staten van deze bepahng terug, dan kan die laatste leening na ,1913 als de f104000 zullen zijn afgelost, worden afge daan en behoeft de Hoofdelijke Omslag slechts f 2000 te worden verhoogd. Bij de bovengenoemde besturen zou tegen deze wijziging van het aflossingsplan wel geen bezwaar bestaan. De heer Lambrechtsen betwijfelt dit; doch FEUILLETON. SOCIALE TOESTANDEN. VI. Zoo was dan met de nieuwe leer een nieuwe toestand geboren, zoowel op het terrein van den handel als op het terrein der nijverheid. Ook op het terrein van armenzorg was een nieuwe weg ingeslagen. Het kloosterleven had plaats gemaakt voor het (noraet laborai). Wie de hand uitstak, dien werd door het klooster een aalmoes uitgereikt, maar hij was er dan ook tevens zeker van gerekend te worden tot de pariah's, het uitvaagsel der maatschappij. De zuivere leer trad op met het begiip van barmhartigheid, te bewijzen aan den noodlijdenden broeder of zuster. Een nieuwe wijze van armenverzorging trad in 't leven In 1602 werd het eerste armweeshuis voltooid, in 1610 besloten diakenen om, ge zamenlijk met de gasthuismeesters en de vaders der gevangenon een gemeen simpelhuis op te richten en in 1613 werd een oude- mannen- en vrouwenhuis tot stand gebracht. Kerkelijk en burgerlijk bestuur reikten elkander de hand om te doen wat in hun verrnogpn was ten einde de armoede te keeren. En toch was de vagebondagie geducht. Placaat op placaat tegen de bedelary werd afgekondigd. Vreemde en inlandsche bedelaars vereenigden zich in begin der zeventiende eeuw op afgelegen plaatsen, em middelen tot afpersing van geld te beramen. Zij ondernamen des nachts de voorzitter niet en belooft de correspon dentie over deze zaak met gedeputeerden zoo dit mogelijk is, te zullen openen. Daarna gaat de vergadering uiteen. Middelburg. Woensdag a. te half 10 en te 2 uur openbare vergadering van den gemeenteraad ter behandeling o. a. van Adres dr. H. Japikse om eervol ontslag uit zijne betrekking van leeraar burger avondschool. Begrootingburgerlijk armbestuur 1894 metbepalingsubsidie uit degemeentekas. Begrooting schutterij 1894 Voorstel van burg. en weth., betreffende de gemeente- reiniging met advies dienaangaande van de commissie, benoemd in de raadsvergadering van 5 September 1893. Gemeentebegro ting 1894. - Wij ontvingen hetzeven en dertigste verriag van de Vereeniging iot het bezoeken der armen te Middelburg, over 1892. De directie bestaat uit de heeren mr. E. P. Schorer, voorzitter, C. J. J. A. van Tejjlingen, plaatsvervangen I voorzitter, mr. F. J. Sprenger, D. J. Pronkers, penning meester en W. A. graaf van Lynden, secretais. In plaats van mr F. L Sprenger werd als lid en wijkbezoeker benoemd baron Van Harden broek en, bij diens kort daarop gevolgd vertrek naar elders, de heer C de Jongli Pz. Nog traden in het laatst van het jaar en in het begin van het loopende jaar om aarticuliete redenen uit de Vereeniging de ih W. J. Goor en D. Wiener, die respec tievelijk vervangen werden werden door de hh. J. L. Stades en M. L. Jacobson. Hét aantal nieuw ingeschreven gezinnen en personen vermeerderde met 86. Het totaal cijfer van de aanvragen bedroeg 661, of gemiddeld 55 per maandvergadering. Vergeleken met het be-uchte jaar 1891 verminderde dat cijfer met 100bij verge lijking echter met 1890, toen het niet meer bedroeg dan 326, blijkt dat in het vorige overzicht terecht van de plotsel nge uitbreiding gezegd werd «dat zij blijvend zou inwerken op de meer beperkte wijze van werken der vereeniging,» en dat zg «langen tgd de herinnerit g aan den harden winter van '90 op '91 zou levendig houden.» Aan verpleging, voorschotten, bijdragen van verschillenden aard, ligging- en dekking stukken en administratiekosten werd minder uitgegeven dan in '91 1 1588,50, uit renten, giften, contrihutiën en terugbetaalde voor schotten d. e. t. minder ontvangen f 1097-26, wat schijnbaar een voordeelig verschil opleveit van f 491.24. In het geheel werd echter, vergeleken met 9l en verkoop van kapitaal en goede sloten medegerekend, f 6460.84 minder ontvangen, terwijl de vermindering der uitgaven, inkoop van kapitaal daarbij gerekend, niet meer bedroeg dan f 5508.50, zoodat het geldelijke beheer een negatief resultaat heelt opgeleverd van f952,34. Terwijl dan ook het goed slot van 1891 ad t 847.73 totaal verdwenen is, wijst de reke ning over 1892 nog een nadeelig saldo aan van f 104 61 namelijk aan ontvangsten f 5597.24 en uitgaven i 5701.85. Daaruit volgt intusschen niet dat de ver eeniging de toekomst met zorg behoefde tegen te gaan, in den winter toch van 1890/91 was opnieuw gebleken dat veelal de hulp het meest naby is, als de nood het hoogst gestegen sehynt; maar het heeft zijn nut er op te wyzen tegenover heeren wjjk- bezoekers, eenerzijds opdat zy niet ontmoe digd worden als niet ieder aanzoek een gunstig oor vindt bij de directie, andersijds om hen opnieuw aan te s,oren tot grondig onderzoek naar de noodzakelijkheid voor iedere aanvraag, tot zuinige behandeling van de zaken in het algemeen en tot voorzich tigheid bij het doen van toezeggingen. Uit het oog inag toch niet worden verloren, dat de financiëeie toestand der vereeniging in 1891 is achteruitgegaan met f 145U en in 1892 weder met 1 952, zoodat, wanneer zij niet krachtdadiger wordt ge-teund, de directie zeer tot haar leedwezen de uitgaven moet beperken en nog meer, dan nu reeds het ge al is, personen zal moeten afwjjzen, die zij zoo gaarne had geholpen. strooptochten op het platte land, plunderden de huizen en staken de woningen der land lieden in den brand, 's Daags verbrasten en verkwistten zij in kroegen den buit op even schaamtelooze wijze als zij het verkregen hadden. De gansche zeventiende eeuw levert een geweldig relaas van armoede, jammer en ellende. De laagste klasse, gewoon te leven van bedelarij, wa° uit die ellende niet op te heffen. Natuurrampen, pestilentie, oorlog waren de jammerlyke voedsters van deze ellende. De bloei van den handel in de zestiende eeuw zoo schoon geopend kon zich met moeite staande houden. Erger, veel erger stond het met de nyverheid geschapen. Onze linnen- en lakenweverijen, vroeger op zulk een groote schaal uitgeoefend, hoofdtak onzer industrie, waren vervallen.De landbouw kwijnde door de geweldige rampen van herhaalde overstroomingen. De tweede helft der zeventiende eeuw bracht aan Middelburg een gewichtige maatschappelijke verandering Dezelfde uitwerking die de geloofsvervol ging in de Zuidelijke Nederlanden op het einde der zestiende eeuw hadjvoor Middelburg, had ook liet einde der zeventiende eeuw door de geloofsvervolging in Frankrijk. De herroeping van het Edict van Nantes dreef alle "Gereformeerden uit Frankrijk, en gelijk Engeland en Duitschland weleer tot toe vlucht hadden verstrekt aan de vluchtelingen uit de Nederlanden, zoo was Holland en Zeeland het veilige toevluchtsoord voor de Fransche bannelingen. Naar wij vernemen heeft de heer Siegers met het oog op de a. s. statenvergadering nn reeds zijne benoeming tot Lid der Staten aangenomen. De verkiezing voor een lid van den gemeenteraad te Middelburg ter voorziening, in de vacature, ontstaan door het bedanken van lien heer J. H. Snijders, is bepaald op Dinsdag 7 November, en eene eventueele herstemming veertien dagen later. Tot directeur van den Wilhelmapolder is benoemd de heer H. A. Hanken, thans directeur der «Maatschappij van weldadig heid» te Frederiksoord, met 29 stemmen. Op den heer I. G. J. van den Bosch te Wilhelminadorp waren 19 stemmen uitgebracht. Bij kon. besluit zijn benoemd in den militieraad voor onze provincie voor de lichting der nationale militie van 1894 tot voorzitter mr. P. J. F. v. Voorst Vader, tot zijn plaatsvervanger mr. C. Lucasse beiden lid der prov. staten; tot lid dr. A. v. d. Swalme, tot zijn plaatsvervanger mr. A. P. Snouck Hurgronje beiden lid van den gemeenteraad te Middelburg. Tot president-commissaris van de Stoomtram Mij. Breskens Maldighem, in- plaats van wylen mr. N. J. C. Snouck Hurgronje, is benoemd de heer], G. Gerritsen, burgemeester te Breskens, en tot vice- president de heer J. 11. Hennequin, burge meester van Sluis. Bij kon. besluit is een pensioen van f 188 verleend aan H. J. van Dort, schipper le kl. bij de vissiherjj politie op de Schelde en Zeeuwsche stroomen. Het volgende ontleenen we aan eene circulaire, dezer dagen ontvangen door de Colleges van Regenten der onderscheiden gevangenissen hier te lande vanwege het mini terie van Justitie: «Tot het verkrijgen van meerdere afwis seling in de voeding in het algemeen en het verschaften van gelegenheid tot het bekomen van meer dierlijk voedsel aan gevangenen, veroordeeld tot meer dan dén jaar gevangenisstraf by het verrichten van zwaren arbeid, waartoe door de inspecteurs van het Geneeskundig Staatstoezicht is geadviseerd, is besloten om, met uitzonde ring der bijzondere strafgevangenis te Leeuwarden en de Rijks-werkinrichting te Hoorn, in stede van tweemaal per week vlee chsoep, éen maal vleeschsoep en éen maal boonen mét spek te verstrekken in de onderscheiden gevangenissen en huizen van bewaring. Voor de groote gevangenissen Breda, Arnhem, Rotterdam, Utrecht, Gro ningen, Amsterdam en 's Gravenhage is het iation bepaald op 45 Kg. boonen en en 3 Kg. spek per 100 gevangenen; voor de kleinere gevangenissen en huizen van bewaring op 4b Kg. boonen en 2 5 Kg. spek per 100 man. Bovendien is voor de genoemde groote gevangenissen bepaald, dat in do can tie es aldaar eieren, oude kaas, zoute en gerookte haring (voor zooveel mogelyk), zoete melk en karnemelk verkrijg baar zal worden gesteld voor hen, die tot meer dan 1 jaar gevangenisstraf zijn ver oordeeld, en, volgens liet oordeel van het betrokken college van regenten, zwaren arbeid verrichten. Dit besluit treedt in werking op 1 Jan. 1894. Terwijl vroeger voor elke gevangenis of dergelijke inrichting de levering van het benoodigde vet afzonderlijk werd aanbesteed in de plaats waar de gevangenis gevesiigd is, zal voor 1894 slechts éene aanbesteding plaats hebben voor de leverantie van al het vet, benoodigd in alle gevangenissen, rijks werkinrichtingen en opvoedings-gestichten, evenals reeds twee jaren het geval was Als uitbreiding van dien maatregel zal deze voor '94 thans ook toegepast worden op de aanbesteding van gort, erwten en boonen, te 's Gravenhage te houden, zoodat ook deze artikelen voor alle gevangenissen van éen enkelen leverancier betrokken zuilenorden.» Kerknieuws. Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor Nieuwenhoorn door ds. G. In het poorterregister van de Fransche vluchtelingen der stad Middelburg wordt opgegeven dat van 17 November 1685 tot 6 April 1698 zich alhier vestigden 227 hoofden van huisgezinnen, vertegenwoordi gende 562zie)en. Deze vluchtelingen hebben, toen de voorspoed van Middelburg reeds tanende wa°, door werkzaamheid eu erkente lijkheid, de liefde en gastvrijheid hun bewezen, dubbel vergoed. Zij hebben den ouden tak van nijverheid, de weefgetouwen, weder uit hun vervaj opgericht. Zij brachten hier de hoeden- fabricage, de serge- en passementweverijen. Twee goudleêrfabrieken werden door hen hier gevestigd. Ook een gewerenfabriek werd gesticht. De Refugiés van het laatst der zeventiende eeuw brachten niet weinig bij tot de maatschappelijke welvaart van Middelburg. Maar ook in ander opzicht was het verkeer met deze Fransche broedersin liet geloof belangryk. Op kerkelijk godsdienstig gebied vooral, maar daarover spreken we op een andere plaats. Het huiselyk- en handelsverkeer der zeventiende eeuw drukte een anderstempel op het nationale leven, en daartoe droegen de Fransche vluchtelingen wel het meeste bij Onze natie is zegt men in weerwil van de gehechtheid aan voorvaderlijke begrippen en instellingen, in weerwil van de strenge grondregels in handelszaken, in weerwil van een niet te miskennen zucht naar zelfstandigheid, die zich sedert den onafhankelijkheidsoorlog zoo schitterend ge openbaard heeft, in weerwil van dat alles H. Blanken te Zierikzee. Ds. J. P. v. Melle te Renswoude staat op het zestal te Kampen ds. v. Ketel te Reresse en ds. v. d, Ven te Haamstede op dat naar Woldendorp (Gron.) en ds. v. I.Isendijk te Kapelle op dat naar Humoteloo. Chr. Ger. Kerk. Bedankt voor Utrecht door ds. Ph. J. Wessels te Zierikzee. Geslaa gd voor de acte vrije- en orde oele- ningen de dames C. J Monjé te Breskens, A. M. Tjpbbes te Wemeldinge, J. E. C. Vermaas te Middelburg en G. W. But te Vlissingen. Geslaagd voor het lilt. mathematisch examen te Arnhem de heer C. Brandt uit Middelburg. (Slot.) 3. Zending van'tJava-Comité. Br. Haag bericht, dat hjj 7 April jl. een tweede Chr. school (voor meisjes) te Batavia openen mocht, opdat niet langer Protestantsche ouders hunne dochters naar de kloosterschool zouden behoeven te zen den en dat zjjn werk onder de militairen voortgaat, goede vrucht te dragen. Br. Geissler, die in de Chineezenwjjk terzelfder stede arbeidt doet poging, om daar een lokaal voor de godsdienstoefening te verkiyg' n, want de Chineezen moeten de kerk vlak voor hun deur hebben, anders komen ze niet. Treurig zijn, zooals bekend is, de zedelijke verhoudingen in Jndë. Geissler deelt hiervan een voorbeeld mee, dat «tot het alledaagsche behoort.» Eene vrouw, eene geloovige Christin, kwam bij hem, om heur hart voor hem uit te 6torten. Acht en twintig jaren had zij haren man geliefd en vertrouwd nooit had zg eenige onaangenaamheid met hem gehad, toen zij plotseling tot de ontdekking kwam, dat hij drie onechte kinderen had. Is 't wonder, dat Br. G. uitroept«o, dat onverschillig aanzien van de zonde, alsof de zonde slechts eene onvolkomenheid ware, in plaats van eene overtreding van Gods gebod; in plaats van een gruwel voor den Heiligen God in plaats van gekwetste majesteit tegen den Koning aller koningen.» In 't begin van Maart mocht G. 't huwe lijk inzegenen van een heer, die 15 jaar in concubiuaat(samenwonen zonder wettigen echt) geleefd had met eene Chineesche vrouw, die door G. tot den Heiland werd geleid. Twee-, driemaal per week brengt hjj thans schriftelijk 't Woord des heils aan Chinees en Mohammedaan, in een Dagblad, dat door een Roomsche geredigeerd wordt, die hem echter lot dezen arbeid aanmoedigt. In April werd Geissler by een diaken zijner gemeente, Tjoe leng, in huis geroepen, door een zijner buren, met de woorden «Tjoe-leng heeft zijn mes genomen, omzijn vrouw te doorsteken». Deze tijding bleek maar al te waar en de gemeente treurde, om de schande haar aangedaan door een onwaardigen voorganger. Deze was tot zjjne euveldaad gekomen, nadat hij ontucht gepleegd had mei een meisje, dat bij hem logeerde, 't Mocht den zendeling gelukken, daarin door de gemeente gesteund, den eerst weerbarstigen overtreder met zijne vrouw te verzoenen en van hem de belofte van berouw en van wegzending van 't bedoelde meisje te verkrijgen. De laatste vluchtte eigener beweging en Tjoe-leng werd natuurlijk onder kerkelijke tucht gebracht. Wij wenschen met Br. G., dat hij zich bekeere tot den Heere God, Wiens Naam hjj geschandvlekt heeft door zjjne zonde. Br. van de Spiegel te Bondowoso bericht een en ander van een bekeerling, dien hij thans als helper in dienst heeft. Deze, eerst met allerlei bijbedoelingen tot deze apandita» gekomen geraakte langzamerhand onder den invloed van 't Woord en den Geest des Heeren en eindigde met in den «levenden» Christus den vrede te vinden, dien hjj by is zoo zegt nten althans onze natie zoo licht ontvankelijk voor vreemde indrukken. Het dagelyksch verkeer roet een volk zoozeer in zeden en gewoonten van het onze verschillende kon niet zonder invloed blijven. Onze plompe manieren, onze niet altijd behagelijke conversatietoon staken zoozeer af by den Franschen smaak. Er openbaarde zich zeker stre/en naar praal- vertooriing, een zucht om te schitteren. Niet altijd, het zij tot eere der Franschen gezegd, is praalvertoon en wuftheid hun kenmerkende eigenschap. Maar toch blijft hun taal en hun toon, hun wijze van doen en laten een zeker savoir vivre vertoonen als bij ons onbekend is. Kort van duur evenwel was de bloei van het einde der zeventiende eeuw. De acht tiende bracht weder allerlei rampen door oorlogen en misgewas en concurrentie veroorzaakt. Esn der laatste krachtige uitingen van den reeds neigenden Zeeuwschen handel was de oprichting van de Comroercie-Com- pagnie in het jaar 1729, tot het bouwen en uitrusten van schepen voor den slaven handel en de vaart op de koloniën van Essequebo en Demerary. Het einde der negentiende eeuw doet ons klacht op klacht van de landbouwers hooren. Erger, veel erger stond het in 't begin der achttiende eeuw met den toestand van den landbouw geschapen. Een der Gecommitteerde Raden van Zeeland, de heer de Beaufort schrijft uit het jaar 1729 «Het was toen zulken sleglen tjjd in Walcheren, dat de mei.schen haar landen niet konden den «dooden» profeet van Mekka vergeeft gezocht had. Br. Dammerboer te AnjkoLa ordende op Hemelvaartsdag aldaar Samuel Tandjoeng tot bedienaar des Woords onder zjjne stam- genoolen. Tegenover deze verbljjdende mededeeling staat eene treurige, n.l. 't terugvallen tot den Islam van enkele kinderen der gemeente. Verder werd dezer Zending een jjverig helper door een plolselingen dood ontnomen. Dammerboer dringt aan op versterking der werkkrachten in zyn district, door 't zenden van een Europeesch zendeling. 4. Nederlandsche Zendingsvor- eeniging. In 189U gaf zekere Sarejim te Tjideres, een woeste kerel, zijne vrouw Sardjina een scheldbrief, wijl zg omgang had met een buurman Ras, die toen met Rasitem gehuwd was. Later wilde Surdjem de verstootene weer tot zich nemen. Toen zij weigerde, kloofde hij haar bijna den nek. Tenslotte werd de zaak geschikt en Sardjem en Ras ruilden hunne vrouwen. Sedert werden Sardjem en Rasitem Christen, en ook de dochter van Ras (die nog Mohammedaan is) en Rasitem, Sami, trad dit voorjaar tot de gemeente toe. Bjj den voorafgaamlen bidstond en bjj baren doop nu waren ook haar vader en stiefmoeder beiden dus Mohammedanen, tegenwoordig, terwjjl vroeger nimmer eene toetreding tot de gemeente plaats greep, dan onder protest der familie. Doeh vooral treffend was 't, dat Ras door Sardjem, Sardjina door Rasitem kerkwaarts werden geleid. De oude veeten zjjn vergeten; da geest der liefde, die t Evangelis kenmerkt, heeft blykbaar zjjn gezegenden invloed doen gelden. Dijkstra te Tjerïbon doopte twee Soenda- neezen. De een was door de cholera aan den oever des doods gekomen, doch hersteld, en begeerde sedert met ernst den Heere toe te behooren. -j- Met opzet nemen wjj hoogst zelden be richten over uit «de Nederlandsche Zendings bode.Dit hoogst belangrijk blad, 'teenig weekblad voor de Zending in Nederland, orgaan tevens van de Sangi-Talaoe-zending, en dat geregeld berichten der Rjjnsche Zending bevat, kon en moest door iederen belangstellende in 't werk der Evangelie verkondiging onder de Heidenen gelezen wonen. De prjjs is slechts 25 ets. per kwartaal. Uitgave der Ermeloosche Zen. dingsdrukkerij. Vijjdag stond te Middelburg voor de arr. rechtbank terecht de oud-brievengaarder P. te Wilhelminadorp beklaagd van er.kele feiten van verduistering, welke door het O. M. bewezen weiden geacht en waarvoor een jaar en 6 maanden gevangenisstraf werd geëiacht. De verdediger pleitte vrjjspraak van enkele feiten en een lichte straf voor de overige. Uitspraak vrijdag, a. Vlissingen. Zaterdag kwam uit het droogdok te Middelburg alhier aan het 8*. «Soembing» (ss. Batavia) om verder aan de werf van de Maatschjj «de Schelde» de reparatie te voltooien, Als een eigen aardigheid kan worden gemeld dat de groote stalen voormast nog vóór dat het stoomschip goed en wel gemeerd lag, reeds in het schip was geplaatst. Vlissingen. Door de afdeeling «Patri monium» altiier zullen naar wjj vernemen «vakvereenigingen» worden opgericht. Als proef zal men zich vooreerst tot één vak- vereenigiDg bepalen uitsluitend voor metaal bewerkers, bankwerkers, draaiers, koper slagers, smeden, ketelmakers enz. Het hoofddoel is, behalve het aankweeken vaa godsdienstzin, het bevorderen van zondag» rust, en de goede verhouding te verkrijgen tusschen patroon, gezel enz.door het lezen van vakbladen, door het geven van teekenonderwjjs, als anderszins zich in de bovengenoemde vakken te bekwamen. verkoopen noch belasten, zelfs nauwelijks konden weggeven of verpachten, en. niet tegenstaande dat er overvloed van geld was, en dat vele menschen, voornamelijk Oost- Indievaarders groot geld en goed haddeo, en met contanten als tot de keel toe, overkropt waren, zoodat de Intresten tot twee ten honderd en daar beneden liepen, zoo durfde echter niemand land koopen, te meer daar de boeren zoo slecht betaalden. In dien tjjd werd het hof Soetendaal, te Serooskerke met zjjn Heerenhnis en schure, alle wel onderhouden en in goeden staat, met zjjn dreven, vijvers en opgaand hout, te zamen in alles groot 104 Gemeten, 282 Roeden lands, en daaronder 12 Gemeten Haijmans ol Vrjjland, publiek te verkoop gepresenteerd, en mocht niet gelden. Ziende dat er Diemand werd gevonden, die een penning voor zulken considerabelen pand durfde bieden, liet ik uit de hand daarvoor de somma van drie honderd ponden Vlaams bieden, en niettegenstaaude de voogden van de weezen wien het hot toebehoorde, wel drie maanden kwamen te wachten, en het hot overal onder de hand lieten presenteeren, om te zien of er iemand geronden werd, die het bod wilde verhoogen, heeft zich niemand opgedaan, zoodat mij eindeljjk dat hof met al zijn landen en toebehooren ®P den 12 December 1729 is gelaten voor de som van drie honderd Ponden Vlaams». Alzoo was de toestand van het landbouw bedrijf in het begin der vorige eeuw. Zeker ook te midden van den landbouw crisis die wjj doorleven niet benijdens waardig.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 2