Schetsen over Middelburg.
S c h o o I n i e u w s.
Z e n d i li g.
KiailTiSZlIilvN.
Gemengde Berichten.
voor verlegging. Dit van te voren uitmaken
gaat niet Een volgend jaar is echter bij de
eerste gelegenheid de beste, zoodra het plan
de campagne zal zijn vastgesteld het denk
beeld van den heer Lambrechtsen rijp voor
bespreking in den boezem van het dugelijksch
bestuur, en dit za' ook geschieden.
De heer Lambrechtsen vraagt bij den
post schoolgelden of de geraamde opbrengst
der verschillende scholen voortaan ook kan
gesplitst worden. Er is hier een post van
f 3910, doch niemand ziet hoe die post
zich over de verschillende scholen verdeelt.
De heer De Jonge voegt er aan toe dat de
opmerking ook de middelbare school raakt,
wijl daar een dag- en een avondschool is.
De voorzitter is 't daarmede eens en zal
van de opmerking nota nemen.
De heer Lambrechtsen heeft nog een
aanmerking in betrekking tot de scheepvaart.
Deze heeft somwjjlen veel ongerief van de
groote daling van het waterpeil in de haven
bij de overlading van het beer.
De heerschipper moet met zijn vaartuig
onder de onderste uitloop van de beerput
blijven, daardoor moet het water 60 duim
zakken, bij even hooger peil is het reeds
boven de onderste uitlaag. Vroeger was dit
slechts 20, dewijl bij het vorige beervaartuig
een boord kan worden uitgenomen. Kan
dit vaartuig niet zoo ingericht worden dat
minder water behoeft uitgelaten te worden?
Ook schijnt het heerschip zich wel eens
te laten wachtenook dit is een groot
ongerief. Een oponthoud van een halven
dag is natuurlijk mogelijk in verband met
het tjj; maar laatst bedioeg dat 2 dagen
en het heerschip kwam niet.
De heer Ochtman zegt dat deze zaak
zal onderzocht wo°rden de Sasmeester heeft
echter geen recht water te loozen, zoolang
het beervaartuig niet in 't zicht is, en dan
2 x 24 uren lang het water op zulk een
laag peil te houden is geheel buiten's mans
bevoegdheid en onverstandig Het is een
vaste wet niet de schipperij, maar het
heerschip moet wachten.
Bij den post boomen verdedigt de voor
zitter zjjn denkbeeld, zoo even ontwikkkeld.
De verkoop van 30 boomen zou in het
gunstigste geval f 1000 opbrengendat is
nog maar een derde van hetgeen wij bepaald
noodig hebben. Maar hij herhaalt alleen bij
een buitengewone uitgaaf. Het zijn om zoo
te zeggen appeltjes voor den dor&t die men
in petto houdt tegen den tijd dat men het
geld voor een buitengewone uitgaaf noodig
heeft.
De heer Den Boer is het daarmede zeer
eens; maar verzoekt het dagelijks bestuur
om de doode takken aan die boomen te
doen opruimen, evenals den boom aan den
Polderschen weg, die door den bliksem
getroffen werd.
De Voorzitter zegt dat daartoe ook plan
bestaat. Van de eerste opmerking zal nota
genomen worden.
De heer De Jonge is het ook met den
voorzitter eens doch vraagt of niet althans
f1000 van de f3300 kunr.en gered worden
door aan Gedeputeerde Staten te vragen
terug te komen op hun besluit in betrekking
tot de jongste geldleening van f 21000 van
Gasthuis en Burgerlijk Armbestuur. Hij
herinnert er aan dat in 1886 een leening
van f 104000 is aangegaan voor de over
neming der gasfabriek en ter convertee.ing
van diie oude leeningen. Gedep. Staten
keurden die leening goed mits jaarlijks
uitloting geschiede van 4 aandeelen.
Nu bleek later nog 121000 noodig voor
verbouwing, welke som, volgens beding van
gedeputeerde staten moet worden terugge
geven in denzelfden tijd als de 104,000
zoodat thans 5 aandeelen dus f 1000 meer
jaarlijks moet worden uitgeloot. Komen nu
Ged. Staten van deze bepahng terug, dan
kan die laatste leening na ,1913 als de
f104000 zullen zijn afgelost, worden afge
daan en behoeft de Hoofdelijke Omslag
slechts f 2000 te worden verhoogd.
Bij de bovengenoemde besturen zou tegen
deze wijziging van het aflossingsplan wel
geen bezwaar bestaan.
De heer Lambrechtsen betwijfelt dit; doch
FEUILLETON.
SOCIALE TOESTANDEN.
VI.
Zoo was dan met de nieuwe leer een
nieuwe toestand geboren, zoowel op het
terrein van den handel als op het terrein
der nijverheid. Ook op het terrein van
armenzorg was een nieuwe weg ingeslagen.
Het kloosterleven had plaats gemaakt voor
het (noraet laborai). Wie de hand uitstak, dien
werd door het klooster een aalmoes uitgereikt,
maar hij was er dan ook tevens zeker van
gerekend te worden tot de pariah's, het
uitvaagsel der maatschappij.
De zuivere leer trad op met het begiip
van barmhartigheid, te bewijzen aan den
noodlijdenden broeder of zuster. Een nieuwe
wijze van armenverzorging trad in 't leven
In 1602 werd het eerste armweeshuis
voltooid, in 1610 besloten diakenen om, ge
zamenlijk met de gasthuismeesters en de
vaders der gevangenon een gemeen simpelhuis
op te richten en in 1613 werd een oude-
mannen- en vrouwenhuis tot stand gebracht.
Kerkelijk en burgerlijk bestuur reikten
elkander de hand om te doen wat in hun
verrnogpn was ten einde de armoede te
keeren. En toch was de vagebondagie
geducht. Placaat op placaat tegen de
bedelary werd afgekondigd. Vreemde en
inlandsche bedelaars vereenigden zich in
begin der zeventiende eeuw op afgelegen
plaatsen, em middelen tot afpersing van
geld te beramen. Zij ondernamen des nachts
de voorzitter niet en belooft de correspon
dentie over deze zaak met gedeputeerden
zoo dit mogelijk is, te zullen openen.
Daarna gaat de vergadering uiteen.
Middelburg. Woensdag a. te half 10
en te 2 uur openbare vergadering van den
gemeenteraad ter behandeling o. a. van
Adres dr. H. Japikse om eervol ontslag
uit zijne betrekking van leeraar burger
avondschool. Begrootingburgerlijk armbestuur
1894 metbepalingsubsidie uit degemeentekas.
Begrooting schutterij 1894 Voorstel van
burg. en weth., betreffende de gemeente-
reiniging met advies dienaangaande van de
commissie, benoemd in de raadsvergadering
van 5 September 1893. Gemeentebegro
ting 1894.
- Wij ontvingen hetzeven en dertigste
verriag van de Vereeniging iot het bezoeken
der armen te Middelburg, over 1892.
De directie bestaat uit de heeren mr. E.
P. Schorer, voorzitter, C. J. J. A. van
Tejjlingen, plaatsvervangen I voorzitter, mr.
F. J. Sprenger, D. J. Pronkers, penning
meester en W. A. graaf van Lynden, secretais.
In plaats van mr F. L Sprenger werd
als lid en wijkbezoeker benoemd baron Van
Harden broek en, bij diens kort daarop
gevolgd vertrek naar elders, de heer C de
Jongli Pz.
Nog traden in het laatst van het jaar en
in het begin van het loopende jaar om
aarticuliete redenen uit de Vereeniging de
ih W. J. Goor en D. Wiener, die respec
tievelijk vervangen werden werden door de
hh. J. L. Stades en M. L. Jacobson.
Hét aantal nieuw ingeschreven gezinnen
en personen vermeerderde met 86.
Het totaal cijfer van de aanvragen bedroeg
661, of gemiddeld 55 per maandvergadering.
Vergeleken met het be-uchte jaar 1891
verminderde dat cijfer met 100bij verge
lijking echter met 1890, toen het niet meer
bedroeg dan 326, blijkt dat in het vorige
overzicht terecht van de plotsel nge uitbreiding
gezegd werd «dat zij blijvend zou inwerken
op de meer beperkte wijze van werken der
vereeniging,» en dat zg «langen tgd de
herinnerit g aan den harden winter van
'90 op '91 zou levendig houden.»
Aan verpleging, voorschotten, bijdragen
van verschillenden aard, ligging- en dekking
stukken en administratiekosten werd minder
uitgegeven dan in '91 1 1588,50, uit renten,
giften, contrihutiën en terugbetaalde voor
schotten d. e. t. minder ontvangen f 1097-26,
wat schijnbaar een voordeelig verschil opleveit
van f 491.24. In het geheel werd echter,
vergeleken met 9l en verkoop van kapitaal
en goede sloten medegerekend, f 6460.84
minder ontvangen, terwijl de vermindering
der uitgaven, inkoop van kapitaal daarbij
gerekend, niet meer bedroeg dan f 5508.50,
zoodat het geldelijke beheer een negatief
resultaat heelt opgeleverd van f952,34.
Terwijl dan ook het goed slot van 1891 ad
t 847.73 totaal verdwenen is, wijst de reke
ning over 1892 nog een nadeelig saldo aan
van f 104 61 namelijk aan ontvangsten
f 5597.24 en uitgaven i 5701.85.
Daaruit volgt intusschen niet dat de ver
eeniging de toekomst met zorg behoefde
tegen te gaan, in den winter toch van
1890/91 was opnieuw gebleken dat veelal
de hulp het meest naby is, als de nood het
hoogst gestegen sehynt; maar het heeft zijn
nut er op te wyzen tegenover heeren wjjk-
bezoekers, eenerzijds opdat zy niet ontmoe
digd worden als niet ieder aanzoek een
gunstig oor vindt bij de directie, andersijds
om hen opnieuw aan te s,oren tot grondig
onderzoek naar de noodzakelijkheid voor
iedere aanvraag, tot zuinige behandeling van
de zaken in het algemeen en tot voorzich
tigheid bij het doen van toezeggingen. Uit
het oog inag toch niet worden verloren, dat
de financiëeie toestand der vereeniging in
1891 is achteruitgegaan met f 145U en in
1892 weder met 1 952, zoodat, wanneer zij
niet krachtdadiger wordt ge-teund, de directie
zeer tot haar leedwezen de uitgaven moet
beperken en nog meer, dan nu reeds het
ge al is, personen zal moeten afwjjzen, die
zij zoo gaarne had geholpen.
strooptochten op het platte land, plunderden
de huizen en staken de woningen der land
lieden in den brand, 's Daags verbrasten
en verkwistten zij in kroegen den buit op
even schaamtelooze wijze als zij het verkregen
hadden.
De gansche zeventiende eeuw levert een
geweldig relaas van armoede, jammer en
ellende. De laagste klasse, gewoon te leven
van bedelarij, wa° uit die ellende niet op
te heffen. Natuurrampen, pestilentie,
oorlog waren de jammerlyke voedsters van
deze ellende.
De bloei van den handel in de zestiende
eeuw zoo schoon geopend kon zich met
moeite staande houden. Erger, veel erger
stond het met de nyverheid geschapen.
Onze linnen- en lakenweverijen, vroeger op
zulk een groote schaal uitgeoefend, hoofdtak
onzer industrie, waren vervallen.De landbouw
kwijnde door de geweldige rampen van
herhaalde overstroomingen.
De tweede helft der zeventiende eeuw
bracht aan Middelburg een gewichtige
maatschappelijke verandering
Dezelfde uitwerking die de geloofsvervol
ging in de Zuidelijke Nederlanden op het
einde der zestiende eeuw hadjvoor Middelburg,
had ook liet einde der zeventiende eeuw
door de geloofsvervolging in Frankrijk. De
herroeping van het Edict van Nantes dreef
alle "Gereformeerden uit Frankrijk, en gelijk
Engeland en Duitschland weleer tot toe
vlucht hadden verstrekt aan de vluchtelingen
uit de Nederlanden, zoo was Holland en
Zeeland het veilige toevluchtsoord voor de
Fransche bannelingen.
Naar wij vernemen heeft de heer Siegers
met het oog op de a. s. statenvergadering
nn reeds zijne benoeming tot Lid der Staten
aangenomen.
De verkiezing voor een lid van den
gemeenteraad te Middelburg ter voorziening,
in de vacature, ontstaan door het bedanken
van lien heer J. H. Snijders, is bepaald op
Dinsdag 7 November, en eene eventueele
herstemming veertien dagen later.
Tot directeur van den Wilhelmapolder
is benoemd de heer H. A. Hanken, thans
directeur der «Maatschappij van weldadig
heid» te Frederiksoord, met 29 stemmen.
Op den heer I. G. J. van den Bosch
te Wilhelminadorp waren 19 stemmen
uitgebracht.
Bij kon. besluit zijn benoemd in den
militieraad voor onze provincie voor de
lichting der nationale militie van 1894 tot
voorzitter mr. P. J. F. v. Voorst Vader,
tot zijn plaatsvervanger mr. C. Lucasse
beiden lid der prov. staten; tot lid dr. A.
v. d. Swalme, tot zijn plaatsvervanger mr.
A. P. Snouck Hurgronje beiden lid van den
gemeenteraad te Middelburg.
Tot president-commissaris van de
Stoomtram Mij. Breskens Maldighem, in-
plaats van wylen mr. N. J. C. Snouck
Hurgronje, is benoemd de heer], G. Gerritsen,
burgemeester te Breskens, en tot vice-
president de heer J. 11. Hennequin, burge
meester van Sluis.
Bij kon. besluit is een pensioen van
f 188 verleend aan H. J. van Dort, schipper
le kl. bij de vissiherjj politie op de Schelde
en Zeeuwsche stroomen.
Het volgende ontleenen we aan eene
circulaire, dezer dagen ontvangen door de
Colleges van Regenten der onderscheiden
gevangenissen hier te lande vanwege het
mini terie van Justitie:
«Tot het verkrijgen van meerdere afwis
seling in de voeding in het algemeen en
het verschaften van gelegenheid tot het
bekomen van meer dierlijk voedsel aan
gevangenen, veroordeeld tot meer dan dén
jaar gevangenisstraf by het verrichten van
zwaren arbeid, waartoe door de inspecteurs
van het Geneeskundig Staatstoezicht is
geadviseerd, is besloten om, met uitzonde
ring der bijzondere strafgevangenis te
Leeuwarden en de Rijks-werkinrichting te
Hoorn, in stede van tweemaal per week
vlee chsoep, éen maal vleeschsoep en éen
maal boonen mét spek te verstrekken in de
onderscheiden gevangenissen en huizen van
bewaring. Voor de groote gevangenissen
Breda, Arnhem, Rotterdam, Utrecht, Gro
ningen, Amsterdam en 's Gravenhage is
het iation bepaald op 45 Kg. boonen en
en 3 Kg. spek per 100 gevangenen; voor
de kleinere gevangenissen en huizen van
bewaring op 4b Kg. boonen en 2 5 Kg.
spek per 100 man. Bovendien is voor de
genoemde groote gevangenissen bepaald,
dat in do can tie es aldaar eieren, oude kaas,
zoute en gerookte haring (voor zooveel
mogelyk), zoete melk en karnemelk verkrijg
baar zal worden gesteld voor hen, die tot
meer dan 1 jaar gevangenisstraf zijn ver
oordeeld, en, volgens liet oordeel van het
betrokken college van regenten, zwaren
arbeid verrichten. Dit besluit treedt in
werking op 1 Jan. 1894.
Terwijl vroeger voor elke gevangenis of
dergelijke inrichting de levering van het
benoodigde vet afzonderlijk werd aanbesteed
in de plaats waar de gevangenis gevesiigd
is, zal voor 1894 slechts éene aanbesteding
plaats hebben voor de leverantie van al het
vet, benoodigd in alle gevangenissen, rijks
werkinrichtingen en opvoedings-gestichten,
evenals reeds twee jaren het geval was
Als uitbreiding van dien maatregel zal deze
voor '94 thans ook toegepast worden op
de aanbesteding van gort, erwten en boonen,
te 's Gravenhage te houden, zoodat ook deze
artikelen voor alle gevangenissen van éen
enkelen leverancier betrokken zuilenorden.»
Kerknieuws.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Nieuwenhoorn door ds. G.
In het poorterregister van de Fransche
vluchtelingen der stad Middelburg wordt
opgegeven dat van 17 November 1685 tot
6 April 1698 zich alhier vestigden 227
hoofden van huisgezinnen, vertegenwoordi
gende 562zie)en. Deze vluchtelingen hebben,
toen de voorspoed van Middelburg reeds
tanende wa°, door werkzaamheid eu erkente
lijkheid, de liefde en gastvrijheid hun
bewezen, dubbel vergoed.
Zij hebben den ouden tak van nijverheid,
de weefgetouwen, weder uit hun vervaj
opgericht. Zij brachten hier de hoeden-
fabricage, de serge- en passementweverijen.
Twee goudleêrfabrieken werden door hen
hier gevestigd. Ook een gewerenfabriek
werd gesticht. De Refugiés van het laatst
der zeventiende eeuw brachten niet weinig
bij tot de maatschappelijke welvaart van
Middelburg.
Maar ook in ander opzicht was het
verkeer met deze Fransche broedersin liet
geloof belangryk. Op kerkelijk godsdienstig
gebied vooral, maar daarover spreken we
op een andere plaats.
Het huiselyk- en handelsverkeer der
zeventiende eeuw drukte een anderstempel
op het nationale leven, en daartoe droegen
de Fransche vluchtelingen wel het meeste bij
Onze natie is zegt men in weerwil
van de gehechtheid aan voorvaderlijke
begrippen en instellingen, in weerwil van
de strenge grondregels in handelszaken, in
weerwil van een niet te miskennen zucht
naar zelfstandigheid, die zich sedert den
onafhankelijkheidsoorlog zoo schitterend ge
openbaard heeft, in weerwil van dat alles
H. Blanken te Zierikzee.
Ds. J. P. v. Melle te Renswoude staat
op het zestal te Kampen ds. v. Ketel te
Reresse en ds. v. d, Ven te Haamstede op
dat naar Woldendorp (Gron.) en ds. v.
I.Isendijk te Kapelle op dat naar Humoteloo.
Chr. Ger. Kerk.
Bedankt voor Utrecht door ds. Ph. J.
Wessels te Zierikzee.
Geslaa gd voor de acte vrije- en orde oele-
ningen de dames C. J Monjé te Breskens,
A. M. Tjpbbes te Wemeldinge, J. E. C.
Vermaas te Middelburg en G. W. But te
Vlissingen.
Geslaagd voor het lilt. mathematisch
examen te Arnhem de heer C. Brandt uit
Middelburg.
(Slot.)
3. Zending van'tJava-Comité.
Br. Haag bericht, dat hjj 7 April jl.
een tweede Chr. school (voor meisjes) te
Batavia openen mocht, opdat niet langer
Protestantsche ouders hunne dochters naar
de kloosterschool zouden behoeven te zen
den en dat zjjn werk onder de militairen
voortgaat, goede vrucht te dragen.
Br. Geissler, die in de Chineezenwjjk
terzelfder stede arbeidt doet poging, om
daar een lokaal voor de godsdienstoefening
te verkiyg' n, want de Chineezen moeten
de kerk vlak voor hun deur hebben, anders
komen ze niet. Treurig zijn, zooals bekend
is, de zedelijke verhoudingen in Jndë.
Geissler deelt hiervan een voorbeeld mee,
dat «tot het alledaagsche behoort.» Eene
vrouw, eene geloovige Christin, kwam bij
hem, om heur hart voor hem uit te 6torten.
Acht en twintig jaren had zij haren man
geliefd en vertrouwd nooit had zg eenige
onaangenaamheid met hem gehad, toen zij
plotseling tot de ontdekking kwam, dat hij
drie onechte kinderen had. Is 't wonder,
dat Br. G. uitroept«o, dat onverschillig
aanzien van de zonde, alsof de zonde slechts
eene onvolkomenheid ware, in plaats van
eene overtreding van Gods gebod; in plaats
van een gruwel voor den Heiligen God
in plaats van gekwetste majesteit tegen den
Koning aller koningen.»
In 't begin van Maart mocht G. 't huwe
lijk inzegenen van een heer, die 15 jaar
in concubiuaat(samenwonen zonder wettigen
echt) geleefd had met eene Chineesche
vrouw, die door G. tot den Heiland werd
geleid.
Twee-, driemaal per week brengt hjj thans
schriftelijk 't Woord des heils aan Chinees
en Mohammedaan, in een Dagblad, dat door
een Roomsche geredigeerd wordt, die hem
echter lot dezen arbeid aanmoedigt.
In April werd Geissler by een diaken
zijner gemeente, Tjoe leng, in huis geroepen,
door een zijner buren, met de woorden
«Tjoe-leng heeft zijn mes genomen, omzijn
vrouw te doorsteken». Deze tijding bleek
maar al te waar en de gemeente treurde,
om de schande haar aangedaan door een
onwaardigen voorganger. Deze was tot
zjjne euveldaad gekomen, nadat hij ontucht
gepleegd had mei een meisje, dat bij hem
logeerde, 't Mocht den zendeling gelukken,
daarin door de gemeente gesteund, den
eerst weerbarstigen overtreder met zijne
vrouw te verzoenen en van hem de belofte
van berouw en van wegzending van 't
bedoelde meisje te verkrijgen. De laatste
vluchtte eigener beweging en Tjoe-leng werd
natuurlijk onder kerkelijke tucht gebracht.
Wij wenschen met Br. G., dat hij zich
bekeere tot den Heere God, Wiens Naam
hjj geschandvlekt heeft door zjjne zonde.
Br. van de Spiegel te Bondowoso bericht
een en ander van een bekeerling, dien hij
thans als helper in dienst heeft. Deze, eerst
met allerlei bijbedoelingen tot deze apandita»
gekomen geraakte langzamerhand onder den
invloed van 't Woord en den Geest des
Heeren en eindigde met in den «levenden»
Christus den vrede te vinden, dien hjj by
is zoo zegt nten althans onze natie
zoo licht ontvankelijk voor vreemde
indrukken. Het dagelyksch verkeer roet
een volk zoozeer in zeden en gewoonten
van het onze verschillende kon niet zonder
invloed blijven. Onze plompe manieren, onze
niet altijd behagelijke conversatietoon staken
zoozeer af by den Franschen smaak. Er
openbaarde zich zeker stre/en naar praal-
vertooriing, een zucht om te schitteren.
Niet altijd, het zij tot eere der Franschen
gezegd, is praalvertoon en wuftheid hun
kenmerkende eigenschap. Maar toch blijft
hun taal en hun toon, hun wijze van doen
en laten een zeker savoir vivre vertoonen
als bij ons onbekend is.
Kort van duur evenwel was de bloei van
het einde der zeventiende eeuw. De acht
tiende bracht weder allerlei rampen door
oorlogen en misgewas en concurrentie
veroorzaakt.
Esn der laatste krachtige uitingen van
den reeds neigenden Zeeuwschen handel
was de oprichting van de Comroercie-Com-
pagnie in het jaar 1729, tot het bouwen
en uitrusten van schepen voor den slaven
handel en de vaart op de koloniën van
Essequebo en Demerary.
Het einde der negentiende eeuw doet
ons klacht op klacht van de landbouwers
hooren. Erger, veel erger stond het in 't
begin der achttiende eeuw met den toestand
van den landbouw geschapen. Een der
Gecommitteerde Raden van Zeeland, de heer
de Beaufort schrijft uit het jaar 1729 «Het
was toen zulken sleglen tjjd in Walcheren,
dat de mei.schen haar landen niet konden
den «dooden» profeet van Mekka vergeeft
gezocht had.
Br. Dammerboer te AnjkoLa ordende op
Hemelvaartsdag aldaar Samuel Tandjoeng
tot bedienaar des Woords onder zjjne stam-
genoolen. Tegenover deze verbljjdende
mededeeling staat eene treurige, n.l. 't
terugvallen tot den Islam van enkele kinderen
der gemeente. Verder werd dezer Zending
een jjverig helper door een plolselingen dood
ontnomen. Dammerboer dringt aan op
versterking der werkkrachten in zyn district,
door 't zenden van een Europeesch zendeling.
4. Nederlandsche Zendingsvor-
eeniging.
In 189U gaf zekere Sarejim te Tjideres,
een woeste kerel, zijne vrouw Sardjina een
scheldbrief, wijl zg omgang had met een
buurman Ras, die toen met Rasitem gehuwd
was. Later wilde Surdjem de verstootene
weer tot zich nemen. Toen zij weigerde,
kloofde hij haar bijna den nek. Tenslotte
werd de zaak geschikt en Sardjem en Ras
ruilden hunne vrouwen. Sedert werden
Sardjem en Rasitem Christen, en ook de
dochter van Ras (die nog Mohammedaan is)
en Rasitem, Sami, trad dit voorjaar tot de
gemeente toe. Bjj den voorafgaamlen bidstond
en bjj baren doop nu waren ook haar vader
en stiefmoeder beiden dus Mohammedanen,
tegenwoordig, terwjjl vroeger nimmer eene
toetreding tot de gemeente plaats greep,
dan onder protest der familie. Doeh vooral
treffend was 't, dat Ras door Sardjem,
Sardjina door Rasitem kerkwaarts werden
geleid. De oude veeten zjjn vergeten; da
geest der liefde, die t Evangelis kenmerkt,
heeft blykbaar zjjn gezegenden invloed doen
gelden.
Dijkstra te Tjerïbon doopte twee Soenda-
neezen. De een was door de cholera aan
den oever des doods gekomen, doch hersteld,
en begeerde sedert met ernst den Heere
toe te behooren. -j-
Met opzet nemen wjj hoogst zelden be
richten over uit «de Nederlandsche Zendings
bode.Dit hoogst belangrijk blad, 'teenig
weekblad voor de Zending in Nederland,
orgaan tevens van de Sangi-Talaoe-zending,
en dat geregeld berichten der Rjjnsche
Zending bevat, kon en moest door iederen
belangstellende in 't werk der Evangelie
verkondiging onder de Heidenen gelezen
wonen. De prjjs is slechts 25 ets. per
kwartaal. Uitgave der Ermeloosche Zen.
dingsdrukkerij.
Vijjdag stond te Middelburg voor de
arr. rechtbank terecht de oud-brievengaarder
P. te Wilhelminadorp beklaagd van er.kele
feiten van verduistering, welke door het
O. M. bewezen weiden geacht en waarvoor
een jaar en 6 maanden gevangenisstraf werd
geëiacht. De verdediger pleitte vrjjspraak
van enkele feiten en een lichte straf voor
de overige.
Uitspraak vrijdag, a.
Vlissingen. Zaterdag kwam uit het
droogdok te Middelburg alhier aan het 8*.
«Soembing» (ss. Batavia) om verder
aan de werf van de Maatschjj «de Schelde»
de reparatie te voltooien, Als een eigen
aardigheid kan worden gemeld dat de groote
stalen voormast nog vóór dat het stoomschip
goed en wel gemeerd lag, reeds in het schip
was geplaatst.
Vlissingen. Door de afdeeling «Patri
monium» altiier zullen naar wjj vernemen
«vakvereenigingen» worden opgericht. Als
proef zal men zich vooreerst tot één vak-
vereenigiDg bepalen uitsluitend voor metaal
bewerkers, bankwerkers, draaiers, koper
slagers, smeden, ketelmakers enz. Het
hoofddoel is, behalve het aankweeken vaa
godsdienstzin, het bevorderen van zondag»
rust, en de goede verhouding te verkrijgen
tusschen patroon, gezel enz.door het
lezen van vakbladen, door het geven van
teekenonderwjjs, als anderszins zich in de
bovengenoemde vakken te bekwamen.
verkoopen noch belasten, zelfs nauwelijks
konden weggeven of verpachten, en. niet
tegenstaande dat er overvloed van geld was,
en dat vele menschen, voornamelijk Oost-
Indievaarders groot geld en goed haddeo,
en met contanten als tot de keel toe,
overkropt waren, zoodat de Intresten tot
twee ten honderd en daar beneden liepen,
zoo durfde echter niemand land koopen, te
meer daar de boeren zoo slecht betaalden.
In dien tjjd werd het hof Soetendaal, te
Serooskerke met zjjn Heerenhnis en schure,
alle wel onderhouden en in goeden staat,
met zjjn dreven, vijvers en opgaand hout,
te zamen in alles groot 104 Gemeten, 282
Roeden lands, en daaronder 12 Gemeten
Haijmans ol Vrjjland, publiek te verkoop
gepresenteerd, en mocht niet gelden.
Ziende dat er Diemand werd gevonden,
die een penning voor zulken considerabelen
pand durfde bieden, liet ik uit de hand daarvoor
de somma van drie honderd ponden Vlaams
bieden, en niettegenstaaude de voogden van
de weezen wien het hot toebehoorde, wel
drie maanden kwamen te wachten, en het
hot overal onder de hand lieten presenteeren,
om te zien of er iemand geronden werd,
die het bod wilde verhoogen, heeft zich
niemand opgedaan, zoodat mij eindeljjk dat
hof met al zijn landen en toebehooren ®P
den 12 December 1729 is gelaten voor de
som van drie honderd Ponden Vlaams».
Alzoo was de toestand van het landbouw
bedrijf in het begin der vorige eeuw.
Zeker ook te midden van den landbouw
crisis die wjj doorleven niet benijdens
waardig.