NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. 1898. Ho. 150. 2)oricfec(fag 21 8epfem6et. $eoend"e faatgimil. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN DE TROONREDE. Kerknieuws. S c h o o 1 n i e u w s. RECHTSZAKEN. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers 0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. Die zich met 1 October op „de Zeeuw" abonneert, ontvangt het blad tot dien datum GRATIS. Te twaalf uren vereenigden zich Dinsdag te 's Gravenhage de leden der Staten- Generaal, de ministers en de leden van den Raad van state in de vergaderzaal der Tweede Kamer. Het voorzitterschap werd waargenomen door den heer mr. A. van Naamen van Eemnes, president der Eerste Kamer. De publieke, zoowel als de gereserveerde tribunes waren overvol, Te één uur begaf H. M. de Koningin- Regentes zich met het gebruikelijk ceremo nieel van het Paleis in het Noordeinde naar het gebouw der Tweede Kamer, waar zij ontvangen en op de gewone wijze naar de vergaderzaal geleid werd door de commissie bestaande uit de heeren Cremers, v. Eijsinga, v. Lier, Smitz en v. Swinderen, leden der eerste-; v. Bijlandt, Zijp, Kolkman, Cremer, Hennequin, Heemskerk, Borret, v. d. Kaay, Vermeulen en v. Velzen, leden der Tweede Kamer. Nadat H M. op den troon had plaats genomen sprak zij het volgende: Mijne Ileeren Met dankbaarheid mag ik, bij de opening der gewone zitting van de Staten Generaal, in menig opzicht bevredigende mededeeliugen doen omtrent den algemeenen toestand des lands. De betrekkingen tot alle buitenlandsche mogendheden zijn van den meest vriend- schappelijken aard. Aan mijne uitnoodiging, tot verschillende regeeringen gericht, om eene regeling voor te bereiden van onderwerpen van internationaal privaatrecht, is op welwillende wijze gevolg gegeven. Zee- en landmacht kwijten zich, zoowel hier te lande als in de koloniën, bij voort during op de meest loffeljjke wijze van hare taak. De uitkomsten van den oogst zijn, tenge volge van langdurige droogte in den voorzomer, op oaderscheidene plaatsen minder gunstig. De toestand van den veestapel is over het algemeen voldoende. In dien van handel, nijverheid en scheep vaart kwam geene merkbare verandering. De algemeene gezondheidstoestand is be vredigend. Voor eene ernstige uitbreiding der besmettelijke ziekten, welke ten vorigen jare de volksgezondheid en den veestapel zoozeer bedreigden, mochten wij tot dusverre bewaard blijven. Gedurende dit zittingjaar wacht u opnieuw een hoogst gewichtige arbeid. Voor de verdere behandeling en afdoening der aanhangige wetsvoordraeht tot regeling van het kiesrecht voor de Tweede Kamer der Staten Generaal en voor de Provinciale Staten, roep ik in de eerste plaats uwe medewerking in. De nog aanhangige wetsontwerpen blijven aan uwe overweging aanbevolen. Het ontwerp eener wet op de krijgstucht wordt aan uwe beraadslaging onderworpen. Ook andere verbeteringen onzer wetgeving zullen u worden voorgedragen. De toestand van 's rijks geldmiddelen is voldoende. Verhooging der belastingen wordt niet geëischt en de beschikbare middelen zijn toereikend voor de behoeften van den dienst. Een ontwerp van wet in het belang van de gezondheid en veiligheid in fabrieken en werkplaatsen zal u worden aangeboden. Tot verbetering der bestuursinsichting in Nederlandsch Indië zullen u voorstellen worden gedaan. Opnieuw, Mijne heeren, doe ik met ver trouwen een beroep op uwen ijver en op uwe toewijding. Moge uw arbeid, onder Gods zegen, strekken tot blijvend welzijn van ons dierbaar vaderland. In naam der Koningin, verklaar ik de gewone zitt'ng der Staten-Generaal te zijn geopend». Hare Majesteit verliet daarna de zaal, voorafgegaan door de commissiezoodra deze was teruggekeerd, sloot de voorzitter de vergadering. Alle leden waren in tenue; alleen de heeren Heldt, Pyttersen en Valette waren in politiek. Als altijd een feestelijke drukte in de straten. De Koningin wuifde voor het raam hare Moeder toe bij haar vertrek van en hare terugkomst in het pileis. Vermelden wij verder dat nog denzellden dag de beide kamers ieder afzonderlijk vergaderden de tweede kamer onder voorzitterschap van het meest bedaagde lid generaal v. d. Schriek. Deze opende de vergadering met een toespraak waarin hij wees op de moeielijke omstandigheden waaronder de kamer haar nieuwe zitting jaar intreedt, en Gods besten zegen wenschte «voor onze geëerbiedigde Regentes, bij de vervulling harer moeilijke taak en voor de ontwikkeling der jeugdige Koningin». Voorts dat op de nominatie voor het voorzitterschap zijn gebracht no. 1 mr. Gleichman met 79 van de 81 stemmen: no. 2 mr. v. Houten met 40 tegen 37 stemmen op mr. Mackay; no. 3 v. d. Schiieck met 54 stemmen tegen 21 op mr. Mackay. Deze nominatie is de Regentes ter iiand gesteld door een commissie, be staande uit den waarnemenden voorzitter, de ltden van het stembureau de hh. De Beaufort, Hartogh, Walter en v. Alphen, en de door den voorzitter mede benoermle heeren Lucasse, Mutsaers, v. Beuningen en Rink. Zij nog gemeld dat de troonrede zal beantwoord worden. Het antwoord zal wor den opgemaakt door de heeren v. Karne- beek, Rutgers, Mees, de Beaulort en Roëll, allen leden van de oud-liberale anti-kieswet partij, die in de afdeelingen het sterkst vertegenwoordigd scheen. Dit blijkt althans ook uit de omstandigheid dat 4 liberale voorzitters en 5 dito ondervoorzitters door de afdeelingen gekozen werden. Voorzitters zijn de hh. Cremer, v. Houten, v. Delden, A. Mackay en Borgesius. Ondervoorzitters de hh. v. d. Kaay, Roëll, Bool, Mees en Rutgers. De vijf voorzitters vormen met den voorzitter der Kamer de centrale sectie, die de orde van werkzaamheden regelt. Drie hunner zijn tegen de kiesrechtuitbreiding, de voorzitter der Kamer heeft dus de ge wichtige beslissing omtrent den meerderen of minderen spoed van behandeling der meest ingrijpende en gewichtige zaak waarin de natie belang stelt, in handen. Wat de eerste kamer betreft, zij hervatte haar werkzaamheden onder voorzitterschap van den heer v. Naamen, daartoe door de Regentes herbenoemd. De heer v. Naamen sprak een openingswoord, waarvan het slot aldus luidde«Moge de geest van grondig onderzoek en onpartijdig oordeel in de toe- komst u niet m nder dan dusver bezielen. Zoodoende mogen wij verwachten dat de Almachtige daaraan zijn zegen zal schenken en ze mogen strikken tot heil van ons dierbaar vaderland en ons ge.iefd vorsten huis.» De nieuwe leden WCremers, Breebaart Engelberts en Godin de Beaufort, Dinsdag door de Regentes beëedigd, namen zitting. De Telegraaf ontsluiert nog een klein geheimpje klein in al zjjn beteekenissen met betrekking tot de keuze van een voorzitter in de vijfde afdeeling. Daar waren de liberalen in de minderheid, en toch werd de heer Goeman Borgesius voorzitter omdat er de roomschen in plaats van op Seret. blanco stemden. Men moet weten Seret is een warm voorstander van Tak's wet; en men weet Is de roomschen voor de keuze tusschen liberaal oud lood en antirevolutionair oud ijzer staan, dan geven zij aan den liberaal toch bijna altijd nog de voorkeur. In de troonrede van heden teekent zich de politieke toestand zeer juist af. Tak's «eerste voorwaarde van blijvende verbetering» wacht op de vervulling; en tot dien tijd zal wel geen troonrede, waarin hij de hand heeft, ilink en krachtig voor den dag komen. Hoestend en hummend, aarzelend en fluisterend, geeuwend en stotterend, anders kan de conversatie, de samenspreking tus schen Vorstin en volk op dit oogenblik niet plaats hebben. Er ligt een waas van onvoldaanheid over, gelijk een gevoel van onvoldaanheid zich van Volksvertegenwoordiging en Regeering heeft meester gemaakt. En bij dit onvoldane paart zich dat zekere soort van onrust, waarvan geen der partijen, allerminst de man in wiens hand de toestand berust, vrijloopt. Het is er al een«Ieder woelt hier om verandering en betreurt ze dag aan dag.» De troonrede gewaagt er van in haar nietszeggenden inhoud: men is iri een toestam) van abnormaliteit geraakt. De regeering s aat tegenover de Kamer als tegenover een door haar ter dood veroordeeldedie öt zichzelve reeds den strop om den hals deed óf als laatste daad van stervenden riddermoed het houten zwaard tracht te wetten tegen zijne rechters. Of wilt ge het oude beeldde wagen van staat bevindt zich nog altijd in het moeras; en de blikken van die er in zijn ontmoeten elkander met eendaar zitten wij nu, daar draagt gij de schuld van. Wij kuuen ons alvast spitsen op een kort of op een droog adres debat. En wij helpen daarbij Regentes en Volks vertegenwoordiging wenschen dat er in de eerste plaats medewerking zij om de kies- rechtquaestie zoodanig op te lossen dat er spoedig een frisscher wind waaie op het hoogedelmogende Binnenhof. Thans is het er in figuurlijken i.in om te stikken. De gemeentebegrootingen komen binnen kort weder aan de orde. "Weinig gemeenten kunnen bogen op een goeden stand der geldmiddelen. Onderwijs en armenzorg gaan met een groot deel van de gemeente-inkomsten strijken. In onze omgeving onderwijs nog het meest. Leenen en den hoofdelijken omslag ver- hoogen zijn de eenige den gemeentebesturen bekende geneesmiddelen. Toch is er nog een ander middel. Men wil er wel niet aandoch liet zal er op den duur van moeten komen, of men voedt uoodeloos de ontevredenheid. Er moet een schoolgeld ingevoerd worden overeenkomstig de draagkracht der ouders, zichtbaar aan den voet waarop zij leven, oi aan de male van hun bezit. Een proportioneel schoolgeld zoo, dat on- en minvermogenden nietsdie in welstand op hen volgen een grooter of kleiner deel der kosten, en de vermogenden den geheelen kostenden prijs van het onderwijs voor hun kind opbrengen. De schoolopvoeding geldelijk de taak der ouders, is de gulden stelregel, waarmee de gemeentefinat.tiën op regel komen en de drukkende hoofdelijke omslag wordt verlicht. En dan richt uw onderwijs zoo degelijk mogelijk, doch vooral niet al te weeldeiigin. Ook wat aangaat de armenzoig zouden wij een zelfden raad willen geven. Laten particulieren, laat de kerk eerst het mogelijke doen, er, eerst daarna oiïere de gemeente oi het rjjk hun gave. Eerst dan toch kan armenzorg de taak van alien worden wanneer de kerk in hare roeping of de particulieren in het werk der barmhartigheid waren tekortgeschoten. Wat in het laatste kwarteeuw jaar voor j4ar de hoofdelijke omslag heeft opgebracht en wat het lager onderwijs heeft gekost, zou in vele gemeenten stot tot opmerken kunnen geven. Er is verband tusschen beide. Is daar nu een gemeente die gaarne dezen last van zich af en op de schouders van den staat wenteltdan roepen wij htar toe: bediieg u niet. Met het onderwijs rijkszaak te maken, verplaatst gij slechts de moeilijkheid, of behoudt haar onder een anderen naam. Of het rijks-, of gemeentebelasting is, de burger en de boer betalen het toch. Gij zult toch immers niet meenen dat het rijk het zonder belasting te heffen af zou kunnen Het rijk is wel knap, maar hettraditio- neele ezeltje met z\jn gouden excrementen, dat eens in het brein onzer schooljongens heeft geleetd, kan het evenmin als zij weder te voorschijn roepen. Alleen de burgerij is voor de beta ling aansprakelijk. En gelijk de offer vaardigheid der christelijke liefje ten slotte uitgeput raakt, evenzoo komt er eens een eind aan de draagkracht der belasting plichtigen. En in gemeenten w iar dit ingezien wordt, doen de gtm :enteraden wijs met geen enkele uitgaaf toe te staan, die niet strikt nood zakelijk of door de billijkheid geboden is. De tering naar de nering, is de oud Holland-che spreuk, de naleving waarvan steeds voor een gioot deel de kracht heeft uitgemaakt van een kleine, maar ook van een groote huishouding. De rechtbank te Groningen ontving een aanklacht van mr. P. J. Troelstra tegen mr. P. L. Outs, die hem in geschrifte verweet, of herinnerde gezegd te hebben dat hij met zijn strijd tegen de heden- daagsche instellingen reclame voor eigen zaak bedoelde. De lieer Outs is echter door de rechtbank buiten vervolging gesteld. Als men nagaat wat de sociaal democraten al niet ongestraft en onvervolgd zeggen en schrijven mogen, zal wel niemand deze beslissing der Groningsche rechtbank wraken. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Grijpskerke ds. W. Timmer mans Paquy te Hoogesmilde. Chr. Ger. Kerk. Tweetal te Utrecht ds. Ph. J. Wessels te Zierikzee en ds. J. W. Draaijer te Sua- woude. Geref. Kerken. Brouwershaven. Zondag voormid dag werd onze nieuwe leeraar ds O. J. Geerling uit Ilolwerd, in de gemeente bevestigd bjj monde van zijn zwager ds. A. den Hartog te Heerjansdam naar 1 Cor. 3 9. Des namiddags verbond de bevestigde zich aan de gemeente nair 1 Cor. 123 en 24. Tweetal Nieuwdorp. Ds. J. Gideonse te Broek op Langendijk en Ds. F. Staal te Geesteren- Gelselaar. Vlissingen. De vereeniging voor lager onderwijs op Gerei, grondslag, die reeds 3 jaar geleden alhier een christelijke school oprichtte, welke zich steeds in toenemenden bloei mag verheugen, zal, naar wij vernemen, aan de oostzijde der stad trachten grond aan te koopen voor den bouw eener christelijke bewaarschool. Kantongerecht te Middelburg. Dinsdag zijn veroordeeld wegens oplichting P. H., 31 j., werkman, Vlis singen tot 4 m. gev. strat mishandeling: I. W., 19 j.. Biervliet, ieder tot '14 d., en P. J. B., 23 en J. A. B., 20 j., slagers, Hulst, ieder tot 7 d. gev. strat, en M. B., 32 j., arbeider, Wissekerke en P. d. N., 20 j. en J. v. E., 24 j., visschers, Arnemuiden. allen tot f5 b. s. 5 d. h. en huisvredebreuk: L. S. 22 j., landbouwers- knecht, Kleverskerke, tot 13 b. s. 3 d. h. Allen in de kosten. Vrijgesproken J. G., 37 j., lampenist, Terneuzen, beklaagd van het plegen van ontuchtige handelingen. Zending. 1. Java Comité. 't Jongstversehenen nornmer van 't Zen dingsblad begint met klagen en vragen, Over 4892 had 't J.-C. een tekort van f 2600 ook dit jaar gaat 't dien weg op. En dan is de woning van zendeling Dekker, bouwval ig en zeer ongezond, door den dokter afgekeurd. Voor een nieuw huis is f 1400 noüdig. Dus aan hulp is dringend behoefte. Dekker heeft, zoodra hij op zijn arbeids veld (Soember-Pukemwas aangekomen, getracht 't hart des volks ie bereiken door naar hunr.e kranken om te zien. In de eerste vijf maanden dezes jaars werden 1100 zieken geholpen. Hij beeft een ziekenhuisje gebouwd voor 15 kranken. Doch 'tgaat niet gemakkelijk de zieken, die aan eene verpleging onder toezicht be hoefte hebben, in dit huPje te krijgen en te houden. Iemand, die reeds een paar jaar leed, kwam, maar kreeg oorpjjn. Dat had hij thuis nooit gehad, dus hij keerde weer maar huiswaarts. Een ander nam driemaal mediqjnen in doch be dankte de vierde maal«als driemaal niet helpt, helpt da vierde maal ook niet», zei de spoedig besloten Madoerees. Anderen willen wel naar 't ziekenhuisje komen, naar hun zeggen, maar hebben allerlei bezwaren, en blijven, waar zij zijn en maken daardoor, dat zjj niet naar eisch kunnen geholpen worden. De Madoereezen zjjn niet gemakkelijk te bereiken, zelfs hunne kinderen niet. Een aantal hunner dat volstrekt niet leeren wil en dit ook ronJuit verklaart, f 2. hederlandsche Zendingsvereeniging. a. Opium en Christendom. Een vreeselijke macht ten verderve in onze Oost is 't opium, 't droge sap van den maankop (in Zeeland «heulbol», slaapbol genoemdj dat gerookt wordt en den gebruiker, «schuiver», bedwelmt en ziel en lichaam verwoest. Op de laatste Zendingsconterentie te Batavia stelde Br. Zimmerbeutel 't amfioen [Indische naam voor opium] voor, als een der ergste vijanden der Zending. En de bestrijding van dien vijand is niet gemakkelijk, vooral, wijl de Staat, ofschoon in beginsel 'tschuiven vijandig, een finantiëel verdrag met hem gesloten heeft, dat althans bij mangel aan geloofsmoed niet gemakkelijk te verbreken is. Een vijand, die nog vrij wat verderven zal, zoolang de volksconscientie ten onzent, niet luider spreekt, dan tot heden. Br. Tiemersma verhaalt enkele staaltjes omtrent opiumschuivers, die zeggeo, Christen te willen worden. Op een' morgen, terwijl hij op school werkzaam was, kwam iemand binnenkropenvuil en haveloos van uitzicht en kleedij, die zeide, Christen te willen worden, en vroeg, wat daartoe noodig was. T. bepaalde hem een uur, wanneer hij bij hem aan huis kon komen. Toen hij heen gegaan was, vroeg T. aan de schoolkinderen, of zij dien inlander de man droeg geen haarvlecht kenden. «Jawel», was't ant woord, «doch hij is een Chinees en geen Inlander, maar eens, toen Dij zqn opiumpijp rookte, is zijn haarvlecht in brand geraakt en afgeschroeid». De man kwam op tijd. Br. T. vroeg hem, wat hij wasInlander of Chinees. «Hij was Chinees, doch had zijn haarvlecht verloren door eene ernstige ziekte». Op nauwkeuriger navraag echter sprak hij de» waarheid. Vroeger was hij een ijverig en daardoor welvarend man geweest, die huizen, landerijen en drie vrouwen bezeten had. Doch hij was aan 'tschuiven geraakt en had have en goed,'t een na 't ander verloren' Zijn familie had hem uitgestooten. Hij was'

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1