stoffen.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
sringMaatschappij
snz.,
1893. lo. 152.
<Duisifag 26 Sepfcmficc.
latweg 4 en 5,
>0 scherp
vereerd.
tanife Iftaroanp.
R E C H T".
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Eenige herinneringen uit de rechtspleging van voor
vijftig jaren.
es,
ETEL:
ECHT.
sluit op voordeelige
aande lijfrenten,
de lijfrenten,
n-pensioenen,
inten voor Wcezen
en-pensioenen,
erzekerlngen betaalbaar
lijden.
;en verstrekken gaarne
KEN en
IN te Zierikzee.
NG Brouwershaven.
Zonnemaire.
Wissekerke.
Goes.
's Ileerenhoek.
Heinkenszand.
Hansweert.
JS
,DE
ROENENen NIEUWE
Groene Winkel,
Goes.
9*
Til
30TDIENST
iurg en Zierikzee.
ikzee Spoorweg Goes.
msche tijd.)
mber.
Van Zierikzee
'smorg. 'smid
Zat. 23 7.5C 3,30
Zond. 24 7,50 3,30
Maan. 25 7,50 3,30
Dinsd. 2612,3,30
Woens.27 7,50 3,30
Dond. 28 6,30 3,30
Vrijd. 29 7,50 3,30
Zat. 30 7,50 3,30
klken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02 5.
UITGAVE VAN
V.N
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Op Zaterdng 16 Juli 1812 stand voor het Provinciaal
Gerechtshof in Zeeland terechtF. Z. K26 jaren, wo
nende te Goes, ter zake van gewelddadigheden, welke
kwetsuren hebben ten gevolge gehad, gepleegd jegens
een magistraatspersoon, in de uitoefening zijner ambsver-
richting.
Op Maandag 18 Juli 1842 stoud terecht W. v. D., 27
jaren, boerenknecht wonende te B., beschuldigd van twee
diefstallen, gepleegd bg nacht en in bewoonde perceelen.
Op Maandag 29 Augustus stond terecht de persoon
van A. Kwonende te Z., beschuldigd van het toebrengen
van slagen aan zijne moeder, waardoor evenwel geen
beletsel tot het verrichten van arbeid of oorzaak van
ziekte is ontstaan.
Op Zaterdag 22 October 1842 stonden terecht M. d. B.
en H. v. d. P. te B, beschuldigd van het stelen van
veldvruchten deel uitmakende van den te velde staanden
oogst.
Op Zaterdag 5 November 1842 stond terecht F. Z.,
wonende te W., wegens het moedwillig toebrengen van
slagen en stooten, welke voor de beleedigde personen be
letsel tot het verrichten van persoonlijken arbeid, gedurende
naeer dan twintig dagen hebben tengevolge gehad.
A. B., M. V. en F. J. S. te M. hadden gezamentlgk
boomvruchten gestolen, door overklhnming in een gesloten
tuin, en stonden daarom op Vrjjdag 11 November 1842
terecht.
Op Vrydiig 18 November verscheen J. C. J. van A. be
schuldigd van twintig diefstallen, waaronder zes met over-
klimming, zeven zonder overklimming, vjjf door meer dan
één persoon en bjj nacht, een met uitwendige braak, en
een afzonderlijke diefstal.
C. M., inwoner van H., had zich schuldig gemaakt aan
net plegen van feitelijken tegenstand in vereeniging eener
gewapende bende van 3 tot 20 personen jegens openbare
ambtenaren, in de uitoefening hunner bediening, en aan
diefstal bg nacht op de aanhoorigheid van bewoonde
huizen en stond daarvoor terecht op 9 December 1842.
Op 3 Mei 1843 beging H. B., van V. door onvoorzich
tigheid onwillig een manslag.
Op 4 October 1843 stond terecht M. S., van E. Hij
werd beschuldigd gebruik gemaakt te hebben van een
vervalscht haodelsge'chrift en van bedriegeljjke bankbreuk,
door voor gefailleerd koopman verklaard te zgn, niet te
hebben verantwoord alle zjjne ontvangsten van de koop.
waren tot zijnen boedel behoorende, bovendien goederen te
hebben verduisterd, en geen boek te hebben gehouden,
waaruit de baten en lasten konden blgken.
1. C. W., wonende te V, was beschuldigd ter zake van
misdrjjf tegen de eerbaarheid en stond daarvoor op 17
April 1844 terecht.
A. C. te S. stond op 22 November 1844 terecht, ter
zake van moedwillige brandstichting in een bewoonde
huizinge.
De beschuldigde door den
Hoveschuldig verklaard zijn
de, is veroordeeld tot een
half uur te pronkstelling, ge
vangenisstraf gedurende vfjf
jarep, en in de kosten van
het geding.
Veroordeeld tet een half
uur te pronkstelling, vijf ja
ren gevangenisstraf en in de
kosten.
Schuldig verklaard en ver
oordeeld tot eene correctio-
neele gevangenisstraf voor
den tijd van zes maanden en
in de kosten.
Veroordeeld tot eene ge
vangenisstraf van twee ach
tereenvolgende maanden.
In aanmerking nsmende
de uittartingen uitjouwing
door den geslagene is de be
schuldigde veroordeeld tot
eene gevangenisstraf van zes
achtereenvolgende maanden
en in de kosten van het
Rechtsgeding.
Voroordeeld de eerste tot
een gevangenisstraf van twee
maanden, en de t wee laatsten
tot zes maanden, en vooi ts
elk afzonderlijk in de kosten.
Schuldig bevonden zijnde
werd hem eene gevangenis-
strafopgelegd van acht ach
tereenvolgende jaren en de
kosten van het geding hem
opgelegd.
Het Hof veroordeelde hem
tot eene gevangenisstraf van
vijf jaren en in de kosten.
Zijn vonnis luiddeTwee
jaren gevangenisstraten de
kosten.
De beschuldigde schuldig
verklaard zijnde, is veroor
deeld tot te pronkstelling en
eene crimineele govangen-
zetting voor den tijd van vjjf
achtereenvolgende jaren en
in de kosten van het geding.
Hij werd veroordeeld tot
osne gevangenzetting van
zes jaren.
De beschuldigde door den
Hove schuldig verklaard zijn
de, is veroordeeld geworden
tot de straffe des doods. En
in de kosten van het
Rechtsgeding.
De Staatsbegrooting voor 1894 is door de
regeeiing aangeboden:
De geraamde uitgaven zijn als volgt
verdeeld
Hoofdstuk 1. (Huis der Koningin). Het
gewone cijfer.
Hoofdstuk 11 Ilooge colleges van Staat
enz), f666.872, zijnde f6.366 meer dan
voor 1893.
Hoofdstuk 111. (Buitenla 'dsche Zaken).
f 784.929, zijnde f 1067 meer dan voor 1893
Hoofdstuk IV. (Justitie) f5.364.574,
zijnde f 124.095 minder dan voor 1893.
Ilooger zijn o.a. geraamd op Rijkspolitie
f39.522, die der gevangenissen en Rijks
opvoedingsgestichten f21.009, die der Rijks
werkinrichtingen t 75.690.
Hoofdstuk V. (Binnenlandsclie Zaken).
112.860.117.50, zijnde f563.417.83Vs meer
dan voor 1893. O. a. voor onderwijs is
f 487.206.83Vs meer, voor kunsten en weten
schappen f32.300 meer uitgetrokken.
Hoofdstuk VI (Ma<ine), f 15.619.355.64,
zjjnde 1156.554.84 minder dan voor 1893.
Hoofdst. VU A (Nat. Sch.) 135.055.359,84,
zijnde f2.353.628.67 minder dan voor 1893.
Hoodfs. VlIB (hinanc.) f 19.021.217,085,
zijnde 198,275.93 minder dan voor 1893.
Hoofdstuk VIII. (Oorlog), f22 323 776
zqnde f 58,224 hoog*,- dan voor 1893.
Hoofdstuk IX. Waterstaat, enz).
f22.052.550.73V», zijnde f 226,897.52Vs
meer dan voor 1893. De meerdere uitgaat
betreft de posterijen ad f478.124 en de
pensioenen ad f42.120.
Hoofdstuk X. Koloniën11.431.075.50,
zijnde f61.385.43Vs meer dan in 1893.
Meer is o. a. voor de kolonie Suriname
f 69.994.43Vs, minder voor Curasao f 9220.
MiddelenRaming voor 1894 130.084.725,
voor f 1893.890 geraamd.
Radicalen en s»ciaal democraten zien het
voordeel in van een goedkoope dagbladpers.
liecht voor Allen een dagblad kost
f 1.50.
De Amsterdammer, een avondblad, groot
formaat, 24 kolommen druks, kost 11.87Vs
trance per post.
De Telegraaf, dag en avondblad, van
dezelfde grootte f3.50.
Deze bladen hebben ook dagelijks een
bijblad ter halve grootte.
Uit het oogpunt van concurrentie een
goede zaak.
Als onze pers eens zooveel kapitaal er in
kon steken, eens zooveel activiteit kon
ontwikkelen, eens zoo den steun van al
hare geestverwanten ondervond, het is niet
te zeggen hoe groot de winste dan wel
zou zjjn voor de christelijke historische
beginselen.
Dank toch zij deze goedkoope dagbladpers,
gezwegen van de nog goedkoopere kleurlooze
nieuwsorganen, valt een groot deel der natie
dat nog te winnen was voor de christelijke
traditie, eenvoudig het radicalisme ten buit.
Want vergeet niet, de sympathie voor
een blad dat de waarheid zegt, het voor
het recht opneemt, de verdrukten beschermt,
den vinger op de wonde legt, groeit hjj velen
aan ondanks den afkeer van het beginsel
vaaruit men zulk een blad ziet leven.
De w|jze van optreden der evengenoemde
bladen is een wenk voor de mannen der
vrije school, der vrije kerk en van het vrije
initiatief om de christelijk historische pers
te steunen met hun persoon en hun geld,
hun in vloed en hun gebedenen het zoodoende
haar mogelijk te maken dat zij zich vrij
en flink organiseere en uitbreide, om met
Gods hulp veroveringen te maken op revolutie
en evolutie, en bekendheid en achting te
winnen voor de beginselen van het Evangelie.
Hoe generaal Booth de armoede bestrijdt.
Het resultaat van het door Booth drie
jaar geleden geschreven werk In darkest
England is, dat binnen korten tjjd honderd
duizend pond sterling kwamen, zoodat hij
nu in staat was verdere uitvoering te geven
aan zijn plan om de armoede in Londen met
daden te bestrijden!
Leon Kellner, die met een vriend uit
Weenen onlangs dezen «socialen vleugel»
van het Heilsleger een bezoek bracht, deelt
hierover in warme bewoordingen een en
ander mede in de JSeue F. Pr. waaraan
door de Midi. Cr. het volgende is ont
leend
Tegen 9 uur 's morgens stapten de vrienden
naar Queen Victoriastreet, waarde generale
staf zijn zitting houdt: een half uur later
stonden zij in een der afzichtelijkste zijstra
ten van Whitecnapel en belden aan de deur
van een akelig huis van één verdieping,
dat zich hierdoor in zijn voordeel van
omliggende onderscheidde, dat zijn naaste
omgeving vrij was van het eigenaardige
vuil, waardoor de Londensche zijstraten zich
kenmerkten.
Den officier van het Leger deed de deur
open en stelde de bezoekers voor aan een
anderen officier hooger in rang die het
opzicht over den Elevator had. Dit is de
naam van de inrichting die zij bezochten.
Generaal Booth gebruikt evenals de bijbel
krachtige beeldenlig stelt de ellende van
Londen en zgn strijd daartegen voor in
een beeld, dat de phantasie der Engelschen
pakt en tot hun gemoed spreekt. Londen
is een golvende, stormachtige, onmeedoogende
zee, waarop duizenden en nog eens duizen
den menschen om het leven worstelen. Hg
en zjjn officieren zijn opofferende zeelieden
die zich in hun reddingsbooten wagen en
de zinkenden op het droge brengen. Zeer
juist noemen ze het huis, waar de geredden
op ieder uur van den n°cht worden opge
nomen en dat reeds in de verte aan zijn
licht te herkennen is, den «vuurtoren» en
het werkhui0, waar de bezoekers zich be
vonden, de «kraan» met het nevenbegrip
van «opvoeder».
In een niet al te ruime maar zeer zindelijk
gehouden binnenplaats, die aan twee kanten
door een] schuur ingesloten is, zaten een
dozijn in lompen gehulde mannen uit alle
werelddeelen, bezig hout te lukken en in
bosjes te binden, zooals men ze te Londen
op de markt ziet. Behalve eenige blanken
die ontevreden en lui hun werk verrichtten,
waren er twee krullebullen van West-
Afrika's kust, een Chinees en een Austra
liër, die kennelgk met groot genoegen hun
plicht vervuldeneen der negers floot heel
opgewekt een straatdeuntje.
De begeleidende officier riep hem wat
toe; en de zwarte lachte zóo, dat zijn mond
zich opende van het eene oor tot het andere.
Al deze menschen moesten voorloopig hun
eten en nachtverblijf met houthakken ver -
dienen, daar zij geen ander handwerk
kenden.
«Waar komen deze menschen vandaan»,
vroeg Leon Kellner.
«Dat weten we zelt niet», zeide de
officier «wij vragen niet gaarne, voordat
onze beschei melingen getoond hebben dat
zij hun hart gaarne eens uitstorten en om
raad vragen.»
De generaal heeft van zichzelf een inkomen
waarvan hij met zijn familie eenvoudig kan
leven. Van het Leger krijgt hij geen
bezoldiging; uit de algemeene kas worden
hem de reiskosten vergoed. Als hg in 't
belang van het Leger op reis gaat en de
reiskosten bedragen 5 pond, dan wendt hg
zich tot den secretaris van het comité van
uitgaven, dat uit den penningmeester, boek
houder en den afdeelingschef bestaat. Eerst
als dit comité de som toestaat, kan hij
na afgifte van een wissel de gewenschle
som ontvangen. Hjj zelf heeft met de
financiën van het Leger niets te maken
Booth maakt zelf geen brief open, alle
schriftelijke berichten worden in een bij
zondere atdeeling behandeld. De vijanden
van den generaal zeggen dat Booth zich
en zgn familie in het derde en vierde geslacht
heeft willen verrijken. In den volgenden
tabel geeft Leon Kellner een overzicht over
de bezoldigingen, door de Booth-Dynastie
in betrekking met het Heilsleger genoten.
Generaal William Booth geniet niets; zgn
zoon Bramweli Booth 200 pond j tarlijks en
vrge woning diens vrouw niets. De tweede
zoon van den generaal, Herbert Booth, 3
pond en"3 shilling wekelijks en vrge woning,
diens vrouw niets. De dochters van den
generaal Eva en Lucy ieder 20 pond jaarlijks.
Booth—Tucker, zijn schoonzoon, 3 ponden
3 shilling wekelijks benevens vrge woning.
Zijn tweede schoonzoon, die in Parijs woont,
wekelijks 80 fr., diens vrouw niets. Voor
zijn beide schoonzoons aan het Heilsleger
kwamen hadden zij stadsbetrekkingen. Tucker
verdiende jaarlijks 1200, Clïbborn 400 pond.
Met de War Cry, de wekelijksche courant
door Booth uitgegeven, wordt een zuivere
winst van 12,000 pond gemaakt: dit geil
komt de kas van het Leger ten goede.
Door zijn laatste werk In darkest England
dat eigenlijk niets met het Heilsleger te
maken heeft, werd de kas met 6000 pond
verrijkt, waarvan Booth zelve geen cent
ontving.
In de buurt van den «Elevator», in de
beruchte straat, waar de nu gelukkig vergeten
Jack the Ripper zjjn ergste gruweldaad heeft
verricht, is een nachtkwartier voor vrouwen.
Een deftige vrouw, keurig in het zwart en
wit gekleed, gelijk de Engelsche pleegzusters,
opende in dit huis de deur voor de Weener
vrienden.
Geen spoor van de gewone or.aangeaame,
onfrissche atmospheer was hier te bemerken,
iets wat zoo dikwijls het geval is in zulke
slaapgelegenheden, tn een groot ruim vertrek
waren verscheidene vrouwen bezig met
schuren en boenendeuren en vensters
stonden wagenwijd open, en lieten zooveel
licht en lucht binnen als eenigszins mogelijk
is, onder den spaarzamen hemel van Oost
Londen de bedden stonden doodkistgewijze
in lange rijen, netjes schoongemaakt en
nog dampend van het heete water, waarmee
zjj juist afgewasschen waren.
De matrassen, kussecs endekens werden
op de binnenplaats aan een flinke bewerking
onderworpen.
25 September '93
lerseke. Vergadering van den Gemeen
teraad van Ziterdag voormiddag 10 uur.
Aanwezig 9 leden, afwezig de heer Sauer.
Voorzitter de Burgemeester.
L)e notulen der 2 laatste ve-gaderingen
worden gelezen en goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede, dat het dagelijks
Bestuur het plichtmatig gerekend heeft den
Raad bij elkaar te roepen om te overwegen
of er redenen zijn de kermis niet te doen
doorgaan. Hij voor zich gelooft niet, dat
met de genomen voorzorgsmaatregelen het
gevaar voor cholera door de kermis ver
meerderen zil. De gemeente loopt toch
eiken dag gevaar door reizigers enz. getuige
het geval te Wemeldinge. Burgemeester
en Wethouders laten het oordeel aan den
raad over en ook spreker heeft geen voorstel.
De heer Van Harmeien stelt voor de
kermis te verschuiven en over 3 ot 4 weken
nader te beslissen.
De voorzitter merkt op, dat dit ook gevaar
oplevert, daar het dan kouder is.
De heer Van Harmeien zegt, verleden
jaar toch van geen kwade gevolgen gehoord
te hebben.
De heer Sinke vindt het gedrag van
Burgemeester en Wethouders tweeslachtig
zij roepen wel den raad bijeen, maar doen
geen voorstel. Het is ook gemakkelijker
den last op een anders schouder te leggen.
Toch apprecieert bg het, dat deze vergadering
belegd is. Spreker is beslist tegen de kermis
om verschillende redenen, dat is genoegzaam
bekend. Maar als het dan toch kermis wezen
moet, dan vindt hg het beter niet te
verschuiven. Verleden jaar waren er, toen
het kermis was, meer gevallen van cholera,
dan toen zij verschoven werd. Zoo kan het
dit jaar weer zijn. Daarom wil hjj maar liever
nu de kermis, mits met alle mogelijke
voorzorgen. Doch hij zal er tegen stemmen.
De heer van Oeveren ziet in verschuiven
ook geen heil, hg stelt «oor de kermis dit
jaar niet te doen plaats hebben. Dat eischt
het belang der gemeente, waarvoor de Raad
moet waken.
De heer Cupery gaat met geen van beidé
voorstellen mee. Hij wil de kermis op den
bepaaldea tijd laten doorgaan, maar met