NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Onze Kinderen.
1898. !o. 10.
fcstfag 24 ©cfo6cc.
Hcfifsfe Iflarpnn
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02 5.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
•van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel
meer 10 cent.
IV.
Huisgezin, Kerk en School zjjn in bet opvoe
dingswerk drie raderen, die nimmer elkander
mogen tegenwerken. Over de opvoeding in
huis sprak ik reeds; de kerk blijft hier
buiten bespreking: de school vraagt voor
ditmaal uwe aandacht. De huise'jjke op
voeding is van hooge waarde de opvoeding
echter in de school is van grooter betee-
kenis. Daarom hangt er zooveel van af,
wat onze kinderen leeren op school, maar
vooral is het van zoo groot gewicht in
welken geest onze kinderen dat onderwijs
o ntvangen.
Om goed te verstaan, wat wjj verder over
dit onderwerp wenschen te schrijven, sta
ons helder voor oogen het doel der opvoe
ding. Waartoe werd de mensch ge chapen
Het antwoord op deze vraag isOm den
Heere te verheerlijkenZijn naam groot te
maken en Zjjne werken te prijzen. Nu
is wel is waar de mensch deze grootsche
roeping ontrouw geworden door zijnen val
in het paradijs, doch de eisch Go<Js rust
niettemin op hem. Ook nu nog moet het
doel van 's menschen leven zijn het groot
maken van zijnen Schepper. En Gode zij
dank, die zulke groote genade den mensch
bewezen heeft, dat Hij /ijn Zoon in deze
wereld zonl, opdat Gode meer eere zou
toegebracht worden. Elke zonde, die be
dreven wordt, is een schenden van Gods
eer. Daarom is het roeping der ouders
om hét kind telkens te wjjzen op het zondige
in zijn spel, in zijne handelingen. Maar er
moet meer zijn. Onze kit.deren moeten
leeren alle dingen te beschouwen in het
licht van Gods Woord, opdat zij des Heeren
daden leeren opmerk -n in den weg, dien
Hij houdt met de volken der aarde, met
den mensch in het bijzonder; opdat zjj lee
ren in de natuur Gods groote werken te
bespeuren.
De school, die er juist op ingericht is, om
kennis aan te brengen, heeft grootscher taak
te veirichten dan het huisgezin. Ware,
zooals menigmaal ten onrechte gemeend
wordt, de school slechts de plaats om er de
noodige kenn s aan te brengen van lezen,
rekenen en schrijven, dan reeds zou het
noodig zijn, nauwkeurig toe te zien op wat
onzen kinderen ter lezing werd voorgelegd.
Dan zou het ook noodig zjjn, dat het lees
boek ware geschreven met het doel om
Gods n .ai» te verheerlijken. Maar de school
is meer, zij is een plaats om op te voeden,
dat wil zeggen te kweeken tot iets hoogers.
De invloed der school is te groot, dan dat
zy anders zou mogen beschouwd worden.
Iedereen is overtuigd van de groote waarde
van goed maatschappelijk onderwijs, maar
niet ieder is overtuigd, dat de school dik
wijls van beslissenden invloed is op het
latere leven onzer kinderen
De geest, waarin het onderwijs gegeven
wordt, zal meestal de geest onzer kinderen
worden.
Maar al te dikwijls is de school in tegen
spraak met het huisgezinveelal wordt in
de school verwoest wat in het huisgezin
werd gebouwd. Wil eene school voldoen
aan den eisch eener Christelijke opvoeding,
dan moet ingeruimd worden eene plaats
aan de Bjjbelsche geschiedenissen.
Onze ouden van dagen beklagen zich
dikwijls, dat zij zoo weinig met de ge
schiedenissen uit het Oude- en Nieuwe
Testament op de hoo6te zijn. Wel weten
zjj, dat Gods Woord hun moet zijn een
licht op hun pad en een lamp voor hunnen
voet, doch maar al te veel merken zjj, dat
zij het rechte gebruik er van niet ver
staan. Zij benijden soms de jongeren
die het vooreacht genoten eene christelijke
school te bezoeken en daardoor soms raad
geven aan hen, die vaders moesten zgn in
het verstand. De weinige kennis van Gods
Woord doet dikwijls dwalen en laat menig
maal verlegen staan, als we geroepen wor
den te getuigen voor den naam en de zaak
des Heeren. Waar nu op de school onder
wijs gegeven wordt in de kennis der Heili
ge Schiift, daar spreekt het vanzelt, dat we
een onderwijzer moeten hebben, die dat
Woord zelf gelooft en dat Woord aanneemt
als regel voor zijn leven. Het is te dierbaar
dan dat wij het zouden toevertrouwen aan
mannen, die in dit Woord niet zoeken de
wijsheid tot zaligheid. Met geen ander doel
mag het gebruikt worden, dan om ons en
onze kinderen te wijzen op Jezus, die op
aarde kwam tot verlossing van zondaren,
teneinde daarin Gode eere toe te brengen.
De onderwijzers moeten alzoo zijn mannen
die God vreezen en Zijn Woord hoog
houden.
Velen zijn er, die meenen, dat de kennis
van Gods Woord moet aangebracht worden
op de catechesatie en in de kerk Zij mee
nen dat één uur in de week voldoende
is. Daaruit blijkt ten eerste dat zij die
kennis stellen beneden vele andere leervakken
ot dal zij meenen, dat zij al zeer gemakke
lijk wordt aangeleerd. Ten tweede blijkt
er uit, dat zjj meenen, dat zjj v >n eenig
deel der opvoeding kan gescheiden worden.
Doch indien het waar was, dat één uur cate-
chesatie voldoende ware om kennis der
waarheid aan te brengen en er dientengevolge
geen opzettelijk onderwijs noodig ware in
de geschiedenissen des Bjj bels dan nog
zou-len wg als onderwijzers moeten zoeken
naar mannen, die in de opvoeding Gods eere
bedoelden.
De beroemde Eugelsche prediker Spurgi on
schreef eens: «De eere Gods is het ju woel
des heelal#, wijl al het overige slechts de
stof is, waarin dat juweel geval is.» Dit
woord, opgedolven uit de Heilige Schrift,
vindt weerklank in de harten der geloovigen.
Al het geschapene verheerlijkt God. De
hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel
Zjjner handen werk. De dag aan den dag
stort overvloedigljjk sprake uit en de nacht
aan den nicht toont wetenschap. De stem
des Heeren is op de groote wateren, waar
de God der eere dondert. De stem des
Heeren is met kracht. Hij breekt de cederen,
doet de woestijn beven en ontbloot de wouden.
De gansche aarde is vol van de wei ken des
Heeren. Hg schiep de m-ljoenen sterren
aan h> t firmament. Hij bepaalde hunne plaats
en beschreef hunne banen. Hij maakte de
hemelhooge bergen, die door lucht en wolken
borenmaar ook zijn maaksel zgn de diepe
waterkolken. Hg roert de bergen aan. dat
zij rooken, Hij doet het binnenste der aarde
heven. Hij schiep den grooten walvLch,
maar ook de kleine spitsmuis. Alle krachten
der natuur, 't zij ze reeds ontdekt werden
ol nog voor den mensch verborgen zjjn, ze
waren in de natuur gelegd, toeD God van
zijn scheppingswerk rustte. Wat ook het
onderwerp onzer beschouwing zij, niets doet
ons verwonderd slaanWant de schepper
heet de Almachtige.
De wet op het lager onderwijs schrijtt
voor, dat er onderwijs zal gegeven worden
in de kennis der natuur. Welnu, als dan
de onderwijzer dit geeft in den geest als
hierboven aangeduid, dan zal geen enkel
christenouder er meer bezwaar tegen hebben.
Onze kinderen moeten leeren verstaan, dat
er niets is of t is geschapen met een doel.
Dat doel is niet altijd aan te wijzen, omdat
onze ktnnis zoo beperkt is. Zelfs wat ons
doelloos ot schadelijk voorkomt, zal ook zjjn
goede rol vervullen in het groote scheppings
wei k. Wij en onze kinderen moeten ten
slotte verstaan, wat de psalmist zingt:
Alles wat adem heelt, love den Heere.
Zien we in een volgend artikel wat we
omtrent andere leervakken eischen van de
school, die onze kinderen zullen bezoeken
d.k;
Onderstaande nemen wij met hartelijke
instemming over uit De Standaard
Zij, die met ons zich gevleid hadden, dat
in den toestand van mr. Keuchenius nu
reeds duurzame beterschap was ingetreden
zagen zich door de latere berichten teleur
gesteld. De uiterst pijnlijke wond in liet
verhemelte doet hein nog altoos bitter lijden,
zonder vooralsnog tot staan te zijn gebracht.
Men mag zich dan ook niet ontveinzen, dat
de kwaal een maar al te ernstig karakter
schijnt te dragen, en dat het uitzicht, om
mr. Keuchenius reeds spoedig weer in het
publiek te zien optreden, ons niet wordt
gegund.
Laten onze geestverwanten, die om de
liefde, welke ze Keuchenius toedragen, door
dit bericht smartelijk getroffen zullen zjjn,
er bg weteD, dat het den beminden grijs
aard dusver door genade gegeven werd, met
een heldenmoed, die bewondering afdwingt,
zijn uiterst pijnlijk lijden te doorstaan, en
blijve men hem gedenken in zijn gebeden.
De begrooting der gemeente Middelburg
over 1894 geeft een weinig opwekkend bewijs
dat de indertijd door den voorzitter eener
libeiale kiesvereeniging geprezen liberale
alleenheerschappij in den raad dier stad,
der burgerij minder dan windeieren legt.
Een bedenkelijk verschijnsel dat er niet
beter op zal worden wanneer liberalen, type
Snijders, den raad verlaten.
Zeer te prijzen is het dat Gemeentebelang
den waarschuwenden vinger opstakal deed
ze maar hall werk door de aanleiding tot
de stijging der gemeente-uitgaven te ver-
zwjjgen, en den wenk in te houden om te
trachten bijv. op het artikel onderwijs, door
«billijker» schoolgeldheffing, te bezuinigen.
Nu echter sprake is van vermeerdering
van opcenten op het personeel, voegen wij
gaarne onze klacht bij de hare dat dit een
bijna onmogelijke maatregel is.
De gemeente helt nu reeds 50 opcenten
op het personeel, wat naar andere gemeenten
gerekend, al volstrekt geen laag cijfer is;
daarbij komen voor het Rjjk 20, en voor
de provincie 18 opcenten, dus thans in totaal
88 opcenten. Ging n-i de voorgestelde
helling der opc-riten op het personeel door,
dan kregen we er voor de gemeente 95, dus
totaal 133 opcenten op elke gulden hoofdsom
personeele belasting, en zal de druk dier
verhooging voor het grootste gedeelte komen
op de middelklasse en de neringdoende
burgerjj
Gesteld dat op dit oogenblik niet bezuinigd
kon worden en dus een buitengewone
maatregel noodzukeljjk is, dan komt het ook
ons toch nog billijker voor den hoofdelijken
omslag te verhoogen, met vrgstelling echter
van de laagste klassen.
Een maatregel die althans de oprechtheid
op zijde heelt.
Immers de meeste bela tingplichtigen ne
men geen notitie en begrijpen ook niets van
die opceiiten-specifuatie, welke op hun
aanslagbiljet voorkomt.
Ook keuren wij 't in liet algemeen af dat
men het personeel nog al meer verknoeit
dan reeds geschied is en door de opcenten
op deze rijksbelasting te verhoogen, den last
van de gemeente op het, rijk overdraagt, en
de aandacht der burgerg afleidt van dit
eenedat de gemeente op te grooten voet
leeft.
Zoo redden ook de noodlijdende gemeenten
slechts den schijn van welvarendheid.
Hadden de liberalen in 9L niet het
ministerie om verge worpen, waarin de heer
Godin de Beaulort zitting had, wg hadden
thans eene wet gehad tot regeling der
gemeente-financiën en een vermindering van
personeel.
Nu hebben wij eeu bedrijfsbelasting die
velen drukken zalhet personeel bleef wat
het was; terwijl Middelburg nog de opcenten
wil vermeerderen.
23 October 1893.
Vergadering van den Gemeenteraad te Goes
van jl. Vrijdagavond.
Voorzitter dhr. burgemeester. Afwezig
met kennisgeving de heer Lenshoek
Medegedeeld woidt lo dat met 31 Decern-
hér a s. de pachttermjjn eindigt van
verschillende landerijen der gemeente en
burg. en weth. voor de nieuwe verpachting
eene andere bijeenvoeging an perceelen, dan
tot nu toe plaats had, gevormd hebben, naar
welke regeling den 30en September jl. de
verpachting gehouden is; dat toen voor het
hoefje de Trekkerswomng en de gronden
bij de Westerschans het hoogst is inge
schreven door C. v. d. Wekken te Zierikzee
en wel ad 161 per heet.: dat de opgave
der borgen van den hoogsten inschrijver,
ten gevolge van onduidelijk adres, het ge
meentebestuur niet in tjjds heelt bereikt
en burgemeester en wethouders inmiddels
onderhandelingen hebben aangeknoopt met
de opvolgende inschrijvers, van welk een en
ander het gevolg is dat de perceelen zijn
gegund als volgtle perceel (het hoelje)
aan Anna de Lange, weduwe A. Boone
voor f 586,21 'sjaars; 2e perceel \d<: grond
bij de Westerschans) aan Simon van Noort
voor 1 140 'sjaars; 3e perceel (Hoveniering
bij de Zonstoof; aan J. Gozers voor 160
'sjaars en 4e perceel (Hoveniering in de
Zoute Vest) aan Jacobus Melse voor 110,25
'sjaars.
2e. Dat de leverantie van brandstoffen
over het tijdvak van 1 October 1893 -3 I
September 1894 is gegund aan de firma
wed M. v. d. Reit te Goes en wel de Rliur-
kolen tegen f O 81s, de New Castlekoleri
tegen 1 1.45, beiden per 100 kilo: de lange
turl tegen 10.40 per ton, de korte turf
tegen 10,63 per 100 stuks.
3e. Dat aan W. van Dijk een eervol
ontslag is verleend als auditeur bij den
schuttersraad en in zijne plaats is benoem i
C. RLseeuw.
4e Dat tot leden van den schuttersraad
zijn benoemd als le luitenaat K. A. va-i
Langeraad, als tweede luitenant W F Stoel,
als korporaal H. Lamptn en als schutter
F. Q. C. den Hollander, en tot plaatsver
vangende laden als korporaal M. Govers en
als schutter A. Verhageen
5e. Dat tot archivaris der gemeente is
benoemd de heer F. Allan.
Onder de ingekomen stukken komt,
behalve bericht van Ged. stiten van
goedkeuring van verschillende b -sluiten,
voor eene reclame van K. G. van Gorkom
tegen zijn aanslag in den H. O en een
bericht van den heer rnr Bh, L van Eeteo
dat hij zijn benoeming tot lid van de openbare
gezondheidscommissie niet aanneemt.
Wordt gunstig beschikt op de reclame
van drie belastingschuldigen tegen hunnen
aenslag in den H O waardoor P. Ttiewes
van de 7de naar de 5 le kla se wordt over
gebracht en M. W. Hufkeus en A. de Regt
van het kohier worden gerooiëerd.
De commissaris van polititie Holsheimer,
verzoekt dat de toelage van f2;0, aan zijn
voorganger verstrekt, ook hem moge worden
verleiud.
B en W. rapporteeren op dit verzoek
dat de heer v. Dijk indertijd de toelage
ontving na gebleken activiteitde lieer Hols-
heinaer kon wegens tekort verblijf in de
gemeente deze blijken nog niet geven bo
vendien is zijn salaris voldoende in vergelij
king met dat van andere gemeente-ambte
naren ook laten de gemeente financiën de
inwilliging van het verzoek niet toezij
adviseeren dus het verzoek van de hand
te wijzen.
De heer Adam zegt dat hg met dit
voorstel niet kan meegaan.
De betrekking van ccmmiasaris van po
lite is, vooral in dezen tijd, van groot gewicht en
dient dus goed bezoldigd te worden en
dan is f 1000 veel te weinig; daarvan kan
een ambtenaar met een groot gezin niet
leven. Hij stelt dus voor den commissaris
een persoonlijke toelage van 1200 toe te
kennen.
De heer v. Asperen Vervenne ondersteunt
dit voorstel.
De heer Quist zegt met het voorstel niet
te kunnen medegaan, wijl wjj nu nog niet
kunnen oordeelen over^Je capacit ;iten van
adressant. Wan ïeer deze echter gebleken
zijn, zal hg een herhaalde aanvrage in ern
stige o'er weging nemen.
Het voorstel Adam wordt verworpen met
10 tegen 2 stemmen.
Komt aan de orde de begrooting der
gemeente over 1894.
Bij de algemeene be-chouwingen zegt de
heer De Jonge dat hg in een post een paar
optellouten heelt ontdekt. Hg nam inzage
van 3 Begrootingen met Memorie van Toe
lichting, die alle voor denzelfden post een
verschillend eindcijfer vertoonden. Hij verzoekt
dus voortaan betere collationeering.
De voorzitter zegt dat vergissingen
menschelijk zijn, doch dat de wenk van
den heer De Jonge zal betracht worden.
De heer Adam betreurt het dat de
sluitpost voor den Hoofdelijken Omsiag f 3000
hooger is. Kon dit niet voorkomen worden,
althans gedeeltelijk, door de boomen op den
Singel te rooien? Deze boomen zijn immers
ter slachting aangewezen, en het is nadealig
als zij blijven «taan. Nadeelig voor de
gemeente, daar zij in waarde verminderen
nadeelig ook voor de bewoners, die daard< or
Verstoken zijn van voldoende licht, luih',
tioleering en regenwater. Zjj moeten ook
veel vroeger dan anderen hunne lampen
aansteken. De ver koop der boomen zou een
inkomst kunnen verschaffen die het ditmaal'
onnoodig maakt den Hoofdelijken Omslag!
te verhoogen.
De voorzitter herinnert den heer Adam
dat zjjn opmerking beter straks gedaan ware
bij het hoefdnuk vei koop boomen; doclr
wat het denkbeeld aangaat om deinkomstj
van den boomenverkoop in het voordeel van'
de gemeentebelasting te brengendat is
onuitvoerbaar. Het rooien van bannen isr
vervreemding van kapitaal, een buitengewone
inkomst, die altoos een buitengewone uitgaaf
dekken mag en dus niet op den gewonen
dienst mag gebracht. Bijv. aflossing schuld
of bouwen van nieuwe werken.
Bij Hoofdst. I aid. II, art. 14, drukken,
vraagt de heer De Jonge of de drukker is
gemeenteambtenaar, bjj wiens aanstelling
men gebonden is aan zekeren termjjn, of
aan een contract.
De voorzitter ontkent dit laatste en be
vestigt het eerste. Krachtens een gemeen-
verordening is hjj gemeenteambtenaar
ad vitam.
De heer De Jonge herneemt dat hjj in
dit geval binnenkort een voorstel zal doen
het drukwerk voor de ge.neent# aan le
besteden.
Bg den postonderhoud plantsoenen vraagt
de heer De Jonge of dat werk wel wordt
gecontroleerd. Hem is vaa sommige zgden
wel eens verzekerd dat dit niet mogelijk is.
De voorzitter antwoordt dat thans ook
gecontroleerd wordt het aantal uren dat de
werklieden bezig zjjn, zoodat controle thans
wel mogelijk is. De aanbeste liag geschiedde
vroeger voor 3 jaar, doch dit deed moeilijk
heden ontstaan bijv. bjj de jaarwisselingen.
De heer De Jonge legt zich hierbjj neer.
Bjj den post (Aid. 7) scholen deelt de
voorzitter mede dat de heer Allan thans
evenveel salaris geniet als andere leeraren
met 2 actes aan de II. B. S. Deze post behoelt
echter niet verhoogd te worden, wjjl de heer
Teding v Berkhout in overleg met directeur
en gemeentebestuur vier lossen in Nedeil.
Taal aan de le klasse dier sehool aan den
heer Allan hoeft afgestaan waarvoor hjj oen
jaorweudevermindering van 1200 op zich
nam. Zjjn salaris word daardoor van f 1900
op 11700dat van den heer Allan van 11500
op f 1700 gebracht.
De heer Adam vraagt of de heere» nu
ook evenveel le-uren hebben zullen.
De voorzitter antwoordt dat dit respectie
velijk 21 en 19 bedraagt. Eerst als 't meer
dan 22 bedraagt, moet 't saluis verhoogd
worden.
De u'tgaven voor onderwjjs bedroegen
f 48480.
Bjj den post straten, pleinen, markten
enz. vraagt de heer Lambrechtsen welk
gedeelte van de f 1000 daarvoor gevraagd,
tot aankoop of tot onderhoud zal bes e
worden. Kan die post ook gesplitst worden T
Bjj aankoop van steen zou
schuwing in een der vorige raadszittingen
uitgesproken, willen herhalen; bestraat met
meer met grêskeien, die voor zware wagens
en omnibussen niet geschikt zjjn, maar
neem een harder soort.
De voorzitter antwoordt dat eerst na de
winterperiode kan besloten worden of er meer
steen of meer klinkers zullen nooiig zjjn
of dat de geheele post besteed bjjv. v-ordt