NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. 1893. ïlo- 140. {Omslag 29 Hugusfus. 3eoeaile Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH h* belang bevorderd, door alleen het ng van bestaande maatschappijen te bevorderen en het laten ontstaan van con VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUïJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN ,,De nieuwe afgevaardigde ter Eerste Kamer voor Zeeland". elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Onder dit opschrift plaatste liet liberale partijblad te Middelburg de vorige week een tweetal artikelen, waarin de verkiezing van den oud-minister den beer Godin de Beaufort tot lid der eerste kamer nog eens weer aan eene critiek onderworpen wordt. Men weet dat de redacffe van het Walchersche orgaan eerst den storm hielp aanblazen tegen den heer v. Uye Pieterse over diens wegblijven bij genoemde verkiezing doch nadat de nuchtere opmerking van dezen heer op de vraagZou u nu maar niet heengaan neen, ik blijl nog een beetje haar blijkbaar heeft tevreden gesteld, stort zij de laatste fiool haars toorns uit over den gekozene. Het oogenblik daartoe is niet handig gekozen. Immers de gemoederen barer vrienden zjjn tot bedaring gekomende tijd heeft hen met het leed, dat ten slotte niet zoo groot bleek, verzoend de liberale oppositie tegen Minister Tak heelt hen verdeeldde Kamers zijn op reces en de leden naar badplaats of buitenverblijf getogen. Waarom dan eerst nu of liever waarom nu nog met hare grieven voor den dag getreden En dan welke grieven Haar eerste was natuurlijk de afgezaagde machtspreuk dat de heer Godin de Beaufort als minister «bitter(tegenviel», «niets deed.» Niets Wij zullen niet weder uitweiden over zijne wijziging der personeele belasting, die hooidzakelijk den landbouw ten goede kwam, door de wijziging van de belasting op de paarden. De pensioenwet voor de weduwen van burger ambtenaren, zoo dikwijls door zijne «liberale» voorgangers als biilyk erkend, werd niet door hen maar door den heer Godin de Beaufort tot stand gebracht. Toen daar het wetsontwerp tot verlenging van het octrooi aan de Nederlandsche Bank door hem verdedigd werd, had men geen woorden sterk genoeg om af te keuren de wijze waarop de aandeelhouders ten koste van '8 Rijks schatkist bevoordeeld werden. En wat was de uitkomst der aanneming dezer wet van jhr. mr. Godin de Beaufort? Dat de schatkist een jaarlijksch inkomen van ruim een miljoen genieten de aandee- len der Nederlandsche Bank van 340 tot even boven de 200 percent daalden 1 Zoo werden de gezochte bezwaren der liberalen door de ondervinding gelogenslralt. Door de ontwerpen van den heer Godin de Beaufort op de grondbelasting en de gemeentebelastingen, zou niet alleen de grondbelasting met ongeveer 25 percent verminderd zijn, maar zou tevens aan de gemeenten de mogelijkheid zijn geopend om hare financiën te verbeteren. Deze ontwerpen werden door het liberale ministerie ingetrokken, doch, hoewel de liberalen reeds zoo lang weer aan het roer zjjn, een betere regeling der gemeente finan ciën doet zich nog steeds wachten. En dat, ofschoon een man, zoo gematigd als liet liberale Kamerlid mr. v. Delden dit treuzelen van het liberale ministerie als «.onverantwoordelijk» qua'ificeerde I v Wij noemden hier feiten. Verlangend zijn wij van de Middelburgsche Courant dergelijke feiten te vernemen van wat hare libet ale afgevaardigden ter eerste kamer, jhr. mr. Six er onder begrepen, in het belang van Zeeland tot stand brachten Gepne machtspreuken of holklinkende woorden, maar feiten zullen wij gaarne *an «aar inwachten. Maar de Middelburgsche Courant heeft ook een locile, eene plaatselijke grief. ür de jonjiste spoorwegregeling werd de maatschappij Zeeland benadeeld. Daardoor I-,6' e opening van de concurreerende M van bollandHarwich mogelijk. aar dan nu werkelijk het «alge- curreerende lijnen onmogelijk te maken? Dit mogen wij v>el vragen. Vragen in de veronderstelling dat hare opmerking juist is. Maar dit is zij niet. De Middelburgsche Courant weet toch even goed als wij dat tot den aanleg van den spoorweg Rotterdam—Hoek van Holland besloten was, dat men met den aanleg reeds druk bezig was, lang voordat het autiliberale ministerie optrad. Waren nu die spoorweg en de haven aan den Hoek van Holland misschien aangelegd om er geen gebruik van te maken En wanr.eer men dezen spoorweg aan zijn doel wilde doen beantwoorden, zou het dan redeljjken zin gehad hebben hem af te staan aan dezelfde maatschappij die den spoor weg naar Vlissingen exploiteert, op gevaar af dat deze, al naar haar belang medebracht, te ecniger tijd Vlissingen aan den Hoek van Holland, of Hoek van Holland aan Vlissingen had opgeofferd Welke Regeering zou zoo iets hebben kunnen toestaan? De vraag of er misschien niet te veel spoorwegen en havens en waterwegen zijn aangelegd, kan natuurlijk verschillend be antwoord worden doch daaraan heeft in elk geval de vorige Regeering geen schuld. Doch nu die werken er eenmaal zijn, mag eene Regeering, welke het algemeen belang heelt voor oogen te houden, niet de éene plaats boven de andere begunstigen. En de éénige manier om beide plaatsen tot haar recht te doen komen, was ze door verschillende maatschappijen te doen bedienen Dat de Hollandsche Maatschappij den spoor weg naai den Hoek van Holland zou krijgen was dan ook reeds vóór het optreden van het vorig Ministens een uitgemaakte zaak. Bovendien, dit weet onze Middelburgsche praatster ook wel, daarin ligt het groote bezwaar voor de maatschappij Zeeland niet. Niet daarin dat zij met deze nieuwe lijn niet kan concurreeren, maar wel in de omstandigheid, dat de Zeeuwsche maatschap pij genoodzaakt werd om dagbooten te laten varen, waarmede op elke reis verlies wordt geleden. Ten slotte nog een woord over de «ge volgen» der spoorwegregeling. 't Is waar de financiëele uitkomsten daarvan zijn in de twee eerste jaren niet gunstig geweest. Maar gaat het aan de oorzaak daarvan in de regeling zelve te zoeken Is men dan de buitengewoon bijzondere omstandigheden vergeten, waaronder deze regeling in werking is getreden? Het jaar 1891 toch was bijzonder ongunstig wegens den buitengewonen langen winter, en het gesloten water. Men herinnert zich te Middelburg nog wel hoe dientengevolge een groote stremming in het verkeer, en aan verschillende stations opeenhooping van goederen plaats had; terwijl, vanzelt spreekt, dat op een zoo buitengewone aanleiding tot zooveel grooter vervoer niemand ooit ge dacht had. Het volgende jaar, 1892, waren de steen- kolenprijzen verbazend hoog, hetgeen tonnen gouds aan de maatschappijen heelt gekost daarbij kwam in den zomer de cholera- epidemie in midden Europa, zoodat er veel minder reizigers waren dan in gewone jaren. Zoo men deze feiten niet weet, kan men ze ook uit kamerverslagen kennen, en besffien tegelijk dat door deze catastrophen groote schade geleden is. Maar tevens dat ook zonder de gewraakte spoot wegovereenkomsten deze schade zou geleden zijn. Voegt men nu hierbij dat geljjk de bladen ons meldden sinds dien tijd het personeel uitgebreid, en de iractementen aanzienlijk verbeterd zijn, terwijl op groote afstanden het tarief der spoorwegvrachten werd verlaagd, dan heeft men althans enke'e omstandigheden die wel de klacht over groote nadielen; niet de verdachtmaking van de spoorwegovereenkomsten billijkt. Waren de spoorwegmereenkom^ten niet getroffen, de felle koude van '91, de dicht vriezing onzer rivieren, de stremming van scheepvaart en verkeer; de cholera van '92, met al wat er het gevolg van is, zou toch gekomen zjjn. En nu moge het heel gemakkelijk zijn om onnadenkende^) en daardoor goedgeloovigen lezers, dergelijke ongunstige gevolgtrekkingen op te oisschen, leep is het niet zich in te beelden dat nadenkende personen dit alles voor waarheid zullen aannemen, en het geeft daarbij een bewijs, dal men niet veel dunk heeft van het gehalte zijner lezers. Vergissen wij ons niet dan is de liberale kiesvei eeniging Grondwet te Amsterdam de oudste kiesvereeniging in Nederland. Zij was jaren lang de grootste en gold, wat het gehalte harer leden betreft, voor de meest voortreffelijke. Professoren en advocaten brachten er hun geest, bankiers en winkeliers droegen er hun leven in. Maar zoo was het vroeger. Thans zou men haast geneigd zijn te gelooven dat alle geest uit haar geweken, dat zij op sterven na dood i-:. Vrijdagavond vergaderde genoemde kies- vereeni ing,tothet stellen van een candidaat voor de provinciale staten. Met inbegrip van het bestuur waren vijf belangstellenden aanwezig. De Telegraaf geeft er het volgende leuke verslag van: De vergadering zou beginnen ten 8 Vs uur. Aanwezig een lid, dat plaats heeft ge nomen op een der acht-en-dertig stoelen om de groene tafel. Vijf minuten over half negen komt een tweede en laatste lid binnen, buigt voor het eerste lid en voor de aanwezige ver slaggevers en neemt plaats hoel ver van den anderen vergaderde. Tien minuten over halfnegen De deuren der bestuurskamer openen zich en laten de drie lieeren door van het bestuur, die gaan zitten aan het hoofdeinde van de tafel. De voorzitter, d«_ heer A. J. C. J. S. Bergsma: „Aan u, mijne lieeren...." De secretaris staat op en gaat rond met de presentielijst. Als die door alle vergaderden is getuekend, vervolgt de voorzitter „Aan u myne heeren. zfjnde bestuurderen dezer vereeniging erkentelijk voor uwe aanwezigheid, waardoor het mogelijk is deze vergadering te doen plaats hebben. Wjj kunnen echter niet nalaten u tevens onze verontschuldigingen aan te bieden. In deze vacantiemaand, in de warme Augustusmaand worden de kiezers van Amsterdam geroepen tot de verkiezing van hen, die hunne be langen in de hooge staatslichamen moeten behartigen. De heeren hebben het zoo gewild; wij hebben ons naar hunnen wil te voegen en hen te prijzen. De reden, waarom wil u verzoeken enkele oogenblikken met ons te willen samenkomen is de verkiezing van een lid der Provinciale Statun, vacature prof. Asser. Reeds werden als candidaten opgegeven mijnheer Dijkmans, mijnheer Ter Meulen en mijnheer Moltzer, Zij werden ook in de zustervereenigingen genoemd en twee stelden mijnheer Dijkmans candidaat. Waarschijnlijk zult ge weten, mijne hee ren, dat mijnheer Moltzer en mijnheer Ter Meulen gisteravond in de vergadering van een dier zuster-kiesvereenigingen bedankten voor een candidatuur en zulks met het oog op de versnippering van stemmen. Ik geloof, dat het niet noodig is, mijne heeren u veel te zeggen tot aanbeveling van den overgebleven candidaat, noch om de wenschelijkheid te betoogen zich te bepalen tot een zelfden candidaat. Nu mijnheer Dijkmans zich een candida tuur wil doen welgevallen, kan uw bestuur niets doen dan u uit te noodigen, ook uwerzijds hem de plaats in de Provinciale Staten aan te wijzen, die in de andere kiesvereenigingen hem werd aangewezen om te vervullen. Uw bestuur stelt u dus voor, ook namens deze kiesvereeniging tot candidaat voor de Provinciale Staten te proclameeren den heer Dijkmans (Hee 1 zacht applaus). Ziedaar mijn mandaat vervuld. Mag ik nu verzoeken, zoo de vergaderden een andere meening zijn toegedaan, daarvan te doen blijken, van uw iustemming? De beide leden knikken instemmend. De heer M. J. Waller: Mijnheer de voor zitter 1 Gaarne wilde ik by deze gelegenheid de verdiensten gedenken van Mijnheer Moltzer, die op zoo alleronaangenaamste, schandelijke wijze is behandeld door die combinatie der minderheden, die fractie Deze behandeling is zeker geen aanmoedi ging voor anderen om het werk van den heer Moltzer weer op te vatten. Nu kunnen we wel gaan stemmen. De voorzitterHeeft nog een der heeren iets op te merken Niemand Dan wil ik zeggen, dat ik geheel instem met het door den heer Waller gesprokene. Mag ik aannemen, dat de twee aanwezige leden met ons instemmen, dan heeft ook de kiezersvereeniging „De Grondwet" den heer B. M. J. Dykmans tot candidaat ge proclameerd Beide leden buigen. Voorzitter: Hiermede dank ik u voor uwe opkomst mijne heeren, en sluit ik de vergadering. Uitgaand als een nachtkaars, mag hier wel boven staan. Arme kiesvereeniging, treffend beeld tege lijk van de partij die, eens toongevende, thans smadelijk verlaten, in den laatsten tij i rijpte voor de uiteenspatting. En dat klaagt dan nog dat men bet te genwoordige eminente kiezerscorps met nieu wen toevoer wil versterken. Blijkt dan uitbreiding van kiesrecht op deze wijze niet hoog noodig Bij de Staten Generaal zijn, toen de Kamers uiteengingen, o. a. d6 volgende wetsontwerpen aanhangig gebleven bij de Eerste Kamer die betrekkelijk het faiilietrecht en betreffende de bedrijfs belasting bij de Tweede Kameronteigening voor de duinwaterleiding te Haarleminstelling van Kamers van Arbeid en Nijverheid (wetsvoorstellen-Pyttersen en Schimmelpen- ninck v. d. Oyej; wijziging Ned. Indische comptabiliteitswetwetboek militair straf rechtregeling van het kiesrecht; overeen komst met België voor de grensregeling BaarleHertog en BaarleNassau bepa lingen omtrent vrijstelling van belasting van sommige buitenlandsche goederen; samenstelling van de landmacht; wijziging West-Indische Regeeringsreglementen en comptabiliteitswetuitbreiding onteigenings- recht voor gemeentebesturen (wetsvoorstel Van Houten i; rege ing van de mijnontgin- ningen in Ned. Indië onteigening voor den aanleg eener straat te Amsterdam; aan- vullingswet tot regeling van het veeartsenij- kundig Staatstoezicntafschaffing rechten registratie op aanstellingen en akten van beëediging van ambtenarenwijziging wet legesheffing; regeling van den dienst bij de militie; onteigening voor een verbindings spoorweg te Rotterdam onteigeuing voor de normaliseering der Nieuwe Maas boven Rotterdam nadere bepalingen omtrent den suiker-accijns; onteigening voor een hootd- watering ten behoeve van het waterschap Westerdiep goedkeuring van de te Dresden gesloten cholera-overeenkomstonteigening voor een scheepvaart-kanaal van Engelen naar Henriëttewaardwijziging van de drankwetwijziging van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (wetsvoorstel- Hartogh); wet op de grondbelasting regeling van het bakenwezen op openbare wateren onteigening van den bouw van eene nieuwe brug bij Westervoort; overee ikomst betrek kelijk de verhoudingen tusschen Nederland en Portugal in den lndischen Archipel, en wijziging van de pensioenwet voor burgerlijke ambtenaren. In de nieuwe fransche kamer zal weldra zitting nemen de outl-afgevaardigde Wilson, schoonzoon van den oud-president Grevy. Iu 1887 betrapt op groote mridaden, was hij genoodzaakt zyn ontslag te nemen en zich in de stilte van het landleven terug te trekken. Het is bekend wat deze man op zijn geweten heeft. Voor veel geld verkocht hij riddeiorden; bezorgde levering voor het legermaakte gebruik van het briefportvrijdom zijns schoonvadersstal brieven uit gerechtelijke acten vervalschte die en benadeelde den Staat voor duizenden guldens. Eindelijk gesnapt, werd hij buiten ver volging gesteld. De openbare meening achtte zich gewroken met de aftreding van presi dent Grevy en de afzetting van Wilson als lid der Kamer. Zyne gemeene daden leverden daarna stof voor het woord Wilsonisme, waarin men alle mogelijke laagheden samenvat. Iemand, die zijn buurman een «Wilson» noemde, werd gerechtelijk vervolgden gestraft!... En thans is deze zelfde Wilson weer lid der Kamer. Ruim tweeduizend kiezers te Loches gaven hem hun stem, nadat zjj hem reeds vroeger tot lid van den gemeenteraad, daarna tot maire hadden gekozen. 's Mans menschlievendheid jegens hen be zorgde hem zooveel stemmen. Ziehier dan eene verwerkelijking van Victor Hugo's romanheld Jean Valjean, doch onder minder loffelijke omstandigheden. Het is te hopen dat althans het slot van Hugo's Misérables op Wilson als staatkun dig persooon worde toegepast. Maar dat de man na zoo korten tijd, weder uit zijne asch herrijzen kon, werpt voor de zooveelste maal een eigenaardig licht op Fransch fatsoen en rechtsgevoel. i|e Een Fransch afgevaardigde stierf dezer dagen aan een langzamen teringdood. Zijn jengdige vrouw, de zorg voor haar kinderen vergetende schoot zich op het lijk haars echtgenoots dood. «Zij die zijne levensgezellin was», zeide het Kamerlid Casimir Perier bij de aankon diging van dit overlijden aan de Kamer, «heelt getoond hoe groot een liefde hij waard was, daar de doodsstrijd van hem dien zij beminde haren moed als moeder heeft doen zwichten Trés bien l Klonk het bij die woorden in de Kamer, trés bien! zeer goed). Welk een levensopvatting van dat Kamer lid en van de toejuichers! De verkiezingen in Frankrijk hebben weinig belangstelling gewekt onder de kiezers. Ook de onderste lagen des volks waren niet warm te maken voor eenigen candidaat. En nu is in Frankrijk nogal het algemeen kiesrecht. Wel een bewijs dat in uitbreiding van kiesrecht, dus nog niet eens algemeen kiesrecht, in een land waar de bevolking minder prikkelbaar is en minder er op aangelegd om door opruiers in vuur ge bracht te worden, dan in Frankrijk, lang niet dat gevaar steekt, hetwelk men er van droomt. Het gevaar dat hier of daar een grappen maker met een ernstig candidaat in her stemming komt, bestaat immers ook bij het tegenwoordige kiesrecht; en zal dus bij uitbreiding slechts een weinig worden vergroot. In Frankrijk is op de bijna 700 vacante zetels die te vervullen waren, slechts een zoodanige in gevaar van door een kermisvent te worden bezet. In de Jura komt namelijk een afgevaar digde in herstemming met zekeren Vuillod, een man die wegens zjjn groote spierkracht hij beurt 300 pond op met één hand de kermissen afreist. Ook liet hjj zich eens uit een kanon schieten. Maar dit is cr slechts één op de 700. En wordeü ook bij ons niet, nu reeds, onder deze kieswet, bijvoorbeeld bi) ge meen teraads-verkiezingen, door de voornaam ste heeren eener stad, soms in het klein, uit partijhaat of eigen belang, dezelfde «grappen» uitgehaald? Hoe gaat het soms in Limburg Wat deed bij de jongste raadsverkiezing te Goes, bjjv. een neef van een oud minister niet om een oud-kermisreiziger in den raad te «goochelen?» Men kome dus met dergelijke bezwaren niet aandragen. Zij zjjn waardeloos,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1