NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, CHRISTELIJK- HISTORISCH 1898. lo. 144. SoniMag 7 8epfeni6ec. Scöciiife ïuarsmn VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Góes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Hooger Onderwijs. ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. ii. De Leidsche academie in 1574 gaf den eersten en een krachtigen stoot, tot ver heffing van het Hooger onderwijs in Noord- Nederland. In 1585 reeds, 11 jaren later dus, werd door de Staten van Fnesland een academie te Franeker gesticht. Meer dan twee eeuwen hield deze stand. Zij werd, vooral voor de godgeleerdheid, een der be ruemdste scholen van liet Protestantsche Europa. De Vitringas en de Drusussen, Coccejus en Venema mogen gerangschikt worden onder de sterren van de eerste grootte. De hoogesciiool te Groningen dagteekent tan 1614 en Utrecht, de oudste zetel van het christendom in ons vaderland, werd in 1633 ook een hoofdzetel van kunsten en wetenschappen, door het stichten, eerst van een Doorluchtige school, later van eene Provinciale academie, De Stichtsche hoogeschool werd door haar eersten professorGijsb. Voetius reeds dadelijk een gezochte kweekplaats voor jeugdige theologen. Korten tjjd, sinds 1648, bestond ook nog een Provinciale Geldersche academie te Harderwijk, die evenwel nooit bloeide. Deze vijf universiteiten, in minder dan een halve eeuw geboren, gaven doorslaand bewjjs van de ontwaakte belangstelling in kennis en wetenschap, maar men verlieze niet uit het oog, dat de zeven provinciën even zoovele Soevereine Staten waren, die jaloersch van het bezit van eigen stichtingen, nunne oppermacht ten aanzien van het Hooger onderwijs wenschten te doen gelden. Zeeland heeft het nooit tot het bezit van een ac tdemie kunnen brengen. Slechts een maal is daarover een heilige, jarenlange strjjd gevoerd. Dat was in de tweede helft der achttiende eeuw. De aanleiding was deze. In 1756 overleed te Zierikzee een harer rijkste en invloedrijkste burgers, mr. P. Mogge van Renesse. Hij gaf bij testamentaire beschikking aan zijn geboortestad Zierikzee f 420.000 tot het stichten vaneeD hoogeschool. Holland betwistte echter krachtig Zeelands recht op het slichten van een hoogeschool. Zoodat het legaat niet tot dit doel is ge bruikt geworden. Maar als een bevolkte streek in onze dagen geen spoor machtig worden kan ge bruikt ze een tram. Onze vaderen schreven folio's wij dagbladartikeltjes. De grooten der aarde van vroeger tijd bouwden kasteelen, de tegenwoordige villa's. En de provinciën die geen academie konden machtig worden, bouwden hunne illustre scholen of athanea. Ook aan deze scholen werd alles onderwezen wat destijds ter voorbereiding voor het leeraarsambt ,werd noodig geacht. Ook Middelburg had zijn groote school, aan welke doorgaans twee, ot ook wel eens drie stadspredikanten onderwijs gaven. Deventer had zijn athsneum voor Overijsel, Amsterdam had de zijne, gelgk Rotterdam en Dordt; en in 's Hertogenoosch, Breda en Maanricht waren dergelijke scholen gevestigd als voorposten ten behoeve der Hervormde Kerk, waar wel de meerderheid der bevolking Roomsch was, maar die toch behoorden tot eene Republiek, waar de «waie gere formeerde religie» de «heerschende» was en zich ook als zoodanig gelden deed. Vijl hoogescholen dus en acht athanea, dat was het cijfer der scholen onder de Republiek waar hooger onderwijs werd gegeven en waar aldus gelegenheid was tot opleiding van predikanten. Het was voorwaar niet te weinig Die toestand bleef lot de Fransche over- heersching. Toen werden de hoogeseholen van Franeker, Utrecht en Harderwijk op geheven en verscheidene illustre scholen op geruimd. Leiden en Groningen bleven bestaan, maar op Fransche leest geschoeid. In 1815 werd, na den storm die over kerk en school had gewoed, een poging tot reorganisatie beproefd, maar al spoeuig bleek dat de eenheid, die vroeger voor kerk en school de kracht was, verdwenen is. De negenitende eeuw vertoont ons in betrekking tot dit belang een reeks van proefnemingen, die van zelf iets onrustigs, iets onvoldaans te kennen geven. Ik behoef slechts de jaarboeken van de laatste halve eeuw te Jopenen, en u te wijzen op de opening van de Theologische sc iooI te Kampen op de reorganisatie van het Hooger onderwys aan de Universiteiten in '76 met de aanstelling der kerkelijke professoren op de stichting van de Vrije Universiteit op Gereformeerden grondslag in 1880, om u te doen gevoelen, dat stabiliteit ontbreekt, en zoekende en tastende de weg bewandeld wordt, die naar aller hoop in de kringen der Protestanten, in verschillende groepen uiteen gegaan, leiden tot het vormen van eene duurzame en solide vereeniging van Kerk en Hooger onderwijs. Tot heden is deze hoop niet verwezenlijkt, en nu de dagen weer komen en de jaren naderen dat onze couranten vooral de kerkelijke --- zullen gevuld worden met beschouwingen over de verhouding van Kerk en Hooger onderwijs, nu achtte ik het juiste tijdstip daar om een kleinen terugtred te doen, en in vluch tige schets te teekenen wat den oorsprong van het Hooger onderwijs op onzen bodem heeft bevorderd en hoe ruirn en breed de gelegenheden tot opleiding in den bloeitijd van ons volksbestaan zijn geweest. Bij een latere gelegenheid stel ik mij voor de verhouding van het Hooger onderwijs tot den Staat zoo wei als die tot de kerk in oude dagen eens te behandelen. Nog eindig ik met den hartelijken wensch dat van onzen tijd in geen enkelen kring zal kunnen gezegd worden wat ik dezer dagen las van de theologische faculteit der Leidsche hoogeschool in de 17de eeuw. Deze historicus over de onophoudelijke verdeeldheid der theologen sprekende geeft het volgende weinig vleiende getuigenis Hoe openbaerlyk zij ook, tot blame der kercke, dissentieeren m gevoelens, die de uniformiteit der leer uitmaken, toch zijn zij in éen punt politiek genoeg, om als een eenig man aan te spannen, en hun haen overal te doen koning kraaijen. 6 September '93. De Middelb. Crt. betwist de juistheid van onze berichten omtrent den moord te Ma- rolleput. Zij kan echter gerust ziju. Wij ontvingen van verschillende zijden ue opmer- king dat de berichten in ons blad, behalve de naam der weduwe, den toels der waar heid kunnen doorstaan en dat de Middelbur ger ondanks den door haar expresselijk gezonden berichtgever, op bijna alle punten verkeerd was ingelicht. Wij meenden daarvan echter geen melding te moeten maken, aangezien het niet op onzen weg ligt ons met eens anders doen te bemoei en en in ons eigen tuintje nog genoeg te wieden overschiet. Tevens maken wij van deze gelegenheid gebruik onzen antirevolutionairen perszusters onzen spijt te betuigen dat zij bij de over neming hunner berichten zich zoo ai niet aan partijdigheid, dan toch zeker dikwijls aan groote domheid schuldig maken. x,aat een liberaal blad en een ai.ti-revo- lutionnair blad een zelfde belangrijke feit meedeelen, dan zal de anti revolutionaire pers en met name De Standaard het steeds bij voorkeur uit het liberale blad overnemen. Zoo wekken de Standaard, c. s. in hun eigen lezerskring de gedachte van onbedui.lerdheid en onbetrouwbaarheid der antirevolutionaire bladen ja zoo weinig neemt de Standaard notitie van berichten uit geestverwante bladen dat wij slag voor slag in hare kolommen berichten zien op genomen, die een week te voren, of langer, in kleinere bladen harer kleur te lezen waren geweest. Wat ons betreft, wij vragen van ons geestverwai t hoofdorgaan gean vermelding der bron, maar wel in haar eigen belang meerdere en vluggere notitie van onze berichten en dat zij breke met den sleur om m»ar altjjd weer by de liberalen te biecht te gaan. Dit laatste is van onze zijde reclame maken voor de liberale pers, waarbij deze zoo niet in Zeeland, dan toch elders, bepaald voordeel heeft. Het zit er bij ons kranten lezend publiek al genoeg in dat die pers de officiëele is, en dus waarheid spreekt ook waar zij liegt, dan dat de anti revo lutionaire pers De Standaard voorop hetzelve in deze dwaling zou stijven. fu dezen kunnen wij van de «liberale» bladen en inzonderheid van liet (metterdaad) liberale blad De Telegraaf leeren. Voor dit laatste blad geldtJe preods mon bien oü je le trouve. Maar wanneer ziet men in de andere een bericht anders dan aan hun eigen geestverwante bladen ontleend? Een weinig meer verband en kameraad schap zou onze antirevolutionaire pers heusch niet ontsieren. Middelburg Vergadering van den Gemeenteraad van 5 September 1833. Afwezig de heeren A. P. Sriouck Hur- gronje, lioole, E. P. Schorer, F. G. Sprenger, Jeras, den Bouwmeester, van Dunné en de Stoppelaar. Na opening dér zitting neemt de Voorz. liet woord om er aan te herinneren dat de wet dezen dag voorschrijft voor de installatie der in de afgeloopen maand J^li gekozen leden. In de eerste plaats moet deze zitting dus daaraan gewijd worden en verzoekt hij de heeren Snijders, L. K. v. d. Harst, de Waal, Gratama en Brevet de bij de wet gevorderde reden af te leggen. Hieraan voldaan zijnde, wenscht hjj de nieuwbe- noemden geluk met het vertrouwen, dat hunne medeburgers in hen gesteld hebben, en uit hij den wensch dat het hun gegeven zijn moge in de ruimste mate tot den bloei der gemeente mede te werken. Door de nieuwgekozenen wordt nu de presentielijst geteekend, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en vastgesteld. Ingekomen zijn: a. een schrijven van Dr. Japikse, waarbij hij, om het besluit genomen in de vergade ring van 23 Augustus jl. ten opzichte dei- natuurkundige instrumenten voor de burger avondschool, eervol ontslagverzochtals leeraar in de natuurkunde en werktuigkunde aan die school tegen 1 November a. s., of zooveel vroeger als een opvolger voor hem zal gevonden zijn. b. De concept-gemeentebegrooting voor 1894. c. Eene voordracht voor hoofd aan school D, bestaande uit de dames C. H. Tiggelaar te Middelburg, H. E. de Haan te Amsterdam en A. C. de Graal! te Eindhoven. d. Een rapport van de Kamer van Koopl andel en Fabrieken inzake droogdok. Het eerste stuk wordt ter fine van advies gesteld ia handen van B. en W., de drie andeie stukken zullen voor de leden ter visie blijven. Op verzoek des Voorzitters wordt daarop met algemeene stemmen en zonder discussie eene wijziging gebracht in de verordening -mp het Burgerlijk Armbestuur, zijnde daarin niet voorzien omtrent den eed af te leggen door den Secretaris, waarna achtereenvolgens mede zonder discussie ot hoofdelijke stem ming woiden goedgekeurd le suppletoir kohier no. 1 hondenbelasting ten bedrage van f99 en 2e de rekening over 1892 van het Burgerlijk Armbestuur, aanwijzende een debet van f 37837,527s, een credit van f 38609,387s, alzoo een batig saldo van f 771,86. Ter tafel komt thans een voorstel van B. en W., waarbij zij hunne adhaesie schenken aan een schrijven van de commissie van Toezicht Middelbaar Onderwijs dd. 26 Juni no. 529 en een brief van den Directeur der burgeravondschool dd. 15 Juli, waarbij daze voorstellen aan de burgeravondschool nog aan te stellen een leeraar in de Neder- landsche taal, aardrijkskunde en geschiedenis op eene jaarwedde van 1500 enden leeraar in de wiskunde aan die school J. A. W. Baart weder voor een jaar en dus tot 1 öeptember 1894, mede op eene jaarwedde van 1500, aan te stellen. Zij gronden hun voorstel op de toeneming van het getal leerlingen en de hiermede in verband staande splitsing van klassen. De lieer Snijders dient een amendement in om do aanstelling van den eersten leeraar te doen voor den cursus 1893/94, met schrik zegt hij, heeft hy uit de concept-begrooting gezien dat voorgesteld wordt de opcenten op de personeele belasting Ut het enorme cijfer van 95 op te voeren en dat des on danks het totaal bedrag van het kohier der inkomstenbelasting dat van het algeloopen jaar nog met f 4000 zal moeten overschrijden. Moeilijk zal men welsprekender bewijzen kunnen aanvoeren vo >r de noodzakelijkheid om in elk opzicht zooveel mogelijk te bezuinigen. Voorstander van degelijk en voldoend onderwijs, zal zijn amendement dat onderwijs niet schaden, er wordt niets door gepreju iicieerdalleen is hij tegen eene vaste aanstelling daar bij het einde van dezen cuisus de omstandigheden wetr kunnen gewijzigd zijn. Ue heer Tak sluit zich bij den heer Snijders aan. Ook hem hebben de meerdere lasten, voorgesteld in de Canrept-begrooting zeer getroffener moet bezuinigd worden, zegt hij, wilen wij de lasten opgedreven zien tot eenen voor de meeste onzer mede burgers ondiagelijke hoogte. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het amendement Snijders aangenomen, hetgeen mede het geval was met hel aldus geamendeerde voorstel van B. en W. Aan de orde is nu een adres van C. Pagter, pachter tot 1 Mei 1894 voor f 800's jaars, van het ophalen van beer en mest in de gemeente, waarbij hij te kennen geeft ge durende zijn zevenjarigen pachttermijn groote verliezen te hebben geleden, zoodanig zelfs dat hij alleen met hulp zijner familie eer heeft kunnen doen aan zijne zaken, en met verzoek hem eenigszins ten goede te willen komen door eene onderhandsche verpachting voor een nieuwen termijn van zeven jaren, met eene toegift van f3000 's jaars. B. en W. ei kennen die verliezen, die zij toeschrijven aan de toenemende toepassing van het tonnenstelsel en de vermindering in prijs van de verschillende meststoffen, enz, Zooals de exploitatie thans geschiedt, laat deze zich volgens hen becijferen als volgt Uitgaven a Loonen hoofd f 500 4 vaste werk lieden f 2574losse werklieden f 338, totaalf3412. b On Jerhoud paarden 8 paarden a f 0 75 per dag f 2200 beslag f240, totaalf2440. c. Onderhoud van wagens, karren tuigen, enzf 500. d Slijtage paarden, wagens, enz.f 300. e 4°/« interest van een bedrijfs kapitaal van f5000 f 200 f. In 1891 voor een paard meer f 180. Inkomsten f7032. a. 13 schepen beer 1130 min f 9 voor inladen f 1573 b. 1500 last straatvuil a f 1 50 min f 0.40 voor irdadenis f 1650 c. Vodden, beenderen, been deren, glas, leder, enz. f 400. Totaal 13623. Tekort f3409. Zij stellen mitsdien voor het verzoek van Pagter in te willigen omdat hij ondanks zijne verliezen over het algemeen trouw aan zijne verplichtingen jegens de gemeente voldaan en steeds getoond heeft er eene eer in te stellen de exploitatie zoo ordeljjk en goed mogelijk te doen plaats hebben, terwijl uit een financieel oogpunt geen heil te verwachten is. In verband met de afwezigheid van den wethouder van fabricage, den heer den Bouwmeester, zou de Voorzitter de behan deling dezer zaak gaarne willen uitgesteld zien tot een volgende vergadering. Niemand heelt hiertegen bezwaar; alleen geeft de heer Tak in overweging, wegens het belangrijke der zaak, niet alleen den wethouder maar de geheele commissie van fabricage te hooren. De Voorzitter merkt op dat adviseeren in deze niet tot de verplichtingen vm de com missie van fabricage behoorthij heeft er echter geen bezwaar tegen dat de zaik in handen gesteld wordt van eene bijzondere commissie en verwacht te dien einde van den heer Tak een voorstel Deze stelt nu voor ter zake eene commis sie te hooren, bestaande uit de leden van de Commissie van Fabricage, de heeren den Bouwmeester, van der Swalme en Jeras, welk voorstel zond m verdere discussie met eenparige stemmen werd aangenomen, na dat de heer v. d. Swalme verklaard had bereid te eiju liet mandaat te aanvaarden. Hierop wordt overgegaan tot de volgeude benoemingen a. van een Wethouder, aftredende de heer W. J. Spre.iger, die herkozen werd mul 7 stemmen, zijnde 1 stem uitgebracht op den heer v. d. Swalme en 1 hlanco. b. van de commissie voor de strafverorde ningen waarin herkozen werden mr. E P. Schorer met 9, mr. A. P. Snouck Hurgronje en Dr. A. van der Swalme ieder met 8 stemmen, terwijl voor de vacature mr. van Hoek gekozen werd mr. W. H. Snouck Hurgronje met 5 stemmen, zijnde op ieder der heeren Gratama. Brevet, de Stoppelaar en van Dunné 1 stem uitgebracht. c. van de commissie van Financiën, waarin herkozen werden de heeren mr. G. N. de Stoppelaar met 9. de heeren J. A. Tak, F. G. Sprenger en mr. A. P. Snouck Hur gronje ieder metr 8 en W. J. Sprenger met 7 stemmen. d van de commissie van Fabricage, waar in herkozen we-den de heeren H. P. den Bouwmeester en D. Jeras met 9, de heer van der Swalme met 8 stemmen. e. van de Commissie van de oudheidkun dige verzameling en het oud archief, waarin herkozen werden de heeren mr. G. N. de Stoppelaar met 9 en mr. W. H. Sriouck Hurgronje mei 8 stemmen. f. van een ambtenaar van den burgerleken stand. Bij eerste stemming vei kregen de heeren Tak 3, de Waal 2 en L. K. v. d. Harst, Brevet, Snijders en van der Swalme ieder 1 stem. De heer Tak verklaart hier op zich eene eventueele benoeming niet te zullen laten welgevallen, waarop eene tweede vrije stemming volgde. Daarbij verkregen de heeren de Waal 3, Brevet en v. d. Harst ieder 2, v. d. Swalme en Snijders ieder 1 stem, zoodat eene herstemming noodig werd over de heeren de Waal, Brevet en v. d. Harst, die daarbij buiten stemming bleven. Gekozen werd dhr. v. d. Harst met3 stemmen; de beide andere heeren verkregen ieder '1 stem, terwijl 1 stem werd uitgebracht op den heer v. d. Swalme en dus ongeldig was. g. van een lid van het Burgerlijk Arm bestuur uit den gemeenteraad, inplaats van den heer J. J. van der Harst. De eerste stemming had tot resultaat, dat verkregen de heeren van Dunré 3, Koole en Brevet ieder 2, v. d. Harst en Snijders ieder 1 stem. Bij eene tweede vrije stemming ver kregen de heeren v. Dunné 3, Koole en Brevet ieder 2, v. d. Harst en Snijders ieder 1 stem. Bij de herstemming tusschen de heeren van Dunné, Koole en Brevet, werd laatstgenoemde gekozen met 4 stemmen, de heer van Dunné verkreeg er 3 en de heer Koole 't. Nadat de Voorzitter den heer W, J. Sprenger geluk gewenscht had met zijne herbenoeming tot wethouder, sprak hij den wensch uitdat hetden heer Sprenger nog lang moge gegeven zijn tot den bloei der gemeente mede te werken en ging de vergadering uiteen. Gemeenteraad van VliSSingJGn» Zitting van Dinsdag 5 September 1893. Voorzitter de heer Tutein Nolthenius, bur gemeester. Afwezig de heer Wibaut met kennisgeving en de heer Gewin wegens uitstedigheid. De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. De vijf nieuw gekozen leden van den

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1